ID.nl logo
Je woning verwarmen met lage temperaturen? Dat kan ook zonder vloerverwarming
© Tiko - stock.adobe.com
Energie

Je woning verwarmen met lage temperaturen? Dat kan ook zonder vloerverwarming

Doordat de isolatiekwaliteit van onze huizen alsmaar verbetert, kunnen steeds meer huiseigenaren voor lage temperatuurverwarming gaan, kortweg LTV. Dat is goed nieuws, want dit is een energiezuinige en milieuvriendelijke manier van verwarmen. Bij nieuwbouw wordt bijna altijd gekozen voor LTV in combinatie met vloerverwarming, maar er bestaan ook nog andere opties waardoor je LTV kunt toepassen in bestaande woningen.

Eigenlijk is LTV niets anders dan gewone verwarming. De ruimte wordt ook verwarmd door radiatoren, convectoren of vloerverwarming, maar de temperatuur van het water dat door deze toestellen stroomt, is beduidend lager dan wat vroeger nodig was. De meeste huizen in Nederland hebben gewone radiatoren die gevoed worden door water waarvan de cv-ketel zorgt dat de temperatuur tussen de 60°C tot 90°C ligt. Dan spreken we over hoge temperatuurverwarming (HTV). Bij LTV ligt aanvoertemperatuur van het cv-water tussen de 35°C en 55°C en het maakt niet uit of de benodigde energie van een cv-ketel of warmtepomp komt.

Veel mensen denken bij LTV onmiddellijk aan vloerverwarming, omdat ze denken dat er een groot afgifteoppervlak nodig is om de woning comfortabel te verwarmen. En dat betekent dat ze er bij renovatie (waarbij het vaak geen optie is om de vloer uit te breken om vloerverwarming te plaatsen) vanuit gaan dat LTV niet geschikt voor hen is. Maar: er zijn ook alternatieven voor vloerverwarming, waardoor LTV ineens wél een optie wordt voor mensen die hun huis willen verbouwen. Over deze alternatieven vertellen we je graag meer.

Voordelen en nadelen van LTV

Verwarmen op lage temperatuur vraagt minder energie en is dus energie-efficiënt. Als de verwarming op een condenserende ketel werkt, dan moet de watertemperatuur laag zijn. De rookgassen kunnen niet condenseren bij een hoge temperatuur en dan zou zo’n ketel niet beter presteren dan een niet-condenserende ketel. De condensatieketel voor lage temperatuur en de warmtepomp hebben een veel hoger rendement dat een gas- of stookolieketel voor HTV. LTV verbetert ook het wooncomfort. De temperatuur binnen is gelijkmatig verdeeld. Een nadeel is het wat langer duurt voordat je huis op temperatuur is.

Wat is een condenserende ketel? Een condenserende ketel of hoogrendementsketel heeft een hoger rendement dan een gewone gasketel. Zo’n verwarmingsketel kan je energiefactuur met 11% verlagen. De hoogrendementsketel lijkt van buitenaf op de traditionele ketel, maar hij haalt extra warmte uit zijn eigen rookgassen die voor het overgrote deel uit waterdamp bestaan. De rookgasafvoer van deze HR-ketel is een dubbelwandige buis. In de buitenste ring wordt verse buitenlucht aangezogen. De rookgassen gaan naar buiten via de binnenste buis. Tussen deze twee ringen gebeurt warmteoverdracht, zodat een deel van de rookgassen condenseert en als vocht neerslaat. Dit condenswater gebruikt de ketel om water voor te verwarmen. Op die manier gaat er geen kostbare warmte verloren en stoot de cv-ketel minder dampen uit. Een Europese maatregel verplicht trouwens sinds 2015 dat bij vervanging de oude gasketel plaats moet maken voor een condenserende.

Hoe weet je of je huis LTV-klaar is?

Je kunt dat eenvoudig testen door in koude periode de uitvoer van verwarmingsketel op maximum 50 graden in te stellen en gedurende veertien dagen na te gaan of je het huis daarna warm krijgt. Zet de thermostaat dan ’s nachts slechts 2 graden lager dan overdag. Blijft het overdag warm in huis, ook na een vriesnacht, dan is je huis klaar om op een lage temperatuur te verwarmen. Meer over deze test lees je in ons artikel Is mijn huis geschikt voor een warmtepomp?

Met de 50-gradentest weet je of je woning klaar is voor LTV.

Overgedimensioneerde radiatoren

Heb je mooie radiatoren en heb je flink geïnvesteerd in grondige isolatiewerken, dan zijn de oude radiatoren in veel gevallen overgedimensioneerd. Ze zijn immers berekend op de oude situatie en moeten nu minder presteren om hetzelfde comfort te bieden. Oftewel: ze zijn eigenlijk te krachtig voor je nieuwe situatie. Het loont de moeite om te testen of ze geschikt zijn om het huis te verwarmen op LTV. Als je dus stevig isoleert, is het mogelijk dat je niet moet investeren in een ander warmteafgiftesysteem.

LT-radiator

Er bestaan plaatradiatoren die speciaal zijn ontworpen voor lage temperatuur. De Low H2O-radiatoren van Jaga bevatten minder water dan conventionele radiatoren en in de radiator zit een warmtewisselaar van aluminium en koper die zijn warmte sneller afgeeft. Daar bovenop introduceert Jaga het zogenaamde Dynamic Boost Effect bij zijn Low H2O-radiatoren. Een kleine microprocessor meet continu de water- en kamertemperatuur en herkent de omschakeling van dag naar nacht. Als je de boost-knop indrukt, zullen kleine ingebouwde ventilatoren gedurende 15 minuten maximale warmteafgifte produceren waardoor de kamer snel opwarmt. Uiteraard verbruiken deze radiatoren een beetje elektriciteit, maar dat stroomverbruik is verwaarloosbaar. Ook fijn: in de comfortmode is het geluidsniveau lager dan 29 dB(A) per unit en tijdens de warmteopstoot blijft het geluid onder de 35 dB(A).

Radiatorboosters

Een andere oplossing is de radiatorbooster die warme lucht forceert. Onder de radiator plaats je een balkje waarop kleine computerventilatoren zitten. Je kunt zo’n boosterventilatoren dus alleen monteren op een dubbele plaatradiator, want het is de bedoeling dat de warmteafgifte toeneemt doordat de ventilatoren de verwarmde lucht door de platen heen blazen. In de buurt van iedere radiator moet wel een stopcontact zitten, want de ventilatoren gebruiken een heel klein beetje stroom. De boosterventilatoren hebben een sensor die aangesloten is op aanvoerleiding van de radiator. Wanneer die watertemperatuur van 30°C registreert, beginnen de ventilatoren te draaien en dat geeft wel een zacht zoemend geluid. Producent Climatebooster beweert dat de watertemperatuur hierdoor 15°C kan dalen bij dezelfde warmteafgifte.

Ventilatorradiatoren

Bij Radson hebben ze ultra-lage temperatuurradiatoren met ingebouwde ventilatoren. De radiatoren van het type Ulow hebben een vlakke voorplaat, waardoor ze onopvallend in praktisch elk interieur passen. Het toestel heeft een bedieningspanel dat in de radiator is weggewerkt. Volgens Radson verstrekken de ventilatoren de warmtestroming tot 80% en werken ze quasi-geruisloos. Je kunt de ventilatoren slechts horen als ze op topsnelheid draaien, maar wanneer de kamertemperatuur is bereikt zijn ze muisstil. De snelheid van de ventilatoren is variabel en volgt automatisch de warmtebehoefte. Ook hier heb je stopcontacten in de buurt van iedere Ulow-radiator nodig. Als we Radson mogen geloven is dit een waardevol alternatief voor vloerverwarming.

©Radson

De Ulow-E2 bevat geïntegreerde mini-ventilatoren. | Foto Radson

Convectoren boosten

Het systeem van ingebouwde ventilatoren heeft ook convectorfabrikanten geïnspireerd. De Nederlandse convectorproducent Betherma heeft bijvoorbeeld de HPU (High Performance Unit). Dit is een ventilatorbalk die het afgifteniveau van de convectoren verhoogt, waardoor het rendement toeneemt. De HPU is speciaal ontwikkeld voor lage temperatuurverwarming en is toepasbaar op nieuwe en bestaande installaties. De Betherma HPU kan zowel op wand- en vrijstaande convectoren worden geplaatst en ook in de convectorput. De ventilatorbalken zijn niet duur, maar dit principe werkt volledig op convectiewarmte, het verwarmen van de binnenlucht. Een convector geeft geen stralingswarmte zoals een radiator.

Weten welke warmtepomp bij jou past?

Doe de check op Kieskeurig.nl en je weet het binnen 5 minuten!

Ventilatie met warmte-terugwinning

Beschikt je woning over gebalanceerde ventilatie met een warmte-terugwin-unit dan is het mogelijk om met een warmtewisselaar in het luchttoevoerkanaal extra warmte en koelte te creëren. Gebalanceerde ventilatie heet zo omdat dit systeem evenveel lucht aanvoert als het afvoert. Hierbij wordt een luchterwarmer geplaatst die de voorverwarmde ventilatielucht nog eens extra verwarmt. Dit systeem werkt alleen bij perfect geïsoleerde panden en dit moet goed ingeregeld worden zodat je via de inblaaskanalen warme lucht over de complete woning verspreidt, behalve in de badkamer. Daar bevindt zich meestal geen inblaasrooster en daarom plaatst men daar vaak een grotere radiator.

©Thermad Brink

De Elan 4, een indirecte luchtverwarmer. | Foto: Thermad Brink

Vloerverwarming infrezen

Ten slotte is het toch mogelijk om in een bestaande vloer sleuven te slijpen om toch een nieuwe vloerverwarming te plaatsen zonder dat je de volledige vloer uitbreekt. Tot enkele jaren geleden was dit een bijzonder stofferige en lawaaierige bedoening die slechts door enkele gespecialiseerde bedrijven werd uitgevoerd. Tegenwoordig vind je honderden bedrijven die deze service verhuren aan installateurs. De slijpmachine zorgt dat de leidingen steeds op dezelfde afstand van elkaar liggen. Bovendien maken de nieuwe slijpmachines veel minder herrie en zijn ze aangesloten op krachtige stofzuigers. Deze oplossing heeft uiteraard alleen maar zin als de ondervloer geïsoleerd is. Is dat niet het geval, dan zal de nieuwe vloerverwarming vooral de kruipruimte verwarmen.

In een bestaande vloer kun je toch nog vloerverwarming infrezen.

Vraag een offerte aan voor vloerverwarming :

▼ Volgende artikel
Zo verhelp je in maximaal 10 stappen je wifi-problemen in Windows 11
© lalafinaa | Plaifah - stock.adobe.com
Huis

Zo verhelp je in maximaal 10 stappen je wifi-problemen in Windows 11

Veel problemen in Windows 11 hebben te maken met de wifi-verbinding. En dat is behoorlijk irritant. Geen connectie, wegvallend internet of een tergend trage verbinding? Met dit stappenplan breng je alles weer op volle snelheid.

Wat gaan we doen

In dit stappenplan werk je van simpel naar diepgaand. Je begint met snelle controles, zoals vliegtuigstand en een herstart van pc en router. Daarna ga je verder met probleemoplossers, een vers wifi-profiel en een volledige netwerkreset. Tot slot bekijk je driverproblemen, services die zijn gestopt en updates die roet in het eten gooien. Door de stappen in deze volgorde te volgen, spoor je de oorzaak gericht op en krijgt je verbinding weer de snelheid die je gewend bent.

Foutmeldingen als 'Geen internettoegang', 'Onbekend netwerk' of 'Beperkte toegang' kunnen je tot wanhoop drijven. Volg daarom dit stappenplan in de juiste volgorde.

Je gaat niet zomaar meteen je netwerk resetten als je niet eerst gecontroleerd hebt of je pc in vliegtuigmodus staat of dat het probleem eenvoudig verholpen zou zijn door de pc en de router te herstarten. Zie het als een plan van aanpak waarbij je het hoofd koel houdt. 

Lees ook: 5 redenen waarom je toe bent aan een nieuwe router

Stap 1: Check de vliegtuigstand

Controleer eerst of de wifi werkt op een andere laptop, tablet of smartphone. Heeft ook dat toestel geen verbinding, dan ligt het probleem niet aan je computer. Werkt de wifi op andere apparaten wél, kijk dan of op je pc de vliegtuigmodus per ongeluk is ingeschakeld en of de wifi-adapter aan staat. De vliegtuigmodus schakelt alle draadloze communicatie uit, zoals bluetooth en wifi. Handig in een vliegtuig of om de batterij te sparen, maar uiteraard funest voor je internetverbinding. Klik op het netwerkpictogram in het systeemvak om te zien of de vliegtuigmodus actief is. In datzelfde menu kun je ook controleren of wifi is ingeschakeld.

Controleer of je niet per ongeluk de vliegtuigstand hebt geactiveerd.

Stap 2: Start pc en router opnieuw op

Vaak is de oplossing eenvoudiger dan je denkt: herstart zowel je pc als je router. Schakel eerst de computer uit. Haal daarna de stekker van de router uit het stopcontact en wacht dertig seconden. Sluit de router weer aan en zet hem aan. Zodra alle lampjes normaal branden, start je de computer opnieuw op.

©Antonioguillem - stock.adobe.com

Je kunt ook de resetknop van de wifi-router gebruiken.

Stap 3: Probleemoplossers

Windows heeft ingebouwde probleemoplossers die je helpen bij netwerkstoringen. Open de Instellingen met Windows-toets+I. Daar klik je op Systeem en daarna op Problemen oplossen. Klik op Andere probleemoplossers. In de groep Meest voorkomende zie je de probleemoplosser voor Netwerk en Internet. Klik op Uitvoeren. Er verschijnt een pagina met de melding 'Wij helpen u bij het maken van de verbinding.' De probleemoplosser zoekt naar de oorzaak en stelt een oplossing voor, zoals wifi inschakelen, vliegtuigmodus uitschakelen, de computer opnieuw opstarten of het opnieuw instellen van de netwerkadapter. Volg de aanbevolen stappen en laat de tool je begeleiden. Na het toepassen van de suggesties is de kans groot dat je pc weer verbinding maakt met het draadloze netwerk.

Windows heeft een ingebouwde set probleemoplossers.

Tips voor een sterker wifi-signaal

Plaats de wifi-router zo centraal mogelijk in huis en niet in de buurt van grote metalen voorwerpen die het signaal verstoren. Wanneer je het verbindingsprobleem volgens dit stappenplan aanpakt, ga je dichter bij de wifi-router zitten. Met een laptop is dat eenvoudig. Hiermee sluit je alvast problemen met de afstand uit. Hoe verder je van de router bent verwijderd, hoe zwakker de sterkte van het draadloze signaal, wat zich vertaalt in verbindingsproblemen. Hou de router ook uit de buurt van apparaten die interferentie veroorzaken. Het is bekend dat magnetrons, babyfoons, draadloze telefoons en draadloze speakers het wifi-signaal verstoren omdat ze dezelfde 2,4GHz-band gebruiken, waardoor het signaal trager of instabiel kan worden. Start de router regelmatig op om het geheugen te wissen en de prestaties te verbeteren.

©lalafinaa | Plaifah - stock.adobe.com

Wanneer je verbindingsproblemen aanpakt, plaats je de laptop zo dicht mogelijk bij de wifi-router.

Stap 4: Wifi herstellen met nieuwe netwerkverbinding

Een andere manier om een onbetrouwbare wifi-verbinding te herstellen is het netwerk verwijderen en daarna opnieuw toevoegen. Open met Windows-toets+Ide Instellingen en klik op Netwerk en internet. Selecteer Wifi en klik op Bekende netwerken beheren. Selecteer het draadloze netwerk dat het probleem veroorzaakt en klik op de knop Niet onthouden. Vervolgens gebruik je de knop Netwerk toevoegen. Je geeft het nieuwe netwerk een naam en je selecteert een beveiligingstype, bijvoorbeeld WPA2-Personal AES en je voert een wachtwoord in. Vink de optie Automatisch verbinden aan en doe hetzelfde met Verbinding maken, zelfs wanneer dit netwerk niet uitzendt. Klik tot slot op Opslaan. Door van een nieuw netwerk te vertrekken, wis je automatisch verouderde of beschadigde netwerkconfiguraties en maakt Windows een frisse verbinding met het wifi-netwerk.

Verwijder het oude netwerk en begin met een nieuw netwerk.

Stap 5: Netwerk resetten

De probleemoplosser heeft het al gesuggereerd: je kunt de netwerkresetfunctie gebruiken om de netwerkadapters te verwijderen en opnieuw te installeren. Dit is een veelgebruikte oplossing voor de meeste draadloze problemen. Open de Instellingen en ga weer naar Netwerk en internet. Klik onderaan op de pagina op Geavanceerde instellingen om een overzicht van de netwerkadapters te zien. In het gedeelte Meer instellingen klik je op Netwerk opnieuw instellen. Op deze pagina gebruik je de knop Nu opnieuw instellen. Hiermee worden alle netwerkadapters verwijderd en daarna opnieuw geïnstalleerd. Ook de instellingen van andere netwerkonderdelen worden teruggezet naar de standaardwaarden. Na afloop herstart je de pc. Let op: gebruik je VPN-software, dan moet je die opnieuw installeren. Ook moet je daarna handmatig opnieuw verbinding maken met het wifi-netwerk.

Hiermee worden alle netwerkadapters verwijderd en opnieuw geïnstalleerd.

Nieuwe laptop nodig?

Bekijk nu de prijsdalers

Stap 6: Wifi-stuurprogramma verwijderen en opnieuw installeren

Een beschadigd, verouderd of incompatibel wifi-stuurprogramma kan de oorzaak zijn van de draadloze netwerkproblemen. Dit los je op door het stuurprogramma te verwijderen en opnieuw te installeren. Maak voordat je begint een herstelpunt aan (zie kader: Herstelpunt). Mocht er iets misgaan, dan kun je het systeem terugzetten naar een eerdere staat. Typ in het zoekveld van de taakbalk Apparaatbeheer en open het programma. Dubbelklik op Netwerkadapters. Klik met de rechtermuisknop op het wifi-stuurprogramma en selecteer in het contextmenu de opdracht Apparaat verwijderen. Bevestig deze opdracht in het pop-upvenster. Start de computer opnieuw. Windows zoekt automatisch naar de opgeslagen drivers op het systeem en zal die ook meteen installeren. Maak opnieuw verbinding met wifi en kijk of er verbinding is. Als het probleem verder aanhoudt, ga je voor de volgende stap.

Als je de wifi-netwerkadapter kent, kun je die verwijderen.

Wat is mijn wifi-netwerkadapter?

Meestal is het gemakkelijk om in Apparaatbeheer de wifi-netwerkadapter te vinden. Vouw Netwerkadapters uit en zoek naar een adapter met wireless of wifi in de naam, bijvoorbeeld: Intel(R) wifi 6 AX201 160MHz. Soms zie je geen naam die naar wifi of wireless verwijst. In dat geval gebruik je de opdrachtprompt om de juiste wifi-netwerkadapter te achterhalen. Druk op Windows-toets+R, typ cmd en druk op Enter. Daarna typ je het volgende commando in: netsh wlan show drivers. Vervolgens lees je de naam van de wifi-adapter en de fabrikant.

Hier is de wifi-chip Realtek RTL8822CE 802.11ac PCIe-adapter.

Herstelpunt

Met een herstelpunt kun je de computer terugzetten naar een vorige goed functionerende staat. Typ Herstelpunt als zoekterm naast de startknop. Je komt dan direct bij het tabblad Systeembeveiliging van Systeemeigenschappen. Selecteer de lokale systeemschijf in het overzicht en vervolgens klik je op de knop Configureren. Schakel in het volgende venster Systeemherstel in. Met de schuifregelaar onderaan bepaal je de hoeveelheid schijfruimte die voor de herstelpunten mag worden gebruikt. Bevestig met Toepassen en klik op OK. Terug in het vorige venster klik je op Maken. Windows vraagt welke naam je dit herstelpunt wilt geven zodat je dit later gemakkelijk kunt herkennen. Klik nog eens op de knop Maken. Je ontvangt een melding als het herstelpunt succesvol is aangemaakt. Wil je later terugkeren naar dit herstelpunt, dan open je weer Systeemeigenschappen / Systeembeveiliging. Daar gebruik je de knop Systeemherstel en dan krijg je een overzicht van de herstelpunten waarnaar je kunt terugkeren.

Je krijgt ook de datum en tijd te zien van het herstelpunt dat je kunt aanspreken.

Stap 7: Handmatig het nieuwste wifi-stuurprogramma

Heb je het wifi-stuurprogramma verwijderd en opnieuw geïnstalleerd, maar blijft het probleem bestaan? Dan kan het zijn dat Windows Apparaatbeheer niet de juiste driver heeft geïnstalleerd. Windows heeft een ingebouwde tool, Windows Update, die de drivers automatisch up-to-date moet houden, maar soms worden die driver-updates overgeslagen. Fabrikanten doen er vaak lang over om hun drivers aan Windows Update toe te voegen. En Windows Update zelf negeert soms driverupdates omdat het die als optioneel beschouwt, terwijl ze eigenlijk heel belangrijk zijn. In dat geval ga je bij de fabrikant op zoek en geef je het model van je pc in. Daarna bepaal je welke Windows-versie je hebt en of je computer 32- of 64-bits is. Ga door naar de downloadpagina van de fabrikant van het apparaat. Zoek het juiste stuurprogramma en download de driver. Soms zit de driver in een zip-bestand. Dat is een gecomprimeerd bestand, een archief dat je eerst moet uitpakken of ontzippen. In Windows doe je dat door met de rechtermuisknop op het zip-bestand te klikken en dan Alles uitpakken te selecteren. Daarna kun je het exe-bestand dubbelklikken en de instructies op het scherm volgen om het stuurprogramma te installeren. Als je computer geen internettoegang heeft, dan zoek je deze driver via een andere computer en je transporteert de exe-installer met een usb-stick om het daarna op de pc met het wifi-probleem te installeren.

Iedere fabrikant heeft zijn eigen supportpagina waar je de stuurprogramma's kunt downloaden.

⭐Consumenten testen: de TP-Link Deco BE25 WiFi 7 mesh set

Op Review.nl testen gewone consumenten de meest uiteenlopende producten. zo hebben ze ook de TP-Link Deco BE25 WiFi 7 mesh set thuis uitgebreid uitgeprobeerd. Benieuwd naar hun bevindingen? Dit is het oordeel van het Review.nl-testpanel over de TP-Link Deco BE25 WiFi 7 mesh set.

Stap 8: Schakel de WLAN AutoConfig-service in

Het systeem bevat een hulpprogramma dat het beheer van draadloze verbindingen op de achtergrond voor zijn rekening neemt: WLAN AutoConfig-service. Als deze service actief is, selecteert deze dynamisch met welk draadloos netwerk de pc automatisch verbinding maakt. Bovendien configureert deze service de nodige instellingen op de draadloze netwerkadapter. Soms kan deze door een fout niet meer goed werken. Het is zelfs mogelijk dat het foutbericht 'Windows kan de WLAN AutoConfig-service niet starten' verschijnt wanneer je een draadloze verbinding met het internet probeert te maken. Om de service in te schakelen druk je op Windows-toets+R in om het venster Uitvoeren te openen. Typ hier services.msc en klik op OK. Nu krijg je een lange lijst van services te zien. Scrol naar beneden en selecteer WLAN AutoConfig. In het contextmenu selecteer je Eigenschappen. In het tabblad Algemeen selecteer je bij Opstarttype de optie Automatisch. Daarna klik je achtereenvolgens op Toepassen, Start en OK om de wijzigingen op te slaan. Nu moet je de pc opnieuw opstarten en opnieuw verbinding trachten te maken met het draadloze netwerk om te zien of het werkt.

Reset de WLAN AutoConfig-service.

Stap 9: Geef het ip-adres vrij en leeg de DNS-cache

Kun je wel een wifi-verbinding maken, maar heb je toch geen toegang tot het internet, dan kan dit probleem veroorzaakt worden door je ip-adres of het DNS (Domain Name System). Je kunt deze instellingen resetten, zodat Windows een nieuw ip-adres opvraagt en de DNS-cache leegt. Klik op de Windows-zoekbalk en typ cmd in het zoekvak. Als resultaat verschijnt de app Opdrachtprompt en daar selecteer je de optie Als administrator uitvoeren. Nu typ of plak je de volgende 5 opdrachten één na één in opdrachtprompt en na elke opdracht druk je op Enter:

netsh winsock reset
netsh int ip reset
ipconfig /release
ipconfig /renew
ipconfig /flushdns

Als je daarmee klaar bent, herstart je en verbind je de computer opnieuw met wifi.

In de opdrachtprompt kun je het ip-adres vrijgeven en de DNS leegmaken.

Stap 10: Update verwijderen

Is het wifi-probleem ontstaan nadat je een Windows-update hebt uitgevoerd, dan kun je de recente updates verwijderen om te kijken of daarmee het probleem opgelost is. Open de Instellingen en selecteer Windows Update in het linkertabblad. Dan kun je aan de rechterkant Geschiedenis van updates bekijken en in de lijst zie je telkens wanneer de installatie van de update is uitgevoerd. Onderaan bij Verwante instellingen vind je Installatie van updates ongedaan maken. Als je daarop klikt, zie je welke updates je ongedaan kunt maken. Selecteer de update die je wilt verwijderen en klik op Installatie ongedaan maken. Klik op Ja wanneer er een dialoogvenster verschijnt. Probeer opnieuw verbinding te maken met het draadloze netwerk en te internetten.

Selecteer de update die je wilt verwijderen.

Je hebt er wél wat geduld nodig

(Koffie uit deze mok helpt)
▼ Volgende artikel
Baas over bladzijdes: plaats paginanummers waar je wilt
© Anders Beier
Huis

Baas over bladzijdes: plaats paginanummers waar je wilt

Lange documenten in Word voorzie je natuurlijk van paginanummers. Maar wat als je project begint met een voorblad en een inhoudsopgave? Dan wil je de paginanummering misschien pas later laten starten, bijvoorbeeld bij het eerste hoofdstuk. Gelukkig kun je zelf bepalen vanaf welke pagina de nummering begint en hoe die wordt weergegeven.

Stap 1: Sectie-einde

Stel dat je de paginanummering pas op pagina vier wilt laten beginnen. Plaats dan de cursor aan het einde van de tekst op de derde pagina. Ga naar het tabblad Indeling, klik op Eindemarkeringen en kies onder Sectie-einden de optie Volgende pagina. Zo voeg je een sectie-einde toe tussen pagina drie en vier.

Plaats een sectie-einde voor de pagina waar de nummering moet beginnen.

Stap 2: Ontkoppel de sectie

Klik in de kop- of voettekst van pagina vier. Je ziet nu het label Koptekst (Sectie 2) of Voettekst (Sectie 2) verschijnen. Zodra je dit doet, opent automatisch het tabblad Koptekst en voettekst. Klik op Aan vorige koppelen in de groep Navigatie om de kop- en voettekst van deze sectie los te koppelen van de vorige. Zo voorkom je dat de paginanummers ook op de eerste drie pagina’s verschijnen.

Zorg dat de optie 'Aan vorige koppelen' is uitgeschakeld voordat je nummers toevoegt.

Stap 3: Nummering plaatsen

Plaats de cursor opnieuw in de kop- of voettekst van pagina vier waar je de nummering wilt starten. Ga naar Paginanummer, kies waar je het nummer wilt tonen (bovenaan of onderaan) en kies een stijl. Je ziet nu waarschijnlijk dat pagina vier het cijfer 4 krijgt. Dat wil je aanpassen. Klik opnieuw op Paginanummer en kies Opmaak paginanummers. Selecteer hier Beginnen bij en vul het gewenste startnummer in – in dit voorbeeld: 1. Klik op OK. Nu begint de nummering pas op pagina vier, met het cijfer 1.

De eerste drie pagina’s hebben nu geen nummering. Als je die drie pagina’s door middel van Romeinse cijfers wilt nummeren, dan ga je terug naar de allereerste pagina en weer klik je op Paginanummer. Je beslist of de nummering boven- of onderaan de pagina moet komen. In het pop-up venster Opmaakpaginanummers selecteer je bovenaan de Romeinse stijl en in het vak Beginnen bij selecteer je 1.

Vanaf nu krijgt de vierde pagina het nummer 1.