ID.nl logo
Geen internet? Stel failover wan in als back-up met 4G
© Reshift Digital
Huis

Geen internet? Stel failover wan in als back-up met 4G

Geen internet meer hebben, komt altijd ongelegen. In een professionele internetrouter is het mogelijk om een zogenoemde ‘failover wan’ in te stellen. Bij een uitval van je internetverbinding schakelt je router dan automatisch over naar een tweede internetverbinding, zodat je altijd online blijft. Hier werken we dit uit met OPNsense en het mobiele 4G-netwerk als tweede internetverbinding.

Voor de gemiddelde PCM-lezer zal maar weinig vervelender zijn dan te ontdekken dat onverwacht de internetverbinding is uitgevallen. Stel dat iemand vlak voor een belangrijke deadline iets moet doorsturen. Gelukkig kun je op dit soort voorvallen voorbereid zijn: je definieert een zogenoemde ‘failover wan’. Dit is feitelijk een tweede internetaansluiting, die inactief blijft zolang je primaire internetaansluiting nog werkt, maar geactiveerd wordt zodra de primaire internetaansluiting het laat afweten. Daarvoor controleert je router continu de toestand van je hoofdinternetaansluiting.

Bedrijven leggen voor de zekerheid een tweede internetkabel aan van een andere provider, maar voor particulieren is dat wat duur. Gelukkig is er een eenvoudige oplossing, die meer dan voldoende is voor een incidentele uitval: gebruik het mobiele 4G-netwerk als secundaire internetaansluiting. Bij sommige internetabonnementen krijg je al een datasimkaart met een beperkt dataverbruik, bedoeld om in een tablet te steken. Met een usb- of mini-PCIe-modem kun je die simkaart ook in je router gebruiken, of je steekt de simkaart in een mifi-router met ethernetpoort die je op je router aansluit.

In deze masterclass gaan we dit realiseren met OPNsense, een opensource op FreeBSD gebaseerd besturingssysteem dat van een computer een firewall en router voor je thuisnetwerk maakt. Ben je er niet bekend mee? Je vindt hier meer informatie over OPNsense installeren.

We gaan ervan uit dat je al een werkende primaire internetaansluiting geconfigureerd hebt in OPNsense, door één ethernetpoort die op je modem is aangesloten tijdens de basisconfiguratie van OPNsense als wan-interface te definiëren. Een andere ethernetpoort van je OPNsense-machine is op de switch aangesloten waarmee de apparaten van je thuisnetwerk verbonden zijn, en is gedefinieerd als lan-interface.

4G-modem installeren

Eerst dien je een ondersteunde 4G-modem te hebben. Je raadpleegt het best de hardwareondersteuning van de door OPNsense gebruikte FreeBSD-release. In de documentatie van OPNsense geeft men de Huawei ME909u-521 en Sierra Wireless MC7304 miniPCIe-modems als voorbeeld, evenals het Huawei E220 usb-modem (voor 3G). We raden aan om geen aankoop te doen voordat je zeker weet dat het modem door FreeBSD of OPNsense ondersteund wordt, maar soms vraagt het wat experimenteerwerk. Wellicht heb je nog een 3G- of 4G-modem liggen, probeer dat dan zeker eens uit.

De zoektocht naar een ondersteund 4G-modem liep bij ons niet van een leien dakje. De documentatie en ervaringen op de fora van OPNsense, pfSense en FreeBSD bleken niet heel behulpzaam. Daarom leggen we in dit artikel uitgebreid uit hoe je de verschillende typen 4G-modems installeert, zodat je altijd een leidraad hebt, welk modem je ook koopt. Ter info: wij hebben zonder succes een Option Globetrotter HSDPA-modem (een oud 3.5G-modem) en een Huawei E3372h-modem geprobeerd (de documentatie van pfSense gaf aan dat die laatste moest werken). De E3372h hebben we ook met E3372s-firmware geflasht (waarbij je de behuizing moet openbreken en je de garantie verliest!). Dat had volgens de documentatie van pfSense ook moeten werken, maar bij ons niet.

©PXimport

Uiteindelijk hebben we de suggestie van iemand op het OPNsense-forum gevolgd en een Netgear LB2120 4G-router gekocht. Drie keer zo duur dan de Huawei E3372h, maar dit modem werkt. Nu dien je het 4G-modem te installeren. Is het een PCIe-modem en beschikt je OPNsense-machine over een PCIe-slot, dan is dat eenvoudig. Vergeet niet de meegeleverde antenne aan te sluiten én je simkaart in het modem te steken.

Usb-modem installeren

Voor een usb-modem is het vaak wat omslachtiger. Veel van deze modems doen zich namelijk als een usb-opslagapparaat voor, waarop je drivers vindt. Voor Windows-gebruikers is dat misschien behulpzaam, maar niet voor FreeBSD, waarvoor die drivers natuurlijk nutteloos zijn. OPNsense raakt daardoor van slag. Gelukkig bestaat er een programma dat je modem kan omschakelen zodat, die zich niet meer als opslagapparaat voordoet: usb_modeswitch. Log via ssh in als root op de OPNsense-machine en kies dan 8 voor een shell. Installeer het programma met:

pkg install usb_modeswitch

Bevestig de installatie. Dan komt nu wat opzoekwerk. Bekijk eerst de eigenschappen van je usb-modem met de opdracht:

usbconfig dump_device_desc

Noteer de hexadecimale getallen bij idVendor en idProduct van je modem. Zoek dan in de directory /usr/local/share/usb_modeswitch/ naar een bestand met de naam idVendor:idProduct (met de getallen die je vond). Dit bestand bevat de configuratie voor je modem.

Voer dan usb_modeswitch uit met na -v het idVendor en na -p het idProduct. Daarna -W voor meer uitvoer, -s om het aantal seconden op te geven dat we wachten en -c voor de locatie van het configuratiebestand. Dat ziet er dan als volgt uit:

usb_modeswitch -v 12d1 -p 1f01 -W -s 5 -c
/usr/local/share/usb_modeswitch/12d1:1f01

Als alles goed gaat, wordt je modem daarna als modem herkend.

Deze opdracht dien je overigens elke keer je de modem uit de usb-poort haalt en daarna weer aansluit opnieuw uit te voeren, evenals wanneer je je router herstart. Dat laatste kunnen we gelukkig gemakkelijk automatiseren door een zogenoemde ‘hook’ in te stellen die bovenstaande usb_modeswitch-opdracht automatisch opstart vlak voor het netwerk wordt opgestart:

echo "#\!/bin/sh" > /usr/local/etc/rc.syshook.d/early/30-4g-modem
echo "usb_modeswitch -v 12d1 -p 1f01 -W -s 5 -c /usr/local/share/usb_modeswitch/12d1:1f01" >>
/usr/local/etc/rc.syshook.d/early/30-4g-modem
chmod +x /usr/local/etc/rc.syshook.d/early/30-4g-modem

Ethernet en PPP

Er zijn twee soorten 4G-usb-modems. Eén type doet zich voor als een ethernetapparaat, het andere type beschrijven we verderop. Na de omschakeling van de modus zie je dan ook in de uitvoer van dmesg een mac-adres, zoals:

ue0: Ethernet address: 0c:5b:8f:27:9a:64

De aanduiding ue0 is de ethernetinterface. Om op deze interface via dhcp een ip-adres te krijgen en toegang tot het mobiele netwerk te krijgen via de simkaart die je in het modem steekt, dien je het modem eerst te configureren. Dat gaat doorgaans het gemakkelijkste als je het modem even op je laptop aansluit. Bezoek dan het adres http://192.168.8.1 in je browser en configureer je mobiele netwerk: vul het APN, je gebruikersnaam en je wachtwoord in die je van je mobiele provider gekregen hebt.

Open daarna in de webinterface van OPNsense het menu Interfaces / Assignments en klik op het uitklapmenu naast New interface. Kies de interface van je 4G-modem (in ons geval ue0) en klik op het plusteken rechts om de interface toe te voegen. Deze krijgt de naam OPT1. Klik links op Interfaces / OPT1 en vink Enable interface aan. Pas de beschrijving aan, bijvoorbeeld WAN4G, kies bij IPv4 Configuration Type voor DHCP en bij IPv6 Configuration Type voor DHCPv6 en klik op Save en daarna Apply changes. Als alles goed gaat, zou je nu in je dashboard de interface WAN4G moeten zien met een ip-adres zoals 192.168.8.100.

©PXimport

©PXimport

Het andere soort 4G-modem verschijnt in OPNsense wel echt als modem. Dan dien je het modem te configureren in Interfaces / Point-to-Point / Devices. Klik rechtsboven op Add, laat het Link Type op PPP staan, kies bij Link interface(s) de interface van je modem uit de lijst (meestal iets als /dev/cuaU0.0) en kies dan je land, provider en tariefplan, zodat OPNsense de juiste instellingen kiest.

Daarna vul je een (optionele) gebruikersnaam en wachtwoord in en het Access Point Name (APN). Deze waardes heb je van je mobiele-internetprovider gekregen. Bij Phone Number dient *99# te staan. Een deel van deze waardes zijn al correct ingevuld als je het correcte plan uit de lijst gekozen hebt. Als je de pincode van je simkaart of andere geavanceerde opties wilt instellen, klik dan onderaan op Show advanced options. Klik tot slot op Save om de instellingen voor je 4G-modem op te slaan.

Netgear LB2120 / 4G-router

Een andere optie is dat je een mifi-router met ethernetpoort of een 4G-router op een vrije ethernetpoort van je OPNsense-machine aansluit. Overigens hoeft het internet niet per se via 4G binnen te komen: deze aanpak kun je ook gebruiken met een modem van een tweede provider die via een andere kabel internet krijgt. Dat maakt allemaal niet uit, zolang je maar via een ethernetpoort toegang tot de internetaansluiting krijgt.

We tonen hier hoe dat gaat met de Netgear LB2120. Steek de simkaart in het micro-simkaartslot aan de onderkant, sluit de lan-poort aan op een ethernetpoort van je pc en start het modem op. Het modem deelt via dhcp een ip-adres uit aan je computer. Ga naar http://192.168.5.1, log in met het standaardwachtwoord dat onder op je modem vermeld staat en stel je APN in. Klik dan links op Connect om met het mobiele netwerk te verbinden. Daarna krijg je de sterkte van het signaal te zien aan de hand van de leds boven op je modem.

Je hebt nu een router die internet via 4G heeft. Die kun je op twee manieren op je OPNsense-machine aansluiten. Bij de eerste manier krijgt je router (zoals je ook al tijdens de configuratie van de 4G-router zag) via dhcp een ip-adres via de ethernetpoort van je OPNsense-machine. Volg dan de instructies hierboven over de instellingen in Interfaces / Assignments en kies igb2 als interface.

©PXimport

Bridge

De tweede manier van aansluiten is om het 4G-modem in bridgemodus in te stellen. Dan werkt het 4G-modem niet meer als router, doet geen network address translation en deelt ook geen ip-adressen uit via dhcp. Het ip-adres dat je 4G-modem van je mobiele provider krijgt, wordt rechtstreeks toegekend aan een interface van je OPNsense-machine. Dit is vanuit het standpunt van netwerkbeheer minder complex, omdat je een vertaalslag minder hebt.

Zet eerst je 4G-modem op bridgemodus. Bij het Netgear LB2120-modem gaat dat in Settings / Advanced / LAN, waar je bij Operation Modes de optie Bridge aanvinkt. Na een herstart van het modem merk je dat het ip-adres van je pc niet meer in het adresbereik 192.168.5.x ligt, maar in het bereik van het mobiele netwerk. De interface van je modem is overigens nog altijd bereikbaar via het adres http://192.168.5.1. Werkt dit alles, schakel je modem dan uit en sluit hem op een vrije ethernetpoort van je OPNsense-machine aan.

Nadat de modem opgestart is, creëer je in de webinterface van OPNsense een interface, net zoals dat in de instructies hierboven staat, maar dan met de interface igb2. Als alles goed gaat, krijg je (eventueel na een herstart van je 4G-modem) een publiek ip-adres toegekend aan de interface. Verifieer dat in het dashboard van OPNsense of in Interfaces / Overview.

Monitor ip-adressen

We hebben aan al deze voorbereiding zoveel tijd besteed omdat dit het deel was waar je veel mogelijkheden hebt en waar ook heel veel mis kan gaan. Maar als je tot hier de instructies met succes hebt gevolgd, dan heb je nu twee gateways met een werkende internetverbinding: de ene is je standaardgateway, die aan je thuisnetwerk internet aanbiedt via de vaste internetaansluiting van je provider; de andere is de gateway van het mobiele netwerk.

Deze gateways krijg je ook te zien in System / Gateways / Single, met in de kolom Status of de gateways online zijn of niet. Maak je gebruik van IPv6, dan zie je meer dan twee gateways. Klik nu op het potloodicoontje van je standaardgateway. Vink de optie Disable Gateway Monitoring uit en vul bij Monitor IP een ip-adres in dat altijd online zou moeten zijn, zoal 8.8.8.8 van Google. Verifieer dat Mark Gateway as Down zeker niet aangevinkt staat en sla je wijzigingen op.

Doe nu hetzelfde voor de gateway van je 4G-verbinding, verifieer deze keer ook dat Default Gateway zeker niet aangevinkt is (want dat houden we voor onze primaire verbinding) en vul als Monitor IP bijvoorbeeld 8.8.4.4 in. Sla je wijzigingen op. Na een druk op Apply changes krijg je de status van je gateways te zien. Als de vertraging (‘latency’) van je 4G-netwerk bijvoorbeeld hoog ligt, krijg je in de kolom Status een waarschuwing in het oranje. Zodra OPNsense het gemonitorde ip-adres niet meer kan bereiken via een gateway, komt in deze kolom bij de gateway in het rood Offline te staan.

©PXimport

Gatewaygroep maken en dns instellen

Dan maken we nu een gatewaygroep waaraan we beide twee gateways toekennen. Klik daarvoor op System / Gateways / Group en dan rechtsboven op het plusteken. Geef de groep een naam, bijvoorbeeld WANGWGROUP. Bij je primaire gateway kies je Tier 1 en bij je secundaire Tier 2.

Bij Trigger Level kies je op basis van welke voorwaarde een gateway niet meer gebruikt wordt. Member Down betekent 100% pakketverlies; andere opties zijn Packet Loss, High Latency en Packet Loss or High Latency. Geef je groep eventueel een omschrijving en sla je wijzigingen op. Klik daarna op Apply changes.

Nu moet je voor elke gateway minstens één dns-server instellen. Vul bijvoorbeeld in System / Settings / General onder Networking twee dns-servers in, en kies de gateway waarvoor de dns-server geldt in de kolom Use gateway.

Een andere optie is dat je Unbound inschakelt en in Services / Unbound DNS / General op Show advanced options klikt en in het tekstveld Custom options de configuratie van je dns-servers zet. Zie daarvoor ons eerste artikel over OPNSense. Belangrijk is dat je altijd toegang tot een dns-server hebt, via welke gateway je ook op internet gaat.

Netwerkverkeer naar buiten

Nu moeten we er nog voor zorgen dat het netwerkverkeer dat van het interne netwerk naar je router komt en naar buiten wil, dat via de gatewaygroep doet in plaats van alleen via de standaardgateway. Daarvoor maken we gebruik van de firewall: open Firewall / Rules / LAN. Standaard heeft OPNsense een regel Default allow LAN to any rule. Klik op het potloodicoontje ernaast om de regel te bewerken en stel onderaan bij Gateway de naam van je gatewaygroep in (WANGWGROUP in ons voorbeeld). Sla je wijziging op en vergeet ze niet toe te passen met een klik op Apply changes. Het best schakel je ook in Firewall / Settings / Advanced de optie Use sticky connections uit.

Er is nog één probleem: als je de OPNsense-machine zelf als dns-server gebruikt, wordt het verkeer van de lan-clients naar de OPNsense-machine door bovenstaande firewallregel ook naar de gatewaygroep gestuurd, en dat is niet de bedoeling. Voeg dus in Firewall / Rules / LAN met een klik op Add bovenaan rechts een nieuwe firewallregel toe.

Bij Action laat je Pass staan, bij Protocol kies je TCP/UDP en Source laat je op any staan. Bij Destination kies je This Firewall en bij Destination port range van DNS naar DNS. Bij Category vul je DNS in en bij Description een beschrijving als Local DNS als geheugensteuntje voor als je later niet meer weet waarvoor je deze regel toegevoegd hebt. Gateway laat je op default staan. Sla je wijzigingen op.

©PXimport

Je zojuist toegevoegde firewallregel staat nu helemaal onderaan en wordt dus gewoon niet gebruikt, want de regels worden van boven naar onderen geëvalueerd en onze Default allow LAN to any rule is algemener dan onze dns-regel. Vink je dns-regel dus aan en klik dan rechts naast Default allow LAN to any rule op het pijltje naar links, waardoor de dns-regel vlak voor de lan-regel komt. Klik dan bovenaan rechts op Apply changes.

Als je van Unbound gebruikmaakt als dns-server dien je ook nog in System / Settings / General onderaan de optie Allow default gateway switching aan te vinken. Unbound stuurt zijn dns-aanvragen immers naar de standaardgateway door.

Testen!

En dan nu testen! Als je de netwerkkabel tussen je OPNsense-router en de modem van je vaste internetverbinding lostrekt, schakelt je router automatisch voor zijn gateway over naar je 4G-modem. En zodra je vaste internetverbinding weer in orde is, schakelt je router daar opnieuw naar over omdat je die als ‘Tier 1’ ingesteld hebt en je 4G-gateway als ‘Tier 2’.

Nu kun je nog bij elk van je gateways (in System / Gateways / Single) onder Advanced enkele parameters aanpassen, bijvoorbeeld de drempelwaardes voor de vertraging en pakketverlies. In combinatie met het Trigger Level van de gatewaygroep kun je zo bepalen wanneer er van gateway wordt overgeschakeld.

▼ Volgende artikel
Tracker in je e-bike verstoppen? Dit zijn de beste plekken (en de risico's van een AirTag)
© Halfpoint - stock.adobe.com
Mobiliteit

Tracker in je e-bike verstoppen? Dit zijn de beste plekken (en de risico's van een AirTag)

Wist je dat er dagelijks tussen de 200 en 300 e-bikes gestolen worden? Als jij een elektrische fiets hebt, doe je er natuurlijk alles aan om dat te voorkomen. Maar zelfs wanneer je hem met meerdere sloten vastzet, is dat geen garantie dat dieven hem laten staan. Wordt je fiets toch gestolen, dan kan een tracker helpen om hem terug te vinden. Alleen: waar verstop je zo'n tracker het best, en welke systemen werken echt goed?

Dit artikel in het kort

📡Het verschil: bluetooth vs. GPS-trackers (en wat jij nodig hebt)
📡De 6 populairste plekken om een zender onzichtbaar te monteren
📡Wanneer moet je kiezen voor een gespecialiseerd systeem met abonnement?

Twee soorten trackers: bluetooth vs. GPS

Voordat je een tracker koopt, is het belangrijk om het onderscheid te kennen tussen de twee systemen die op de markt zijn. Het verschil zit hem vooral in de techniek en de prijs.

  1. Bluetooth-trackers (zoals de Apple AirTag): Deze zijn goedkoop (20 tot 40 euro) en compact. Ze hebben geen eigen internetverbinding of GPS, maar 'liften mee' op het signaal van telefoons van voorbijgangers.

  2. GPS-trackers: Ze hebben een ingebouwde simkaart en een eigen GPS-module. Ze zenden zelfstandig hun locatie uit, waar ze ook zijn, maar vereisen vaak wel een abonnement.

Bluetooth-trackers (zoals de Apple AirTag of goedkopere varianten) zijn inmiddels overal verkrijgbaar. De werking is heel simpel: de tracker zendt een bluetooth-signaal uit dat wordt opgepikt door smartphones van toevallige voorbijgangers. Die telefoons sturen vervolgens anoniem de locatie door via hun eigen internetverbinding. In drukke stadscentra werkt dit vaak prima, omdat er altijd wel iemand in de buurt is.

AirTag in je fiets? Dit zijn de nadelen en risico's

Rene Bolt is Chief Technology Officer bij Conneqtech, een bedrijf dat trackingsystemen voor e-bikes ontwikkelt. Volgens de expert is er op zich weinig mis met voordelige trackers, al laten de prestaties vaak te wensen over: bij budgetmodellen is de batterij vaak al na een maand leeg of blijkt de locatiebepaling onnauwkeurig, zegt hij.

Het grootste probleem zit hem volgens Bolt echter in het ontwerp. Een AirTag is bedoeld voor zoekgeraakte sleutels of tassen, niet voor gestolen fietsen. Dat brengt een onbedoeld risico met zich mee: om stalking te voorkomen, waarschuwt Apple automatisch mensen die ongewild gevolgd worden. "Een fietsendief wordt dus ook genotificeerd als er een onbekende AirTag meereist", waarschuwt Bolt. "Als hij een iPhone heeft, geeft die een alarm af en kan hij de tracker zelf opsporen."

🚲Lees ook: In 7 stappen de juiste e-bike-verzekering

©wachiwit - stock.adobe.com

View post on TikTok

Populaire verstopplekken

Juist omdát een dief vroeg of laat een melding op zijn telefoon kan krijgen, is de verstopplek cruciaal. Je wilt immers voorkomen dat hij het zendertje binnen tien seconden van je fiets plukt en weggooit. Wil je ondanks de risico's toch een bluetooth-tracker gebruiken? Zorg dan dat hij extreem moeilijk te vinden is. Populaire verstopplekken zijn onder meer een opbergvakje onder het zadel, de bidonhouder, een fietsbel, een fietstas, een fietsmand of bak, of - bij modellen met brede banden - tussen band en velg.

De meeste trackers geven een prima signaal af wanneer je ze verstopt achter de kunststof onderdelen van je fiets. "Wat je vooral niet moet doen, is de tracker inkapselen in metaal", legt Rene uit. "Het klinkt slim om een tracker binnenin het fietsframe te stoppen, maar waarschijnlijk kun je hem dan helemaal niet traceren."

Meer weten? Check dan: Zo vind je de beste GPS-tracker voor je e-bike

Fietsslot voor je e-bike: dit zijn 5 goede opties

Een tracker is vooral bedoeld voor wanneer je fiets al gestolen ís, maar dat wil je natuurlijk zoveel mogelijk voorkomen. Een goed slot dus:

ART-keurmerk: Het slot moet minimaal ART-2 gecertificeerd zijn (2 sterren).
Tweede slot: Veel verzekeraars verplichten tegenwoordig een tweede slot (ketting- of beugelslot) waarmee je de fiets aan de 'vaste wereld' (zoals een lantaarnpaal) vastzet.
Lengte:
Kies een ketting of vouwslot van minimaal 85 tot 100 cm, zodat je hem makkelijk ergens aan vastmaakt.

1. AXA Defender:Het klassieke ringslot dat op heel veel e-bikes standaard zit. Oersterk, ART-2 gekeurd en makkelijk uit te breiden met een insteekketting.
2. ABUS Iven Chain 8210: Deze ketting van 110 cm is van gehard staal, maar heeft een flexibele hoes die lakschade aan je fiets voorkomt. Uiteraard ART-2.
3. AXA Fold Ultra 90:Een compact alternatief voor de zware ketting. Dit vouwslot is makkelijk mee te nemen in de houder op je frame en vouwt uit tot 90 cm. Voldoet aan de ART-2 norm.
4. AXA Newton Promoto+ 2: Dit slot is ontwikkeld voor scooters, maar dankzij de ART-2 certificering perfect (en extra veilig) voor je e-bike. Voorzien van een neopreen hoes en geharde schakels.
5. AXA Absolute 9-90: Een modern kettingslot dat speciaal is ontworpen voor dagelijks gebruik. De '9-90' staat voor schakels van 9 mm dik en een lengte van 90 cm. Handig in gebruik en ART-2 gecertificeerd.

Netwerk en dekking

Ook de dekking van standaard winkeltrackers is niet altijd optimaal. Bolt noemt de techniek van Apple slim: doordat de locatie wordt bepaald via iPhones in de buurt, werkt het systeem perfect in de bebouwde kom of op drukke plekken. Zodra je de stad verlaat, is het een ander verhaal. In rustigere gebieden zijn er immers minder telefoons om verbinding mee te maken. "Zodra ik buiten de stedelijke omgeving kom," ziet hij in de praktijk, "loopt het signaal direct achter."

©Sebastian Rothe

Gespecialiseerd e-bike-trackers

Voor wie zekerheid wil, raadt Rene Bolt een gespecialiseerde e-bike-tracker aan. Deze systemen vertrouwen niet alleen op bluetooth, maar hebben ook een eigen internetverbinding én GPS. Een drievoudig systeem voor locatietracking dus.

Bekende voorbeelden zijn de Tracefy Bike Tracker of de AXA-IN Smart Guard (ontwikkeld door Conneqtech). Doordat ze meerdere technieken combineren, leveren ze bijna constant een sterk signaal, ongeacht waar de fiets staat. Via een app kunnen eigenaren hun fiets daardoor altijd volgen..

Keurmerk

Deze professionele trackers zijn wel een investering: gemiddeld ben je zo’n 200 euro kwijt aan installatie, plus een jaarlijks abonnement van een paar tientjes. “Toch biedt het wel een hoop waar voor je geld”, verdedigt Bolt de prijs. "We hebben een keurmerk elektronische e-bikebeveiliging van Kiwa en werken ook met verzekeraars samen die bij de duurdere e-bikes een tracker van deze kwaliteit verplichten."

Bescherm je e-bike tegen diefstal met een stevig fietsslot

En maak het dieven niet te gemakkelijk!

Aangifte en opsporing

Mocht je fiets onverhoopt toch gestolen worden, dan is aangifte doen altijd de eerste stap. Dit is verplicht voordat je bij de verzekeraar kunt aankloppen. Verzekeringsmaatschappijen werken vaak samen met particuliere beveiligingsorganisaties die gespecialiseerd zijn in het terugvinden van fietsen. "Je hebt dan een goede kans dat ze je e-bike terugvinden, maakt niet uit waar hij naartoe is vervoerd", aldus Rene.

Deze professionele opsporingsteams werken overigens liever niet met trackers zoals de AirTag, omdat het delen van locatiegegevens daarbij veel omslachtiger is dan bij een gespecialiseerde tracker. Omdat e-bikes met professionele systemen zo goed gemonitord worden, krijgen ze vaak een waarschuwingssticker op het frame. Zo weten dieven direct dat er ergens een zender verstopt zit. Dit kan al een afschrikwekkend effect hebben.

©Rostislav Ageev

Budgetoptie

Wil je niet de hoofdprijs betalen voor beveiliging? Dan kun je voor minder dan tien euro al online een eenvoudige bluetooth-tracker kopen, soms zelfs inclusief slimme opbergaccessoires. Bedenk wel dat hier een risico aan zit: als de fietsendief zelf een iPhone heeft, krijgt hij mogelijk automatisch een melding dat jouw tracker met hem meereist.


▼ Volgende artikel
Beter typen, sneller klikken: met deze Windows-trucs bespaar je heel wat tijd!
© ID.nl
Huis

Beter typen, sneller klikken: met deze Windows-trucs bespaar je heel wat tijd!

Wie nog altijd met de muis door elk menu klikt of herhaaldelijk dezelfde tekst typt, verspilt ongemerkt uren per maand. Gelukkig heeft Windows een grote voorraad verborgen sneltoetsen, verfijnde muisinstellingen en gratis automatiseringstools. Daarmee voer je voortaan elke taak in een handomdraai uit.

Wat gaan we doen?

In dit artikel ontdek je hoe je sneller werkt in Windows zonder nieuwe software te installeren. Je leert navigeren zonder muis, bestanden en tekst razendsnel bewerken en vensters efficiënt ordenen. We laten zien hoe je muisinstellingen optimaliseert, RSI-klachten voorkomt en verborgen toetscombinaties benut. Door deze trucs in je dagelijkse routine op te nemen, win je ongemerkt uren per maand – en werk je comfortabeler dan ooit.

Lees ook: Productiever en creatiever: dit kan Copilot voor jou betekenen

De basis van sneller werken is leren navigeren zonder de muis te gebruiken. Begin bij de verkenner: druk op Windows-toets+E en de bestandsbeheerder springt open, ongeacht het programma waarin je zit. Wil je direct naar de adresbalk om een pad te typen, tik dan Ctrl+L. Zodra je de gewenste map hebt gekozen, open je het contextmenu met Shift+F10; dat bespaart de omweg via de rechtermuisknop.

Wisselen tussen geopende vensters gaat bliksemsnel met Alt+Tab. Houd de toetsen ingedrukt, schuif met de pijltoetsen naar het doelvenster en laat los. Werk je met veel identieke vensters, bijvoorbeeld meerdere Word-documenten? Roep deze numeriek op. Met Windows-toets+1 open of activeer je het eerste pictogram op de taakbalk. Met Windows-toets+2 doe je dat met het tweede enzovoort.

Wanneer je een bestand een andere naam wilt geven, selecteer dat dan en druk op F2 in plaats van langzaam te dubbelklikken. Herhaal je een opdracht, zoals het hernoemen van een reeks foto's, gebruik dan de functietoets telkens opnieuw als je door de lijst bladert.

Supersnelle tekst

Wie veel typt, verspilt vaak seconden aan muisgeklungel bij het selecteren van tekst. Laat dat verleden tijd worden door je selectiepaden met het toetsenbord aan te leren. Plaats de cursor aan het begin van een woord, houd Shift ingedrukt en druk op Ctrl+PijltjeRechts om in één keer het woord te selecteren. Je voegt extra woorden toe door de pijltjestoets opnieuw te gebruiken, of je kiest Ctrl+Shift+PijltjeOmlaag voor een complete alinea.

Wil je alles in een document markeren, dan blijft de toetscombinatie Ctrl+A onovertroffen. Na het selecteren is het knippen, kopiëren of plakken met respectievelijk Ctrl+X, Ctrl+C en Ctrl+V sneller dan welke contextmenu-optie dan ook. De toetscombinatie Ctrl+Shift+V wordt vaak vergeten. Hiermee plak je de tekst zonder opmaak in allerlei apps, zoals Edge, Teams en de nieuwe Notepad.

Heb je een fout gemaakt? Bekijk je aanpassingen met Ctrl+Z en herhaal een ongedaanmaking met Ctrl+Y.

Nog een kleine tijdwinst bij het tikken: gebruik Ctrl+Backspace om direct het vorige woord te wissen in plaats van letters. Door deze commando's in je spiergeheugen op te slaan, hoef je nooit naar de muis te grijpen.

Ook selecteren is een stuk makkelijker, sneller en ergonomisch beter verantwoord met het toetsenbord.

RSI deels te voorkomen

Repetitive Strain Injury (RSI) is een verzamelnaam voor klachten aan spieren, pezen en gewrichten die ontstaan door langdurig herhaalde bewegingen of een statische houding. Wie urenlang klikt en sleept met de muis, belast vooral pols, onderarm en schouder steeds op dezelfde manier. Dat kan leiden tot zeurende pijn, tintelingen of blijvend krachtverlies, als je niets verandert.

Gelukkig kun je die belasting verminderen door vaker slimme toetscombinaties te gebruiken. Daarmee wissel je de microbeweging van je muis af met kortere, preciezere handelingen op het toetsenbord. Zo verdeel je de belasting over meer spieren en voorkom je een verkrampte hand boven je muis.

Blijf daarnaast rechtop zitten, steun je onderarmen op het bureau en neem elke dertig minuten een micropauze: even opstaan, schouders losrollen, handen schudden. Kleine aanpassingen - ook in je softwaregewoonten - houden je handen en polsen gezond en je productiviteit hoog.

Snelle muisinstellingen

Traag cursorgedrag kost meer tijd dan je denkt, maar Windows laat je de muis tot op de millimeter finetunen. Open Start, typ Muisinstellingen en klik op Muisinstellingen bovenaan de resultaten. Gebruik vervolgens Aanvullende muisinstellingen om in het klassieke venster terecht te komen.

Onder het tabblad Aanwijzeropties verplaats je de schuif Selecteer een snelheid voor de aanwijzer naar rechts. Doe dit tot de cursor de volledige breedte van het scherm kan afleggen met een ontspannen polsbeweging van vijf centimeter. Schakel Precisie van de aanwijzer verbeteren uit. Deze versnelling remt of versnelt de cursor afhankelijk van je beweging en maakt precieze kliks minder voorspelbaar.

Ga daarna terug naar het hoofdvenster en activeer Inactieve vensters schuiven. Dankzij deze functie hoef je niet langer op een venster te klikken om het eerst te activeren. Je scrolt simpelweg met het wiel boven het gewenste venster en de inhoud schuift meteen.

Windows 11 biedt veel verschillende instellingen voor je muis, ook in het ietwat verouderde, aanvullende menu.

Vensters ordenen

Zoek je constant naar het juiste venster, dan is Snap Assist je geheime wapen. Druk op Windows-toets+PijltjeLinks of Windows-toets+PijltjeRechts om het huidige venster op de helft van het scherm te plaatsen. Windows toont als je je muis beweegt miniaturen van de resterende apps. Kies met de pijltjestoets of klik een keer om de andere helft op te vullen.

Combineer daarna Windows-toets+PijltjeOmhoog om het venster in een kwadrant te krijgen, ideaal voor drie of vier documenten naast elkaar. In Windows 11 verschijnt bij Windows-toets+Z een rastermenu. Druk direct het bijbehorende cijfer in om de positie te kiezen en je handen blijven op het toetsenbord.

Wil je alles opzij schuiven? Ga dan met de muis boven de taakbalk hangen en gebruik Windows-toets+D om het bureaublad te tonen. Herhaal de toetscombinatie om de vorige indeling terug te halen.

Voor grote projecten creëer je aparte werkomgevingen met Windows-toets+Ctrl+D. Wissel daarna via Windows-toets+Ctrl+PijltjeRechts of Windows-toets+Ctrl+PijltjeLinks. Sluit een desktop met Windows-toets+Ctrl+F4 zonder dat je programma's verliest. Met deze vensterdiscipline bespaar je tijd en voorkom je ruis.

Van secondewinst naar vrije uren

Het lijkt misschien weinig om één seconde te besparen met Ctrl+Backspace of een halve muisbeweging, maar vermenigvuldig die microtijden maar eens met je werkritme en de uitkomst verrast je. Een gemiddelde kantoorwerker wisselt dagelijks zo'n zeshonderd keer tussen vensters, selecteert honderdvijftig tekstfragmenten en opent vijftig bestanden. Met de beschreven toetsen win je ongeveer één seconde per vensterwisseling en evenveel per tekstselectie. Een hergeprogrammeerde middelste muisklik scheelt nog eens één seconde bij elk bestand.

Dat levert alles bij elkaar achthonderd seconden per dag op, wat neerkomt op dertien minuten. Werk je 220 dagen per jaar, dan win je dus bijna 49 uur, oftewel ruim zes volle werkdagen, zonder de inzet van extra software. Investeer je één uur in het aanleren van deze combinaties, dan heb je dat na krap vijf werkdagen alweer terugverdiend. De rest van het jaar kun je die tijd benutten voor een training, een pauzewandeling of lekker wat eerder naar huis.

Nieuwe laptop nodig?

Op Kieskeurig.nl zie je meteen welke modellen het meest in prijs zijn gedaald

Snel starten en zoeken

Als je elke handeling via het startmenu opzoekt, verspil je kostbare seconden. Oefen daarom met het dialoogvenster Windows-toets+R. Typ bijvoorbeeld cmd en druk op Ctrl+Shift+Enter om de opdrachtprompt direct als administrator te openen.

Wil je even snel een systeemtool opstarten? De tools msinfo32, dxdiag en powercfg.cpl liggen allemaal binnen handbereik via hetzelfde venster. Voor gewone bestanden is de toetscombinatie Windows-toets+S je ideale zoekfunctie. Nadat je een term hebt ingevoerd, gebruik je Tab om naar het filtergebied te springen en kies je met de pijltjestoetsen tussen Documenten, Mappen, Instellingen en Web. Door vervolgens op Enter te drukken, open je direct het bovenste resultaat zonder de muis te gebruiken.

Vind je niet wat je zoekt? Open dan Instellingen, navigeer met Alt+PijltjeRechts naar Privacy & Beveiliging en selecteer Zoeken in Windows. Daar kun je kiezen voor Uitgebreid zoeken. Daarmee zoek je niet alleen in de standaardmappen maar je hele pc. Door deze combinatie van snelle opdrachtregelaars en gefilterde zoekacties verschijnt elk bestand precies wanneer jij het nodig hebt, zonder vertraging of extra muisbeweging.

Via het uitvoervenster kun je snel bij instellingen komen die normaal gesproken diep verstopt zitten.

Sneller zonder spierpijn

Productiviteit verdampt zodra polsen of schouders protesteren, dus ergonomie is geen luxe maar voorwaarde. Begin met het toetsenbord: leg je duimen op de spatiebalk en laat je wijsvingers zweven boven F en J, zodat de afstand naar iedere sneltoets wordt verkleind. Precies, daarom zitten die voelbare streepjes op die knoppen.

Houd je pols recht en verplaats je arm vanuit je elleboog. Windows helpt mee. Werk je lang met kleine letters op hoge resolutie, roep dan met de Windows-toets+Plustoets het Vergrootglas. Met Ctrl+Alt+I kies je voor omgekeerde kleuren, waarmee je je ogen ontlast. Door comfort prioriteit te geven blijven snelheidstrucs niet alleen langer hangen, ze worden ook deel van een houdbare routine voor dagelijks computerwerk.

Het vergrootglas is meer dan alleen een simpele zoomfunctie.

Werk slimmer

Je bespaart geen uren door harder te werken, maar door slimmer te klikken en bewuster te typen. De basis is simpel: houd je handen op het toetsenbord, laat Windows het zware werk doen en pas de muis aan jouw manier van bewegen aan. Met slimme sneltoetsen navigeer je razendsnel door bestanden en vensters. Met geoptimaliseerde muisinstellingen raak je nooit meer de cursor kwijt en dankzij pauzeherinneringen blijven je spieren ontspannen. Alle functies zitten al in Windows, dus je hoeft niets te installeren of beheren. Begin vandaag met één reeks toetsen, voeg er morgen een tweede aan toe enzovoort. Zo bespaar je tijd en ontzie je je spieren.

 Lees ook: Onmisbare sneltoetsen op je MacBook en iMac

En wat doe je met die gewonnen tijd?

Wat dacht je van ...