ID.nl logo
Zo kun je programmeren in Python - Deel 3
© PXimport
Zekerheid & gemak

Zo kun je programmeren in Python - Deel 3

Nu je hebt gezien hoe je gegevens structureert in lijsten en dictionary’s, wordt het tijd om ook in je programma’s wat structuur te brengen. In deze les ga je van start met de Python-ontwikkelomgeving Thonny en schrijf je je eerste Python-programma’s.

Tot nu toe heb je al je Python-opdrachten in een interactieve sessie in de Python-interpreter uitgevoerd. Dat is handig voor wat kleine berekeningen, maar voor complexere zaken dien je een volwaardig programma te schrijven. En dat gaan we in deze les dan ook doen, waarbij we ook veel opdrachten zien die Python aanbiedt om een programma op te bouwen.

Thonny

Als je Python-programma’s begint te schrijven die voor meer dienen dan eenvoudige bewerkingen, volstaat de Python-interpreter niet: je hebt dan een ontwikkelomgeving nodig die je helpt bij het opbouwen van je programma. In deze les gebruiken we Thonny, dat standaard wordt geïnstalleerd met Python vanaf versie 3.7.

Als je Thonny opstart, krijg je twee tekstvelden te zien. In het tekstveld bovenaan typ je je Python-programma in. Het tekstveld onderaan is een ‘shell’: dit is hetzelfde als de Python-interpreter die we in de vorige lessen gebruikten. Om kort wat opdrachten uit te proberen terwijl je een programma aan het schrijven bent, kan dit tekstveld handig zijn.

©PXimport

Waar of niet waar

Maar voordat we een programma schrijven, dienen we eerst nog één datatype van Python uit te leggen, en wel een heel eenvoudig: bool. Dit stelt een booleaanse waarde voor: waar of niet waar, of in Python: True of False. Heel wat functies en operatoren in Python geven een van deze waardes terug. Voer de volgende opdrachten maar eens in het shell-tekstveld van Thonny in:

>>> namen = ['lies', 'jan', 'kees', 'mireille', 'koen', 'rob']
>>> 'kees' in namen
True
>>> 'aniek' in namen
False
>>> namen[0] == 'lies'
True
>>> namen[1] != 'kees'
True
>>> 2 < 5
True
>>> 2 > 5
False
>>> 3.1.is_integer()
False
>>> 3.0.is_integer()
True

Zoals je ziet, kun je met in testen of een element zich in een lijst bevindt. Met == test je op de gelijkheid van twee objecten en met != op de ongelijkheid. Vergelijkingen zoals < (kleiner dan) en > (groter dan) geven ook een booleaanse waarde terug. Daarnaast heb je ook <= (kleiner dan of gelijk aan) en >= (groter dan of gelijk aan). En een functie zoals is_integer() is handig om van een float te bepalen of het een gehele waarde is.

Met booleaanse waarden zelf kun je ook ‘rekenen’, namelijk met de operatoren and, or en not. De uitdrukking x or y is True als x of y of beide objecten True zijn; x and y is True als beide objecten True zijn; en not x is True als x False is en andersom.

Waardes testen: if

Dan gaan we nu ons eerste Python-programma schrijven. Het programma vraagt de gebruiker om een geheel getal van 1 tot 10 in te vullen en toont het getal dan in een woord uitgeschreven. Maar als de gebruiker een getal kleiner dan 1 of groter dan 10 invult, krijgt hij een foutmelding. Het programma ziet er zo uit:

getallen = {1: 'één', 2: 'twee', 3: 'drie', 4: 'vier', 5: 'vijf', 6: 'zes', 7: 'zeven', 8: 'acht', 9: 'negen', 10: 'tien'}

getal = int(input("Voer een geheel getal van 1 tot 10 in: "))

if getal < 1:

print("Het getal is kleiner dan 1.")

elif getal > 10:

print("Het getal is groter dan 10.")

else:

print(getallen[getal])

Op de eerste regel maken we een dictionary aan met de getallen van 1 tot 10 als sleutel, met telkens als bijbehorende waarde een string met het getal in een woord uitgedrukt. Daarna roepen we de functie input aan met als argument een string met de vraag om een getal in te voeren. De functie input geeft als waarde de string terug die de gebruiker heeft ingevoerd. Die string zetten we met int om naar een geheel getal, op voorwaarde natuurlijk dat de gebruiker daadwerkelijk een getal heeft ingevoerd.

Daarna testen we met if getal < 1 of het getal kleiner is dan 1. In dat geval wordt de regel erna uitgevoerd. Als aan die eerste voorwaarde niet voldaan is, controleert Python de voorwaarde in de regel elif getal > 10. Zo ja, dan wordt de regel erna uitgevoerd; zo nee, dan wordt de regel na else: uitgevoerd.

Zo’n blok als hierboven kan meerdere controles met elif bevatten: die worden dan één voor één getest tot er aan een voorwaarde is voldaan. Overigens zijn de controles met elif en else optioneel. Je kunt dus eenvoudig alleen met if een voorwaarde testen: in het geval niet aan die voorwaarde is voldaan, gebeurt er niets en gaat het programma gewoon verder.

Voer je programma uit

Voer de code in het programmatekstveld van Thonny in. Je merkt dat Thonny de regels automatisch met vier tekens inspringt nadat je op Enter drukt na een regel met if, elif of else. Let op: zonder deze inspringing is de Python-code niet geldig. Nadat je de volledige code ingetypt hebt, sla je het bestand in Thonny op. Druk daarna op het groene icoontje met het driehoekje om het programma uit te voeren.

Als je een tikfout hebt gemaakt, krijg je in het onderste tekstveld een foutmelding te zien. Dat is bijvoorbeeld het geval als je een : op het einde van een regel met if, elif of else vergeet of als je de code niet correct inspringt. Verbeter dan je code en voer het programma opnieuw uit.

Je programma vraagt nu in het tekstveld onderaan om een getal van 1 tot 10 in te voeren. Test de verschillende onderdelen van je programma eens uit door een getal in te voeren dat te klein, te groot of binnen het bereik ligt. Na elke invoer druk je op Enter en krijg je het resultaat te zien. Voer het programma daarna opnieuw uit voor een volgende poging.

Programma’s op de opdrachtregel uitvoeren

Je hoeft je programma’s niet in Thonny uit te voeren. Als je op de Opdrachtprompt (onder Windows) of de Terminal (onder Linux of macOS) naar de directory gaat waarin je je Python-programma hebt opgeslagen, kun je het programma uitvoeren met de opdracht python3 naamvanprogramma.py.

Een bereik van getallen

Ons programma is ingewikkelder dan nodig. We hoeven eigenlijk niet te weten of het ingevoerde getal kleiner dan 1 is of groter dan 10: we willen gewoon weten of het in het gevraagde bereik van 1 tot 10 ligt. Daarbij kunnen we gebruikmaken van de functie range, die een bereik van getallen voorstelt. Zo kunnen we ons voorgaande programma vereenvoudigen tot:

getallen = {1: 'één', 2: 'twee', 3: 'drie', 4: 'vier', 5: 'vijf', 6: 'zes', 7: 'zeven', 8: 'acht', 9: 'negen', 10: 'tien'}

getal = int(input("Voer een geheel getal van 1 tot 10 in: "))

if getal - 1 in range(len(getallen)):

print(getallen[getal])

else:

print("Het getal ligt niet binnen het bereik van 1 tot 10.")

We hebben nu nog maar één test met if nodig, zonder elif. In die controle testen we immers of het ingevoerde getal in het bereik ligt. Dat bereik berekenen we door de lengte van de dictionary met getallen door te geven aan de functie range. Omdat Python altijd vanaf 0 begint te tellen, is het bereik voor die dictionary met lengte 10 gelijk aan de getallen van 0 tot 9. Maar omdat wij mensen vanaf 1 beginnen te tellen, trekken we 1 van het ingevoerde getal af voordat we testen of het getal zich in het bereik bevindt. En zo komen we aan deze regel:

if getal - 1 in range(len(getallen)):

Voorwaardelijke lussen

Ons programma heeft nog één groot minpunt: als de gebruiker een waarde buiten het bereik invoert, stopt het programma gewoon en moet de gebruiker het programma opnieuw uitvoeren. Waarom kan het programma in dat geval niet uit zichzelf opnieuw naar een getal vragen? Dat kan, namelijk met while:

getallen = {1: 'één', 2: 'twee', 3: 'drie', 4: 'vier', 5: 'vijf', 6: 'zes', 7: 'zeven', 8: 'acht', 9: 'negen', 10: 'tien'}

getal = 0

while getal - 1 not in range(len(getallen)):

getal = int(input("Voer een geheel getal van 1 tot 10 in: "))

print(getallen[getal])

In de regel met while testen we met not in of het ingevoerde getal zich niet binnen het bereik bevindt. In dat geval wordt de ingesprongen opdracht eronder uitgevoerd. En daarna gebeurt de test in de regel met while opnieuw, zolang het getal zich niet binnen het bereik bevindt. Pas wanneer het getal zich wel binnen het bereik bevindt, stopt het while-blok en gaat het programma verder met de laatste regel. Zo’n while-blok noemen we een lus, omdat het programma als het ware in rondjes draait zolang aan de voorwaarde op de while-regel is voldaan.

Let op: we kennen in het begin van het programma 0 toe aan de variabele getal zodat de while-lus de eerste keer sowieso wordt uitgevoerd.

Samenvatting

In deze les hebben we de stap gezet van afzonderlijke Python-opdrachten naar Python-programma’s. Dat deden we in de ontwikkelomgeving Thonny. We bekeken het datatype bool en werkten met voorwaarden in if-blokken en while-lussen. Daarbij maakten we ook gebruik van de functie range voor een bereik van getallen. We gebruikten input en print voor invoer en uitvoer. De volgende les besteden we volledig aan invoer en uitvoer, en bespreken we ook hoe je door elementen in een lijst of dictionary loopt.

Opdracht

Ons laatste programma heeft nog één nadeel: het vraagt bij de invoer van een getal buiten het bereik van 1 tot 10 gewoon opnieuw een getal zonder extra melding dat je iets verkeerds hebt ingetypt. Voeg die extra melding toe, zoals we wel in het programma met if hadden.

Uitwerking

getallen = {1: 'één', 2: 'twee', 3: 'drie', 4: 'vier', 5: 'vijf', 6: 'zes', 7: 'zeven', 8: 'acht', 9: 'negen', 10: 'tien'} getal = int(input("Voer een geheel getal van 1 tot 10 in: ")) while getal - 1 not in range(len(getallen)): print("Het getal ligt niet binnen het bereik van 1 tot 10.") getal = int(input("Voer een geheel getal van 1 tot 10 in: ")) print(getallen[getal]) Dit programma combineert de ideeën achter onze twee vorige programma’s. We initialiseren getal nu niet met 0, maar met de invoer van de gebruiker. Als deze eerste keer het getal onmiddellijk in het bereik van 1 tot 10 ligt, is aan de voorwaarde van de while-lus niet voldaan en wordt het getal getoond. In het andere geval wordt de lus gestart, waarbij zolang het getal niet in het bereik ligt de gebruiker een melding daarvan krijgt en de vraag om een getal in te voeren.

Cheatsheet

argument: een waarde die je aan een functie doorgeeft. bool (‘booleaanse waarde’): waar (True) of niet waar (False). if: een test of er aan een voorwaarde is voldaan. ontwikkelomgeving (development environment): software die je ondersteunt bij het schrijven van programma’s. while: een lus die uitgevoerd wordt zolang er aan een voorwaarde is voldaan.

▼ Volgende artikel
De lente komt eraan! Dit doe je in februari in de tuin
© Olga Seyfutdinova
Huis

De lente komt eraan! Dit doe je in februari in de tuin

De winter loopt op zijn eind, ook al voelt dat niet altijd zo aan de temperatuur. Maar kijk om je heen: het eerste groen verschijnt weer in de tuin. Winterklokjes en krokussen laten zich zien en aan sommige bomen en struiken zie je al de eerste knoppen verschijnen. Tijd dus om de handen uit de mouwen te steken – de tuin roept!

Dit doe je in februari is het tijd om: 🪻 Eenjarige zomerbloemen voorzaaien 🪻 Kale plekken in het gazon inzaaien 🪻 Groene aanslag van de bestratingverwijderen 🪻 Bepaalde (fruit)bomen snoeien

Weten wat je de rest van het jaar in de tuin kunt doen? Kijk dan op onze jaarkalender!

Voorzaaien, planten en verpotten

Zaai eenjarige zomerbloemen alvast binnen voor, zodat je later in het seizoen sterke planten hebt. Buiten kun je bomen en struiken verplaatsen, zolang het niet vriest. Kuipplanten die in de garage of schuur overwinteren, hebben nu wat meer water nodig. Ook potplanten buiten kunnen wel een scheut gebruiken als ze lange tijd droog staan.

Omdat de nachten nog koud kunnen zijn, is het verstandig om bloeiende bollen in potten en bakken te beschermen met vliesdoek. Een camelia kun je 's nachts afdekken met noppenfolie, maar haal die er overdag weer af zodra de temperatuur boven nul komt.

Wil je wat extra kleur in de tuin? Zet viooltjes en primula's neer. Ze kunnen goed tegen de kou en zorgen meteen voor een lente-achtig gevoel.

©MaÅgosia Karniewska

Aandacht voor je gazon

Strooi in de eerste twee weken van februari kalk over het gazon en de borders. Wil je een nieuw gazon aanleggen? Dan is het tijd om aan de slag te gaan. Spit en egaliseer de grond, zodat die klaar is voor het inzaaien of leggen van gras. Als je gazon vol molshopen ligt, kun je de aarde met een bezem over het gras verspreiden. Is het droog en vorstvrij? Dan kun je de graskanten bijwerken en kale plekken opnieuw inzaaien. Vermijd lopen over het gazon tijdens de vorst, want dat kan het gras beschadigen.

Onkruid wieden en groene aanslag wegvegen

Laat de schoffel voorlopig nog even staan, want daarmee kun je vaste planten beschadigen die nog onder de grond zitten. Pluk het onkruid liever met de hand, zodat je de jonge planten niet verstoort. Een groen laagje op het terras veeg je weg met zand en een bezem. Wil je het grondiger aanpakken? Er zijn verschillende manieren om groene aanslag te verwijderen. Zeg maar dag tegen die gladde laag met deze tips 🢱

Zo verwijder je groene aanslag van je terras en tegels

©Vely

Snoeien (maar niet alles en met mate)

In februari kun je bepaalde bomen en struiken snoeien, zolang het niet vriest en er geen vorstperiode wordt voorspeld. Is dat wel het geval, wacht dan op een warmere periode. Begin bij de dakplataan en snoei de takken die recht omhoog groeien. Heb je de leilinde nog niet gesnoeid? Knip de takken dan nu terug tot een paar centimeter vanaf de hoofdtakken. Ook heesters kunnen een snoeibeurt gebruiken. Ontstaan er grote wonden bij bomen? Dek ze af met wondbalsem om infecties te voorkomen.

Haal bij klimplanten, zoals klimop, wilde wingerd en trompetklimmer, het oude blad weg. Verwijder ook de ranken op plekken waar ze niet moeten groeien, zoals onder de dakrand en rondom kozijnen.

Februari is daarnaast een goede maand om fruitbomen te snoeien. Wacht wel met het snoeien van fruitbomen met steenvruchten, zoals de kersenboom of perzikboom. De druif en kiwi moeten nu wél gesnoeid worden, want zodra de sapstromen op gang komen, ben je te laat.

▼ Volgende artikel
Digitale veiligheid in 2025: hoe en waar ben je kwetsbaar?
© ryanking999 - stock.adobe.com
Zekerheid & gemak

Digitale veiligheid in 2025: hoe en waar ben je kwetsbaar?

Dat het internet niet veilig is en je bijvoorbeeld accountgegevens en je computer moet beveiligen, weet iedereen wel. Maar waartegen je ze moet beveiligen, dat is steeds minder duidelijk. Weten wat precies de dreiging is en welk risico je loopt, is een belangrijke stap in het kiezen van de juiste beveiligingsmaatregel. Wij gingen in gesprek met experts op dit vlak. Tegen welke dreiging moeten we ons eigenlijk beveiligen?

In dit artikel vertellen we je over de online dreigingen anno 2025: • Ransomware • Phishing • Deepfakes • IoT-aanvallen Lees hierna zeker ook: Veilig downloaden: hier moet je op letten

In een donkere kamer vol beeldschermen, zit een jongeman achter een computer. De capuchon van zijn hoodie is zo ver over zijn hoofd getrokken dat zijn gezicht onzichtbaar is . Een hacker! Hoewel maar weinigen van ons er een in het wild zijn tegengekomen, weten we allemaal hoe een hacker eruitziet. Althans, dat denken we. Maar hoe realistisch is dit beeld? En zijn we veilig genoeg als we deze hacker buiten onze computer houden? Niet volgens de experts.

Dreiging en risico

Door het gebruik van computers, smartphones en online diensten stellen we ons dagelijks bloot aan diverse digitale dreigingen. Welke dat precies zijn, verandert door de tijd – evenals het gevaar dat we erdoor lopen en het risico dat we ermee nemen. Overheden, maar ook bedrijven en organisaties werken veelal met dreigingsbeelden. Dat zijn analyses waarin ze de dreigingen zo concreet mogelijk maken en het risico ervan inschatten. Behalve dat het een goede manier is om de dreigingen helder te krijgen, is het vooral nuttig bij de keuze voor te nemen maatregelen.

Volgens het Cybersecurity Woordenboek is een dreiging: ‘iets, een gebeurtenis, wat gevaar of schade kan opleveren’. Bij elke dreiging hoort een risico. Dit is de ‘kans dat het ook echt gebeurt gecombineerd met de gevolgen van die de schade’. Bedoeld wordt dat wanneer bijvoorbeeld de financiële schade van een dreiging een bedrijf failliet kan laten gaan, het risico van de dreiging groter is dan alleen de kosten van de oplossing.

Lekken van persoonlijke gegevens

De schade hoeft ook lang niet altijd financieel te zijn. Het lekken van gevoelige persoonlijke gegevens heeft al snel veel meer impact en betekenis voor die persoon en vaak ook zijn omgeving, dan alleen het bedrag dat ermee gemoeid is. En dat geldt ook wanneer ransomware digitale foto’s vernietigt of je enkele weken werk kwijtraakt en daardoor een belangrijke opdracht te laat inlevert bij een opdrachtgever.

Experts stellen dat het risico het slachtoffer te worden van cybercrime, voor mensen niet lager is geworden. Cybercriminelen gaan steeds slimmer te werk, omdat er veel geld met hun activiteiten te verdienen valt. Voorkomen blijft het doel. Weten welke dreigingen er zijn, is daar een belangrijke stap bij.

Cybersecurity Woordenboek

Cybersecurity is net als de hele tech-sector, gek op afkortingen en moeilijke woorden. Op www.cyberveilignederland.nl/woordenboek vind je het Cybersecurity Woordenboek dat zo’n 650 cybersecurity-termen in begrijpelijke taal uitlegt. Het woordenboek is een samenwerking van ruim 70 organisaties en Nederlandse cybersecurity-professionals in samenwerking met de Cybersecurity Alliantie. De actuele online versie is de derde druk en behalve online te raadplegen ook als pdf te downloaden.

Het Cybersecurity Woordenboek verduidelijkt cybersecuritytermen en -begrippen.

Ransomware blijft schadelijk

Ransomware of gijzelsoftware is al enkele jaren de meest voorkomende en meest lucratieve vorm van cybercrime. Het is malware die de bestanden op een apparaat versleutelt en losgeld eist in ruil voor de decoderingssleutels. Betaal je niet, dan zijn de gegevens voor altijd verloren.

Bogdan Botezatu, directeur Threat Research bij Bitdefender, ziet de verzoeken om hulp dagelijks op zijn bureau landen. “En dat zijn maar al te vaak ook gewoon burgers”, zegt hij om het beeld te ontkrachten dat ransomware vooral bedrijven raakt. “De criminelen richten zich zelden op een specifiek doel, ze schieten vooral met hagel.”

Vele kleintjes leveren volgens hem genoeg geld op en ze lopen minder risico op ongewenste aandacht van pers en politie dan wanneer ze een hele grote vis vangen. Wel wordt bij het aanvallen van bedrijven steeds vaker ingezet ook op extractie, het naar buiten kopiëren van informatie en dan dreigen die te publiceren. Voor consumenten is dit volgens Botezatu in elk geval nu nog een minder voor de hand liggend scenario. “Contact maken met individuele slachtoffers is lastig en het zijn er ook veel te veel. Dan is het eenvoudiger om losgeld te vragen in ruil voor de sleutels.”

Bogdan Botezatu ontvangt dagelijks verzoeken om hulp bij ransomware.

Bronnen van besmetting

Belangrijke bronnen van een ransomwarebesmetting zijn volgens Botezatu phishingberichten, gebruik van onveilige netwerkprotocollen en kwetsbaarheden in software. Expliciet noemt hij nog besmette downloads van cracks om software zonder geldige licentie te gebruiken, en gekraakte films en e-books. “Vaak krijgt men wel een prompt van een beschermingsprogramma maar schakelt die tijdelijk uit. ‘Snel de crack draaien en daarna de beveiliging weer aan’ denk men, maar helaas werkt het niet zo. Dan ben je al besmet.”

Nederland bedreigd

Ook landen denken na over dreigingen en risico’s. Voor Nederland doen de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) dit. Het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC), dat onderdeel is van het NCTV, richt zich specifiek op digitale dreigingen. Zij publiceert bijvoorbeeld het Cybersecuritybeeld Nederland. CSBN 2023 is de meest recente versie. De overheid voorziet burgers niet specifiek van digitale dreigingsinformatie, wel kun je op sites als Alert Online en Veiliginternetten.nl algemene tips voor digitale veiligheid lezen.

De overheid publiceert regelmatig rapporten over de digitale bedreigingen voor Nederland.

Broddelwerk met desastreuze uitkomst

De ransomware zelf wordt ook steeds verder ontwikkeld. “Niet allemaal zijn ze even kundig”, oordeelt Botezatu over de programmeurs. Soms maken ze volgens hem hele basic fouten, waardoor het onmogelijk is de bestanden te ontsleutelen – zelfs als je betaalt en de sleutels zou krijgen. Volgens het Jaarbeeld Ransomware van Projectgroep Melissa, een samenwerkingsverband van de Nederlandse overheid en diverse private partijen uit de cybersecuritysector, kwamen er in 2023 in Nederland 29 typen ransomware voor. Volgens Botezatu maakt momenteel vooral de ransomware-variant STOP Djvu veel slachtoffers. Deze ransomware richt zich vooral op Windows-computers en wordt vooral via software-cracks verspreid en via berichten op het Discord-chatplatform.

De top 10 van Peter Stelzhammer

Wij vroegen Peter Stelzhammer, oprichter en malware-onderzoeker bij antivirus-lab AV-Comparatives, naar zijn top 10 van verwachte bedreigingen voor 2025.

  • Phishing: mensen verleiden gevoelige informatie te verstrekken.
  • Deepfakes en desinformatie: mensen manipuleren en oplichten met AI-nep-video’s en audio.
  • Ransomware: bestanden versleutelen en alleen tegen betaling ontsleutelen.
  • Malvertising: malware verspreiden via besmette advertenties.
  • Identiteitsdiefstal: gestolen persoonsgegevens misbruiken voor fraude.
  • Fakeshops: frauduleuze webshops die persoonlijke en betalingsgegevens verzamelen of namaakgoederen verkopen.
  • IoT-aanvallen: IoT-apparatuur hacken voor toegang tot diensten, of gecoördineerde criminele aanvallen.
  • Man-in-the-Middle (MitM)-aanvallen: (bank)communicatie onderscheppen en misbruiken.
  • Cryptojacking: ongeautoriseerd gebruik van computers maken om crypto te minen.
  • Zero-day-exploits: kwetsbaarheden in software misbruiken voordat er een patch is.

Overige malware

Door alle aandacht voor ransomware lijkt het bijna of er geen ‘gewone’ malware meer is. Die is er nog genoeg. Het Duitse antivirus-certificeringslab AV-Test ziet ze allemaal voorbijkomen. Erik Heyland, manager van het Test en Research Lab bij AV-Test somt de enorme aantallen varianten trojans, backdoors, webscripts, miners, worms, PUA’s, droppers en nog veel meer op. De aantallen nieuwe varianten lopen in de miljoenen per jaar. AV-Test heeft op https://portal.av-atlas.org een online dashboard staan met informatie over actuele dreigingen, zoals virussen, spamberichten en aanvallen op IoT-apparaten.

AV-Test heeft een online dashboard met dreigingsinformatie.

Gehackt

In 2021 was het Brabantse bedrijf Hoppenbrouwers slachtoffer van een ransomwareaanval door de beruchte REvil-cybercrimegroep. Het bedrijf wil graag dat anderen ervan leren en heeft een e-book gepubliceerd van de gebeurtenissen voor, tijdens en na de hack. Het e-book is gratis te downloaden.

Het ransomware-verhaal van het Brabantse Hoppenbrouwers maakt de impact van een ransomware-incident invoelbaar.

Jij bent geld waard

Phishing, smishing, infostealers; het zijn allemaal manieren waarop criminelen proberen persoonlijke gegevens zoals wachtwoorden en creditcardnummers in handen te krijgen. Ze doen dit via e-mails en sms-berichten die verwijzen naar nep-websites of door met een infostealer-programma informatie op de pc of Mac te verzamelen door login-/sessie-cookies en credentials die je in browsers bewaart, te stelen.

De verschillende vormen om informatie te verzamelen, worden volgens de experts steeds geavanceerder en daarmee gevaarlijker. Niet alleen investeren de criminelen meer tijd en middelen in hun aanvallen, kunstmatige intelligentie biedt hun ongekende nieuwe mogelijkheden. Daarbij is de opbrengst van een aanval door de manier waarop wij met wachtwoorden omgaan vaak veel groter dan het op eerste hand lijkt. Botezatu noemt dit een van zijn grootste frustraties. “Hackers hebben talloze manieren om deze informatie te oogsten. Voor de meeste accounts is het ook geen kwestie van hoe, maar alleen wanneer de gegevens worden gestolen. Hergebruik je inloggegevens, dan verlies je meer dan alleen dat account.”

Oplichting even gevaarlijk

Volgens Marc Vos, senior-manager bij McAfee, is internetoplichting inmiddels net zo gevaarlijk als malware en ransomware. Daarbij zijn volgens hem juist deze vormen van online criminaliteit steeds lucratiever voor de criminelen. “De meeste mensen begrijpen wel dat een pc beveiligd moet worden, maar dat ze zelf eigenlijk een veel ‘interessanter’ doelwit zijn wordt vaak vergeten.” Of zoals Botezatu aanvult: “Mensen denken dat hun informatie niet waardevol is. Maar eigenlijk is elk onderdeel van een online identiteit te misbruiken en te verkopen. Overal hangt een prijskaartje aan.”

De top 10 van Marc Vos

Ook Marc Vos, senior PR-manager bij McAfee, leverde zijn belangrijkste bedreigingen voor 2025:

  • Dating-fraude (pig butchering): iemand verleiden en het vertrouwen misbruiken voor crypto-scams.
  • Beleggingsfraude: advertenties met bekende personen voor malafide investeringen.
  • WhatsApp-fraude (“Hoi mam”) nep-gezinslid in nood vraagt via WhatsApp om geld.
  • Recovery-fraude: slachtoffer van fraude wordt door nep bank-/helpdeskmedewerker nogmaals oplicht.
  • E-mail-/sms-phishing: nep-mail lokt je naar site die gegevens steelt.
  • Nepberichten van pakketbezorgers: mail of app over invoerkosten om gegevens te stelen.
  • Nepwebshop of ticketsites: site verkoopt goederen of tickets maar levert niet en steelt betalingsgegevens.
  • Deepfakes: met AI gemaakte video’s/foto’s ingezet voor misinformatie, cyberpesten, oplichting.
  • Vishing/voicephishing: via de telefoon inlog- of betaalgegevens bemachtigen. AI maakt deze voiceberichten superrealistisch.
  • Quishing: QR-code aanbieden die naar phishingwebsite leidt.

Hackers en IoT

Volgens Botezatu is er niet één groep of soort hackers. Hij gebruikt dan ook liever scenario’s om enkele groepen te duiden. Voor consumenten zeker relevant is de ‘opportunistische hacker’ die het internet scant met kant-en-klare tools op zoek naar kwetsbaarheden. Ze hebben vooral succes bij smart-apparatuur zoals slimme deurbellen, IP-camera’s, smart speakers, maar ook printers en babyfoons. Ze vormen hier botnets mee die ze gebruiken om DDOS-aanvallen uit te voeren. Een tweede scenario is dat gekaapte apparatuur wordt gebruikt om internetverkeer te routeren en te verbergen, bijvoorbeeld om toegang te geven tot strafbare content. Volgens Botezatu ziet niet iedereen van wie de apparatuur gekaapt is zichzelf direct als slachtoffer. “Wordt jouw IP-adres gebruikt om vitale infrastructuur aan te vallen, dan kan dat serieus repercussies hebben”, waarschuwt hij.

Bij IoT-apparaten is ook al snel de privacy in het gedrang. “Wereldwijd gaat het om 22 miljard verbonden apparaten en dat aantal neemt alleen maar toe. IP-camera’s en babymonitors slaan vaak beelden op in de cloud. Hack je die, dan kun je direct bij mensen in huis kijken. Er blijft dan geen privacy over, maar het wordt dan ook een fysiek risico. Criminelen kunnen meekijken en zien waar je belangrijke zaken bewaart, maar ook wanneer je thuis bent of juist niet. Opnieuw relevante informatie die geld waard is.”

Social media

Steeds vaker zijn ook hackers geïnteresseerd in accounts van social media, YouTube en e-mail. Ze gebruiken deze accounts om als jou andere accounts ‘te liken’ en een boost te geven, om fake-nieuws en fake-succesverhalen te verspreiden. Populair is ook advertising-fraude. Hierbij maakt men een account aan bij een advertentieverkoper om daarna met gestolen accounts eindeloos op deze advertenties te klikken. “Per klik is het een minimaal bedrag, maar aangestuurd met een botnet en veel gestolen accounts is het al snel een leuke inkomstenbron.”

Mobiele dreigingen

Aangezien er ontzettend veel data op mobiele apparaten staan, zoals wachtwoorden en apps die je gebruikt bij multifactor-inloggen, is er volgens Peter Hendriks, solutions-manager bij ESET, alle reden de beveiliging van mobiele apparaten serieus te nemen. Smartphones zijn veiliger dan pc's en Macs, maar waterdicht is die veiligheid niet. “Dat geldt voor Android maar ook iOS. Apples mobiele OS is meer afgeschermd, maar het is niet zo dat je mobiele devices onschendbaar zijn.”

Mobiele apparaten worden veel aangevallen voor phishing en vishing (spraak-phishing). Een groot risico is de installatie van apps buiten de standaard Android- of Apple-appstore om. Apps in die stores worden door Apple en Google op kwaliteit en ook beveiliging gecontroleerd, maar dat geldt niet voor apps uit andere bronnen. Lang had ook alleen Android de optie om alternatieve stores te gebruiken, maar inmiddels moet ook Apple andere appwinkels toelaten.

“Het risico van het downloaden van malware is hierdoor groter geworden”, aldus Hendriks. Botezatu van Bitdefender onderschrijft dit: “Op iOS zijn attacks zeldzaam, maar voor Android zien we zeker twintig tot dertig reports van frauduleuze apps per maand.” Bitdefender onderzoekt op dit moment een Android-app die in de Google Playstore wordt aangeboden en die de smartphone gebruikt als proxy voor crimineel netwerkverkeer. “Het grote voordeel van smartphones is dat ze eigenlijk altijd ingeschakeld zijn én verbonden zijn met het internet”, aldus Botezatu. Dit maakt smartphones volgens hem extra interessant. Daarbij is ook de bandbreedte steeds minder een beperking. Bovendien bevatten mobiele apparaten veel informatie over de gebruiker.

De top 10 van Peter Hendriks

Peter Hendriks, solutions-manager bij ESET is duidelijk. “Awareness is altijd belangrijk, maar goed nadenken over risico’s ook.”

  • Phishing/smishing: oplichting via mail en WhatsApp.
  • Vishing/Voicephishing: criminelen die zich via AI voordoen als iemand anders om gegevens of geld los te maken.
  • Malware: vooral infostealers en andere malware, onverminderd een groot probleem.
  • Social engineering: alles van een “Hoi mama” tot deepfake-video bedoeld om je om de tuin te leiden. Kan zeker bij offline stalking veel impact hebben op een slachtoffer.
  • Identiteitsfraude via datalekken: criminelen die gelekte data met accountgegevens kopen en misbruiken.
  • IoT-apparaten: slecht beveiligde slimme apparaten die verbonden met het internet je aanvalsoppervlak enorm vergroten.
  • Nepwebshop: een shop beginnen is steeds makkelijker, ook als die malafide is.
  • Sextortion: chantage met naaktbeelden van het slachtoffer. Soms met gemanipuleerde beelden.
  • Ransomware: onverminderd een groot probleem.
  • Besmette downloads: onofficiële software die malware bevat.

Conclusie

Als gebruiker kun je er niet omheen: het internet is niet veilig en daarmee ook alle apparaten die we met het internet verbinden niet. Dat geldt voor de computer, de smartphone, maar ook voor alle andere apparaten die we steeds meer toelaten in ons huis en in ons leven. En juist omdat we er zo vertrouwd mee zijn en ze ook willen vertrouwen, is het belangrijk de risico’s goed in ogenschouw te nemen. De experts en rapporten van de overheid laten zien dat de dreiging groot genoeg is om beveiliging ruim aandacht te geven.

De wereld achter ransomware

Bij Project Melissa werken enkele overheden en security-organisaties, onder wie het NCSC, Fox IT en de politie, samen tegen ransomware. De samenwerking heeft enkele succesvolle acties tegen ransomwarebendes opgeleverd, maar ook twee lezenswaardige whitepapers. Eén geeft inzicht in de werking van ransomware en de criminelen erachter, de tweede gaat dieper in op de afpersingsmethode van data-exfiltratie. Beide documenten zijn te downloaden via deze webpagina van het Nationaal Cyber Security Centrum.

De ransomware-whitepapers van Project Melissa geven veel inzicht in de werking van ransomware en de criminele groepen erachter.