ID.nl logo
Hoe werkt spieropbouw en hoe haal je het maximale eruit?
© BigBlueStudio - stock.adobe.com
Gezond leven

Hoe werkt spieropbouw en hoe haal je het maximale eruit?

Spieropbouw is een essentieel onderdeel van sporten, en dan bedoelen we niet alleen bodybuilding. Ook voor duursporters zijn sterke spieren van groot belang. Je kunt inspanningen langer volhouden, je herstelt sneller en je hebt minder last van blessures. Maar hoe werkt spieropbouw in je lichaam en hoe zorg je ervoor dat je de juiste oefeningen doet?

Spieren zorgen ervoor dat je je lichaamsdelen kunt bewegen. Spieren kunnen op verschillende manieren samentrekken, zodat je verschillende bewegingen kunt uitvoeren. Je kunt je voorstellen dat sterkere spieren meer kracht kunnen leveren en langer door kunnen gaan met het herhalen van dezelfde beweging – en dat is precies wat je wilt als je aan het sporten bent.

Hoe groeit een spier?

We gaan je nu iets vertellen wat misschien een beetje tegenstrijdig klinkt: om je spieren te laten groeien, moet je ze eerst een beetje kapotmaken.

Hoe dat werkt? Elke inspanning die je verricht, maar natuurlijk vooral de zware, zorgen voor een beetje schade aan de vezels van je spieren, oftewel de cellen die uiteindelijk het spierweefsel vormen. De belasting, bijvoorbeeld een halter in de sportschool (maar net zo goed een bank die je de trap op tilt), zorgt ervoor dat bepaalde eiwitten in je spieren beschadigd raken.

©romanolebedev - stock.adobe.com

Dat klinkt erger dan het is, want het gebeurt de hele dag door, ook als je gewoon een stukje wandelt. Je lichaam weet er wel raad mee. De kapotte delen worden afgevoerd en worden vervangen door nieuwe eiwitten. Je kunt het zien als het plakken van je fietsband: als er een gaatje in zit, moet je hem repareren.

Ook lezen: Hoe werkt conditie en hoe train je het?

Het verschil met een klapband is dat een fietsband niet per se sterker wordt van zo’n stuk tape. Bij je spieren ligt dat anders. Als je de juiste inspanning levert, maken je spieren meer nieuwe eiwitten aan dan je in eerste instantie had. Zo bereidt je spier zich voor op een eventuele herhaling van de eerdere inspanning. Dat proces kun je eindeloos doorvoeren, met een groeiende spier als gevolg.

Spierpijn

Grappig genoeg is die schade aan de spiervezels ook de reden dat je spierpijn krijgt. Spierpijn krijg je vaak na een inspanning die je niet gewend bent: een nieuwe sport die je uitprobeert, een oefening in de gym die je nog nooit hebt gedaan of de eerste keer dat je weer traint na een blessure. Je spieren moeten (weer) wennen aan de inspanning en de eerste keren leveren die kapotte vezels een pijnlijk gevoel op.

Dat gaat gelukkig relatief snel weer over. Als je een paar keer een bepaalde spiergroep op dezelfde manier hebt getraind, heb je al een stuk minder last van spierpijn. En als het dan wel een keertje heel erg is, weet je meteen dat je te enthousiast bent geweest.

Do’s

Er zijn een paar dingen die je kunt doen om je spieren zo goed mogelijk te trainen. Zo voorkom je spierpijn en haal je het maximale uit je oefeningen.

  • Doe alleen volledige repetities. Als je spieren verzuren, heb je de neiging je beweging wat slordiger uit te voeren. Dat zorgt er niet alleen voor dat je de verkeerde spiergroepen aanspreekt, het verhoogt ook het risico op blessures. Ga dus niet té lang door met een setje herhalingen.

  • Dat gezegd: net die ene extra herhaling of die vijf kilo extra aan de stang hangen kan wel veel opleveren. Je spieren groeien omdat je ze tot het uiterste inspant (zonder ze helemaal kapot te maken, natuurlijk). Net even die laatste keer die halter omhoog duwen is een goede manier om je spieropbouw te verhogen.

  • Pak voldoende rust tussen je setjes. Natuurlijk niet té lang, maar een flinke minuut kan zeker geen kwaad. Houd voor de herhaling zelf aan: snel en krachtig de inspanning doen, en daarna langzaam weer terug naar je rustpositie.

  • Eet gezond! Zorg dat je voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt – zie het kopje Voeding hieronder.

Voeding

Het is niet voor niets dat eiwitten in voeding en in je spieren allebei zo heten: het zijn namelijk dezelfde stoffen. Daarom zorgt eiwitrijk voedsel ervoor dat je spieropbouw sneller verloopt. Eiwitten vind je terug in allerlei soorten voedsel: melkproducten, eieren, vlees en vis. Speciale eiwitshakes worden ook steeds populairder, vooral onder sporters.

Maar drijf het niet te ver door. Eiwitten doen veel voor je, maar als je er te veel van binnenkrijgt, worden ze opgeslagen als vetten. En je hebt natuurlijk geen zin om al die zuurverdiende trainingsuren weer de prullenbak in te gooien.

©pixel-shot.com (Leonid Yastremskiy)

Don’ts

Er zijn natuurlijk ook wat dingen die je vooral niet moet doen, en die je spieropbouw juist tegenwerken.

  • Niet naar je lichaam luisteren. Heb je spierpijn? Sla die spiergroep dan een dagje over. Je lichaam weet zelf prima wat het aankan, dat hoeft je hoofd niet te beslissen.

  • Té hard trainen. Een beetje beschadiging aan je spierweefsel is juist goed voor de spieropbouw, maar te veel werkt averechts. Je spieren krijgen niet de kans te herstellen en bouwen alleen maar af in plaats van op.

  • Te veel naar de weegschaal kijken. Spieropbouw levert extra gewicht op, dat kan niet anders. En dat is prima, want spierweefsel is goed om te hebben. Als je regelmatig sport, word je vanzelf gezonder – ook als je dat niet meteen terugziet op de weegschaal.

Spieropbouw en gewicht

Als je sport om gewicht te verliezen, kan spieropbouw je misschien een beetje tegenstaan. Grotere spieren wegen nu eenmaal meer dan kleinere, en dat merk je op de weegschaal. Als dat een van je dingen is die je tegenhoudt, hebben we goed nieuws.

©Restyler - stock.adobe.com

Ten eerste is er natuurlijk een groot verschil tussen extra spiermassa of extra vetmassa. Opgeslagen vet doet weinig voor je, behalve tijdens de nieuwjaarsduik. Tijdens het sporten zet je het vet om in energie, waardoor je – op papier – gewicht verliest. Als je echter veel (kracht-, maar ook duur-)training doet, wordt een deel van dat voordeel tenietgedaan door het gewicht van je extra spiermassa. Onder de streep verlies je dus weinig gewicht, maar het is vooral belangrijk waar dat extra gewicht uit is opgebouwd: spieren in plaats van vetten.

Bovendien is een beetje extra gewicht helemaal niet zo erg. Bovengemiddeld gespierde mensen hebben lang niet altijd een lage BMI, en dat is helemaal niet erg. Als je veel sport, geven die paar extra kilo’s helemaal niks!

▼ Volgende artikel
Vet goed verhaal: zo vervang je het filter van je afzuigkap
© wertinio - stock.adobe.com
Huis

Vet goed verhaal: zo vervang je het filter van je afzuigkap

Zes op de tien Nederlanders vervangen nooit het filter van hun afzuigkap. Dat blijkt uit recent onderzoek van Afzuigkapwinkel.nl. Veel mensen weten niet eens dat dit nodig is. Een vervuild filter vangt vet en geur niet meer goed op. Daardoor wordt de luchtkwaliteit slechter en het risico op oververhitting of zelfs brand groter. Regelmatig vervangen dus. Hoe, dat leggen we stap voor stap uit.

In dit artikel

Een schoon filter is onmisbaar voor een goed werkende afzuigkap. In dit artikel lees je waarom regelmatig onderhoud belangrijk is, welke filters er zijn en hoe je ze stap voor stap vervangt.

Lees ook: Hoe kies je de juiste afzuigkap?

Waarom een schoon filter belangrijk is

Een afzuigkap werkt alleen goed als lucht vrij door het filter kan stromen. Zodra dat filter verzadigd raakt met vet of vuil, moet de motor harder werken en neemt de zuigkracht af. Daardoor blijven kooklucht, vocht en vetdeeltjes in huis hangen. Op termijn kan dat leiden tot schimmelvorming en een vettige aanslag op kastjes en muren. Door het filter op tijd schoon te maken of te vervangen, houd je de luchtstroming stabiel en de motor in conditie.

De verschillende filters in een afzuigkap

Elke afzuigkap bevat minstens één vetfilter. Dat zit aan de onderkant en vangt vetdeeltjes op die vrijkomen bij het koken. Bij moderne modellen wordt vaak een metalen vetfilter gebruikt, meestal van aluminium of roestvrij staal. Dat type kun je schoonmaken en hergebruiken. Oudere of goedkopere afzuigkappen hebben soms schuim- of papieren vetfilters die niet te reinigen zijn en dus regelmatig vervangen moeten worden.

Bij afzuigkappen die lucht niet naar buiten afvoeren, maar via de kap terug de keuken inblazen (recirculatie), komt er nog een extra filter bij: het koolstoffilter. Dit filter bevat actieve kool, een fijn zwart poeder dat geurmoleculen bindt. De lucht wordt door het filter gezogen, geuren blijven aan de koolstof kleven en de schone lucht stroomt weer naar buiten. Zodra de kool verzadigd raakt, neemt de werking af en komen kookgeuren weer terug in de keuken. Daarom is het belangrijk het koolstoffilter meerdere keren per jaar te vervangen.

Nieuwere afzuigkappen gebruiken soms een gecombineerd vet- en geurfilter, of zelfs een zogenoemd plasmafilter. Dat laatste werkt met elektrische ontladingen die vet- en geur­deeltjes afbreken en hoeft vrijwel nooit vervangen te worden. Dit systeem is vooral te vinden in duurdere keukens, maar wint terrein omdat het duurzamer en onderhoudsarm is.

©Maksims_Liene | fotoduets

Hoe vaak onderhoud je de filters?

De frequentie hangt af van hoe vaak en hoe vet je kookt. Wie dagelijks bakt of frituurt, moet het vetfilter elke maand schoonmaken. Reinig een metalen vetfilter in de vaatwasser op een heet programma met een normaal vaatwasmiddel. Vermijd agressieve reinigingsmiddelen, want die kunnen aluminium dof maken – dat is op zich niet schadelijk, maar vooral een kwestie van uiterlijk. Het koolstoffilter moet gemiddeld om de drie tot zes maanden vervangen worden. Wie minder kookt, kan iets langer wachten, maar wacht niet tot de zuigkracht merkbaar afneemt.

Zo vervang je het filter stap voor stap

Begin altijd met veiligheid. Zet de afzuigkap uit, trek de stekker uit het stopcontact en laat de lampen even afkoelen. Verwijder daarna het oude vetfilter door de onderkant van de kap te openen of de clips los te maken. Maak meteen van de gelegenheid gebruik om de binnenzijde van de afzuigkap schoon te vegen met een sopje van warm water en ontvetter. Vet dat zich daar ophoopt, hindert de luchtstroom en kan nare geurtjes veroorzaken.

Plaats vervolgens het nieuwe filter op dezelfde plek. Zorg dat het goed aansluit en geen kieren heeft. Bij ronde koolstoffilters draai je ze vast op hun houder, terwijl vlakke filters meestal klemmen of klikken. Steek daarna de stekker weer in het stopcontact en test of de kap goed werkt. Als de luchtstroom krachtig aanvoelt en het geluid gelijkmatig is, zit alles goed gemonteerd.

©Andrii

Wanneer weet je dat het tijd is voor vervanging?

Er zijn duidelijke signalen dat het filter zijn werk niet meer doet. De afzuigkap maakt meer geluid, de zuigkracht neemt af en kooklucht blijft langer hangen. Sommige modellen hebben een lampje dat gaat branden zodra het filter aan vervanging toe is. Ruik je bij het aanzetten van de kap een muffe geur, dan is dat vaak een teken dat het vetfilter verzadigd is of dat het koolstoffilter zijn opnamecapaciteit kwijt is.

Maak er een gewoonte van

Een afzuigkapfilter hoort net zo goed op je onderhoudskalender als de batterij van je rookmelder. Noteer de vervangdatum of stel een herinnering in op je telefoon. Zo blijft het een vaste gewoonte in plaats van een klus die je telkens vergeet. Regelmatig onderhoud zorgt niet alleen voor frisse lucht, maar ook voor een langere levensduur van je afzuigkap.

Dus?

Een schone afzuigkap begint bij goed filteronderhoud. Het vetfilter houdt vet tegen, het koolstoffilter verwijdert geuren. Reinig het vetfilter maandelijks en vervang het koolstoffilter minstens twee keer per jaar. Zo blijft de lucht in je keuken fris, werkt de motor stiller en voorkom je onnodige slijtage of risico op brand.

Afzuigkapfilter nodig?

Vet veel keus
▼ Volgende artikel
Miele, Siemens, Bosch en AEG: zo kies je de wasmachine die bij je past
© Family Veldman
Huis

Miele, Siemens, Bosch en AEG: zo kies je de wasmachine die bij je past

Je kiest een wasmachine niet op gevoel alleen. Je wilt schoon wasgoed, lage kosten per wasbeurt en een wasmachine die stil en betrouwbaar zijn werk doet. Vier namen domineren de markt: Miele, Siemens, Bosch en AEG. Alle vier sterk, maar elk met een eigen signatuur. In dit artikel ontdek de sterke punten van elk merk. Zo kun je goed vergelijken en de wasmachine kiezen die helemaal past bij jouw gezin en dagelijkse was.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Miele: voor langdurige prestaties en doseergemak

Wasmachines van Miele staan bekend om de hoge kwaliteit, nauwkeurige programma's en stille werking. Dat merk je aan het stabiele centrifugeren en een trommel die zorgvuldig met textiel omgaat. Het TwinDos-systeem neemt je dosering uit handen: twee reservoirs zorgen automatisch voor de juiste hoeveelheid wasmiddel en wasverzachter. Zo voorkom je verspilling, blijft er minder schuim achter en blijven kleuren en vezels langer mooi. Heb je haast, dan is er PowerWash, dat in minder dan een uur een volle trommel schoon krijgt. SteamCare vermindert kreuk en frist gedragen kleding op zonder dat je een volledige wasbeurt hoeft te draaien. Miele koppelt deze functies aan de bekende duurzaamheid: je krijgt maar liefst 20 jaar garantie op onderdelen.

©Miele

Siemens: slimme sensoren en opfrissen zonder water

Wasmachines van Siemens delen techniek met zustermerk Bosch, maar het accent ligt op anders. Dankzij iSensoric-sensoren past de machine het programma voortdurend aan op belading en vervuiling, zodat je minder water en energie verbruikt zonder in te leveren op resultaat. Wie tijd wil besparen, gebruikt varioSpeed: programma's zijn merkbaar sneller klaar. Siemens biedt daarnaast de unieke sensoFresh-functie, waarmee je geurtjes uit kleding verwijdert met actieve zuurstof, zonder water of wasmiddel. Ideaal voor blazers, truien of sportkleding die alleen muf ruiken. Veel modellen beschikken ook over i-DOS automatische dosering en een antivlekkensysteem, zodat de was er met minimale moeite fris en schoon uitkomt.

©Siemens

Bosch: zuinig wassen met i-DOS en stabiele werking

Bij wasmachines van Bosch ligt de nadruk op gemak en efficiënt omgaan met water en wasmiddel. Belangrijk daarbij is i-DOS: je vult de reservoirs en de machine bepaalt zelf de juiste hoeveelheid wasmiddel, door met sensoren het  gewicht én de vuilgraad van je wasgoed te meten. Dat scheelt wasmiddel en zorgt ook voor de beste resultaten.. Dankzij varioPerfect kies je per wasbeurt tussen sneller of energiezuiniger draaien. Handig is ook dat je een programma kunt pauzeren om nog snel een kledingstuk toe te voegen. Staat de machine in de buurt van de woonkamer of op een houten vloer, dan zorgt het AntiVibration-ontwerp voor extra stabiliteit en minder geluid. Met ActiveWater Plus past Bosch het waterverbruik aan kleine ladingen aan, zodat je ook bij halve trommels zuinig wast.

©Bosch

AEG: zorg voor stoffen met slimme dosering en stoom

Wasmachines van AEG staan bekend om technologie die kleding langer mooi houdt. Een goed voorbeeld is AutoDose, waarbij de machine automatisch de juiste hoeveelheid wasmiddel en wasverzachter doseert. ProSense past de duur en het verbruik van elk programma aan op de hoeveelheid was, zodat kleding nooit langer wordt gewassen dan nodig is. AEG wasmachines van de 8000 en 9000-serie beschikken bovendien over ÖKOMix: wasmiddel en wasverzachter worden eerst opgelost in water en pas daarna toegevoegd aan de trommel. Zo worden zelfs de meest delicate stoffen beschermd en blijven ze langer mooi. Tot slot helpt ProSteam om kreuk te verminderen en kleding op te frissen zonder volledige wasbeurt. Samen zorgen deze functies ervoor dat kleding schoner wordt, minder slijt en langer meegaat.

Bediening via een app

Bij alle vier de merken kun je de wasmachine bedienen met een app. Handig om op afstand een programma te starten, instellingen te wijzigen of een melding te krijgen zodra de was klaar is. De namen verschillen per merk: Miele@home bij Miele, Home Connect bij Bosch en Siemens, en My AEG Care bij AEG.

©Robert Rieger | Miele

Zo kies je gericht tussen deze vier merken

Begin bij je wasprofiel. Draai je veel en gevarieerd, dan ligt automatisch doseren met TwinDos (Miele), i-DOS (Bosch/Siemens) of AutoDose (AEG) voor de hand: je voorkomt verspilling en houdt resultaten stabiel. Leg je de nadruk op tijdswinst, dan bieden Siemens-functies als varioSpeed en de SpeedPerfect-opties bij Bosch uitkomst. Vind je het belangrijk dat je kleding langer mooi blijft en minder kreukt, kijk dan naar AEG met ProSense, ÖKOMix en ProSteam. Staat de wasmachine in of naast de woonkamer, let op demping en het geluidsniveau: Miele staat bekend om een stille werking, bij Bosch zorgt AntiVibration voor extra stabiliteit.

Kijk vervolgens naar de praktische kant. Het vulgewicht bepaalt hoeveel je per keer kwijt kunt: 7–8 kilo is ideaal voor kleinere huishoudens, terwijl 9–10 kilo beter past bij gezinnen of als je regelmatig beddengoed meedraait. Het toerental beïnvloedt hoe droog de was uit de trommel komt. Met 1400 toeren zit je in de meeste gevallen goed; 1600 toeren maakt wasgoed nog wat droger, al is dat niet voor elke stof geschikt. Het energielabel geeft een duidelijk beeld van het verbruik per cyclus. Hoe vaker je wast, hoe sneller een zuinige keuze zich terugverdient. Let tot slot op de programma's die jij vaak gebruikt, zoals korte wasbeurten, hygiënewas op 60 graden, speciale vlekkenprogramma's of stoomfuncties om kleding op te frissen en minder te hoeven strijken.

©Siemens

Conclusie

Miele, Bosch, Siemens en AEG leveren allemaal moderne, zuinige wasmachines met hun eigen sterke punten. De keuze hangt af van wat jij het belangrijkst vindt: automatisch doseren, een kortere programmaduur, extra stabiliteit en stilte of kleding langer mooi houden met stoom. Door je wasprofiel, capaciteit en gewenste functies te combineren, maak je snel een shortlist. Die kun je verder verfijnen door te filteren op vulgewicht, toerental en energielabel. Zo kom je uit bij de wasmachine die past bij jouw huishouden en manier van wassen.