ID.nl logo
Je woning verwarmen met lage temperaturen? Dat kan ook zonder vloerverwarming
© Tiko - stock.adobe.com
Energie

Je woning verwarmen met lage temperaturen? Dat kan ook zonder vloerverwarming

Doordat de isolatiekwaliteit van onze huizen alsmaar verbetert, kunnen steeds meer huiseigenaren voor lage temperatuurverwarming gaan, kortweg LTV. Dat is goed nieuws, want dit is een energiezuinige en milieuvriendelijke manier van verwarmen. Bij nieuwbouw wordt bijna altijd gekozen voor LTV in combinatie met vloerverwarming, maar er bestaan ook nog andere opties waardoor je LTV kunt toepassen in bestaande woningen.

Eigenlijk is LTV niets anders dan gewone verwarming. De ruimte wordt ook verwarmd door radiatoren, convectoren of vloerverwarming, maar de temperatuur van het water dat door deze toestellen stroomt, is beduidend lager dan wat vroeger nodig was. De meeste huizen in Nederland hebben gewone radiatoren die gevoed worden door water waarvan de cv-ketel zorgt dat de temperatuur tussen de 60°C tot 90°C ligt. Dan spreken we over hoge temperatuurverwarming (HTV). Bij LTV ligt aanvoertemperatuur van het cv-water tussen de 35°C en 55°C en het maakt niet uit of de benodigde energie van een cv-ketel of warmtepomp komt.

Veel mensen denken bij LTV onmiddellijk aan vloerverwarming, omdat ze denken dat er een groot afgifteoppervlak nodig is om de woning comfortabel te verwarmen. En dat betekent dat ze er bij renovatie (waarbij het vaak geen optie is om de vloer uit te breken om vloerverwarming te plaatsen) vanuit gaan dat LTV niet geschikt voor hen is. Maar: er zijn ook alternatieven voor vloerverwarming, waardoor LTV ineens wél een optie wordt voor mensen die hun huis willen verbouwen. Over deze alternatieven vertellen we je graag meer.

Voordelen en nadelen van LTV

Verwarmen op lage temperatuur vraagt minder energie en is dus energie-efficiënt. Als de verwarming op een condenserende ketel werkt, dan moet de watertemperatuur laag zijn. De rookgassen kunnen niet condenseren bij een hoge temperatuur en dan zou zo’n ketel niet beter presteren dan een niet-condenserende ketel. De condensatieketel voor lage temperatuur en de warmtepomp hebben een veel hoger rendement dat een gas- of stookolieketel voor HTV. LTV verbetert ook het wooncomfort. De temperatuur binnen is gelijkmatig verdeeld. Een nadeel is het wat langer duurt voordat je huis op temperatuur is.

Wat is een condenserende ketel? Een condenserende ketel of hoogrendementsketel heeft een hoger rendement dan een gewone gasketel. Zo’n verwarmingsketel kan je energiefactuur met 11% verlagen. De hoogrendementsketel lijkt van buitenaf op de traditionele ketel, maar hij haalt extra warmte uit zijn eigen rookgassen die voor het overgrote deel uit waterdamp bestaan. De rookgasafvoer van deze HR-ketel is een dubbelwandige buis. In de buitenste ring wordt verse buitenlucht aangezogen. De rookgassen gaan naar buiten via de binnenste buis. Tussen deze twee ringen gebeurt warmteoverdracht, zodat een deel van de rookgassen condenseert en als vocht neerslaat. Dit condenswater gebruikt de ketel om water voor te verwarmen. Op die manier gaat er geen kostbare warmte verloren en stoot de cv-ketel minder dampen uit. Een Europese maatregel verplicht trouwens sinds 2015 dat bij vervanging de oude gasketel plaats moet maken voor een condenserende.

Hoe weet je of je huis LTV-klaar is?

Je kunt dat eenvoudig testen door in koude periode de uitvoer van verwarmingsketel op maximum 50 graden in te stellen en gedurende veertien dagen na te gaan of je het huis daarna warm krijgt. Zet de thermostaat dan ’s nachts slechts 2 graden lager dan overdag. Blijft het overdag warm in huis, ook na een vriesnacht, dan is je huis klaar om op een lage temperatuur te verwarmen. Meer over deze test lees je in ons artikel Is mijn huis geschikt voor een warmtepomp?

Met de 50-gradentest weet je of je woning klaar is voor LTV.

Overgedimensioneerde radiatoren

Heb je mooie radiatoren en heb je flink geïnvesteerd in grondige isolatiewerken, dan zijn de oude radiatoren in veel gevallen overgedimensioneerd. Ze zijn immers berekend op de oude situatie en moeten nu minder presteren om hetzelfde comfort te bieden. Oftewel: ze zijn eigenlijk te krachtig voor je nieuwe situatie. Het loont de moeite om te testen of ze geschikt zijn om het huis te verwarmen op LTV. Als je dus stevig isoleert, is het mogelijk dat je niet moet investeren in een ander warmteafgiftesysteem.

LT-radiator

Er bestaan plaatradiatoren die speciaal zijn ontworpen voor lage temperatuur. De Low H2O-radiatoren van Jaga bevatten minder water dan conventionele radiatoren en in de radiator zit een warmtewisselaar van aluminium en koper die zijn warmte sneller afgeeft. Daar bovenop introduceert Jaga het zogenaamde Dynamic Boost Effect bij zijn Low H2O-radiatoren. Een kleine microprocessor meet continu de water- en kamertemperatuur en herkent de omschakeling van dag naar nacht. Als je de boost-knop indrukt, zullen kleine ingebouwde ventilatoren gedurende 15 minuten maximale warmteafgifte produceren waardoor de kamer snel opwarmt. Uiteraard verbruiken deze radiatoren een beetje elektriciteit, maar dat stroomverbruik is verwaarloosbaar. Ook fijn: in de comfortmode is het geluidsniveau lager dan 29 dB(A) per unit en tijdens de warmteopstoot blijft het geluid onder de 35 dB(A).

Radiatorboosters

Een andere oplossing is de radiatorbooster die warme lucht forceert. Onder de radiator plaats je een balkje waarop kleine computerventilatoren zitten. Je kunt zo’n boosterventilatoren dus alleen monteren op een dubbele plaatradiator, want het is de bedoeling dat de warmteafgifte toeneemt doordat de ventilatoren de verwarmde lucht door de platen heen blazen. In de buurt van iedere radiator moet wel een stopcontact zitten, want de ventilatoren gebruiken een heel klein beetje stroom. De boosterventilatoren hebben een sensor die aangesloten is op aanvoerleiding van de radiator. Wanneer die watertemperatuur van 30°C registreert, beginnen de ventilatoren te draaien en dat geeft wel een zacht zoemend geluid. Producent Climatebooster beweert dat de watertemperatuur hierdoor 15°C kan dalen bij dezelfde warmteafgifte.

Ventilatorradiatoren

Bij Radson hebben ze ultra-lage temperatuurradiatoren met ingebouwde ventilatoren. De radiatoren van het type Ulow hebben een vlakke voorplaat, waardoor ze onopvallend in praktisch elk interieur passen. Het toestel heeft een bedieningspanel dat in de radiator is weggewerkt. Volgens Radson verstrekken de ventilatoren de warmtestroming tot 80% en werken ze quasi-geruisloos. Je kunt de ventilatoren slechts horen als ze op topsnelheid draaien, maar wanneer de kamertemperatuur is bereikt zijn ze muisstil. De snelheid van de ventilatoren is variabel en volgt automatisch de warmtebehoefte. Ook hier heb je stopcontacten in de buurt van iedere Ulow-radiator nodig. Als we Radson mogen geloven is dit een waardevol alternatief voor vloerverwarming.

©Radson

De Ulow-E2 bevat geïntegreerde mini-ventilatoren. | Foto Radson

Convectoren boosten

Het systeem van ingebouwde ventilatoren heeft ook convectorfabrikanten geïnspireerd. De Nederlandse convectorproducent Betherma heeft bijvoorbeeld de HPU (High Performance Unit). Dit is een ventilatorbalk die het afgifteniveau van de convectoren verhoogt, waardoor het rendement toeneemt. De HPU is speciaal ontwikkeld voor lage temperatuurverwarming en is toepasbaar op nieuwe en bestaande installaties. De Betherma HPU kan zowel op wand- en vrijstaande convectoren worden geplaatst en ook in de convectorput. De ventilatorbalken zijn niet duur, maar dit principe werkt volledig op convectiewarmte, het verwarmen van de binnenlucht. Een convector geeft geen stralingswarmte zoals een radiator.

Weten welke warmtepomp bij jou past?

Doe de check op Kieskeurig.nl en je weet het binnen 5 minuten!

Ventilatie met warmte-terugwinning

Beschikt je woning over gebalanceerde ventilatie met een warmte-terugwin-unit dan is het mogelijk om met een warmtewisselaar in het luchttoevoerkanaal extra warmte en koelte te creëren. Gebalanceerde ventilatie heet zo omdat dit systeem evenveel lucht aanvoert als het afvoert. Hierbij wordt een luchterwarmer geplaatst die de voorverwarmde ventilatielucht nog eens extra verwarmt. Dit systeem werkt alleen bij perfect geïsoleerde panden en dit moet goed ingeregeld worden zodat je via de inblaaskanalen warme lucht over de complete woning verspreidt, behalve in de badkamer. Daar bevindt zich meestal geen inblaasrooster en daarom plaatst men daar vaak een grotere radiator.

©Thermad Brink

De Elan 4, een indirecte luchtverwarmer. | Foto: Thermad Brink

Vloerverwarming infrezen

Ten slotte is het toch mogelijk om in een bestaande vloer sleuven te slijpen om toch een nieuwe vloerverwarming te plaatsen zonder dat je de volledige vloer uitbreekt. Tot enkele jaren geleden was dit een bijzonder stofferige en lawaaierige bedoening die slechts door enkele gespecialiseerde bedrijven werd uitgevoerd. Tegenwoordig vind je honderden bedrijven die deze service verhuren aan installateurs. De slijpmachine zorgt dat de leidingen steeds op dezelfde afstand van elkaar liggen. Bovendien maken de nieuwe slijpmachines veel minder herrie en zijn ze aangesloten op krachtige stofzuigers. Deze oplossing heeft uiteraard alleen maar zin als de ondervloer geïsoleerd is. Is dat niet het geval, dan zal de nieuwe vloerverwarming vooral de kruipruimte verwarmen.

In een bestaande vloer kun je toch nog vloerverwarming infrezen.

Vraag een offerte aan voor vloerverwarming :

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.