ID.nl logo
Energieprijzen door het dak? Dit moet je weten over vloerisolatie!
© Jason Finn @dropthepress
Energie

Energieprijzen door het dak? Dit moet je weten over vloerisolatie!

Veel huizen verliezen nogal wat warmte via de vloer. Heeft jouw woning een kruipruimte? Het loont in dat geval de moeite om te kijken of je de onderzijde van de vloer (beter) kunt isoleren. Zo houdt je woning de warmte beter vast. En dat betekent dat je én de energierekening verlaagt én voortaan nooit meer last hebt van koude voeten!

Na het lezen van dit artikel weet je:

🏠 Wat vloerisolatie is 🏠 Of je vloerisolatie zelf kunt toepassen 🏠 Hoe en met welk materiaal vloerisolatie wordt aangebracht 🏠 Wat de kosten en terugverdientijd zijn

Nog zo'n artikel om warm voor te lopen: In elke kamer van je huis energie besparen? Dat lukt met deze tips .

Vloerisolatie biedt kortgezegd twee voordelen. Het zorgt voor meer wooncomfort en een lager energieverbruik. Is de vloer nog niet of onvoldoende geïsoleerd, dan trekt er kou in de woning. Een natte kruipruimte is veelal de boosdoener. Aan de hand van verdamping en optrekkend vocht komt er via de vloer kou naar binnen. De oplossing is om vanuit de kruipruimte de onderzijde van de vloer met een dikke laag te isoleren.

©MD | ID.nl

Wie een kijkje in de kruipruimte neemt, ziet tussen het aanwezige puin meestal ook veel vocht liggen.

💡 Geen of niet-toegankelijke kruipruimte? In sommige huizen is de kruipruimte niet toegankelijk. Er is dan geen luik. Gelukkig is het relatief eenvoudig om dat naderhand te (laten) maken. Vanzelfsprekend dien je hierbij wel een stukje vloer open te breken. Heeft je woning helemaal geen kruipruimte? Het is bij veel huizen mogelijk om alsnog een kruipruimte uit te graven, maar dat is wel prijzig. Als alternatief kun je ook binnenshuis aan de bovenzijde isoleren. Dan kan overigens alleen door de huidige vloerbedekking inclusief alle spullen weg te halen. Vaak gebeurt dat in combinatie met de aanleg van vloerverwarming.

Vloer zelf isoleren

Deins je niet terug voor vieze handen en knieën, dan kun je aan de onderzijde van de vloer zelf isolatiemateriaal aanbrengen. Dat is veruit de goedkoopste optie. In de plaatselijke bouwmarkt zijn hiervoor verschillende producten verkrijgbaar, zoals speciale isolatieplaten, folie en thermokussens. Bedenk wel dat je bij het eigenhandig isoleren van de vloer niet in aanmerking komt voor overheidssubsidie.

Logischerwijs is het noodzakelijk om isolatiemateriaal aan de onderzijde van de vloer vast te maken. Hiervoor bestaan meerdere methoden. In oudere huizen met een houten vloer niet je het isolatiemateriaal bijvoorbeeld vast of gebruik je hiervoor dubbelzijdige tape. Bij een betonnen vloer zijn plakpinnen, schroeven en lijm veelgebruikte bevestigingsmethoden.

💡 Leidingen in de kruipruimte Waarschijnlijk kom je niet zo vaak in de kruipruimte. Ga je zelf de onderzijde van de vloer isoleren? Controleer dan (nu je er toch bent) meteen even de aanwezige leidingen op lekkages. Verder is het slim om eventuele verwarmingsbuizen in de kruipruimte eveneens te isoleren. Dat kan bijvoorbeeld met een schuimlaag of speciale folie.

©MD | ID.nl

Als je het niet erg vindt om de kruipruimte in te gaan, kun je de onderzijde van de vloer eenvoudig zelf isoleren.

Vloerisolatie uitbesteden

Uiteraard kun je vloerisolatie ook door een gespecialiseerde aanbieder laten doen. Houd er rekening mee dat isolatiebedrijven vaak een minimale werkhoogte van minimaal vijftig centimeter vereisen. Is de kruipruimte lager, dan sturen de meeste werkgevers geen arbeidskrachten de kruipruimte in. Voordat je een offerte bij een geschikt bedrijf opvraagt, meet je vanuit het kruipluik daarom eerst even de hoogte. Bij een te lage kruipruimte is bodemisolatie in veel gevallen een interessant alternatief.

Vrijwel alle woningen die begin jaren ’80 of later zijn gebouwd, hebben al vloerisolatie. Toch kan de vloerbedekking in huis evengoed koud aanvoelen. Mogelijk is er gedateerd isolatiemateriaal gebruikt of is de boel op bepaalde plekken aangetast door vocht. In dat geval is het aanbrengen van een extra isolatielaag het overwegen waard. Een andere optie is om het bestaande materiaal te vervangen.

©MD | ID.nl

Meet met een rolmaat de hoogte van de kruipruimte om te bepalen of er vloerisolatie mogelijk is.

Ruime keuze in isolatiemateriaal

Isolatiebedrijven gebruiken voor vloerisolatie verschillend materiaal. De kosten lopen hiervan nogal uiteen. Bovendien hebben de materialen plus- en minpunten. We zetten de meest voorkomende opties op een rij:

Purschuim

Bij gebruik van purschuim spuit een gecertificeerd bedrijf een isolatielaag aan de onderzijde van de vloer. Na een chemische reactie hardt deze isolerende schuimlaag uit. Dit materiaal is relatief goedkoop en heeft een goede isolerende werking. Een vloerisolatiebedrijf voert de werkzaamheden in veel gevallen binnen een dag uit, waarbij het alle naden rondom leidingen en buizen volledig afdicht.

In de media verschenen in de afgelopen jaren diverse alarmerende berichten over vermeende gezondheidsrisico’s bij het gebruik van gespoten purschuim. Volgens een rapport van de Gezondheidsraad uit 2020 ondervinden bewoners geen nadelige effecten voor de gezondheid. Wel is het belangrijk dat isolatiebedrijven de juiste richtlijnen hanteren.

Isolatieplaten

Voor vloerisolatie bestaan er allerlei isolatieplaten. Het gebruikte materiaal en de dikte zijn verschillend. Isolatieplaten met speciale groeven verdienen de voorkeur. Hierbij is het namelijk mogelijk om het materiaal naadloos over elkaar heen te plaatsen. Een voorwaarde is dat de platen door het kruipluik passen.

Veelvoorkomende isolatieplaten zijn zogeheten EPS- en XPS-isolatieplaten. Dat is een soort piepschuim. Deze platen zijn betaalbaar en hebben een hoge isolatiewaarde. Daarnaast bestaan er ook platen van glaswol, steenwol, polyisocyanuraat (pir) en polyurethaan (pur). Isolatieplaten worden vooraf op maat gesneden of gezaagd, waardoor het meestal een tijdrovende klus is.

©Елена Труфанова - stock.adobe.com

Glaswol-isolatieplaten.

Isolatiefolie of thermokussens

Het gebruik van isolatiefolie of thermokussens is een simpele methode om de onderzijde van de vloer te isoleren. Dit lichte materiaal is wel relatief kwetsbaar voor beschadigingen. Dat is met name van belang voor wie na de vloerisolatie weleens werkzaamheden uitvoert in de kruipruimte. Daarnaast kunnen knaagdieren zoals muizen het isolatiemateriaal mogelijk aantasten.

Ook interessant voor jou: Dakisolatie, dé manier om warmte in huis te houden.

Kosten en terugverdientijd

De kosten en terugverdientijd van vloerisolatie zijn van verschillende factoren afhankelijk. Zo scheelt het qua kosten nogal of je deze klus zelf doet of uitbesteedt. Volgens Vereniging Eigen Huis kunnen woningeigenaren uitgaan van een tarief van zo’n 1500 tot 2900 euro wanneer de isolatieklus door een erkend bedrijf wordt uitgevoerd. Daar gaat doorgaans nog een subsidie van 5,5 euro of 11 euro per vierkante meter vanaf. Het standaard subsidiebedrag van 5,5 euro voor vloerisolatie verdubbelt wanneer je twee of meer isolatie- of verduurzamingsmaatregelen combineert. De genoemde bedragen zijn gebaseerd op een te isoleren oppervlakte van vijftig vierkante meter. Dit betreft een vloer van een gemiddeld rijtjeshuis.

De terugverdientijd is sterk afhankelijk van de actuele gas- of elektriciteitsprijs van de energieleverancier. Vereniging Eigen Huis meldt een besparing van 315 euro per jaar op de energierekening. Zij baseren deze schatting op een gasprijs van 1,25 euro per kubieke meter. Dat zou een terugverdientijd van zo’n vier tot acht jaar betekenen. Op het moment van schrijven (voorjaar 2023) is de gasprijs hoger. Dat resulteert in een kortere terugverdientijd. Verschillende isolatiebedrijven reppen van een jaarlijkse besparing van 10 tot 15 procent op de gasrekening.

Subsidie

Heb je een eigen woning en ben je van plan om de vloer te isoleren? Mogelijk kom je in aanmerking voor subsidie wanneer je deze maatregel laat doen door een bouwinstallatiebedrijf. Ga voor de exacte voorwaarden naar de deze webpagina van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Volg dit stappenplan om je subsidievraag voor te bereiden.

Watch on YouTube

Meer video's van ID.nl zien? Abonneer je dan op ons YouTube-kanaal!

Vraag een offerte aan voor isolatie:

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.