Het gevaar van online zelfdiagnoses: de huisarts over Dokter Google
Online kun je veel informatie vinden over gezondheid, medicatie, ziektes en aandoeningen. Daardoor zijn veel mensen geneigd een zelfdiagnose te stellen wanneer ze beginnen te googlen op hun symptomen en problemen. Vaak doen mensen dit uit “ongerustheid of nieuwsgierigheid”, aldus huisarts David van der Lof, werkzaam in Groningen. Hoe kijkt de huisarts aan tegen Dokter Google?
🩺 Omdat er gevaar schuilt in online zelfdiagnoses stellen, gaat ID.nl in gesprek met een huisarts over dit fenomeen. Wat je misschien níet zou verwachten: 'Dr. Google' raadplegen kan ook positieve kanten hebben!
In een wereld waarin een groot deel van de medische kennis voor het oprapen ligt, voelt de dokter bellen voor je problemen wellicht wat ouderwets. Maar in veel - sterker nog, in de meeste - gevallen is het dat niet. Online informatie kan je namelijk een verkeerde richting op sturen, terwijl de gegevens in gezondheidsapps vaak niet compleet zijn, waardoor eventuele informatie die daaruit voortvloeit dus alleen bij benadering is. Bovendien kan een online zelfdiagnose er vaak toe leiden dat je denkt een ziekte of aandoening te hebben die je waarschijnlijk niet hebt. Zelfdiagnoses stellen kan gevaarlijk zijn, wanneer je de verkeerde conclusies trekt.
Waarom mensen zich daar dan toch vaak aan wagen, is volgens de Groningse huisarts Van der Lof simpel te verklaren. “Het is ontzettend laagdrempelig en daardoor heel makkelijk om ‘even op te zoeken’. Mensen willen zichzelf vaak geruststellen.” De arts zegt dat door het internet de beschikbaarheid van medische informatie geëxplodeerd is. “Je hoeft weinig moeite te doen om erg gedetailleerde informatie te vinden. Het is laagdrempeliger dan naar een (huis)arts gaan. Mensen voelen daar soms schaamte voor en dan is googlen veel makkelijker.”
©Pcess609
Het voordeel van symptomen googlen
Symptomen opzoeken via Google, of een andere zoekmachine, kan wel waardevol zijn. Van der Lof is daar voorstander van, maar plaatst er wel een belangrijke kanttekening bij. “Gebruik je huisarts of een andere medisch professional vervolgens om te toetsen of het klopt wat je hebt gevonden. Het is goed om voor jezelf helder te krijgen waar je ongerust over bent, zodat het gesprek met een arts gericht kan plaatsvinden op de klachten en verwachtingen of ongerustheid van de patiënt.” Trek tijdens het zoeken niet direct conclusies en houd vooralsnog een open houding aan.
Een ander voordeel is dat patiënten zodoende voorbereid naar een gesprek kunnen komen. Wanneer iemand bang is voor een soort kanker, omdat bepaalde symptomen overeenkomen, dan kan de huisarts samen met de patiënt inschatten of het een reële ongerustheid is. Dan kan een arts bepalen of er een vervolgonderzoek nodig is of dat er een doorverwijzing moet plaatsvinden. Ligt de werkdruk daardoor hoger? Dat niet. “Vroeger ging het van ‘de buurman heeft dit en dit en dat herken ik’. En nu is het ‘ik las een verhaal van iemand en toen…’.” Wel zijn de vragen wat gerichter dan vroeger.
Het is wel belangrijk dat mensen hun eigen bevindingen toetsen of bij problemen de huisarts bellen. Ondanks het feit dat er veel medische informatie beschikbaar is, is die informatie goed kunnen interpreteren een tweede. “Mensen zonder medische opleiding kunnen vaak niet goed inschatten of hun klachten dermate ernstig zijn dat ze medische hulp nodig hebben. Mensen laten zich soms ten onrechte geruststellen en lopen dan te lang met dingen door, maar nog vaker worden ze ongeruster omdat je op internet nou eenmaal vaker de slechte verhalen over ziekten tegenkomt.”
©Studio Romantic
De rol van smartwatches en fitnesstrackers
De beschikbaarheid van al die medische informatie heeft nog een positief effect, merkt Van der Lof op. “Er is een flinke toename van mensen die informatie willen over hun eigen gezondheid. Het stimuleert bewegen en gezond leven, dat is een voordeel.” Maar ook hier moet je iets belangrijks in acht nemen. “Het zorgt echter wel weer voor extra dingen waar mensen ongerust over kunnen zijn. Interpretatie kan lastig blijven.” Helemaal wanneer mensen zich wagen aan smartwatches en fitnesstrackers, die vaak (slechts delen van) ons lichaam in de gaten houden.
“Het zorgt voor meer beschikbare medische informatie over de gezondheid van de patiënt”, zegt Van der Lof. “Conditie, hartslag, hartritme, zuurstofwaarden, bloeddruk en slaapritme zijn een aantal zaken die getest kunnen worden. Het speelt in op de grotere informatiebehoefte van mensen, zeker ook na de covid-pandemie.” Sindsdien zijn veel mensen zich bewuster van hun gezondheid, waardoor daar ook meer aandacht naar uitgaat. Met fitnesstrackers en gezondheidsapps ben je geen passieve patiënt meer, maar speel je een actieve rol in je eigen gezondheid.
Maar ook in het gebruik van een wearable schuilt wat gevaar. Wederom gaat het erom dat mensen de informatie niet altijd goed kunnen verwerken. “Het wordt wel vrij snel voor waar aangenomen als een fitnesstracker of smartwatch iets meet”, legt Van der Lof uit. “Mensen laten zich dan niet altijd geruststellen als ik zeg dat het geen kwaad kan. Met name hartslag en hartritme is een punt waar mensen snel ongerust over zijn. Wanneer je wakker word en op je smartwatch ziet dat je ’s nachts tijdens het slapen een tijdje een hoge hartslag hebt gehad: daar kunnen mensen zich zorgen om maken. Terwijl je dat zónder smartwatch nooit geweten had en je je dus ook niet druk zou hebben gemaakt.”
Van der Lof vervolgt: “Dat een verklaring dan kan zijn dat iemand gewoon even wat onrustig sliep of droomde, wordt niet altijd aangenomen. Mensen vergeten dan dat je naar het grote plaatje moet kijken.” Daarnaast is het maar de vraag of het altijd goed geregistreerd wordt. “Er is veel kwaliteitsverschil in de apparaten en ze zitten bijvoorbeeld ook niet altijd goed om je pols. Als ze allemaal kwalitatief zo goed zouden zijn, zouden artsen niet nog ‘ouderwetse’ bloeddrukmeters met een band om je arm gebruiken, of grote apparaten die hartfilmpjes maken.”
©Prostock-studio
Zelfdiagnoses stellen met gezondheidsapps
Fitnesstrackers en smartwatches koppel je veelal aan bijbehorende of zelfstandige gezondheidsapps. Die apps verzamelen je gegevens en kunnen ter plekken meten hoe het zit met bijvoorbeeld je hartslag, bloeddruk en het aantal verbrande calorieën. Hoe goed zijn die apps eigenlijk? “De functies met betrekking tot sporten en beweging zijn betrouwbaar”, aldus Van der Lof. “Maar dan heb je het wel over het bijhouden van bijvoorbeeld stappen en afgelegde hardloop- of fietsafstand. Het kan heel stimulerend werken om doelen te stellen en beloningen te krijgen.”
“Met zaken als hartritme, zuurstofwaarden en bloeddruk moet je voorzichtig zijn”, benadrukt de Groningse huisarts. Dat betekent echter niet dat je die apps niet op een veilige manier kunt gebruiken. Dat kan alleen “zolang je de beperkingen van de apps blijft zien”. “Voor bijhouden van beweging en sport kunnen apps, al dan niet in combinatie met een fitnesstracker, heel handig zijn.” De apps kunnen mensen motiveren te bewegen, stoppen met roken of helpen beter te slapen. Ook zijn er apps die welvaartsziektes als suikerziekte, hoge bloeddruk en overgewicht proberen te voorkomen.
©Charlie's
Wat er mis kan gaan met zelfdiagnoses stellen
Al die informatie op het internet, op je pols en op je smartphone kan dus ontzettend handig zijn. Ze kunnen je helpen gezonder te leven of misschien voorkomen dat je last krijgt van bepaalde ziektes. Maar toch hangt er nog een donkere wolk boven de mensen die dergelijke informatie gebruiken om zelfdiagnoses te stellen en de informatie dus op verkeerde wijze interpreteren. Het grote gevaar is niet dat iemand denkt dat hij of zij opeens veertien soorten kanker heeft, maar dat iemand onterecht wordt gerustgesteld over bepaalde symptomen. Dáár schuilt het grootste gevaar in.
“Daardoor lopen mensen langer door met iets dat mogelijk eerder medische aandacht nodig had”, legt Van der Lof uit. “En kan de situatie veel erger zijn als mensen later bij de arts komen. Als iemand vervolgens vanuit zijn eigen overtuiging andere mensen met dezelfde klachten gaat overtuigen, heeft het ook nog effect op de omgeving. Dit zie je soms op bepaalde internetfora waar iedereen elkaar naar de mond praat. Een beetje hetzelfde idee als de ‘social media-fuik’. Gelukkig zie ik toch ook regelmatig de opmerking ‘bespreek het eens met je huisarts’ staan. Vooral doen!”