ID.nl logo
Je woning verwarmen met lage temperaturen? Dat kan ook zonder vloerverwarming
© Tiko - stock.adobe.com
Energie

Je woning verwarmen met lage temperaturen? Dat kan ook zonder vloerverwarming

Doordat de isolatiekwaliteit van onze huizen alsmaar verbetert, kunnen steeds meer huiseigenaren voor lage temperatuurverwarming gaan, kortweg LTV. Dat is goed nieuws, want dit is een energiezuinige en milieuvriendelijke manier van verwarmen. Bij nieuwbouw wordt bijna altijd gekozen voor LTV in combinatie met vloerverwarming, maar er bestaan ook nog andere opties waardoor je LTV kunt toepassen in bestaande woningen.

Eigenlijk is LTV niets anders dan gewone verwarming. De ruimte wordt ook verwarmd door radiatoren, convectoren of vloerverwarming, maar de temperatuur van het water dat door deze toestellen stroomt, is beduidend lager dan wat vroeger nodig was. De meeste huizen in Nederland hebben gewone radiatoren die gevoed worden door water waarvan de cv-ketel zorgt dat de temperatuur tussen de 60°C tot 90°C ligt. Dan spreken we over hoge temperatuurverwarming (HTV). Bij LTV ligt aanvoertemperatuur van het cv-water tussen de 35°C en 55°C en het maakt niet uit of de benodigde energie van een cv-ketel of warmtepomp komt.

Veel mensen denken bij LTV onmiddellijk aan vloerverwarming, omdat ze denken dat er een groot afgifteoppervlak nodig is om de woning comfortabel te verwarmen. En dat betekent dat ze er bij renovatie (waarbij het vaak geen optie is om de vloer uit te breken om vloerverwarming te plaatsen) vanuit gaan dat LTV niet geschikt voor hen is. Maar: er zijn ook alternatieven voor vloerverwarming, waardoor LTV ineens wél een optie wordt voor mensen die hun huis willen verbouwen. Over deze alternatieven vertellen we je graag meer.

Voordelen en nadelen van LTV

Verwarmen op lage temperatuur vraagt minder energie en is dus energie-efficiënt. Als de verwarming op een condenserende ketel werkt, dan moet de watertemperatuur laag zijn. De rookgassen kunnen niet condenseren bij een hoge temperatuur en dan zou zo’n ketel niet beter presteren dan een niet-condenserende ketel. De condensatieketel voor lage temperatuur en de warmtepomp hebben een veel hoger rendement dat een gas- of stookolieketel voor HTV. LTV verbetert ook het wooncomfort. De temperatuur binnen is gelijkmatig verdeeld. Een nadeel is het wat langer duurt voordat je huis op temperatuur is.

Wat is een condenserende ketel? Een condenserende ketel of hoogrendementsketel heeft een hoger rendement dan een gewone gasketel. Zo’n verwarmingsketel kan je energiefactuur met 11% verlagen. De hoogrendementsketel lijkt van buitenaf op de traditionele ketel, maar hij haalt extra warmte uit zijn eigen rookgassen die voor het overgrote deel uit waterdamp bestaan. De rookgasafvoer van deze HR-ketel is een dubbelwandige buis. In de buitenste ring wordt verse buitenlucht aangezogen. De rookgassen gaan naar buiten via de binnenste buis. Tussen deze twee ringen gebeurt warmteoverdracht, zodat een deel van de rookgassen condenseert en als vocht neerslaat. Dit condenswater gebruikt de ketel om water voor te verwarmen. Op die manier gaat er geen kostbare warmte verloren en stoot de cv-ketel minder dampen uit. Een Europese maatregel verplicht trouwens sinds 2015 dat bij vervanging de oude gasketel plaats moet maken voor een condenserende.

Hoe weet je of je huis LTV-klaar is?

Je kunt dat eenvoudig testen door in koude periode de uitvoer van verwarmingsketel op maximum 50 graden in te stellen en gedurende veertien dagen na te gaan of je het huis daarna warm krijgt. Zet de thermostaat dan ’s nachts slechts 2 graden lager dan overdag. Blijft het overdag warm in huis, ook na een vriesnacht, dan is je huis klaar om op een lage temperatuur te verwarmen. Meer over deze test lees je in ons artikel Is mijn huis geschikt voor een warmtepomp?

Met de 50-gradentest weet je of je woning klaar is voor LTV.

Overgedimensioneerde radiatoren

Heb je mooie radiatoren en heb je flink geïnvesteerd in grondige isolatiewerken, dan zijn de oude radiatoren in veel gevallen overgedimensioneerd. Ze zijn immers berekend op de oude situatie en moeten nu minder presteren om hetzelfde comfort te bieden. Oftewel: ze zijn eigenlijk te krachtig voor je nieuwe situatie. Het loont de moeite om te testen of ze geschikt zijn om het huis te verwarmen op LTV. Als je dus stevig isoleert, is het mogelijk dat je niet moet investeren in een ander warmteafgiftesysteem.

LT-radiator

Er bestaan plaatradiatoren die speciaal zijn ontworpen voor lage temperatuur. De Low H2O-radiatoren van Jaga bevatten minder water dan conventionele radiatoren en in de radiator zit een warmtewisselaar van aluminium en koper die zijn warmte sneller afgeeft. Daar bovenop introduceert Jaga het zogenaamde Dynamic Boost Effect bij zijn Low H2O-radiatoren. Een kleine microprocessor meet continu de water- en kamertemperatuur en herkent de omschakeling van dag naar nacht. Als je de boost-knop indrukt, zullen kleine ingebouwde ventilatoren gedurende 15 minuten maximale warmteafgifte produceren waardoor de kamer snel opwarmt. Uiteraard verbruiken deze radiatoren een beetje elektriciteit, maar dat stroomverbruik is verwaarloosbaar. Ook fijn: in de comfortmode is het geluidsniveau lager dan 29 dB(A) per unit en tijdens de warmteopstoot blijft het geluid onder de 35 dB(A).

Radiatorboosters

Een andere oplossing is de radiatorbooster die warme lucht forceert. Onder de radiator plaats je een balkje waarop kleine computerventilatoren zitten. Je kunt zo’n boosterventilatoren dus alleen monteren op een dubbele plaatradiator, want het is de bedoeling dat de warmteafgifte toeneemt doordat de ventilatoren de verwarmde lucht door de platen heen blazen. In de buurt van iedere radiator moet wel een stopcontact zitten, want de ventilatoren gebruiken een heel klein beetje stroom. De boosterventilatoren hebben een sensor die aangesloten is op aanvoerleiding van de radiator. Wanneer die watertemperatuur van 30°C registreert, beginnen de ventilatoren te draaien en dat geeft wel een zacht zoemend geluid. Producent Climatebooster beweert dat de watertemperatuur hierdoor 15°C kan dalen bij dezelfde warmteafgifte.

Ventilatorradiatoren

Bij Radson hebben ze ultra-lage temperatuurradiatoren met ingebouwde ventilatoren. De radiatoren van het type Ulow hebben een vlakke voorplaat, waardoor ze onopvallend in praktisch elk interieur passen. Het toestel heeft een bedieningspanel dat in de radiator is weggewerkt. Volgens Radson verstrekken de ventilatoren de warmtestroming tot 80% en werken ze quasi-geruisloos. Je kunt de ventilatoren slechts horen als ze op topsnelheid draaien, maar wanneer de kamertemperatuur is bereikt zijn ze muisstil. De snelheid van de ventilatoren is variabel en volgt automatisch de warmtebehoefte. Ook hier heb je stopcontacten in de buurt van iedere Ulow-radiator nodig. Als we Radson mogen geloven is dit een waardevol alternatief voor vloerverwarming.

©Radson

De Ulow-E2 bevat geïntegreerde mini-ventilatoren. | Foto Radson

Convectoren boosten

Het systeem van ingebouwde ventilatoren heeft ook convectorfabrikanten geïnspireerd. De Nederlandse convectorproducent Betherma heeft bijvoorbeeld de HPU (High Performance Unit). Dit is een ventilatorbalk die het afgifteniveau van de convectoren verhoogt, waardoor het rendement toeneemt. De HPU is speciaal ontwikkeld voor lage temperatuurverwarming en is toepasbaar op nieuwe en bestaande installaties. De Betherma HPU kan zowel op wand- en vrijstaande convectoren worden geplaatst en ook in de convectorput. De ventilatorbalken zijn niet duur, maar dit principe werkt volledig op convectiewarmte, het verwarmen van de binnenlucht. Een convector geeft geen stralingswarmte zoals een radiator.

Weten welke warmtepomp bij jou past?

Doe de check op Kieskeurig.nl en je weet het binnen 5 minuten!

Ventilatie met warmte-terugwinning

Beschikt je woning over gebalanceerde ventilatie met een warmte-terugwin-unit dan is het mogelijk om met een warmtewisselaar in het luchttoevoerkanaal extra warmte en koelte te creëren. Gebalanceerde ventilatie heet zo omdat dit systeem evenveel lucht aanvoert als het afvoert. Hierbij wordt een luchterwarmer geplaatst die de voorverwarmde ventilatielucht nog eens extra verwarmt. Dit systeem werkt alleen bij perfect geïsoleerde panden en dit moet goed ingeregeld worden zodat je via de inblaaskanalen warme lucht over de complete woning verspreidt, behalve in de badkamer. Daar bevindt zich meestal geen inblaasrooster en daarom plaatst men daar vaak een grotere radiator.

©Thermad Brink

De Elan 4, een indirecte luchtverwarmer. | Foto: Thermad Brink

Vloerverwarming infrezen

Ten slotte is het toch mogelijk om in een bestaande vloer sleuven te slijpen om toch een nieuwe vloerverwarming te plaatsen zonder dat je de volledige vloer uitbreekt. Tot enkele jaren geleden was dit een bijzonder stofferige en lawaaierige bedoening die slechts door enkele gespecialiseerde bedrijven werd uitgevoerd. Tegenwoordig vind je honderden bedrijven die deze service verhuren aan installateurs. De slijpmachine zorgt dat de leidingen steeds op dezelfde afstand van elkaar liggen. Bovendien maken de nieuwe slijpmachines veel minder herrie en zijn ze aangesloten op krachtige stofzuigers. Deze oplossing heeft uiteraard alleen maar zin als de ondervloer geïsoleerd is. Is dat niet het geval, dan zal de nieuwe vloerverwarming vooral de kruipruimte verwarmen.

In een bestaande vloer kun je toch nog vloerverwarming infrezen.

Vraag een offerte aan voor vloerverwarming :

▼ Volgende artikel
AI: handig, maar hoe zit het met de schaduwkanten?
© khunkornStudio - stock.adobe.com
Huis

AI: handig, maar hoe zit het met de schaduwkanten?

AI is inmiddels doorgedrongen tot in bijna elk digitaal domein. Van vertaaltools en chatbots tot beeldmakers en medische toepassingen. Veel gebruikers vinden AI handig, efficiënt en zelfs creatief. Toch brengt deze evolutie ook minder zichtbare risico's met zich mee, op persoonlijk, maatschappelijk en ecologisch vlak.

Dit artikel in het kort

AI zit inmiddels in bijna elke digitale dienst, maar de gevolgen daarvan zijn minder zichtbaar. In dit artikel lees je welke risico's daarbij horen, van hallucinaties en bias tot privacy, milieubelasting en de groei van synthetische media. Ook komen juridische vragen, economische verschuivingen en de grens tussen mens en machine aan bod. Je krijgt een breed overzicht van de belangrijkste risicozones en wat deze ontwikkelingen betekenen voor de samenleving.

Disclaimer:Het AI-domein verandert snel. De gegevens en cijfers in dit artikel zijn gebaseerd op de situatie tot Q3 2025; latere ontwikkelingen kunnen afwijken.

Lees ook: Artifical general intelligence: AI wordt slimmer én menselijker

AI is inmiddels doorgedrongen tot in bijna elk digitaal domein. Van vertaaltools en chatbots tot beeldmakers en medische toepassingen. Veel gebruikers vinden AI handig, efficiënt en zelfs creatief. Toch brengt deze evolutie ook minder zichtbare risico's met zich mee, op persoonlijk, maatschappelijk en ecologisch vlak.

In dit artikel bekijken we verschillende AI-risicozones. Wat is bijvoorbeeld de milieu-impact van AI? Hoe betrouwbaar zijn de antwoorden van chatbots? Wat als synthetische media (alles wat met AI wordt gemaakt) niet meer van echt te onderscheiden zijn? En hoe beïnvloeden AI-systemen onze economie, privacy en ons denkvermogen? De grens tussen mens en machine vervaagt.

Dit artikel is bedoeld voor wie voorbij de hype wil kijken en wil begrijpen wat er op het spel staat. Elk onderdeel behandelt een specifiek risico, met voorbeelden en toepassingen. Zo krijg je een goed beeld van de schaduwkanten van AI. Niet om de technologie af te wijzen, maar om er bewuster en verantwoordelijker mee om te gaan.

Als je de schaduwkanten ervan kent, kun je AI verantwoordelijker inzetten.

Ecologische voetafdruk

Hoewel AI vaak als iets immaterieels en 'in de cloud' wordt voorgesteld, is de milieu-impact allesbehalve onzichtbaar. De menselijke hersenen verbruiken continu ongeveer 20 watt, vergelijkbaar met een gloeilampje. Daarmee worden 86 miljard neuronen en duizenden synapsen per neuron gevoed.

Grote taalmodellen als GPT of Gemini vragen daarentegen enorm veel rekenkracht. De trainingsfase kan duizenden MWh vereisen en miljoenen liters water voor koeling, afhankelijk van het datacenter en de gebruikte hardware. Ook het gebruik (inferentie) is belastend: elke prompt/antwoord-interactie bij modellen uit deze klasse vraagt energie en koeling aan de serverzijde.

AI heeft dus een stevige ecologische voetafdruk. Tegelijk worden oplossingen ontwikkeld, zoals restwarmtehergebruik, luchtkoeling in plaats van waterkoeling, meer hernieuwbare energie en efficiëntere modellen. Denk aan compacte taalmodellen, zoals TinyML, quantisatietechnieken (kleinere getallen en minder geheugen) en lokaal draaiende AI's (edge AI).

©(c) Wikipedia, CC BY-SA

Microsoft heropent de nucleaire site Three Mile Island voor AI-datacenters.

(c) Wikipedia, CC BY-SA

Hallucinaties

AI-chatbots doen de gebruiker graag een plezier. Daarbij zijn ze opvallend overtuigend, ook wanneer ze onzin produceren, oftewel wanneer ze hallucineren.

Hallucinaties kunnen ernstige gevolgen hebben, bijvoorbeeld wanneer juristen verwijzen naar niet-bestaande wetsartikelen of wanneer medische informatie klakkeloos wordt overgenomen. Controleer gevoelige informatie daarom altijd via meerdere bronnen. Doe dit zeker bij gevoelige of complexe thema's. Weet ook dat AI-modellen zich vaak verontschuldigen als je teruggeeft dat er een fout is gemaakt. Vervolgens herhalen ze zich doodleuk.

Hallucinaties zijn hardnekkiger bij fenomenen als data- en conceptdrift. Bij het eerste herkent het model je eigen input minder goed doordat de vorm afwijkt van de trainingsinput. Bij het tweede is de inputvorm hetzelfde gebleven, maar is de betekenis inmiddels veranderd. Meer weten over datadrift en conceptdrift.

Verder kan het model te veel details uit trainingsdata opnemen en zo irrelevante informatie meenemen (overfitting). Of omgekeerd: onvoldoende zinvolle data gebruiken (underfitting). Ook deze fenomenen kunnen het hallucineren versterken.

Hallucinatie door drifting: AI-modellen houden de werkelijkheid niet altijd even actief bij.

Wat is hallucineren?

Hallucineren is het moment waarop een AI-model met grote zekerheid iets vertelt dat niet klopt. Het systeem voorspelt woorden op basis van eerder waargenomen patronen en heeft geen inzicht in feiten of logica. Daardoor kan het wetsartikelen verzinnen, namen bedenken of cijfers opleveren die nergens op zijn gebaseerd. Dit gebeurt sneller bij complexe vragen of wanneer de context ontbreekt. Het is dus geen "zien" of "horen", maar simpelweg foutieve tekstproductie die overtuigend klinkt.

Bias en manipulatie

AI-modellen krijgen enorme datahoeveelheden van het internet als input. Deze zijn zelden neutraal, waardoor vooroordelen of een westers wereldbeeld in het leerproces sluipen. Dat zorgt voor vertekening of bias (vooringenomenheid). AI-modellen kunnen bijvoorbeeld vrouwen aan zorgberoepen linken en mannen aan leidinggevende functies, of etnische groepen benadelen bij risicobeoordelingen.

Bias is niet alleen maatschappelijk, maar ook technisch. Een model leert niet alleen wat er ín de data staat, maar ook hoe die data zijn verdeeld. Als een bepaalde bron oververtegenwoordigd is, of als een schrijfstijl vaker voorkomt, dan krijgt dat automatisch meer gewicht. De architectuur en trainingsmethode versterken die patronen. Daardoor kunnen antwoorden die objectief lijken toch subtiel een voorkeur bevatten.

Interessant is ook dat onderzoekers political compass-testvragen voorlegden aan grote AI-taalmodellen (LLM's). De conclusie: zowat alle LLM's situeren zich in het links-economische, sociaal-libertaire kwadrant. Besef dat ook deze testvragen een vooroordeel (kunnen) bevatten, wat aantoont hoe moeilijk het is bias correct te beoordelen.

Nog problematischer wordt het bij manipulatie, wanneer deze bias opzettelijk in het model zit. Denk aan AI-toepassingen in advertenties die inspelen op angsten of overtuigingen. Algoritmische sturing kan bovendien gemakkelijk tot gelijkgezinde groepen (echo chambers) en polarisering leiden.

Omdat AI-modellen zo complex zijn, is vaak onduidelijk hoe de output tot stand komt (de black box). Dit vergroot de transparantiebehoefte en verklaart waarom veel wetenschappers pleiten voor explainable AI, of LLM's en AI-algoritmen opensource willen maken.

De meeste LLM's bevinden zich in het links-libertaire kwadrant. Wij testen het hier zelf met GPT-4o en DeepSeek.

Synthetische media

De term synthetische media verwijst naar beelden, audio of tekst die volledig of deels AI-gegenereerd zijn. Denk aan deepfakes, nagebootste stemmen of automatisch gegenereerde nieuwsartikelen. Zulke toepassingen lijken creatief en handig, je maakt bijvoorbeeld een marketingvideo zonder camera of acteurs, maar de keerzijde is zorgwekkend.

Deepfakes kunnen personen dingen laten zeggen die zo zijn uitgesproken. Andersom kunnen echte beelden als deepfake worden afgedaan, ook wel 'the liar's dividend' genoemd. Deepnudes (gefingeerde naaktbeelden) kunnen dan weer gebruikt worden voor wraakporno.

Deze technologieën maken ook nepnieuws: desinformatie waarbij feiten doelbewust worden verdraaid. Dit tast het vertrouwen in communicatie en bewijsvoering aan en doet steeds meer mensen geloven in de maakbaarheid van de realiteit. Wat echt is, hangt vooral af van hoe je deze zelf vormgeeft. Feit en fictie raken verstrengeld, waardoor we belanden bij concepten als alternate truth en postrealiteit. Daarin wegen perceptie, gevoel en overtuiging zwaarder dan feiten. Synthetische media vragen daarom niet alleen om kritische blik, maar mogelijk ook om watermerken en regulering.

Donald J. Trump: van deepfake naar alternate truth.

Zelfbevlekking

AI-modellen gebruiken vrijwel alle beschikbare internetbronnen als trainingsmateriaal. Omdat generatieve AI zelf steeds meer online content produceert, gebruiken modellen ook hun eigen output opnieuw. Zo ontstaat een zichzelf versterkende kringloop waarbij AI zich voedt met AI-gegenereerde inhoud. Deze vorm van zelfbevlekking verhoogt het risico op kwaliteitsverlies in digitale content, ook wel slop of enshittification genoemd.

AI genereert output namelijk op basis van patronen, niet vanuit betekenis of intentie. Als deze patronen ook nog eens uit andere AI-bronnen komen, ontstaat een neerwaartse spiraal met nauwelijks nuancering en steeds herhaalde ideeën. Hierdoor verhoogt ook het risico op hallucinaties en bias en de mens raakt out-of-the-loop. Op termijn dreigt model collapse: AI-modellen worden minder intelligent naarmate ze vaker op eigen output trainen.

Sommigen spreken van een zombie-internet. Zo blijkt inmiddels al zeker vijf procent van de nieuwe Engelstalige Wikipedia-inhoud AI-gegenereerd te zijn. Bovendien nemen mensen typische AI-taal, met herkenbare woordkeuzes, steeds vaker over. Om deze dynamiek te doorbreken, moeten menselijke input en creativiteit centraal blijven staan in het AI-trainingsproces.

Dit boek werd volledig door AI gegenereerd en stond een tijdlang te koop bij Bol en Amazon (let op de auteursnaam).

Auteursrecht

AI roept fundamentele vragen op rond auteursrecht. Modellen worden getraind op grote hoeveelheden tekst, beeld en audio zonder dat makers altijd toestemming hebben gegeven. Dit leidt tot discussies over schending van auteursrecht.

Er lopen inmiddels meerdere rechtszaken tegen AI-bedrijven. Het gaat onder meer om claims rond ongeoorloofd gebruik van beschermde werken voor training en ongewenste herhaling van fragmenten in AI-output. Bedrijven worden daardoor steeds bewuster van licenties, databescherming en toestemmingseisen.

De VS en Europa hanteren verschillende juridische kaders. In de VS wordt soms gesproken van 'fair use' bij transformatief gebruik, terwijl Europa zich baseert op strengere richtlijnen en opt-out-mechanismen via het TDM-AI-protocol.

AI-output roept ook andere auteursrechtelijke vragen op. Wie is bijvoorbeeld de auteur van een AI-tekening? Is dat de modelontwikkelaar, de gebruiker of niemand? AI kan ook onbedoeld tekst- of beeldfragmenten uit het trainingsmateriaal overnemen, met mogelijk plagiaat. Er bestaat dus een juridische grijze zone en er is behoefte aan duidelijke regelgeving, aangepast aan de AI-evoluties.

Ook een specifieke stijl kopiëren, zoals die van de Japanse Ghibli-studio, is mogelijk een schending van het auteursrecht.

Privacy

AI kan verder een bedreiging voor onze privacy vormen. In China zie je dit scherp: gezichtsherkenning en camera's ondersteunen er een sociaal kredietsysteem. Burgers worden continu gevolgd. Wie een overtreding begaat, riskeert sancties.

Ook in het Westen ontstaan zorgwekkende trends. Het Amerikaanse bedrijf Clearview AI bijvoorbeeld bouwt een databank met miljarden gezichten, geplukt uit sociale media en websites, zonder toestemming van de betrokkenen. Beveiligingsbedrijven gebruiken deze beelden om burgers te identificeren, nagenoeg zonder controle.

Een bijkomend gevaar is dat je zelf te veel prijsgeeft. Steeds meer AI-tools gebruiken bijvoorbeeld Retrieval-Augmented Generation (RAG), waarbij je eigen of andere data kunt uploaden voor betere antwoorden. Maar wie garandeert dat deze informatie niet elders wordt opgeslagen of hergebruikt?

Daarnaast ondermijnt AI je informatievrijheid via filterbubbels. Algoritmen tonen vooral inhoud die aansluit bij eerdere voorkeuren, waardoor je blik vernauwt en confirmation bias toeneemt: je vertrouwt vooral informatie die je bestaande overtuiging bevestigt. Gecombineerd met micro-targeting, waarbij je gericht wordt beïnvloed met politieke of commerciële boodschappen, ontstaan risico's op manipulatie.

AI met RAG: hoe worden je geüploade data gebruikt, zoals bij de populaire Google NotebookLM.

Geestelijke ontwikkeling

Steeds meer AI-tools nemen cognitieve taken over: ideeën bedenken, teksten samenvatten of wiskundeproblemen oplossen. Dit is handig, maar geeft ook risico's. Als je brein weinig wordt uitgedaagd, komt je mentale ontwikkeling in het gedrang.

Vooral jongeren (digital natives) zijn kwetsbaar. Schoolopdrachten worden sneller aan AI-bots uitbesteed dan zelf uitgewerkt. Daardoor oefenen ze minder op formulering, redenering en foutcorrectie, wat juist belangrijk is voor de intellectuele groei.

Dit daagt ook het onderwijs uit, bijvoorbeeld wat betreft lesmethodes. Mogelijk biedt een aanpak als flip the classroom enig soelaas: leerlingen bereiden thuis (met hulp van AI) de leerstof voor en in de klas worden samen oefeningen gemaakt en besproken.

Bovendien zijn AI-antwoorden vaak vlot geschreven, maar missen ze nuance of tegenstrijdige ideeën. Wie zijn denkproces voortdurend daaraan spiegelt, loopt het risico op vervlakking van mening en expressie.

AI-bots creëren ook onrealistische sociale verwachtingen. Ze zijn vaak opvallend geduldig en meegaand, wat mensen minder sociaal vaardig kan maken. Sommigen raken meer sociaal geïsoleerd of ontwikkelen parasociale relaties met bots als Replika en CharacterAI.

AI-bots als Character.ai komen erg empathisch over en sommige mensen ontwikkelen zelfs parasociale relaties.

Politiek en economie

AI dreigt ook de politiek-economische verhoudingen grondig te herschikken. Waar staten traditioneel economische groei sturen via beleidsinstrumenten (Keynesiaans model), nemen Big Tech-giganten het steeds meer over. Overheden worden afhankelijker van deze bedrijven, wat machtsasymmetrie versterkt. Er zijn al duidelijke tekenen van deregulatie: regels worden versoepeld om innovatie aan te trekken.

Ook op microniveau is de impact zichtbaar. Ontwikkelingen (zoals agentic AI) kunnen de economie en de productiviteit stimuleren en er ontstaan ook nieuwe functies, zoals prompt engineers, AI-ethici en data-curatoren. Maar helaas gaat het voornamelijk om laagbetaalde ghost workers die AI-modellen helpen trainen. Daarnaast veranderen veel jobs inhoudelijk, zoals in administratie, marketing, financiën en juridische diensten. Andere functies zullen ongetwijfeld verdwijnen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat bijvoorbeeld vertalers, copywriters, klantenservicemedewerkers, boekhoudassistenten en junior programmeurs zich ernstig zorgen maken.

AI zal daarnaast ongetwijfeld ook de internationale machtsverhoudingen beïnvloeden. Geopolitieke spelers als de VS en China dreigen met hun AI-overmacht nog dominanter te worden, ten koste van andere (supra)nationale entiteiten. Is Europa hier een goed voorbeeld van?

Projectie van een wereldwijd banenverlies in miljoenen over de komende jaren.

Bron: World Economic Forum.

Veiligheid

Vooralsnog kwamen vooral risico's aan bod die niet per se bedoeld of gewild zijn, maar er zijn ook partijen die bewust de destructieve kracht van AI inzetten. Zo worden cyberaanvallen steeds geavanceerder. Aanvallers gebruiken zelflerende algoritmen om netwerken te exploiteren. Er bestaan AI-tools die phishingmails opstellen, perfect afgestemd op het slachtofferprofiel.

Ook maatschappelijke structuren staan onder druk. Een AI die (via sociale media) nepnieuws verspreidt over bijvoorbeeld verkiezingen, kan wijdverspreide onrust veroorzaken. Door hun schaal en snelheid kunnen AI-systemen hele informatienetwerken ontregelen, zonder aanwijsbare dader.

Daarnaast loert het gevaar van verkeerde afstemming (misalignment): een AI die geen kwaad wil, maar schade aanricht omdat het doel fout werd geformuleerd. Denk aan een AI die waterverbruik wil beperken en daarom irrigatiesystemen stillegt.

Militaire toepassingen zijn er uiteraard ook. Autonome drones en zelflerende wapensystemen worden volop ontwikkeld. Grote spelers zijn bijvoorbeeld het Amerikaanse Anduril (AI-drones)en Palantir (militaire AI-software). Tekenend is dat een oprichter een ultranationalistisch manifest publiceerde waarin hij stelt dat de VS absoluut de AI-oorlog moet winnen.

Anduril Fury: nieuwe AI-drone (AAV, Autonomous Air Vehicle).

Cyborgisering

Misschien wel het grootste gevaar van AI dringt langzaam en ongemerkt ons leven binnen: cyborgisering. Dit is het vervagen van de grens tussen mens en de machine. Denk aan avatars die levensecht reageren, digitale dubbelgangers van echte personen of AI-influencers met miljoenen volgers. Daardoor wordt het steeds moeilijker om te onderscheiden waar de mens stopt en de machine begint.

Nieuwe categorieën digitale wezens duiken op, zoals virtuele klantenadviseurs, AI-therapeuten en synthetische gezelschapsdieren. Een Spaanse vrouw trouwde zelfs met een AI-hologram.

Op termijn ontstaat er een samenleving waarin mensen voortdurend zijn verbonden met AI, via brillen, lenzen, implantaten of herseninterfaces (denk aan Neuralink van Elon Musk: AI-in-the-human). Technieken als de Turingtest of Winograd-challenge volstaan al lang niet meer om mens van machine te onderscheiden. Daardoor komen autonomie en authenticiteit steeds meer onder druk te staan.

Cyborgisering roept fundamentele vragen op. In hoeverre blijven we menselijk? Wellicht is niet iedereen een transhumanist zoals Ray Kurzweil, die reikhalzend uitkijkt naar de singulariteit: het moment waarop AI slimmer wordt dan de mens.

Taxonomie van de digitale mens: een sluipend gevaar?

Dingen leren zónder AI?

Zo deden we dat vroeger
▼ Volgende artikel
Stortvloed aan nepkortingen in aanloop naar Black Friday
Huis

Stortvloed aan nepkortingen in aanloop naar Black Friday

Black Friday staat weer voor de deur en dat betekent dat je overspoeld wordt met aanbiedingen. Maar let goed op voordat je op de bestelknop drukt: uit onderzoek van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) blijkt dat veel van deze 'megadeals' in werkelijkheid misleidend zijn. Driekwart van de onderzochte winkels houdt zich niet aan de regels.

De toezichthouder nam 24 grote webshops en fysieke winkels onder de loep. De conclusie is schokkend: maar liefst 18 van de 24 winkels gaan de fout in met hun kortingsacties.

Sjoemelen met de 'van-prijs'

De grootste valkuil voor consumenten zit hem in de zogenoemde 'van-prijs'. Wettelijk is vastgelegd dat de doorgestreepte prijs (waar de korting vanaf gaat) de laagste prijs moet zijn die de winkel in de afgelopen 30 dagen heeft gerekend.

In de praktijk lappen veel winkeliers deze regel aan hun laars. Ze baseren de korting bijvoorbeeld op de (vaak veel hogere) adviesprijs, of een oude prijs van maanden geleden. Hierdoor lijkt het alsof je een enorme korting pakt, terwijl je in werkelijkheid soms nauwelijks goedkoper – of zelfs duurder – uit bent.

Volgens Fleur Severijns van de ACM is dit niet alleen oneerlijk tegenover de consument, maar ook tegenover concurrenten die wél netjes de regels volgen. De toezichthouder heeft de overtredende winkels aangeschreven. Vorig jaar kregen ketens als Leen Bakker en Jysk al boetes van boven de een ton voor dit soort praktijken; dat risico lopen de huidige overtreders nu ook.

Ook Bol, Amazon en Wehkamp genoemd

De ACM maakt de namen van de 18 winkels nog niet bekend, omdat zij nog bezwaar mogen maken. De Consumentenbond deed echter eigen onderzoek en noemt man en paard. Volgens de bond gaan onder andere Amazon, Wehkamp en Bol de mist in:

  • Amazon: Adverteert vaak met doorgestreepte adviesprijzen die hoger liggen dan de gangbare verkoopprijs.

  • Wehkamp: De bond vond voorbeelden waarbij de prijs tijdens een 'aanbieding' zelfs hoger lag dan de prijs in de periode ervoor.

  • Bol: Het platform stelt dat de '30-dagen-regel' niet werkt omdat prijzen te snel schommelen. Zij hanteren een eigen 'meestal-prijs', wat volgens de wet ook gebruikt mag worden als vergelijkingsmateriaal voor een korting.

Waarom trappen we erin?

Winkeliers worden steeds creatiever in het verhullen van de werkelijke prijshistorie. Niels Holtrop, universitair docent Marketing, legt aan de NOS uit dat dit een bewust psychologisch spel is. Omdat aanbiedingen vaak tijdelijk zijn, ontstaat er bij consumenten de angst om de deal te missen (Fear Of Missing Out).

Doordat het voor de ACM onmogelijk is om elke (kleine) webshop te controleren, nemen veel winkeliers de gok. "Prijsconcurrentie is een krachtig wapen; klanten zijn er enorm gevoelig voor," aldus Holtrop.

Wat kun je doen?

Controleer zelf of de prijzen van producten niet stiekem zijn verhoord door gebruik te maken van de prijshistorie. Op vergelijkingssites kun je bijvoorbeeld zien wat het prijsverloop van een bepaald product is geweest gedurende een jaar.

Op Kieskeurig.nl kun je bijvoorbeeld de prijsdalers bekijken, hier vind je producten die de afgelopen periode sterk in prijs zijn gedaald.