ID.nl logo
Zekerheid & gemak

HD5870

Met de lancering van Windows-7 en de komst van Dirt2 aan het einde van het jaar, is het DirectX-11 tijdperk aangebroken. Vooralsnog heeft ATI als enige een DirectX-11 product beschikbaar: de 5000-serie. Wij testen de 5870 die met een kern van 2,15 miljard transistors maar liefst 2,7 miljard berekeningen per seconde kan verwerken.

Die rekenkracht is simpelweg niet te bevatten.

Laten we beginnen met wat achtergrond. Om de nieuwe HD5870 kort te beschrijven, hebben we maar één zin nodig: hij is twee keer zo snel als de 4870 en daarmee dus even snel als de 4870X2. U vraagt zich natuurlijk af hoe dat mogelijk is. Grotendeels is het te danken aan het 40nm-proces, waardoor ATI veel meer transistors in de gpu kan verwerken, zonder in de problemen te komen met energieverbruik, warmte, of wellicht nog belangrijker, de die-size. Het moet immers wel lucratief blijven een videokaart te produceren.

Twee keer zo veel


Dankzij het kleinere procedé kan de Cypress-kern, de codenaam voor de nieuwe gpu-kern, over 1600 streaming processors beschikken (of ouderwets: shader-units). Dat zijn er letterlijk twee keer zo veel als in de RV770 waar de top van de 4000-serie gebruik van maakt. En dat met een die-size die slechts 30 procent groter is! Knap werk.

De structuur en het principe van de 5870 is nagenoeg hetzelfde als bij de 400-serie De Cypress-kern bestaat uit twintig SIMD-cores (Single Instruction Multiple Data), waarin 16 thread-processors zitten die weer uit 5 stream cores bestaan. Wie goed kan hoofdrekenen, zal dan uit komen op 1600 streaming processors: 20 x 16 x 5 = 1600.

Verder heeft ATI het aantal texture units van 10 naar 20 verhoogd ( dus 80 texturing filtering units). Tevens zijn render backends aangepakt: het aantal Z-stencil untis is van 64 naar 128 gebracht en ook het aantal AA Resolve units wat de prestaties van Anti Aliasing-berekeningen significant verbetert, is verhoogd van 64 naar 128. Dit lijkt ons echter alleen zinvol in oudere spellen. De geheugenbus blijft 256 bit, omdat de bandbreedte met snel gddr5-geheugen ruim voldoende is. Het enige wat ATI heeft gedaan, is de snelheid verhoogd naar 2400 MHz (1200 ddr). Opvallend is dat de HD5870 nog steeds 'slechts' 1GB videogeheugen meekrijgt. We zien bij nieuwe kaarten liever 2GB, aangezien het toch een verschil maakt op hoge resoluties.

Niet geheel nieuw in een ATI-kaart, maar wel eindelijk bruikbaar is de tesselator. Dit is een onderdeel van de grafische engine en kan het aantal polygonen van een model (bijvoorbeeld een gezicht, een boom of gras) drastisch verhogen, waardoor het onderwerp er veel gedetailleerder uitziet. Het mooie van het systeem is dat het detailniveau afhankelijk is van de grafische kaart. De kaart krijgt namelijk een simpel model met weinig polygonen en verfraait het zelf. Dit is niet alleen heel efficiënt op gebied van geheugen, maar zorgt er tevens voor dat een spel zowel speelbaar is op een high-end videokaart als een budget of midrangekaart.

Bizarre scores


Met deze kennis in het achterhoofd, zijn de prestaties van de HIS HD5870 al bijna te voorspellen. Toch willen we u de scores van deze nieuweling niet onthouden. We hebben twee HD5870’s voor deze test.We hebben deze getest in combinatie met een Intel Core i7 965 met 6GB ddr3-1600 van Patriot. Als harde schijf hebben we een Velociraptor. Een BeQuiet 1000 watt Dark Power voorziet het platform van energie.

Laten we beginnen met de 3DMark Vantage-prestaties. Onder standaardcondities zet de 5870 een score neer van 16623, waarbij de gpu 15859 punten verdient. Ter referentie: een HD4870X2 scoort 16625 (15887 gpu). Bij een resolutie van 1680 bij 1050 daalt de gpu-score naar 12671, wat nog steeds netjes is. In CrossFire scoort het platform 21.368 punten, 22.155 voor de gpu. Bij 1680 x 1050 zien we nog steeds 18.691 gpu-punten.

Wellicht nog indrukwekkender zijn de in-game scores. We hebben geen enkel spel zien schokken bij een resolutie van 1920 bij 1080! Crysis draait nog steeds bijzonder vloeiend met 60 frames per seconde, World in Conflict idem met 56 frames per seconde en de HD5870 weet nog steeds 73 fps op het scherm te zetten bij de Call of Juarez-benchmark. Ter referentie: de HD4870X2 produceert bij full-hd 49 fps in Crysis, 61 fps in World in Conflict en 76 fps in Call of Juarez.

Vergezellen we de HIS met een tweede HD5870 dan is het helemaal feest. Helaas draaide Crysis (nog) niet lekker, maar we zien bijvoorbeeld 134 fps in de Call of Juarez-test. Bij World in Conflict weet het duo 89 frames per seconde te berekenen.

Energie management


De HIS HD5870 is een beest van een kaart. Vaak houdt dat in dat het stukje techniek ook beestachtig veel energie verbruikt. Dat is gelukkig niet het geval. Dankzij het 40nm-procedé springt de Cypress-kern zuinig om met kostbare energie. Eén opvallend punt is dat de kaart volgens AMD slechts 28 watt verbruikt in 2D-modus. Een grote vooruitgang ten opzicht van de RV770 die nog aardig wat lustte met 60 watt. AMD claimt een maximaal verbruik van 188 watt. Dat is 2 watt minder dan de HD4890 en iets meer dan de HD4870.

Tijdens onze metingen zien we dat AMD zeker geen onzin heeft uitgekraamd. Zo meten we in rust een verschil van ongeveer 30 watt extra in verbruik als we een tweede kaart plaatsen. Dat komt aardig overeen met de 28 watt die AMD claimt.

Als we het platform – met één kaart – op de desktop zetten, meten we 125 watt. Erg netjes, zeker gezien het verschil met een 4870X2 waarbij we 192 watt zien. Starten we de Call of Juarez-benchmark dan meten we op het piekmoment 305 watt. De 4870X2 piekt op maar liefst 456 watt! Als we dan bedenken dat beide kaarten ongeveer evengoed scoren, dan heeft ATI een puik stukje werk geleverd met de nieuwe Cypress-kern.
PluspuntenMinpuntenConclusie

  • Bloedsnel

  • Energiezuinig

  • Future proof (DirectX 11)

  • Geen 2GB videogeheugen

De HD5870 is een beest van een videokaart. Hij verslaat alle huidige single gpu-kaarten. We mogen – gezien de testresultaten – stellen dat de 5870 even snel is als een 4870X2. En dat is echt een prestatie van formaat. Zeker gezien het feit dat de kaart significant minder energie verbruikt. Gamers die nu de snelste en zuinigste kaart zoeken die DirectX 11 compatible is, kunnen niet om de HD5870 heen. We zijn benieuwd wanneer nVidia met een antwoord komt...het is op moment van schrijven nog erg stil aan het groene front.

Fantastisch
▼ Volgende artikel
Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys
© ID.nl
Huis

Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys

Een paar bestanden hernoemen is zo gebeurd. Maar zodra je tientallen of honderden namen moet aanpassen, schiet handmatig werk tekort. Dan komt externe software goed van pas. PowerRename, onderdeel van de PowerToys-collectie, biedt uitkomst. Met deze slimme tool kun je grote aantallen bestanden in één keer hernoemen. Dat gaat snel, efficiënt en precies zoals jij het wilt.

Dit gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je PowerRename uit PowerToys instelt en gebruikt om grote aantallen bestanden tegelijk te hernoemen. We laten zien hoe je de tool activeert, hoe je hem oproept via Verkenner en hoe je zoek-en-vervangacties, letterinstellingen en automatische nummering toepast. Zo wijzig je in één keer volledige reeksen bestandsnamen, zonder handmatig werk.

Lees ook: Leuker, sneller en handiger: boost je Windows-pc met PowerToys

PowerRename activeren

PowerRename is een stuk krachtiger dan de standaard hernoemfunctie van Windows. De tool maakt deel uit van PowerToys, een opensource-project van Microsoft. Wil je de Microsoft Store-versie installeren? Open dan het Startmenu, zoek naar Microsoft Store en start de app. Typ PowerToys in het zoekveld bovenaan. Klik op Installeren zodra je het programma hebt gevonden. Na installatie verschijnt PowerToys in het systeemvak van Windows. Open het, kies in de linkerkolom PowerRename en je ziet meteen een korte animatie van hoe de tool werkt. Klik op Instellingenopenen en controleer of PowerRename is ingeschakeld. Let op: bij ons werkte PowerRename pas na een herstart van het systeem.

Een animatie toont hoe PowerRename werkt.

Contextueel menu in Verkenner

Open de map met de bestanden die je wilt hernoemen. Selecteer ze allemaal met Ctrl+A en klik met de rechtermuisknop op de selectie. In het contextmenu van Windows Verkenner kies je onderaan de opdracht Naam wijzigen met PowerRename.

Haal PowerRename uit het contextueel menu in Windows Verkenner.

Zoeken en vervangen

Daarna opent het venster van PowerRename. In het veld Zoeken geef je in welk deel van de bestandsnaam je wilt vervangen. In het veld eronder typ je de nieuwe tekst. In ons voorbeeld vervangen we het woord Image door Kreta2015. Nog vóór de wijziging wordt uitgevoerd, toont PowerRename een overzicht: links de oorspronkelijke bestandsnamen, rechts de nieuwe. Zo zie je meteen wat er verandert. Daaronder kies je of de aanpassing moet gelden voor de volledige naam inclusief extensie, alleen de bestandsnaam, of alleen de extensie.

Met de knoppen onder Tekstopmaak pas je eenvoudig het hoofdlettergebruik aan, van alles in kleine letters, naar alles in hoofdletters, alleen een hoofdletter aan het begin, of elke beginletter van een woord in hoofdletters. Het laatste pictogram schakelt de nummering in. Activeer je dat, dan voegt PowerRename automatisch nummers tussen haakjes toe aan de bestandsnamen.

De nieuwe namen verschijnen in voorvertoning naast de oorspronkelijke namen.     

Je allermooiste foto's hernoemd?

Druk ze af en plak ze in een foto-album
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen