ID.nl logo
Beginnen met zwemmen, zo doe je dat
© Sergey Novikov/serrnovik
Gezond leven

Beginnen met zwemmen, zo doe je dat

Zwemmen is een van de beste sporten die je kunt gaan doen, wat je uiteindelijke doel ook is. Je traint zo ongeveer elke spier in je lichaam, en omdat je het op relatief lage intensiteit doet, verbrand je razendsnel vet. Maar hoe begin je met zwemmen, en wat heb je nodig? ID.nl legt het uit.

🍎 Wil je een paar kilo kwijt? Kijk dan in ons Afvaldossier vol artikelen over gezonde voeding, beweging en sporten, maar ook over apps, gadgets en connected health-apparaten. 🍎

In dit artikel leggen we je uit hoe je kunt beginnen met zwemmen als onderdeel van je beweegpatroon. We kijken naar 🏊 De beste zwemslag 🏊 De juiste uitrusting 🏊 Slimme apparaten waarmee je je prestaties kunt bijhouden 🏊 Hoe lang je zwemsessie moeten zijn.

Ook interessant voor jou: Afvallen en sporten met behulp van je Apple Watch: deze tips helpen jou!

Zwemmen is een van de weinige duursporten waarbij je ook nog eens spiermassa opbouwt, en dat over je hele lichaam. Natuurlijk je armen en schouders, maar ook de rest van je bovenlichaam, buik, billen en benen moeten flink aan het werk. Bovendien is zwemmen een van de minst blessuregevoelige sporten: als het goed is kun je niet omvallen, je nergens tegenaan stoten en je niet vertillen. Ideaal, dus. Maar waar moet je beginnen?

Welke zwemslag moet je kiezen?

Ook als je allang je zwemdiploma hebt, moet je niet verwachten dat je zomaar even vijftig baantjes borstcrawl zwemt. Zwemmen is een zware sport, zelfs als je het rustig aan doet. Begin dus vooral met de schoolslag, en kijk hoe het gaat. Heb je energie over? Dan kun je wat gaan afwisselen: heen schoolslag, en terug borstcrawl. Tussendoor even op je rug naar de overkant is ook heerlijk om de druk even van je spieren te halen.

Het gaat even duren, maar binnen een paar weken of maanden kun je zo drie kwartier tot een uur heen-en-weren zonder dat je hoeft te pauzeren. Heb je nog steeds energie over? Vlinderslag staat alom bekend als de zwaarste slag van allemaal, omdat je een groot deel van je lichaam boven het water uit laat springen. Niet voor beginners, wel heel gaaf om na een tijdje eens te proberen.

©Stevica Mrdja

Wat is de beste outfit om in te zwemmen?

Goedbeschouwd hoef je je natuurlijk alleen maar aan de regels van het zwembad te houden. Dat wil zeggen: zwemkleding aan. Maar daar valt nog wel wat op af te dingen. Natuurlijk staat zo’n fleurige bikini met touwtjes en tierelantijntjes hartstikke leuk, en zo’n wijde zwembroek zit erg lekker. Als je echter serieus gaat zwemmen, moet je je outfit misschien even heroverwegen.

Voor vrouwen is een eendelig badpak de logische keuze. Dat geeft de minste weerstand in het water, en zwemmen is natuurlijk weinig meer dan een wedstrijdje weerstand overwinnen. Mannen kunnen het af met de welbekende Speedo, maar een strakke broek tot je knieën is ook helemaal prima.

Een badmuts is ook zeker geen overbodige luxe. Vooral als je lang haar hebt, houdt een badmuts je coupe mooi in een knotje. Bovendien is het chloor dat het zwembad schoon houdt sowieso niet zo goed voor je haardos. Met een badmuts houd je je haar gezond.

Investeer ook in een goede duikbril. Ook als je niet meteen van plan bent de hele tijd met je hoofd onder water te liggen, kan het vervelend zijn als medezwemmers continu in je gezicht spetteren. En je kunt hem maar hebben voor als je wél gaat crawlen. Verder zou je ook nog kunnen denken aan een snorkel en flippers.

©Monkey Business Images - stock.adobe.com

Je zwemprestaties bijhouden

Je outfit is klaar, maar je bent er nog niet helemaal. Althans, als je achteraf ook wil weten hoe je presteert. Je kunt natuurlijk de klok in het zwembad in de gaten houden en één voor één je baantjes tellen, maar we verklappen alvast dat dát niet gaat lukken.

Als je echt alles uit je zwemsessie wil halen, is een fitnesstracker of smartwatch onmisbaar. Die apparaten zijn er in alle soorten en maten..

Afvallen: met deze tech-gadgets ...

vliegen de kilo's eraf

Zwem-bandje

Nee, we bedoelen geen opblaasbaar drijfkussentje, maar een gewoon sportbandje. Er zijn namelijk bandjes die speciaal zijn gemaakt om mee te zwemmen. Ze zijn natuurlijk sowieso waterdicht, maar ze hebben een paar andere leuke functies. Zo hebben sommige trackers zelf door hoe lang een baan is, al kun je dat bij andere apparaten ook prima zelf instellen. Als je niet te veel wil uitgeven, is zo’n onderwaterpolsbandje ideaal.

Fitnesstracker

Fitnesstrackers zijn niet speciaal gemaakt om te zwemmen, maar vaak hebben ze er wel de functies voor. Het belangrijkste is natuurlijk dat een tracker waterdicht moet zijn. Als we de internationale standaard nemen, de IP-rating, let er dan op dat het tweede cijfer achter de letters IP een 7 of 8 is, dan kun je met een gerust hart het water in springen. Waterdichte fitnesstrackers hebben vaak een (al dan niet automatische) functie voor het opnemen van zwemsessies, compleet met banenteller, tijdopname en hartslagmeter. Zo hou je precies in de gaten hoe snel je vooruitgaat, zowel in het water als met je trainingen.

Smartwatch

Als je in het bezit bent van een echte uitgebreide smartwatch – en die smartwatch kan onder water – houdt niets je tegen om ‘m te gebruiken als je gaat zwemmen. Vaak staan er al apps of functies op de smartwatch waarmee je je zwemsessie goed kunt bijhouden. Het grote voordeel van een smartwatch is dat je hem sowieso al om hebt, dus je hoeft er niets extra’s voor mee te nemen.

©Anastasiia Krivenok - stock.adobe.com

Wanneer en hoe lang?

Zwemmen is niet de goedkoopste sport, helemaal niet met de huidige energieprijzen (want het kost wat hoor, zo'n zwembad op temperatuur houden - en dat zie je waarschijnlijk terug in de prijzen van je kaartje) dus maak er vooral het beste van als je er bent. Je kunt natuurlijk even een halfuurtje knallen, maar een uur of zelfs nog langer rustig aan naar de overkant en terug is erg goed voor de vetverbranding.

Wannéér je gaat zwemmen is een keuze die je zelf moet maken, maar we willen best een balletje opgooien. ’s Avonds is namelijk de populairste tijd, omdat veel mensen dan klaar zijn met hun werk en hebben gegeten. Leuk, maar dan is het dus ook behoorlijk druk in het zwembad. Misschien voel je je daar hartstikke prettig bij, maar als je liever een rustiger tijdstip kiest, is ’s middags overdag (als het kan, natuurlijk) of ’s ochtends vroeg een goed idee.

Dat laatste heeft als bijkomend voordeel dat je al een fijne workout hebt gehad voor je aan je dag begint, iets wat door vrijwel alle medici als een goed idee gezien wordt. Je voelt je fit, je bent fris, en je lichaam én geest zijn alvast lekker op gang.

Voedsel en afvallen

Voedsel is altijd belangrijk als je gaat sporten, maar bij zwemmen is het een klein beetje tricky. Zwemmen op een te volle maag is namelijk niet zo slim, en de kramp die je kunt krijgen kan zelfs gevaarlijk zijn. Houd het dus bij een lichte maaltijd voordat je gaat zwemmen. Yoghurt met granola en wat fruit is een goed idee, of een paar licht belegde boterhammen. Een half bordje pasta van de dag ervoor werkt ook prima. Zorg dat je jezelf in elk geval niet ongans eet voor je het water in duikt.

Ga je juist zwemmen om af te vallen? Goede keuze! Omdat je bij zwemmen bijna al je spieren gebruikt, en op een relatief lage intensiteit, is het uitermate geschikt om gewicht te verliezen. Houd dan wel rekening met wat je voor en na je zwempartijtje eet: je wil natuurlijk niet voor niks in het water liggen.

▼ Volgende artikel
Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien
© ID.nl
Huis

Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien

In de winter loopt de energierekening al snel op. De droger gaat vaker aan omdat de was buiten niet droogt, en omdat we vaker thuis koken en eten gaat ook de vaatwasser vaker aan. Ook de wasmachine draait op volle toeren, want nat weer en dikke kleding leveren extra was op. Hét moment dus om even stil te staan bij het energieverbruik van deze drie apparaten. Met wat kleine aanpassingen zorg je voor een zichtbaar (gunstig!) verschil op je stroomrekening.

In het kort

In dit artikel lees je hoe je met eenvoudige ingrepen energie bespaart bij het wassen, drogen en afwassen. We kijken naar slimme instellingen, zuinige programma's en klein onderhoud waarmee je het energieverbruik omlaag brengt.

Lees ook: 5 stille wasmachines met zuinig label

Slim plannen loont

Wie een slimme meter of dynamisch energietarief heeft, kan precies zien wanneer stroom het goedkoopst is. Door het programma van je wasmachine, droger of vaatwasser daarop af te stemmen, draai je letterlijk op de voordeligste momenten. Veel moderne apparaten hebben een startuitstelknop, waarmee je eenvoudig plant dat een was 's nachts of vroeg in de ochtend klaar is.

Heb je geen dynamisch contract, dan is het slim om eerst te kijken of jouw leverancier een piek- en daltarief hanteert. Bij een dubbeltariefmeter geldt het lagere tarief meestal alleen tussen ongeveer 23.00 en 07.00 uur, niet standaard in het weekend. Even checken bij je energieleverancier voorkomt verrassingen.

Gebruik van nachtstroom

Heb je een dubbeltariefmeter, dan betaal je tijdens de daluren vaak minder. Handig om te weten, maar houd rekening met geluid als je apparaten laat draaien terwijl je slaapt. Sluit de deur van het washok of gebruik het stille programma als dat aanwezig is.

Wassen op lagere temperatuur

De grootste energiebesparing zit in de temperatuur van het waswater. Een was van 30 graden is meestal voldoende schoon, zeker met de huidige wasmiddelen die ook bij lage temperatuur goed werken. Alleen bij sterk vervuilde was of handdoeken kan een hogere stand nodig zijn. Een wasbeurt op 60 graden of af en toe een machinereiniger houdt de trommel fris en voorkomt vetluis - een kookwas op 90 graden is bij moderne machines niet meer nodig.

Een andere eenvoudige stap is de wasmachine pas te laten draaien als hij goed vol is. Een halve was verbruikt bijna evenveel energie als een volle: zonde. Ook de juiste dosering helpt: te veel wasmiddel kan op den duur zeepresten achterlaten, waardoor de machine harder moet werken.

Droger of droogrek?

De droger is een onmisbare hulp in de winter, maar verbruikt veel stroom. Centrifugeer je was daarom eerst op de hoogste stand, zodat er minder vocht overblijft. Hoe droger het de trommel ingaat, hoe korter het droogprogramma duurt. Warmtepompdrogers verbruiken het minst stroom, al bespaar je nog meer door de was af en toe op te hangen. In een goed geventileerde kamer, bijvoorbeeld bij de verwarming, droogt het prima zonder dat je ernaar hoeft om te kijken.

Zuiniger én veiliger

Reinig na elke droogbeurt het pluizenfilter en controleer het rooster aan de achterkant. Ophoping van stof belemmert de luchtstroom, waardoor het apparaat langer draait en warmer wordt. Dat verhoogt niet alleen het energieverbruik, maar ook het risico op oververhitting.

Liever niet de wasdroger gebruiken?

Ga voor een droogrek!

De vaatwasser slim inzetten

Een vaatwasser verbruikt vooral energie om water te verwarmen. Kies daarom het eco-programma: dat duurt wat langer, maar gebruikt minder stroom en water doordat het water op lagere temperatuur wordt verwarmd. Grote etensresten kun je beter even wegschrapen, maar spoel servies niet voor onder de kraan - dat is onnodig en verspilt warm water. Licht aangekoekte pannen en schalen vormen voor moderne vaatwassers echt geen probleem.

Wie zonnepanelen heeft, kan de vaatwasser het beste overdag laten draaien, zodat de stroom direct uit eigen opwekking komt. Ook hier geldt dat een startuitstelknop handig is: je plant eenvoudig in dat het programma start zodra de zon op het dak staat.

Onderhoud maakt echt verschil

Goed onderhoud klinkt saai, maar heeft een direct effect op het energieverbruik. Een verstopt filter, kalk in de sproeiarmen of pluis in de droger laten apparaten harder werken dan nodig. Zet ze af en toe op een onderhoudsprogramma of gebruik een speciale reiniger. Dat voorkomt niet alleen geurtjes, maar zorgt ook dat de machine weer zo goed (lees: zo zuinig) mogelijk zijn werk kan doen.

Kleine aanpassingen, harde euro's

Energie besparen is vooral een optelsom van gewoontes. Door slimmer te plannen, de juiste temperatuur te kiezen en je apparaten schoon te houden, daalt het verbruik ongemerkt. En misschien nog belangrijker: je verlengt de levensduur van apparaten die het dagelijks zwaar te verduren hebben. Daarmee bespaar je ook op de langere termijn.

▼ Volgende artikel
Google Presentaties: presenteren kun je leren
© ID.nl
Huis

Google Presentaties: presenteren kun je leren

PowerPoint is voor velen nog steeds het standaardprogramma voor het maken van professionele presentaties. Maar wie geen geld wil uitgeven én makkelijker wil samenwerken, kan ook prima uit de voeten met Google Presentaties. Deze gratis webapp draait in de browser. Licenties, versieconflicten en het rondsturen van bijlagen behoren daarmee tot het verleden. We leggen uit hoe je eenvoudig overstapt.

Om je eerste slide te maken, heb je alleen een Google-account nodig. Log in op Drive (https://drive.google.com) en kies rechtsboven Nieuw, gevolgd door Google Presentaties (https://slides.google.com). Er opent automatisch een leeg bestand in een nieuw tabblad. Dat wordt opgeslagen in de cloud terwijl je typt. Links staat de dia-navigator, centraal het canvas, rechts het eigenschappenvenster.

Klik bovenin op Naamloze presentatie om de bestandsnaam te veranderen; dat is ook de naam van de link die je later deelt. Via Bestand / Pagina-instelling pas je het formaat aan, bijvoorbeeld breedbeeld 16:9 of klassiek 4:3. Vergeet niet via Bestand / Taal Nederlands te kiezen (als dat niet al goed staat), zodat autocorrectie goed werkt. Handig is ook de toetscombinatie Ctrl+M (zowel Windows als Mac) om nieuwe dia’s in te voegen. Net als in PowerPoint kun je thema’s toepassen: druk op Thema in de werkbalk en blader door de sjablonen. Kies maar een geschikte uit.

We zijn klaar om van start te gaan.

Soorten dia’s 

Als je eenmaal meerdere dia’s hebt, klik je met rechts op een miniatuur in de linkerbalk. Daar kies je voor Lay-out toepassen om snel tussen titel-dia, kop-inhoud of twee kolommen te wisselen. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor een nieuwe dia met alleen een kop, ideaal voor overgangsslides, of juist een wat meer uitgebreide slide.

Door een dia naar boven of beneden te slepen verander je de volgorde. Met Shift selecteer je meerdere slides tegelijk. Wil je een dia dupliceren? Gebruik dan de toetscombinatie Ctrl+D, of Cmd+D op de Mac, en pas alleen de details aan.

Het maken van een nieuwe dia en het schuiven met de volgorde werkt net zoals in PowerPoint.

Live samenwerken

De echte kracht van Google Presentaties ligt in het gelijktijdig samenwerken zonder gedoe met versienummers. Klik rechtsboven op Delen, voer e-mailadressen in of genereer een link met Iedereen met de link / Bewerker. Via Bekijken / Live aanwijzers / Mijn cursor tonen zien collega’s je cursor live bewegen; hun cursors krijgen elk een eigen kleur. Met het camerapictogram bovenaan kun je een call opzetten met iedereen die aan de presentatie aan het werk is. Reageren gebeurt via Opmerking toevoegen, waarna deelnemers met @naam anderen kunnen taggen en taken kunnen toewijzen.

Wanneer iemand een dia verwijdert, vind je die later terug onder Bestand / Versiegeschiedenis / Versiegeschiedenis bekijken. Daar herstel je elke vorige versie met een klik op Deze versie herstellen in het menu met de drie puntjes. Geef belangrijke mijlpalen een naam, zodat je later sneller kunt terugkeren. Voor offline overleg exporteer je naar PowerPoint via Bestand / Downloaden / Microsoft PowerPoint (.pptx); alle animaties blijven behouden. De omgekeerde route werkt ook: sleep een pptx-bestand naar Drive, open het, en het wordt automatisch geconverteerd zonder lay-outfouten.

Live samenwerken is een van de belangrijke pluspunten van Google Presentaties.

Verschillen met PowerPoint 

De grootste vraag bij overstappen is natuurlijk: wat mis ik als ik naar Google Presentaties verhuis? Verrassend weinig, maar er zijn verschillen die je workflow beïnvloeden. PowerPoint staat bekend om zijn uitgebreide animatietijdlijn en de mogelijkheid om meerdere bewegingstrajecten op één object te stapelen. Google Presentaties biedt basale vervaag-, verschuif- en inzoomtransities, maar je kunt nog geen complexe padanimaties tekenen. Ook ontbreken geavanceerde dia-overgangen zoals Morph.

Verder ondersteunt PowerPoint het insluiten van lettertypes in een pptx-bestand, waardoor je presentatie overal identiek blijft. Google Presentaties gebruikt daarentegen webfonts; bij offline export kan daardoor het uiterlijk iets verschuiven. Macro’s in VBA vind je niet terug, maar Apps Script (https://script.google.com) vult veel automatisering toch in.

Daar staat tegenover dat collaboratief werken, automatische versiegeschiedenis en publieksparticipatie standaard zijn en in PowerPoint pas met plug-ins beschikbaar komen. Kortom: heb je vooral statische of licht dynamische presentaties, dan stap je zonder problemen over. Voor complexe animaties kun je altijd PowerPoint achter de hand houden.

Interactieve elementen

Een presentatie springt eruit wanneer beeld, video en interactie worden ingezet. Voeg een foto in via Invoegen / Afbeelding / Uploaden vanaf computer of selecteer de ingebouwde optie Zoeken op internet om rechtenvrije afbeeldingen te vinden. Sleep de hoekgrepen om te schalen.

Uiteraard kun je ook gifjes uploaden via Invoegen / Afbeelding / Gif’s en stickers. Video werkt net zo eenvoudig: kies Invoegen / Video en plak een YouTube-url, of selecteer een Drive-bestand. In de rechterzijbalk stel je in of de video automatisch afspeelt, op een bepaald tijdstip start of stil wordt gezet.

Een hele tabel kun je inladen met Invoegen / Diagram / Uit spreadsheets; de resultaten verschijnen op een dia. Links voeg je toe door de tekst te selecteren en de toetscombinatie Ctrl+K of Cmd+K te gebruiken.

Uiteraard is het embedden van een YouTube-video een fluitje van een cent.

Presentatorweergave en Q&A

Tijdens het presenteren wil je meer dan alleen dia’s tonen; je wilt ook interactie en timing beheren. Start de diavoorstelling via Diavoorstelling rechtsboven met Ctrl+F5, of Cmd+Enter op Mac. Kies via het Pijltje voor Presentatorweergave en de presentatie opent in een nieuw venster terwijl een tweede tab verschijnt met een presentatorvenster. Daar zie je notities, een timer en knoppen om vragen te accepteren.

Activeer Tools voor het publiek / Nieuwe sessie starten en deel de gegenereerde korte url boven in het scherm. Deelnemers stellen anoniem of met naam vragen op hun telefoon of laptop; jij ziet ze binnenkomen en markeert relevante items met Selecteren zodat ze in de dia verschijnen. Wil je tijdelijk pauzeren, druk dan op B om het scherm zwart te maken terwijl je spreekt. Zo bewaak je de regie, beantwoord je vragen en behoud je contact met je publiek in realtime.

Google Presentaties heeft een paar handige functies voor interactie ingebouwd.

Sneltoetsen die tijd besparen

Elke muisklik die je bespaart tijdens het bouwen van dia’s levert minuten op. De volgende toetscombinaties werken in vrijwel elke browser en versnellen je werkproces direct.

Met Ctrl+M maakt een nieuwe dia aan, terwijl Ctrl+D (Mac: Cmd+D) het geselecteerde element of de hele dia dupliceert.

Je zoomt in en uit met Ctrl+scrollwiel zodat je details nauwkeurig plaatst.

Druk op Shift+Pijltje om objecten per pixel te verplaatsen, zodat je ze nog nauwkeuriger kunt plaatsen.

Alt+Shift+F opent de werkbalk voor lettertypes, waarna je met de pijltjes door het lijstje bladert.

Tijdens het presenteren wissel je naar de vorige dia met P en ga je verder met N, of Spatie, of PijltjeRechts. Voor een virtuele laserpointer druk je op L; je cursor verandert in een rood spoor dat het publiek volgt. Leer deze combinaties uit het hoofd en je merkt meteen dat het ontwerp vlotter en preciezer verloopt bij elk project.

Offline en back-ups

Hoewel Google Presentaties online leeft, kun je zonder internet toch presenteren. Open eerst Google Drive, klik op het tandwiel, kies Instellingen en vink Offline aan. Google downloadt automatisch je recentste bestanden, inclusief presentaties. Test de verbinding door wifi uit te schakelen en druk op Presenteren; alles werkt lokaal, inclusief video die in Drive was opgeslagen. Zorg wel dat je de presentatie vooraf opent zodat de media worden opgeslagen en uit het geheugen worden opgehaald.

Maak daarnaast een back-up als pdf: ga naar Bestand / Downloaden / Pdf-document (.pdf). Zo kun je altijd nog dia’s tonen vanaf elke laptop. Google synchroniseert je wijzigingen zodra het netwerk terugkeert, waardoor niets verloren gaat en de versiegeschiedenis intact blijft. Zo presenteer je overal, zelfs in afgelegen conferentieruimtes zonder wifi.

Google Drive leeft online, maar Google Presentaties werkt ook als je geen internetverbinding hebt.

Extensies en automatisering

Wil je functies die verder gaan dan de standaardset, dan biedt de add-onmarkt verrassende mogelijkheden. Open Uitbreidingen / Add-ons / Add-ons toevoegen en zoek bijvoorbeeld naar Slides Toolbox, en loop door de stappen heen. Na installatie verschijnt een zijvenster waarin je met één klik dubbele spaties opruimt, lettergrootte gelijkmaakt of alle objecten exact centreert.

Voor datagedreven dia’s installeer je Autocrat. Daarmee maak je in Google Sheets een tabel, koppel je kolommen aan tekstvelden in je presentatie en laat je het script voor elke rij automatisch een maatwerkdeck genereren. Start de workflow via Extensies / Autocrat / Start en volg de wizard.

Er zijn add-ons voor het maken van video’s, tools voor het schrijven van wiskundige formules en - heel veel - AI-tools om slides of hele presentaties te maken.

Voor functies die niet zijn ingebouwd, kun je altijd kijken of er een add-on beschikbaar is.

Soepel en kosteloos

Met Google Presentaties kun je vrijwel alles doen wat je gewend bent in PowerPoint, maar dan zonder gedoe met licenties of losse bestanden. Je werkt direct in de cloud, kunt tegelijk met anderen aan de dia’s werken en alle versies worden automatisch bewaard.

Voor de uitstraling zijn er genoeg thema’s, sjablonen en uitbreidingen om je presentatie strak vorm te geven. En met de ingebouwde publieksweergave en Q&A-functie betrek je je publiek gemakkelijk. Zelfs zonder internet kun je doorgaan dankzij de offline-modus, waarna alles weer netjes wordt gesynchroniseerd.

Alleen wie ingewikkelde animaties nodig heeft, is soms nog beter af bij PowerPoint, maar voor verreweg de meeste presentaties – op school, werk of privé – is Google Presentaties een soepel en kosteloos alternatief.