ID.nl logo
Hoe werkt conditie en hoe train je het?
© LiZhongfei
Gezond leven

Hoe werkt conditie en hoe train je het?

We weten allemaal dat je conditie een globale indicatie is van hoe fit en gezond je bent. Maar wat is conditie nou écht? Uit welke onderdelen is die opgemaakt, hoe meten we die, en nog belangrijker: hoe zorg je ervoor dat je een betere conditie krijgt? We duiken in je uithoudingsvermogen, trainingen en meetapparatuur zodat je straks precies weet of je echt een goede conditie hebt.

Wat is conditie?

Je conditie moet je zien als een verzamelnaam voor je algehele fitheid. Het zorgt er in het algemeen voor dat je langer door kunt gaan tijdens het sporten – of je nu aan het duursporten of aan het krachttrainen bent. Nadien zorgt je conditie er ook voor dat je beter en sneller herstelt. Eigenlijk kun je je conditie dus zien als een snapshot van hoe je sportieve gezondheid er op dat moment voorstaat.

Inzicht in je prestaties?

Dat kan met een fitnesstracker: kies hier het model dat bij jou past!

Uithoudingsvermogen

Een belangrijk onderdeel van je conditie is natuurlijk je uithoudingsvermogen. Zo belangrijk zelfs dat die twee termen nogal eens door elkaar worden gebruikt. Je uithoudingsvermogen is echter een stukje specifieker. Zoals de naam al aangeeft, is het een indicatie van hoelang je een bepaalde activiteit kunt volhouden. De ene hardloper is na een halfuurtje al helemaal op, terwijl de ander makkelijk een uur kan doorgaan. Dat verschil is voornamelijk te wijten aan het uithoudingsvermogen, en er is goed nieuws: dat kun je prima trainen (maar daarover straks meer).

©Warren Goldswain

Andere factoren

Maar er zijn meer factoren die bijdragen aan een goede conditie. Spierkracht, bijvoorbeeld. Hoe sterker je spieren, des te makkelijker je bepaalde inspanning kunt leveren. Zo hoef je minder energie te verbruiken om die inspanning te doen. Op die manier kan het zijn dat je volgens een inspanningstest een mindere conditie hebt dan je tegenstander, maar toch als eerste over de finish komt. Vooral bij kortere inspanningen speelt spierkracht een grote rol.

Ook lezen: Waarom mannen sneller afvallen dan vrouwen

Ook secundaire eigenschappen als je coördinatie en lenigheid hebben invloed op je conditie. Voer je een beweging op de juiste manier uit, dan kost het minder kracht en dus minder energie. Daardoor kom je uiteindelijk eerder over de streep dan je op basis van je uithoudingsvermogen alleen zou verwachten. Bij goed trainen komt dus ook een hoop techniek kijken.

Zuurstofopname

Je sportieve prestaties hangen vooral af van zuurstof. Hoe meer zuurstof je naar je spieren kunt sturen, des te langer ze een bepaalde inspanning kunnen volhouden. Dat wordt vooral bepaald door je hart en door je longen. Hoe sterker je hart is, des te meer bloed er door je lichaam kan worden gepompt: je spieren krijgen meer zuurstof aangevoerd en kunnen beter presteren. Gezonde longen kunnen meer zuurstof uit de lucht opnemen, waardoor de hoeveelheid zuurstof in je bloed toeneemt, met hetzelfde effect in je spieren als resultaat.

VO2max Je conditie meten is natuurlijk lastig, omdat er zo veel bij komt kijken. Toch is er een getal dat door veel sportartsen en -trainers wordt gebruikt om je conditie samen te vatten. Dat getal heet VO2max. O2 staat voor dizuurstof, ook wel zuurstofgas genoemd. De V staat voor Volume, en max natuurlijk voor maximaal. VO2max is dus de maximale hoeveelheid zuurstof die je in een minuut kunt opnemen. Hoewel dat ook weer niet alles zegt, is het doorgaans een goede indicatie van je algehele conditie, of specifieker: van je uithoudingsvermogen. De gemiddelde VO2max ligt zo rond de 40 tot 45 (milliliter per minuut, per kilogram lichaamsgewicht) voor mannen en tussen de 30 en 35 voor vrouwen. Topsporters kunnen soms wel het dubbele bereiken. Nieuwsgierig? Je kunt je VO2max laten testen bij fysiotherapeuten, sportartsen en soms zelfs in de sportschool. Maar bereid je voor, want het is een pittige test.

©WavebreakMediaMicro - stock.adobe.com

Hoe train je je conditie?

Bij het trainen van onze conditie denken we allereerst aan ons uithoudingsvermogen. Het fijne is: met de meeste oefeningen train je alles: je spieren zelf, maar ook je longen, hart, en zelfs je lenigheid en coördinatie. En zo’n training hoeft helemaal niet ingewikkeld te zijn.

Ook lezen: De beste sport- en beweegapps voor een gezonde leefstijl

De makkelijkste manier is om een langere inspanning op een gemiddelde intensiteit te doen. Dit is het welbekende rondje rennen, fietsen, zwemmen of schaatsen. Je hartslag is zo rond de 75 procent van je maximale hartslag; voor een gezonde dertiger betekent dat zo rond de 130-140. Dat is een hartslag die je prima langere tijd kunt volhouden. Je laat je lichaam wennen aan die inspanning, en aan het feit dat die inspanning langere tijd in beslag neemt. Hoe vaker je zo’n training afwerkt, des te makkelijker je lichaam ermee om kan gaan.

Interval

Een andere en misschien nog wel effectievere manier om je uithoudingsvermogen te trainen, is de intervaltraining. Bij intervallen doe je korte, hevige inspanningen met daartussen korte momenten van relatieve rust. Dat klinkt misschien fijn, maar intervaltrainingen staan erom bekend dat ze loodzwaar kunnen zijn. Die extra zware inspanning zorgt er wel voor dat je snel conditie opbouwt, omdat je je lichaam tot het uiterste drijft. Bovendien raakt je lichaam niet gewend aan een intervaltraining, waardoor de effectiviteit op de lange termijn hoger is dan een gewone duurtraining. Bijkomend voordeel: ook vet verbranden gaat met intervallen razendsnel.

Een speciale vorm van intervallen is de HIIT-training. HIIT staat voor High Intensity Interval Training, oftewel: extreem intervallen. HIIT-trainingen zijn kort, krachtig en vooral zwaar. Doe ze daarom ook niet te vaak: de kans op blessures wordt dan groter, en bovendien kun je jezelf makkelijk overtrainen.

©Vasyl - stock.adobe.com

Conditie meten

Zelf je conditie meten is lastig zonder uitgebreide apparatuur, maar met een beetje creativiteit kom je een heel eind. Wat je vooral goed moet doen, is het meten van je prestaties. Natuurlijk voel je je de ene dag wat beter dan de andere, en die regenbui onderweg hielp natuurlijk ook niet. Daarom is het verschil tussen twee trainingen niet zo relevant. Maar als je langere tijd goed je trainingen bijhoudt, ga je vanzelf verschil zien. Je kunt langere afstanden aan, je gemiddelde snelheid ligt hoger en je herstel verloopt sneller. Zorg dus voor een goed sporthorloge en een app waarin je al je data nog eens rustig kunt nalezen.

Je kunt natuurlijk naar een sportarts om je VO2max te laten meten, maar de beste indicatie van je conditie blijft toch je persoonlijke record op je favoriete rondje vergeleken met je tijd van vorig jaar. Als dat niet motiverend werkt, weten wij het ook niet meer.

▼ Volgende artikel
Vet goed verhaal: zo vervang je het filter van je afzuigkap
© wertinio - stock.adobe.com
Huis

Vet goed verhaal: zo vervang je het filter van je afzuigkap

Zes op de tien Nederlanders vervangen nooit het filter van hun afzuigkap. Dat blijkt uit recent onderzoek van Afzuigkapwinkel.nl. Veel mensen weten niet eens dat dit nodig is. Een vervuild filter vangt vet en geur niet meer goed op. Daardoor wordt de luchtkwaliteit slechter en het risico op oververhitting of zelfs brand groter. Regelmatig vervangen dus. Hoe, dat leggen we stap voor stap uit.

In dit artikel

Een schoon filter is onmisbaar voor een goed werkende afzuigkap. In dit artikel lees je waarom regelmatig onderhoud belangrijk is, welke filters er zijn en hoe je ze stap voor stap vervangt.

Lees ook: Hoe kies je de juiste afzuigkap?

Waarom een schoon filter belangrijk is

Een afzuigkap werkt alleen goed als lucht vrij door het filter kan stromen. Zodra dat filter verzadigd raakt met vet of vuil, moet de motor harder werken en neemt de zuigkracht af. Daardoor blijven kooklucht, vocht en vetdeeltjes in huis hangen. Op termijn kan dat leiden tot schimmelvorming en een vettige aanslag op kastjes en muren. Door het filter op tijd schoon te maken of te vervangen, houd je de luchtstroming stabiel en de motor in conditie.

De verschillende filters in een afzuigkap

Elke afzuigkap bevat minstens één vetfilter. Dat zit aan de onderkant en vangt vetdeeltjes op die vrijkomen bij het koken. Bij moderne modellen wordt vaak een metalen vetfilter gebruikt, meestal van aluminium of roestvrij staal. Dat type kun je schoonmaken en hergebruiken. Oudere of goedkopere afzuigkappen hebben soms schuim- of papieren vetfilters die niet te reinigen zijn en dus regelmatig vervangen moeten worden.

Bij afzuigkappen die lucht niet naar buiten afvoeren, maar via de kap terug de keuken inblazen (recirculatie), komt er nog een extra filter bij: het koolstoffilter. Dit filter bevat actieve kool, een fijn zwart poeder dat geurmoleculen bindt. De lucht wordt door het filter gezogen, geuren blijven aan de koolstof kleven en de schone lucht stroomt weer naar buiten. Zodra de kool verzadigd raakt, neemt de werking af en komen kookgeuren weer terug in de keuken. Daarom is het belangrijk het koolstoffilter meerdere keren per jaar te vervangen.

Nieuwere afzuigkappen gebruiken soms een gecombineerd vet- en geurfilter, of zelfs een zogenoemd plasmafilter. Dat laatste werkt met elektrische ontladingen die vet- en geur­deeltjes afbreken en hoeft vrijwel nooit vervangen te worden. Dit systeem is vooral te vinden in duurdere keukens, maar wint terrein omdat het duurzamer en onderhoudsarm is.

©Maksims_Liene | fotoduets

Hoe vaak onderhoud je de filters?

De frequentie hangt af van hoe vaak en hoe vet je kookt. Wie dagelijks bakt of frituurt, moet het vetfilter elke maand schoonmaken. Reinig een metalen vetfilter in de vaatwasser op een heet programma met een normaal vaatwasmiddel. Vermijd agressieve reinigingsmiddelen, want die kunnen aluminium dof maken – dat is op zich niet schadelijk, maar vooral een kwestie van uiterlijk. Het koolstoffilter moet gemiddeld om de drie tot zes maanden vervangen worden. Wie minder kookt, kan iets langer wachten, maar wacht niet tot de zuigkracht merkbaar afneemt.

Zo vervang je het filter stap voor stap

Begin altijd met veiligheid. Zet de afzuigkap uit, trek de stekker uit het stopcontact en laat de lampen even afkoelen. Verwijder daarna het oude vetfilter door de onderkant van de kap te openen of de clips los te maken. Maak meteen van de gelegenheid gebruik om de binnenzijde van de afzuigkap schoon te vegen met een sopje van warm water en ontvetter. Vet dat zich daar ophoopt, hindert de luchtstroom en kan nare geurtjes veroorzaken.

Plaats vervolgens het nieuwe filter op dezelfde plek. Zorg dat het goed aansluit en geen kieren heeft. Bij ronde koolstoffilters draai je ze vast op hun houder, terwijl vlakke filters meestal klemmen of klikken. Steek daarna de stekker weer in het stopcontact en test of de kap goed werkt. Als de luchtstroom krachtig aanvoelt en het geluid gelijkmatig is, zit alles goed gemonteerd.

©Andrii

Wanneer weet je dat het tijd is voor vervanging?

Er zijn duidelijke signalen dat het filter zijn werk niet meer doet. De afzuigkap maakt meer geluid, de zuigkracht neemt af en kooklucht blijft langer hangen. Sommige modellen hebben een lampje dat gaat branden zodra het filter aan vervanging toe is. Ruik je bij het aanzetten van de kap een muffe geur, dan is dat vaak een teken dat het vetfilter verzadigd is of dat het koolstoffilter zijn opnamecapaciteit kwijt is.

Maak er een gewoonte van

Een afzuigkapfilter hoort net zo goed op je onderhoudskalender als de batterij van je rookmelder. Noteer de vervangdatum of stel een herinnering in op je telefoon. Zo blijft het een vaste gewoonte in plaats van een klus die je telkens vergeet. Regelmatig onderhoud zorgt niet alleen voor frisse lucht, maar ook voor een langere levensduur van je afzuigkap.

Dus?

Een schone afzuigkap begint bij goed filteronderhoud. Het vetfilter houdt vet tegen, het koolstoffilter verwijdert geuren. Reinig het vetfilter maandelijks en vervang het koolstoffilter minstens twee keer per jaar. Zo blijft de lucht in je keuken fris, werkt de motor stiller en voorkom je onnodige slijtage of risico op brand.

Afzuigkapfilter nodig?

Vet veel keus
▼ Volgende artikel
Miele, Siemens, Bosch en AEG: zo kies je de wasmachine die bij je past
© Family Veldman
Huis

Miele, Siemens, Bosch en AEG: zo kies je de wasmachine die bij je past

Je kiest een wasmachine niet op gevoel alleen. Je wilt schoon wasgoed, lage kosten per wasbeurt en een wasmachine die stil en betrouwbaar zijn werk doet. Vier namen domineren de markt: Miele, Siemens, Bosch en AEG. Alle vier sterk, maar elk met een eigen signatuur. In dit artikel ontdek de sterke punten van elk merk. Zo kun je goed vergelijken en de wasmachine kiezen die helemaal past bij jouw gezin en dagelijkse was.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Miele: voor langdurige prestaties en doseergemak

Wasmachines van Miele staan bekend om de hoge kwaliteit, nauwkeurige programma's en stille werking. Dat merk je aan het stabiele centrifugeren en een trommel die zorgvuldig met textiel omgaat. Het TwinDos-systeem neemt je dosering uit handen: twee reservoirs zorgen automatisch voor de juiste hoeveelheid wasmiddel en wasverzachter. Zo voorkom je verspilling, blijft er minder schuim achter en blijven kleuren en vezels langer mooi. Heb je haast, dan is er PowerWash, dat in minder dan een uur een volle trommel schoon krijgt. SteamCare vermindert kreuk en frist gedragen kleding op zonder dat je een volledige wasbeurt hoeft te draaien. Miele koppelt deze functies aan de bekende duurzaamheid: je krijgt maar liefst 20 jaar garantie op onderdelen.

©Miele

Siemens: slimme sensoren en opfrissen zonder water

Wasmachines van Siemens delen techniek met zustermerk Bosch, maar het accent ligt op anders. Dankzij iSensoric-sensoren past de machine het programma voortdurend aan op belading en vervuiling, zodat je minder water en energie verbruikt zonder in te leveren op resultaat. Wie tijd wil besparen, gebruikt varioSpeed: programma's zijn merkbaar sneller klaar. Siemens biedt daarnaast de unieke sensoFresh-functie, waarmee je geurtjes uit kleding verwijdert met actieve zuurstof, zonder water of wasmiddel. Ideaal voor blazers, truien of sportkleding die alleen muf ruiken. Veel modellen beschikken ook over i-DOS automatische dosering en een antivlekkensysteem, zodat de was er met minimale moeite fris en schoon uitkomt.

©Siemens

Bosch: zuinig wassen met i-DOS en stabiele werking

Bij wasmachines van Bosch ligt de nadruk op gemak en efficiënt omgaan met water en wasmiddel. Belangrijk daarbij is i-DOS: je vult de reservoirs en de machine bepaalt zelf de juiste hoeveelheid wasmiddel, door met sensoren het  gewicht én de vuilgraad van je wasgoed te meten. Dat scheelt wasmiddel en zorgt ook voor de beste resultaten.. Dankzij varioPerfect kies je per wasbeurt tussen sneller of energiezuiniger draaien. Handig is ook dat je een programma kunt pauzeren om nog snel een kledingstuk toe te voegen. Staat de machine in de buurt van de woonkamer of op een houten vloer, dan zorgt het AntiVibration-ontwerp voor extra stabiliteit en minder geluid. Met ActiveWater Plus past Bosch het waterverbruik aan kleine ladingen aan, zodat je ook bij halve trommels zuinig wast.

©Bosch

AEG: zorg voor stoffen met slimme dosering en stoom

Wasmachines van AEG staan bekend om technologie die kleding langer mooi houdt. Een goed voorbeeld is AutoDose, waarbij de machine automatisch de juiste hoeveelheid wasmiddel en wasverzachter doseert. ProSense past de duur en het verbruik van elk programma aan op de hoeveelheid was, zodat kleding nooit langer wordt gewassen dan nodig is. AEG wasmachines van de 8000 en 9000-serie beschikken bovendien over ÖKOMix: wasmiddel en wasverzachter worden eerst opgelost in water en pas daarna toegevoegd aan de trommel. Zo worden zelfs de meest delicate stoffen beschermd en blijven ze langer mooi. Tot slot helpt ProSteam om kreuk te verminderen en kleding op te frissen zonder volledige wasbeurt. Samen zorgen deze functies ervoor dat kleding schoner wordt, minder slijt en langer meegaat.

Bediening via een app

Bij alle vier de merken kun je de wasmachine bedienen met een app. Handig om op afstand een programma te starten, instellingen te wijzigen of een melding te krijgen zodra de was klaar is. De namen verschillen per merk: Miele@home bij Miele, Home Connect bij Bosch en Siemens, en My AEG Care bij AEG.

©Robert Rieger | Miele

Zo kies je gericht tussen deze vier merken

Begin bij je wasprofiel. Draai je veel en gevarieerd, dan ligt automatisch doseren met TwinDos (Miele), i-DOS (Bosch/Siemens) of AutoDose (AEG) voor de hand: je voorkomt verspilling en houdt resultaten stabiel. Leg je de nadruk op tijdswinst, dan bieden Siemens-functies als varioSpeed en de SpeedPerfect-opties bij Bosch uitkomst. Vind je het belangrijk dat je kleding langer mooi blijft en minder kreukt, kijk dan naar AEG met ProSense, ÖKOMix en ProSteam. Staat de wasmachine in of naast de woonkamer, let op demping en het geluidsniveau: Miele staat bekend om een stille werking, bij Bosch zorgt AntiVibration voor extra stabiliteit.

Kijk vervolgens naar de praktische kant. Het vulgewicht bepaalt hoeveel je per keer kwijt kunt: 7–8 kilo is ideaal voor kleinere huishoudens, terwijl 9–10 kilo beter past bij gezinnen of als je regelmatig beddengoed meedraait. Het toerental beïnvloedt hoe droog de was uit de trommel komt. Met 1400 toeren zit je in de meeste gevallen goed; 1600 toeren maakt wasgoed nog wat droger, al is dat niet voor elke stof geschikt. Het energielabel geeft een duidelijk beeld van het verbruik per cyclus. Hoe vaker je wast, hoe sneller een zuinige keuze zich terugverdient. Let tot slot op de programma's die jij vaak gebruikt, zoals korte wasbeurten, hygiënewas op 60 graden, speciale vlekkenprogramma's of stoomfuncties om kleding op te frissen en minder te hoeven strijken.

©Siemens

Conclusie

Miele, Bosch, Siemens en AEG leveren allemaal moderne, zuinige wasmachines met hun eigen sterke punten. De keuze hangt af van wat jij het belangrijkst vindt: automatisch doseren, een kortere programmaduur, extra stabiliteit en stilte of kleding langer mooi houden met stoom. Door je wasprofiel, capaciteit en gewenste functies te combineren, maak je snel een shortlist. Die kun je verder verfijnen door te filteren op vulgewicht, toerental en energielabel. Zo kom je uit bij de wasmachine die past bij jouw huishouden en manier van wassen.