ID.nl logo
Luchtontvochtiger of luchtbevochtiger: welk apparaat heb je nodig in de winter?
© Denis Rozhnovsky - stock.adobe.com
Energie

Luchtontvochtiger of luchtbevochtiger: welk apparaat heb je nodig in de winter?

In de winter kun je sneller last hebben van condens en schimmelvorming in huis, maar de lucht kan door de kou ook juist (extra) droog worden. Wat heb je nu nodig in de winter: een luchtontvochtiger of een luchtbevochtiger?

Dit artikel in het kort:

Luchtontvochtigers en -bevochtigers zijn handige apparaten om de luchtvochtigheid in huis te verbeteren. Vooral in de winter, waarin de lucht in huis onderhevig is aan de soms extreme kou van buiten én de warme lucht van de verwarming, is het goed om het klimaat in huis zo optimaal mogelijk te houden. Dat voelt een stuk comfortabeler én voorkomt een hoop gezondheidsklachten! Dit artikel helpt je te bepalen of de lucht in je huis te vochtig of juist te droog is, zodat je weet welk type apparaat je nodig hebt.

Als je je nooit hebt bekommerd om de luchtvochtigheidsgraad in huis, dan is dit het moment om je daar toch eens in te verdiepen. Een gezond binnenklimaat is namelijk essentieel voor je gezondheid. Vooral in de winter, waarin we vaak al vatbaar zijn voor gezondheidsklachten, wil je niet dat een ongezonde luchtvochtigheid in huis vervelende kwaaltjes veroorzaakt of verergert. Zo kan een te lage vochtigheidsgraad leiden tot geïrriteerde luchtwegen, huidklachten en droge lippen en ogen. Ook een te hoge luchtvochtigheidsgraad wil je vermijden: dit werkt schimmel* in de hand en ook van schimmels kun je ziek worden. Een luchtvochtigheidsgraad van 40 tot 60 procent is ideaal. Geen idee hoe vochtig jouw huis is? Je kunt dit eenvoudig meten met een hygrometer.

*Lees ook:5 huisplanten die schimmel in huis voorkomen

Hygrometer nodig?

Kijk eens bij bol

Wanneer een luchtontvochtiger nodig?

Een luchtontvochtiger is een heel effectief apparaat(je): het zuigt vochtige lucht naar binnen, waarna het weer droge lucht uitblaast. Ook neemt het vuil en stofdeeltjes uit de lucht op, waardoor de lucht in huis niet alleen droger, maar ook frisser wordt. Als je in de winter veel condens op je ramen en deuren opmerkt, denk je misschien al snel dat zo'n luchtontvochtiger in huis best een goed idee is. Toch is het niet heel gebruikelijk om in de winter een luchtontvochtiger in huis te plaatsen. Koude winterlucht in combinatie met een verwarming die vaak dag en nacht aanstaat, maakt de lucht in huis namelijk juist droger.

Maar ieder huis is anders, en sommige huizen hebben juist wél baat bij een wat drogere lucht in de winter. Dit geldt vooral voor slecht geïsoleerde huizen. Omdat door condensatie in zulke huizen sneller vochtproblemen ontstaan, kunnen ook schimmels zich in deze huizen makkelijker vermenigvuldigen. Dat merk je aan schimmelplekken in de winter, maar bijvoorbeeld ook aan een toename van allergische klachten en vermoeidheid. Een luchtontvochtiger kan ook handig zijn in extra vochtige ruimtes zoals kelders, omdat die in de winter vaak vochtig blijven.

©Sue Tansirimas

Een luchtontvochtiger gebruik je in de winter als:
  • De luchtvochtigheid in je huis hoger is dan 60 procent

  • Je huis niet goed geïsoleerd is

  • Je veel schimmel in huis hebt

  • Je last hebt van allergieën en vermoeidheid

  • Je merkt dat kleding in huis niet goed droogt

  • Je extra vochtige ruimtes in huis hebt, zoals de kelder

Wanneer een luchtbevochtiger nodig?

Veel huizen hebben in de winter behoefte aan méér vocht. Zo staat de verwarming in de wintermaanden het grootste gedeelte van de tijd aan, wat de lucht in huis uitdroogt. Ook houdt de koude buitenlucht van nature minder vocht vast dan warme lucht. Als koude lucht binnenkomt en wordt opgewarmd, daalt de luchtvochtigheid in huis nog sterker. Een te droge lucht in huis in de winter merk je gauw genoeg. Je krijgt bijvoorbeeld last van een droge huid, droge lippen of droge ogen. Ook je luchtwegen kunnen uitdrogen, waardoor klachten als keelpijn en hoestbuien sneller opspelen. Een ander teken van een te droge lucht in huis is statische elektriciteit: je krijgt bijvoorbeeld steeds schokken als je voorwerpen aanraakt en je kleding en haar zijn statisch geladen. Door droge lucht kunnen er zelfs scheurtjes ontstaan in houten vloeren en meubels, en planten kunnen sneller doodgaan.

©HN Works

Een luchtbevochtiger gebruik je in de winter als:
  • De luchtvochtigheid in je huis lager is dan 40 procent

  • Je last hebt van een droge huid, droge lippen of droge ogen

  • Je vaak last hebt van keelpijn en hoestbuien

  • Vloeren en/of meubels barsten of kromtrekken

  • Er veel statische elektriciteit in huis is

  • Planten er uitgedroogd uitzien en slap hangen

Luchtontvochtiger versus luchtbevochtiger: wat heb ik nodig in de winter?

Om te weten of je nu een luchtontvochtiger of -bevochtiger nodig hebt in de winter, moet je ten eerste weten hoe het gesteld is met de luchtvochtigheid in je woning. Dit kun je meten met een hygrometer, maar je merkt het vaak ook aan andere dingen. Heb je in de winter veel schimmelplekken in huis, worden je allergieën heviger en droogt je kleding na het wassen erg langzaam? Dan is je woning waarschijnlijk te vochtig en heb je een luchtontvochtiger nodig. Heb je daarentegen last van droge lippen of ogen, ben je continu statisch geladen en hoest je veel, dan is de luchtvochtigheid in je huis te laag en ga je voor een luchtbevochtiger.

Houd er rekening mee dat een kerstboom en eventuele kaarsen in je woning de luchtvochtigheid kunnen beïnvloeden. Een (echte) kerstboom verdampt namelijk vocht via de naalden. Hoe groter de boom, hoe meer vocht hij afgeeft, en hoe vochtiger je woonkamer dus wordt. Kaarsen zorgen juist voor een lagere luchtvochtigheid, omdat vocht door de warme lucht verbrandt. Om zeker te weten dat het klimaat in huis altijd optimaal is, is het slim om de luchtvochtigheid regelmatig te meten. Tip: plaats een luchtontvochtiger of -bevochtiger altijd in ruimtes waar je veel tijd doorbrengt, zoals in de woonkamer of slaapkamer. Zo zal je gezondheid er het meest van profiteren.

▼ Volgende artikel
Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)
© DC Studio
Huis

Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)

Je hebt net een klein fortuin uitgegeven aan een gloednieuwe 4K- of zelfs 8K-televisie. Je installeert hem, start je favoriete filmklassieker en zakt onderuit op de bank. Maar in plaats van een bioscoopervaring bekruipt je het gevoel dat je naar een goedkope soapserie of een homevideo zit te kijken. De acteurs bewegen vreemd soepel, de actiescènes lijken versneld en de magie is ver te zoeken. Geen zorgen, je televisie is niet stuk. Hij doet eigenlijk iets te goed zijn best.

Dit fenomeen is zo wijdverspreid dat er een officiële term voor is: het 'soap opera effect'. In technische kringen wordt dit ook wel bewegingsinterpolatie of 'motion smoothing' genoemd. Hoewel fabrikanten deze functie met de beste bedoelingen in hun televisies bouwen, is het voor filmfanaten vaak een doorn in het oog. Gelukkig is het eenvoudig op te lossen... als je tenminste weet waar je moet zoeken.

Nooit meer te veel betalen? Check
Kieskeurig.nl/prijsdalers!

Wat is het 'soap opera effect' precies?

Om te begrijpen wat er misgaat, moeten we kijken naar hoe films worden gemaakt. De meeste bioscoopfilms en veel dramaseries worden opgenomen met 24 beelden per seconde. Die snelheid geeft films hun karakteristieke, dromerige uitstraling. Een beetje bewegingsonscherpte hoort daarbij; dat is wat onze hersenen associëren met 'cinema'. Moderne televisies verversen hun beeld echter veel vaker: meestal 60 of zelfs 120 keer per seconde.

Om dat verschil te overbruggen, verzint je slimme televisie er zelf beelden bij. De software kijkt naar beeld A en beeld B, en berekent vervolgens hoe een tussenliggend beeld eruit zou moeten zien. Dit voegt de tv toe aan de stroom. Het resultaat is een supervloeiend beeld waarin elke hapering is gladgestreken.

Voor een voetbalwedstrijd of een live-uitzending is dat geweldig, omdat je de bal en spelers scherper kunt volgen. Maar bij een film zorgt die kunstmatige soepelheid ervoor dat het lijkt alsof je naar een achter de schermen-video zit te kijken, of dus naar een soapserie zoals Goede Tijden, Slechte Tijden, die traditioneel met een hogere beeldsnelheid werd opgenomen. De filmische illusie wordt hierdoor verbroken.

©ER | ID.nl

De winkelmodus is ook een boosdoener

Naast beweging is er nog een reden waarom het beeld er thuis soms onnatuurlijk uitziet: de beeldinstellingen staan nog op standje zonnebank. Veel televisies staan standaard in een modus die 'Levendig' of 'Dynamisch' heet. Deze stand is ontworpen om in een felverlichte winkel de aandacht te trekken met knallende, bijna neon-achtige kleuren en een extreem hoge helderheid. Bovendien is de kleurtemperatuur vaak nogal koel en blauw, omdat dat witter en frisser oogt onder tl-licht. In je sfeervol verlichte woonkamer zorgt dat echter voor een onrustig beeld waarbij huidtinten er onnatuurlijk uitzien en details in felle vlakken verloren gaan.

Hoe krijg je de magie terug?

Het goede nieuws is dat je deze 'verbeteringen' gewoon kunt uitzetten. De snelste manier om van het soap opera effect en de neonkleuren af te komen, is door in het menu van je televisie de beeldmodus te wijzigen. Zoek naar een instelling die Film, Movie, Cinema of Bioscoop heet. In deze modus worden de meeste kunstmatige bewerkingen, zoals bewegingsinterpolatie en overdreven kleurversterking, direct uitgeschakeld of geminimaliseerd. Het beeld wordt misschien iets donkerder en warmer van kleur, maar dat is veel dichter bij wat de regisseur voor ogen had.

Sinds kort hebben veel moderne televisies ook de zogeheten Filmmaker-modus. Dat is de heilige graal voor puristen. Als je deze modus activeert, zet de tv met één druk op de knop alle onnodige nabewerkingen uit en respecteert hij de originele beeldsnelheid, kleuren en beeldverhouding van de film.

Wil je de beeldmodus niet volledig veranderen, maar alleen dat vreemde, soepele effect kwijt? Dan moet je in de geavanceerde instellingen duiken. Elke fabrikant geeft het beestje een andere naam. Bij Samsung zoek je naar Auto Motion Plus of Picture Clarity, bij LG-televisies ga je naar TruMotion, bij Sony naar Motionflow en bij Philips naar Perfect Natural Motion. Door deze functies uit te schakelen of op de laagste stand te zetten, verdwijnt het goedkope video-effect en krijgt je film zijn bioscoopwaardige uitstraling weer terug.

▼ Volgende artikel
Chrome Remote Desktop: ideaal voor ondersteuning op afstand
© ER | ID.nl
Huis

Chrome Remote Desktop: ideaal voor ondersteuning op afstand

Een apparaat op afstand bedienen hoeft geen geld te kosten en is verrassend eenvoudig. Of je nu bestanden wilt openen, technische problemen wilt oplossen of meerdere toestellen wilt beheren: met Chrome Remote Desktop kan het allemaal, gratis en zonder gedoe.

De helper begint

Een groot voordeel van Chrome Remote Desktop is de brede compatibiliteit: het werkt met Windows, macOS, Linux en ChromeOS. Bovendien is het veilig – verbindingen worden versleuteld – en je hebt alleen een Chrome-browser nodig. We beginnen aan de kant van degene die op afstand toegang wilt tot een andere computer, degene die ondersteuning biedt vanaf computer A. Op computer A opent de gebruiker Chrome en surft naar https://remotedesktop.google.com. Daar verschijnen twee opties: Dit scherm delen en Verbinding maken met een andere computer. Omdat computer A support wil geven aan een extern apparaat, kiest de gebruiker voor de tweede optie. In dat scherm verschijnt een veld om een toegangscode in te geven, de code volgt zo meteen.

Degene die support geeft, gebruikt het onderste vak.

Acties voor de hulpvrager

Op computer B, de computer die toegang zal verlenen, moet de gebruiker ook in Chrome surfen naar dezelfde website. Daar kiest hij voor de optie Dit scherm delen. Voordat dat mogelijk is, moet Chrome Remote Desktop eerst worden gedownload en geïnstalleerd. De gebruiker klikt daarvoor op de ronde blauwe knop met het witte downloadpijltje. Hiermee wordt een Chrome-extensie geïnstalleerd. Na de installatie verschijnt in het vak Dit scherm delen een blauwe knop met de tekst Code genereren. Wanneer de gebruiker daarop klikt, wordt een toegangscode van 12 cijfers aangemaakt. Die code geeft hij of zij door aan gebruiker A.

Wie support krijgt, moet de code via een berichtje of telefoontje doorgeven.

Scherm delen

Op computer A geeft de gebruiker de code op in Chrome Remote Desktop. Vervolgens wacht hij tot gebruiker B bevestigt dat A toegang mag krijgen tot zijn scherm. Zodra dat is gebeurd, verschijnt het volledige bureaublad van computer B in een nieuw Chrome-venster op computer A. Door dit venster schermvullend weer te geven, kan A probleemloos handelingen uitvoeren op de pc van B. Voor de veiligheid beschikken beide gebruikers over een knop om de sessie op elk moment te beëindigen. Uiteraard is een stabiele internetverbinding noodzakelijk. Daarnaast krijgen beide partijen de melding dat ze klembordsynchronisatie kunnen inschakelen. Hiermee wordt het mogelijk om eenvoudig tekst of bestanden te kopiëren en te plakken tussen beide apparaten.

Gebruiker A krijgt het volledige scherm van B in een Chrome-venster te zien.