ID.nl logo
Energiebesparing in de spotlight: leg je lampen onder de loep
© jittawit.21 - stock.adobe.com
Energie

Energiebesparing in de spotlight: leg je lampen onder de loep

Wist je dat 12 tot 14 procent van je stroomverbruik opgaat aan verlichting? Goede reden dus om daar eens een lichtje op te schijnen. Door energiezuinig te verlichten en bewuste keuzes te maken bij de aanschaf van lampen kun je namelijk heel wat energie besparen! In dit artikel zetten we de belangrijkste tips voor je op een rij.

In samenwerking met Greenchoice.

Na het lezen van dit artikel weet je:  

  • hoeveel je met energiezuinige verlichting kunt besparen op je energieverbruik; 
  • waar je op moet letten bij de aanschaf van energiezuinige verlichting; 
  • wat je kunt doen om energiezuiniger gebruik te maken van je verlichting.  

Lees ook: Direct energie besparen zonder grote investeringen - ook in de zomer! 

Check de gratis test van Greenchoice

in drie stappen een persoonlijk bespaarplan

Energiezuinig verlichten 

Door je huis te verlichten met energiezuinige lampen kun je tot maar liefst 90% besparen op je energieverbruik (Bron: Milieu Centraal). Maar er zijn ook andere manieren om (nog) zuiniger om te gaan met verlichting. Denk bijvoorbeeld aan het kiezen van de juiste lamp, het gebruik van een dimmer of door optimaal gebruik te maken van daglicht. Lees alle tips hieronder, zodat ook jij direct aan de slag kunt om (nog meer) energie te besparen! 

Snel ontdekken waar je naast verlichting nog meer energie op kunt besparen in huis? Check de bespaarhulp van Greenchoice of doe de gratis test die jou in drie stappen op weg helpt naar een persoonlijk bespaarplan. 

Tips voor de aanschaf van energiezuinige verlichting  

Energiezuinig verlichten begint al bij de aanschaf. Door bijvoorbeeld te kiezen voor ledlampen, te letten op het energielabel van een lamp en te kiezen voor het juiste wattage. 

1. Vervang halogeen- of gloeilampen door ledlampen 

In veel huizen zijn de lampen inmiddels al vervangen door ledverlichting, maar mocht dat bij jou niet het geval zijn dan is dat absoluut de belangrijkste tip. Met led kun je namelijk flink besparen. Om te vergelijken: een ledlamp is 85 procent zuiniger dan een halogeenlamp en zelfs 90 procent zuiniger dan een gloeilamp (Bron: Milieu Centraal). Vervang dus vooral de lampen die vaak aan zijn zo snel mogelijk om direct (veel) energie te besparen. Maar vergeet ook kleinere lampen en spotjes, op bijvoorbeeld de zolder of in de schuur, niet. 

Ledlampen zijn over het algemeen duurder in de aanschaf, maar doordat ze weinig energie verbruiken en langer meegaan ben je met led op de lange termijn alsnog goedkoper uit dan met gloei- of halogeenlampen. 

©Kristian - stock.adobe.com

Moet je spaarlampen ook vervangen?  

Spaarlampen (CFL's) zijn bijna net zo zuinig als ledlampen. Het is dan ook voor het energieverbruik niet nodig om spaarlampen direct te vervangen. Ten opzichte van de ledlamp heeft de spaarlamp echter wel een aantal andere nadelen. Zo duurt het even voordat een spaarlamp volledig licht geeft, functioneert de lamp minder goed bij kou en gaat een spaarlamp eerder stuk als deze vaak aan- en uitgeschakeld wordt. Ben je dus al bezig met het vervangen van alle lampen? Dan is het misschien toch slim om ook de spaarlampen meteen mee te nemen.  

2. Let op het energielabel van lampen 

Het energielabel van een lamp laat zien hoe zuinig bijvoorbeeld een ledlamp, spaarlamp of tl-buis omgaat met energie. Lampen hebben energielabel A (donkergroen) tot en met energielabel G (rood), waarbij label A het meest zuinige en G het minst zuinige is.  

Naast de klassen A tot en met G vind je op een energielabel ook informatie over het energieverbruik per 1000 branduren, aangegeven in kWh/1000 uur. Dit helpt je verschillende lampen goed te vergelijken. Zo zie je bijvoorbeeld direct dat een lamp van zes watt meer energie verbruikt dan een lamp van vier watt. 

Tot 1 september 2021 liep het energielabel nog van A++ tot en met E. Deze klassen zijn sindsdien aangepast, omdat de plusjes niet duidelijk genoeg waren. Dat betekent overigens niet dat lampen nu minder zuinig zijn geworden. Het nieuwe label B, C of D is ongeveer vergelijkbaar met het oude energielabel A+ of A++. 

3. Kies voor het juiste aantal Watt 

Een te felle of te zwakke lamp is niet prettig, maar kan ook nog eens onnodig energieverbruik opleveren. Hoe hoger de wattage van een lamp, hoe hoger het energieverbruik. Dus die te felle lamp is niet alleen vervelend voor je ogen, maar ook zonde voor je energieverbruik. 

Tips voor energiezuinig gebruik van je lampen 

Naast bewuste keuzes in de aanschaf van verlichting kun je ook energie besparen in het gebruik ervan. Door lampen vaker uit te doen, daglicht beter te benutten of een dimmer te gebruiken bijvoorbeeld.  

©Vladdeep

1. Doe lampen vaker uit 

Je herkent het misschien wel: je loopt van kamer naar kamer door het huis en voor je het weet staan overal de lampen aan. Dat is natuurlijk zonde! Maak er daarom een gewoonte van om lampen vaker uit te doen, ook als het maar kort is, want alle beetjes helpen. Vergeet je dit toch makkelijk? Dan kan een licht- of bewegingssensor uitkomst bieden, vooral in ruimtes die je vaak in- en uitloopt, zoals de gang of het toilet. 

Tip: let er bij het gebruik van licht- of bewegingssensoren op dat de sensoren zelf niet te veel energie verbruiken, om te voorkomen dat het effect op het totale energieverbruik teniet wordt gedaan. 

2. Benut daglicht zoveel mogelijk 

Door optimaal gebruik te maken van daglicht heb je minder vaak verlichting nodig in huis. Zorg er daarom voor dat ramen zo vrij mogelijk zijn en voorkom dat bijvoorbeeld gordijnen en/of planten de lichtinval tegenhouden. Daarnaast kan ook de aanwezigheid van lichte kleuren op vloeren en muren helpen, doordat deze het daglicht weerkaatsen. En in sommige gevallen kan een lichtkoepel of bijvoorbeeld een dakkapel een ingrijpende maar effectieve oplossing zijn om energie te besparen op verlichting.  

3. Gebruik een dimmer 

Een dimmer bepaalt de hoeveelheid stroom die naar een lichtbron gaat waardoor deze meer of minder fel brandt. Plaats je een dimmer op een ledlamp, dan kan deze daardoor (veel) minder stroom verbruiken. Dit maakt een dimmer dus een effectieve (en sfeervolle) oplossing om energie te besparen. Een leddimmer is over het algemeen wel duurder in aanschaf dan een gewone dimmer, maar deze kosten verdien je op termijn terug op het bespaarde energieverbruik.  

Let op: niet alle ledverlichting is standaard dimbaar en niet elke dimmer is geschikt voor ledlampen. Wil je gebruikmaken van een dimmer? Let er dan dus goed op dat de gekozen ledlampen geschikt zijn voor en gecombineerd worden met een leddimmer.

Check de gratis test van Greenchoice

in drie stappen een persoonlijk bespaarplan

Ontdek eenvoudig jouw energiebespaarplan 

Wil je meer weten over hoe je energie kunt besparen in jouw (woon)situatie? Check dan de bespaarhulp van Greenchoice. Of creëer nu direct jouw persoonlijke bespaarplan met de gratis test. Daarmee ontdek je in slechts drie stappen hoe jij op basis van jouw woning, situatie én budget direct energie kunt besparen. 

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.