ID.nl logo
Huis

Welke soorten hosting passen bij jouw web-applicaties?

Je web-applicatie verdient een betrouwbaar en snel platform met een onberispelijke internetverbinding, maar je zit vast niet te wachten op de zorgen die het beheer van fysieke machines met zich meebrengt. Zie daar de reden van de populariteit van hosting. In dit artikel gaan we wat dieper in op de verschillende soorten hosting.

Het draaien van web-applicaties kun je natuurlijk helemaal op eigen locatie doen, bijvoorbeeld op je nas, een speciaal daarvoor ingerichte computer, of echte server(s) die je thuis of op je bedrijfslocatie hebt staan. In al die gevallen heb je te maken met hardwarebeheer, maar dat laten we in dit artikel buiten beschouwing, want dan spreken we niet meer over hosting in de gebruikelijke zin des woords. In dit artikel gaan we ervan uit dat de server op een andere locatie staat en je tegen betaling op afstand die server (of deel daarvan) kunt gebruiken.

Co-locatie

Een stap verder dan letterlijk je eigen fysieke server beheren is het plaatsen van een eigen server in een extern datacentrum. In de praktijk komt dat meestal neer op neer het kopen of leasen van een server of servers die zich al in een datacentrum bevinden. Het gebruik van een server in zo’n gedeeld datacentrum heet co-locatie. Fysiek staat je server dan misschien in Amsterdam, terwijl je bedrijf bijvoorbeeld in Apeldoorn staat.

Het ligt misschien natuurlijk voor de hand om een datacentrum in of dicht bij je vestigingslocatie te kiezen, maar in de praktijk zal het fysieke beheer meestal door de systeembeheerders van het desbetreffende datacentrum gedaan worden en dus doet de afstand tot je eigen locatie er niet toe. Als gewone klant krijg je standaard ook geen toegang tot het datacentrum.

Voor grote klanten met een flink aantal servers, zoals hostingproviders en grote bedrijven, kan dat anders liggen. Hun eigen systeembeheerders hebben vaak wel fysieke toegang tot een eigen afgesloten en beveiligd deel van het datacentrum. Het dagelijkse beheer gebeurt echter softwarematig op afstand via onder andere browser en terminalverbinding.

Er zijn vele honderden datacentra in Nederland, waarvan de meeste in Amsterdam. Hoewel er diverse sites zijn met overzichten van datacentra is het praktisch nut daarvan beperkt. Ze zijn onvolledig en bieden geen of beperkte selectiecriteria. Bovendien komt co-locatie meestal tot stand via tussenpartijen als hosting- en it-providers.

Shared en managed hosting

Als je je verdiept in hosting-mogelijkheden kom je onder andere de termen shared hosting, managed en unmanaged hosting en reseller hosting tegen. Shared hosting is de goedkoopste en simpelste vorm van hosting. Bij deze variant deel je een server met andere gebruikers. Op een shared server kunnen wel tientallen of zelfs honderden websites en web-applicaties staan. Hoewel je doorgaans geen overzicht krijgt van de sites die allemaal op ‘jouw’ server staan, kun je daar via een inverse ip-zoekopdracht wel achter komen, bijvoorbeeld via www.tcpiputils.com/reverse-ip.

Doordat er zoveel sites en klanten van dezelfde server gebruikmaken, is de kans op storingen, uitval of trage verbindingen relatief groot. Een of meer zware sites, vastgelopen serverprocessen, of bulkmail versturende medegebruikers zijn zomaar wat potentiële probleemveroorzakers. Het duurt soms lang voordat de provider de oorzaak van een storing of vertragende factor heeft gevonden en je site of applicatie kan dan minuten tot in extreme gevallen zelfs dagen offline zijn. En dat heb je bovendien niet altijd zelf door, als je je site niet monitort.

Het duurt soms lang voordat de provider de oorzaak van een storing of vertragende factor heeft gevonden

-

Om dit soort problemen te voorkomen hanteren hosters vaak beperkingen bij shared-hosting, bijvoorbeeld ten aanzien van de configuratie van je account en de software en scripts die je mag gebruiken. Alleen als het je niet uitmaakt of je site of toepassing af en toe platligt, je geen bijzondere software gebruikt en de prijs belangrijk is, dan is shared hosting aan te raden.

Bij shared hosting heb je geen toegang tot de systeembestanden van de server. Het technische beheer van je account wordt dus voor je gedaan. Dit wordt dan ook wel managed hosting genoemd. Soms kun je wel bepaalde php- en andere hosting-instellingen (laten) aanpassen.

©PXimport

Reseller en unmanaged hosting

Een bijzondere vorm van shared hosting is reseller hosting. Dit houdt in dat je een bepaald aantal sites of domeinen mag hosten en je de hosting-accounts hiervoor zelf kunt aanmaken in je ‘super-admin-account’. Het is toegestaan deze accounts te laten gebruiken door anderen, en je mag hier ook aan verdienen. Je kunt deze accounts dus als het ware doorverkopen.

Dit kan interessant zijn voor bijvoorbeeld webdesigners die sites bouwen voor klanten en de hostingaccounts voor die klanten willen beheren zonder zelf de technische kant op te hoeven gaan. Reseller hosting is ook geschikt als je zelf meerdere sites of applicaties wilt hosten. Het is handiger en goedkoper dan meerdere losse hosting-accounts.

Naast managed hosting is er ook unmanaged hosting en dat betekent dat je een kale server huurt waarop je zelf alle serversoftware moet installeren. Je krijgt bij het inrichten en beheren geen support, je moet het zelf uitzoeken, hoewel er vaak wel informatie gegeven wordt over de basisinrichting. Maar kom je er niet uit, dan ben je op jezelf aangewezen.

De meeste hosters bieden bij unmanaged hosting wel allerlei installatiewizards voor de basissoftware en control panels. Daarmee heb je zonder veel moeite een gebruiksklare hosting-server tot je beschikking. Maar ook dan zul je je toch moeten verdiepen in de techniek en mogelijkheden om bepaalde keuzes te kunnen maken. En dan hebben we het nog niet gehad over de configuratie en installatie van aanvullende software.

Unmanaged hosting heeft altijd de vorm van een zelfstandig draaiende serveromgeving die je niet deelt met andere gebruikers. Dit kan een zogenaamde dedicated ofwel private server zijn, waarbij je een eigen fysieke server tot je beschikking hebt. Maar het gaat vaker om een vps (virtual private server), een softwarematige simulatie van een fysieke server. Je hebt dan net als bij een echte server de volledige technische controle over de omgeving, inclusief root-toegang via ssh.

Wie onbekend is met deze vorm van hosting staat een aardig leertraject te wachten

-

Ook kun je de (virtuele) hardware-specificaties van je vps soms zelf op elk moment online upgraden als je dat wilt, bijvoorbeeld met meer ram, ruimere opslag, of een extra processorkern. Soms heb je ook de mogelijkheid om juist lagere specificaties in te stellen, waardoor de prijs omlaag gaat. Dit alles heeft een hoog cloud-gehalte. Je werkt volledig virtueel en op afstand, maar hebt de voordelen en de werkwijze die horen bij een fysieke server.

Wie onbekend is met deze vorm van hosting staat een aardig leertraject te wachten, het is wereld op zich en niet te vergelijken met gewoon computergebruik of het gebruik van shared hosting. Een betere optie is om eerst een tijd te testen, oefenen en ervaring op te doen.

Als je een goed onderlegde systeembeheerder in je team of bedrijf hebt die de server beheert is de situatie natuurlijk anders. Zeker in dat soort gevallen is een unmanaged server ideaal. Voor iedere unmanaged server is het wel zeer aan te bevelen direct na installatie van alle standaard serversoftware aanvullende veiligheidsmaatregelen te treffen en op zijn minst een goede firewall en antispam- en antivirussoftware toe te voegen.

©PXimport

Managed servers en speciale hosting

Daarnaast heb je ook managed servers, hetzij vps hetzij dedicated. Dat is dus wat anders dan de eerder besproken (shared) managed hosting, want je hebt in dit geval de beschikking over een hele server of meerdere servers in plaats van een of meerdere losse accounts. Bij managed servers wordt de techniek van je server beheerd door professionals, zodat je je niet hoeft bezig te houden met systeembeheer en je kunt focussen op het hosten van je site(s) of applicatie(s).

Een uitgebreide vorm van managed serverhosting kan vele honderden tot duizenden euro’s of dollars per maand kosten. Voor een summiere vorm moet je ook al rekenen op enkele tientjes per maand.

Als je hosting nodig hebt voor een speciale toepassing kan het prettig zijn als de aanbieder hier duidelijk verstand van heeft en de server of het account afstemt op dit gebruik. Het populairste cms van de laatste jaren is WordPress en rondom deze software is een heel ecosysteem ontstaan van toeleveranciers. Zo zijn er diverse hostingaanbieders die zich volledig richten op managed WP-hosting, waarvan WP Engine de bekendste is.

WordPress-hosting is relatief prijzig. Stel je zeer hoge eisen aan prestaties en support, en stel je grondige kennis van WordPress bij je hostingprovider op prijs dan kan het een goede keuze zijn. Er kunnen wel beperkingen van kracht zijn voor bijvoorbeeld het gebruik van bepaalde plug-ins. Voor doorsnee-sites voldoet goede shared hosting of een regulier vps echter ook prima en dat voor een lagere prijs.

Veel gewone hosters bieden overigens ook speciale WordPress-hostingpakketten aan. Het is lastig in te schatten wat de concrete voordelen daarvan in de praktijk zijn, vaak lijkt het vooral een marketing-trucje. Er zijn talloze plugins en tutorials waarmee je WordPress ook zelf gemakkelijk behoorlijk kunt optimaliseren.

Ook voor andere toepassingen wordt speciale hosting aangeboden, bijvoorbeeld voor de cms’en Joomla en Drupal, maar ook voor e-commerce en andere applicaties. Hiervoor gelden dezelfde overwegingen.

Beste hosting-providers

Het is ondoenlijk hier alle providers op een rijtje te zetten, je zult je zelf moeten verdiepen in deze markt en aan de hand van jouw eigen criteria tot keuzes moeten komen. Vergeet daarbij niet de contractuele zaken. Sommige providers hanteren bijvoorbeeld jaarcontracten met driemaandelijkse opzegtermijnen, terwijl er ook zijn waarbij je zelfs dagelijks kunt opzeggen. Flexibiliteit en vrijheid zijn erg fijn.

Ook kun je in je overweging meenemen hoe lang een bedrijf al bestaat en of de website er professioneel uitziet. En natuurlijk wat anderen zeggen. Er zijn talloze sites met ervaringen met hostingaanbieders. Check op zoveel mogelijk sites hoe de verschillende hosters scoren en let met name op de kritische geluiden. Een handig meta-overzicht vind je op hostingreview.nl. Pas trouwens op met zogenaamde review-sites waarin het stiekem gaat om het promoten van affiliate-links. De providers met hoge scores zijn vaak ‘toevallig’ net die met de hoogste affiliate-premies...

Test ook de communicatie van aanbieders door contact te leggen met sales- en supportafdelingen. En vergeet niet dat budget-hosters zullen bezuinigen op kwaliteit, snelheid en/of service. Goedkoop is vaak duurkoop, ook in de hosting-branche.

Tekst: Jurgen Nijhuis

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.