ID.nl logo
Energie besparen: simpel en snel met deze (gratis) bespaartips!
Energie

Energie besparen: simpel en snel met deze (gratis) bespaartips!

Energie besparen hoeft niet moeilijk te zijn en er zijn echt niet altijd eerst ingrijpende investeringen nodig, bijvoorbeeld in zonnepanelen of isolatie. Met de (gratis) bespaartips uit dit artikel kun je direct aan de slag en bespaar je binnen no-time op je energieverbruik en -kosten. Hoe dan? Lees snel verder om daarachter te komen!

In samenwerking met Greenchoice

Na het lezen van dit artikel weet je:

Check de gratis test van Greenchoice

In drie stappen een persoonlijk bespaarplan!

Gratis bespaartips om direct toe te passen 

Bij energiezuiniger en duurzaam leven denk je misschien aan zonnepanelen, warmtepompen en energiezuinige apparaten, maar je kunt ook prima energie besparen zonder deze grote investeringen. Sterker nog, hieronder lees je een hele reeks tips waarmee je vanaf nu direct gratis kunt besparen op jouw energieverbruik.   

1. Maak slim gebruik van je verwarming 

Natuurlijk wil je dat je huis het hele jaar door een aangename temperatuur heeft, maar dat kan heel goed samengaan met bewust energie besparen. Verwarm om te beginnen niet je hele huis, maar alleen de ruimtes waar je ook daadwerkelijk bent. Draai radiatoren dicht in ruimtes waar je niet bent en koop eventueel een deurdranger of -veer om ervoor te zorgen dat alle deuren zoveel mogelijk dicht blijven. 

Andere manieren om bewust te verwarmen:  

  • Zet de thermostaat standaard op maximaal 19 graden. Je kunt ook de thermostaat een graad lager zetten dan je gewend bent. Zo bespaar je direct, zonder dat je veel verschil voelt. 

  • Zet de thermostaat op 15 graden wanneer er niemand thuis is. Zo voorkom je dat het huis onnodig wordt verwarmd. Heb je vloerverwarming? Stel die dan bij lange afwezigheid in op 17 graden. Let wel op: ben je kort van huis? Dan is het slimmer je vloerverwarming niet te verlagen, omdat het daarna uren duurt voordat deze weer op temperatuur is. 

  • Zet de thermostaat ook 's nachts op 15 graden om te besparen op energie. Door dit al te doen een uur voordat je naar bed gaat, bespaar je nog eens extra zonder in te leveren op comfort. 

Je kunt er een gewoonte van maken de thermostaat handmatig lager te zetten, maar nog slimmer is het om dit automatisch in te stellen. Zo voorkom je dat je het vergeet, maar ook dat de thermostaat bijvoorbeeld aanslaat om het huis op te warmen, terwijl jij een (paar) uur later toch de deur uitgaat.

©Olivier Le Moal

2. Douche maximaal 5 minuten per keer 

Een gemiddelde douchebeurt duurt in Nederland ruim 7 minuten. Door je douchetijd in te korten, bespaar je direct energie en verspil je minder water. Dus zet een timer op je telefoon of start je favoriete nummer en gebruik dat als tijd die je hebt om te douchen.  

Tip! Door de douche uit te zetten tijdens het inzepen, scheren of haren wassen bespaar je heel eenvoudig nog meer water en energie.

3. Gebruik geen wasdroger 

De wasdroger is een echte energievreter, maar in een groot deel van het jaar kun je daar een hoop energie op besparen. Gebruik je wasdroger zo min mogelijk en hang je was wat vaker aan een waslijn of op een wasrek. Het duurt zo op sommige dagen misschien iets langer tot de was droog is, maar dat kost wel minder energie! 

4. Neem afscheid van de tweede koelkast 

Naast de wasdroger is de koelkast een van de meest energieslurpende apparaten in huis. En toch heeft één op de vijf Nederlanders meer dan één koelkast in huis (bron: Greenchoice). Neem daarom zo snel mogelijk afscheid van die (vaak overbodige) tweede koelkast om energie te besparen.  

5. Zet de vaatwasser op ecostand 

Zelf de afwas doen bespaart natuurlijk de meeste energie, maar misschien heb je daar niet altijd zin in. Om toch te besparen, is het slim het ecoprogramma van je vaatwasser te gebruiken. Dit programma spoelt in de meeste gevallen alles net zo goed schoon, maar is gemiddeld wel 30 procent zuiniger. 

6. Was op lage temperaturen  

Net als op de vaatwasser, valt er ook energie te besparen op het gebruik van de wasmachine. Door voortaan de was te draaien op een lagere temperatuur bespaar je direct energie. De meeste wasmachines hebben net als de vaatwasser een ecoprogramma en anders is wassen op 30 graden het advies om energie te besparen.  

Bonustip! Laat de vaatwasser en wasmachine pas draaien als deze echt helemaal vol zijn. Zo bespaar je op het aantal (afwas)beurten en dat scheelt extra in je energieverbruik. 

Bespaar nog meer energie met deze kleine investeringen 

Ben je enthousiast en wil je nóg meer energie besparen? Dan hebben we nog een aantal tips voor je waarvoor maar een kleine investering nodig is. En met dank aan de energiebesparing die erop volgt, heb je deze investeringen binnen no time terugverdiend. 

1. Plaats een waterbesparende douchekop 

We gaven al de gratis tip om maximaal korter te douchen, maar met een waterbesparende douchekop bespaar je nog meer per douchebeurt. Een waterbesparende douchekop mengt onder druk water met lucht, waardoor de douchekop zo'n 16 procent minder water verbruikt. Deze besparingstip kost je een geschatte investering van 25 euro voor de douchekop, maar levert je op jaarbasis ongeveer 168 euro op (bron: Greenchoice). 

2. Vervang je lampen door ledverlichting 

Gloeilampen worden al enige tijd niet meer verkocht en ook de halogeenlampen zijn in veel huizen al vervangen door ledlampen. Is dat bij jou niet het geval? Kijk dan nog eens goed rond. Met energiezuinige ledlampen kun je namelijk tot maar liefst 90 procent besparen op het energieverbruik van je verlichting (bron: Milieu Centraal)! 

Lees ook: Energie besparen in de spotlight: leg je lampen onder de loep 

3. Plak kozijnfolie voor de ramen 

Het plaatsen van dubbel glas of HR-glas is een prijzige investering om energie te besparen, maar kozijnfolie biedt een goedkoper alternatief. Deze isolerende folie plak je voor de ramen, waardoor de isolatiewaarde van de ramen wordt verhoogd. Enkel glas wordt daardoor als het ware dubbel glas en dubbel glas wordt zo (bijna) gelijkwaardig aan HR glas. 

Lees ook: De helft minder warmte verliezen? Raamisolatie: een koud kunstje!  

4. Voorkom tocht in huis 

Tocht heeft vaak een negatief effect op de gevoelstemperatuur in huis. Met als gevolg dat we meer gaan stoken. Een eenvoudige manier om tocht tegen te gaan is door tochtstrips te plaatsen op locaties waar veel tocht voorkomt, zoals bij deuren, ramen, kozijnen en kruipruimtes.  

Lees ook: Fris in huis? Dat los je eenvoudig op met deze 5 tips tegen tocht en koudeval  

5. Maak gebruik van een radiatorventilator 

Met een radiatorventilator haal je meer warmte uit je radiator. Een radiatorventilator is een klein apparaat, voor radiatoren met een dubbele of driedubbele plaat, waarvan de ventilatoren gaan draaien wanneer je de verwarming aanzet. Dat zorgt er niet alleen voor dat ruimtes sneller warm zijn, de warmte wordt ook beter verdeeld. 

Er zijn verschillende typen radiatorventilatoren. De een leg je boven op de radiator, andere plak je met magneten aan de onderkant, maar alle versies zijn eenvoudig toe te passen. Let wel op dat je van sommige versies meer dan één ventilator per radiator nodig hebt.

Check de gratis test van Greenchoice

in drie stappen een persoonlijk bespaarplan

Ontdek nu direct jouw energiebespaarplan 

Wil je meer weten over hoe je energie kunt besparen in jouw (woon)situatie? Check de bespaarhulp van Greenchoice of creëer nu direct jouw persoonlijke bespaarplan met de gratis test. Daarmee ontdek je in slechts drie stappen hoe jij op basis van jouw woning, energieverbruik, situatie én budget direct en eenvoudig energie kunt besparen. 

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!