ID.nl logo
Huis

Zo installeer je OpenVPN op je smartphone

Is OpenVPN je vpn-provider, dan wil je van die dienst misschien ook wel gebruik maken op je smartphone. Erg eenvoudig is dat alleen niet. Lees hier hoe je OpenVPN installeert op een Android-toestel of een iPhone.

OpenVPN is opensource, dat geeft het een voordeel ten opzichte van de concurrentie omdat het openlijk bestudeerd kan worden. Door alle ogen die meekijken wordt de software als geheel veiliger. Bovendien is OpenVPN erg fijn naar eigen hand te zetten en is het lastig om te blokkeren in het netwerk, omdat je OpenVPN op poort 443 (https-poort) kunt gebruiken. Helaas is er een groot nadeel voor de eindgebruiker: het is niet eenvoudig in te stellen. Geen van de grote mobiele besturingssystemen hebben namelijk native ondersteuning voor OpenVPN.

Voordat we doorgaan met het instellen van OpenVPN, is het eerst handig om de betreffende configuraties en terminologie op te frissen, omdat dat alles zo direct eenvoudiger zal maken.

Afhankelijk van je OpenVPN-provider krijg je of een compleet ovpn-bestand of drie losse bestanden of een combinatie van beide. Die drie bestanden staan uit een ca.crt-bestand (dit is het rootcertificaat van de certificaatautoriteit), een client.crt-bestand (dit is het certificaat voor de client, jouw smartphone dus) en een client.key (de privésleutel voor de client).

Je hebt alle drie de bestanden nodig om verbinding te maken met OpenVPN plus wat instellingen. Veel vpn-providers leveren alle drie ineen in de vorm van een ovpn-bestand, maar dat hoeft dus niet altijd het geval te zijn. Soms krijg je wel een ovpn-bestand, maar wordt er alsnog verwezen naar de losse crt- (soms ook .cert) en key-bestanden.

In een ovpn-configuratiebestand bevinden zich de locaties van het ca.crt-, client.crt- en client.key-bestand, het adres van de OpenVPN-server en de poort, of er compressie wordt gebruikt, of er ‘tap’ of ‘tun’ wordt gebruikt en welke type encryptie en welk protocol er worden gebruikt.

Hoe het werkt

OpenVPN werkt als volgt: het gebruikt tls/ssl om de verbinding te versleutelen. Daardoor heeft elke client zijn eigen certificaat dat ondertekend is door de certificaatautoriteit, je vpn-provider. Dit heeft als voordeel dat elke gebruiker die met de server verbindt een eigen encryptiesleutel heeft. Stel, je beveiligt de encryptie met een enkel wachtwoord, dan kan een aanvaller met dat wachtwoord alle verbindingen ontsleutelen. Overigens kan OpenVPN wel op die laatste manier gebruikt worden, maar gebeurt dat vaak niet.

Met aparte certificaten kunnen alleen die verbindingen met dat certificaat worden ontsleuteld. In het OpenVPN-certificaat, of elk certificaat eigenlijk, zit informatie over de eigenaar, evenals de publieke sleutel en een hash om te controleren dat de informatie klopt. Met die publieke sleutel kun jij versleutelde informatie naar de server sturen, omdat de server het alleen met de bijbehorende privésleutel kan ontsleutelen. Hetzelfde geldt andersom: de client.key, je privésleutel, is nodig zodat jij met jouw publieke sleutel versleutelde data verstuurd door de server kan ontsleutelen.

OpenVPN op Android

Om OpenVPN op Android werkend te krijgen, is het nodig een aparte app te gebruiken, namelijk OpenVPN Connect. Download en installeer de app en open deze achteraf. Na het installeren open je het app-menu met de menuknop en tik je op Import. Voor Android heb je een aantal mogelijkheden om de benodigde configuratiebestanden te importeren, maar de eenvoudigste manier is via de sd-kaart. Indien je OpenVPN-provider het ondersteunt, kun je ook een Access Server-profiel gebruiken. Daarvoor vul je de hostnaam, gebruikersnaam en wachtwoord in die je hebt gekregen van je provider.

Is dat niet het geval, dan plaats je je configuratiebestanden op je sd-kaart. Je kunt daarvoor of je apparaat verbinden met een pc en zo de bestanden overzetten of de bestanden direct op je Android-toestel binnenhalen. Je kunt ook de bestanden naar jezelf mailen, maar dat is niet erg veilig, in het geval een aanvaller al toegang heeft of ooit krijgt tot je e-mail. Staan je bestanden op je Android, kies dan voor Import Profile from SD Card en blader naar de betreffende map met het ovpn-bestand. Vul daarna je gebruikersnaam en wachtwoord in en je kunt verbinding maken.

Handige configuratie-opties in de Android-app zijn onder andere de optie Battery Saver. OpenVPN zal dan de verbinding pauzeren op het moment dat de telefoon vergrendeld is, omdat de kans aanwezig is dat je het dan toch niet nodig hebt. Ook Seamless Tunnel is handig, maar dat is weer het andere uiterste: dan wordt de internettoegang geblokkeerd als er geen vpn-verbinding actief is. Reconnect on reboot is ook handig, die optie spreekt voor zich.

©PXimport

OpenVPN op iOS

Voor iOS gebruik je ook de app OpenVPN Connect, voor iOS hier te download. Ook hier is het nodig om het OpenVPN-profiel op je smartphone te krijgen. Dat gaat iets lastiger, omdat je niet direct toegang hebt tot het bestandssysteem van iOS. Daarvoor kun je weer het eenvoudigste het profiel naar jezelf mailen en dan openen, of je kunt het opslaan in je favoriete cloudservice en het bestand dan binnenhalen en openen met OpenVPN Connect. Als je het écht veilig wilt houden, is het een beter idee om het profiel offline toe te voegen aan je iOS-apparaat.

Daarvoor sluit je je smartphone of tablet aan je pc aan en open je iTunes. In iTunes ga je dan naar je telefoon en klik je op Apps. In de lijst onderaan bij Bestandsdeling klik je op OpenVPN Connect en klik je op Blader. Selecteer dan het ovpn-bestand en eventueel de extra bijbehorende bestanden en synchroniseer je smartphone. Terug in de app verschijnt het profiel, waarna je het kunt toevoegen met de groene plusknop. Het kan nodig zijn om in te loggen met gebruikersnaam en wachtwoord. Daarna kun je verbinding maken. Je vindt de instellingen van OpenVPN in de app Instellingen van iOS.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys
© ID.nl
Huis

Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys

Een paar bestanden hernoemen is zo gebeurd. Maar zodra je tientallen of honderden namen moet aanpassen, schiet handmatig werk tekort. Dan komt externe software goed van pas. PowerRename, onderdeel van de PowerToys-collectie, biedt uitkomst. Met deze slimme tool kun je grote aantallen bestanden in één keer hernoemen. Dat gaat snel, efficiënt en precies zoals jij het wilt.

Dit gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je PowerRename uit PowerToys instelt en gebruikt om grote aantallen bestanden tegelijk te hernoemen. We laten zien hoe je de tool activeert, hoe je hem oproept via Verkenner en hoe je zoek-en-vervangacties, letterinstellingen en automatische nummering toepast. Zo wijzig je in één keer volledige reeksen bestandsnamen, zonder handmatig werk.

Lees ook: Leuker, sneller en handiger: boost je Windows-pc met PowerToys

PowerRename activeren

PowerRename is een stuk krachtiger dan de standaard hernoemfunctie van Windows. De tool maakt deel uit van PowerToys, een opensource-project van Microsoft. Wil je de Microsoft Store-versie installeren? Open dan het Startmenu, zoek naar Microsoft Store en start de app. Typ PowerToys in het zoekveld bovenaan. Klik op Installeren zodra je het programma hebt gevonden. Na installatie verschijnt PowerToys in het systeemvak van Windows. Open het, kies in de linkerkolom PowerRename en je ziet meteen een korte animatie van hoe de tool werkt. Klik op Instellingenopenen en controleer of PowerRename is ingeschakeld. Let op: bij ons werkte PowerRename pas na een herstart van het systeem.

Een animatie toont hoe PowerRename werkt.

Contextueel menu in Verkenner

Open de map met de bestanden die je wilt hernoemen. Selecteer ze allemaal met Ctrl+A en klik met de rechtermuisknop op de selectie. In het contextmenu van Windows Verkenner kies je onderaan de opdracht Naam wijzigen met PowerRename.

Haal PowerRename uit het contextueel menu in Windows Verkenner.

Zoeken en vervangen

Daarna opent het venster van PowerRename. In het veld Zoeken geef je in welk deel van de bestandsnaam je wilt vervangen. In het veld eronder typ je de nieuwe tekst. In ons voorbeeld vervangen we het woord Image door Kreta2015. Nog vóór de wijziging wordt uitgevoerd, toont PowerRename een overzicht: links de oorspronkelijke bestandsnamen, rechts de nieuwe. Zo zie je meteen wat er verandert. Daaronder kies je of de aanpassing moet gelden voor de volledige naam inclusief extensie, alleen de bestandsnaam, of alleen de extensie.

Met de knoppen onder Tekstopmaak pas je eenvoudig het hoofdlettergebruik aan, van alles in kleine letters, naar alles in hoofdletters, alleen een hoofdletter aan het begin, of elke beginletter van een woord in hoofdletters. Het laatste pictogram schakelt de nummering in. Activeer je dat, dan voegt PowerRename automatisch nummers tussen haakjes toe aan de bestandsnamen.

De nieuwe namen verschijnen in voorvertoning naast de oorspronkelijke namen.     

Je allermooiste foto's hernoemd?

Druk ze af en plak ze in een foto-album
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen