ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Formula Brain: Racen met je hersengolven

Een auto over een circuit sturen met alleen je brein, dat klinkt nogal futuristisch. Wie de technologie achter de Formula Brain-competitie nader bekijkt, ziet echter dat de technologie al veel dichterbij is dan je misschien zou denken.

Toen PCM een paar jaar geleden op de CES-beurs in Las Vegas was, vielen niet de slimme wasmachines of andere gadgets het meest op, maar hadden de redacteuren vooral oog voor een kleine racebaan. Een beetje zoals we die vroeger als kind hadden, maar dan met één groot verschil. Je had geen controller in je hand, maar een hoofdband om die je hersengolven mat. En daarmee werd de auto bestuurd. Magisch!

Toch is die technologie helemaal niet zo’n science fiction als je in eerste instantie zou denken. Sterker nog, het is dit jaar al gebruikt. In de ‘Formula Brain’-competitie van VodafoneZiggo wordt een echte racewagen gebruikt om over een echt circuit te rijden, met een headset die beeld levert én eentje die hersengolven kan meten.

De Formula Brain-competitie begon virtueel, met een racegame die klanten in de winkels van de telecomprovider konden spelen. Op verschillende locaties konden deelnemers een headset opzetten en een virtueel autootje over een digitaal circuit laten sturen. Daarbij werd het bestaande Formule 1-circuit in Oostenrijk als voorbeeld gebruikt.

“We hebben eerst de virtual reality-applicatie gemaakt die je in de winkels kon gebruiken”, vertelt Robert Jan Blonk. Hij is interactive producer bij MediaMonks, het productiehuis dat de hard- en software van de competitie op zich nam. “Zo lieten we zien hoe makkelijk het voor iedereen is om op deze manier een auto te besturen.”

Headsets kiezen

De vr-applicatie draait op een simpele Gear VR van Samsung, de relatief goedkope headset die een paar jaar geleden werd uitgebracht. Softwarematig maakte het volgens Blonk weinig uit voor welke headset werd gekozen. “We maakten de applicatie in Unity. Hiermee kun je de applicatie gemakkelijk overzetten naar bijvoorbeeld een Oculus Rift of een HTC Vive.”

Belangrijker voor de keus voor Gear VR waren de fysieke eigenschappen van de bril. “De Gear VR is het makkelijkst in gebruik”, zegt Blonk. “Je hebt geen gedoe met kabels of een setup met computers. Je kunt het overal meteen inzetten.” Omdat de competitie in eerste instantie in de verschillende winkels van VodafoneZiggo plaatsvond, moest de setup dus mobiel zijn. Ook niet onbelangrijk: de vr-headset werkte goed samen met het andere hoofdtuig dat racers op moesten zetten. En voor de andere headset was een API beschikbaar waar Blonk gebruik van kon maken.

©PXimport

Die tweede headset was afkomstig van het bedrijf Emotiv, dat al langer werkt aan een apparaat dat hersengolven kan meten. In de Emotiv Insight zitten zes elektroden die de hersenactiviteit registreren. Dat gebeurt op vier frequenties tussen de nul en de pakweg dertig Hertz. “Als je slaapt schommelt je hersenactiviteit tussen de nul en de zes Hertz”, legt Blonk uit. “Als je actief denkt, ligt het rond de twintig Hertz, en als je angstig bent of extreme sporten doet is dat nog hoger.”

Op basis daarvan ontwikkelde MediaMonks de technologie om de auto te besturen. Voordat je de auto met je hersenen kunt besturen, wordt er een korte meting gedaan die berekent wat de ‘neutrale staat’ van het brein op dat moment is. Het rijden daarna is relatief simpel. Door harder te denken en dus meer hersenhertzen te produceren, gaat de auto sneller vooruit. Denk je minder hard, dan neemt de snelheid af.

Voor het echie

Nadat de technologie in een aantal winkels virtueel was gedemonstreerd, werd het tijd de competitie naar de echte wereld te brengen. Geen virtual reality-auto deze keer, maar een echte fysieke wagen over een bestaand circuit. De winnaars van de winkelcompetities mochten daaraan deelnemen.

Blonk en zijn collega’s gingen op zoek naar iemand die hen aan zo’n auto kon helpen. Die vonden zij uiteindelijk in een Duits team dat meedeed aan de Formula Student-competitie. Bij die wedstrijd bouwen universiteitsteams van over de hele wereld een zelfrijdende (race)wagen waarmee zij over een circuit leren rijden. “We zochten specifiek iemand die een zelfrijdende auto beschikbaar had. Met de hersenbesturing kun je namelijk alleen voor- en achteruit, dus het volgen van het circuit moeten we aan de autonomie van de auto overlaten.”

De zelfrijdende auto maakt regelmatig scans van het circuit, op verschillende momenten van de dag, zodat er goed omgegaan kan worden met de verschillende lichtinvallen. Blonks team hoefde ‘slechts’ de snelheid te regelen. “We stelden bijvoorbeeld in dat de auto in bepaalde bochten maar maximaal dertig kilometer per uur mocht rijden, om problemen te voorkomen.” Ook zorgde het team ervoor dat de auto een minimumsnelheid kreeg. “Zelfs als er geen hersengolven geregistreerd werden, ging de auto heel langzaam toch vooruit. Dat brengt net wat meer competitie in het spel, want we merkten dat het voor de deelnemers enorm demotiverend werkte als de auto helemaal stil kwam te staan.”

4G of 5G?

Het ombouwen van de auto was nog best lastig, want de technologie die gebruikt wordt om autonoom te kunnen rijden, is behoorlijk ingewikkeld. “We wilden het systeem vervangen dat de snelheid regelt, maar dat zet je er niet zomaar even tussen. Je moet een soort filter bouwen dat begrijpt wat die auto doet; de taal van de auto moet matchen met die van de headset.”

Het mooie van de competitie is dat het niet per definitie plaats hoefde te vinden op het fysieke circuit. Via een 4G-verbinding kon alles virtueel plaatsvinden. Of beter gezegd, twee 4G-verbindingen. Blonk: “De ene verbinding werd het hersensignaal verzonden, een andere verbinding stuurde de videobeelden van de auto naar een vr-bril die de coureur op had.” Door het gebruik van twee aparte verbindingen bleven ze beide stabiel en was er geen noodzaak om naar relatief nieuwe technologieën als 5G te kijken.”

©PXimport

Uiteindelijk blijkt de technologie dus helemaal niet zo ver weg te zijn als je wellicht zou denken. Blonk: “De innovatie is veel dichterbij dan je denkt. Iedereen kan dit al gebruiken, dat wilden we ook laten zien. Je hoeft geen speciale coureur te zijn of veel met deze technologie bezig te zijn om op deze manier te kunnen rijden.”

In de toekomst kan dergelijke hersenaandrijvingstechnologie ook gebruikt worden voor andere toepassingen, denkt Blonk. “Bij alles waar je zulke binaire toepassingen voor in kunt zetten, kun je dit implementeren. Daadwerkelijk autorijden gaat misschien wat te ver, maar als je denkt aan het openen of sluiten van een garagedeur... Dat is allemaal mogelijk.”

▼ Volgende artikel
Inbouwkoelkast vervangen: dit moet je weten over afmetingen en montage
© Oleg Fedosenko
Huis

Inbouwkoelkast vervangen: dit moet je weten over afmetingen en montage

Ben je van plan een inbouwkoelkast te kopen of een bestaande te vervangen? Let dan goed op de juiste nismaten, het type scharniersysteem en de benodigde ventilatieruimte. In dit artikel lees je hoe je de juiste maat kiest, welke standaardhoogtes er zijn en hoe je voorkomt dat je nieuwe koelkast straks nét niet past.

In dit artikel lees je:
  • Welke standaard nismaten er zijn voor inbouwkoelkasten
  • Hoe je breedte, diepte en ventilatieruimte correct opmeet
  • Wat het verschil is tussen een sleepdeur en een deur-op-deur-systeem
  • Wanneer maatwerk nodig is (en hoe je dat voorkomt)
  • Hoe je bij vervanging of een nieuwe keuken kiest voor de juiste inbouwmaat

Wie op zoek is naar een nieuwe inbouwkoelkast, ontdekt al snel dat afmetingen minstens zo belangrijk zijn als inhoud, energielabel of uitstraling. Zeker als het apparaat in een bestaande nis moet passen of deel uitmaakt van een strak ontworpen keukenfront. Een kleine afwijking in maatvoering kan leiden tot frustratie, extra kosten of zelfs een keukenaanpassing. Gelukkig zijn er standaarden die houvast bieden.

De standaardhoogtes voor inbouwkoelkasten

Inbouwkoelkasten zijn er in een aantal vaste hoogtes, afgestemd op gangbare keukenkastmaten. De meest voorkomende nishoogtes zijn 88, 102, 122, 140 en 178 centimeter. Een koelkast van 88 centimeter wordt vaak gekozen in compacte keukens of onder het aanrecht. De 102 en 122 centimeter zijn net iets ruimer en bieden meer koelruimte zonder een volledige hoge kast nodig te hebben. De 140 centimeter is populair bij mensen die wel wat extra capaciteit willen, maar niet kunnen of willen overstappen naar een vloerhoge koelkast. Wie echt voldoende ruimte zoekt voor een gezin of een royale levensstijl, komt al snel uit bij de nishoogte van 178 centimeter, die geldt als de standaard voor volwaardige inbouwkoelkasten (vaak met een vriezer er direct onder). Het is goed om te weten dat de koelkast zelf altijd iets kleiner is dan de nismaat, zodat er ruimte overblijft voor ventilatie en installatie.

©rois010

Breedte, diepte en ventilatie-eisen

Naast de hoogte zijn ook de breedte en diepte van de nis van belang. In vrijwel alle gevallen gaat het om een nisbreedte van 56 tot 60 centimeter en een diepte van ongeveer 55 tot 60 centimeter. Daarmee sluiten de meeste inbouwkoelkasten mooi aan op standaard keukenkasten. Toch is het belangrijk om altijd te controleren of er voldoende ruimte is aan de achterkant en zijkanten voor luchtcirculatie, want een gebrek aan ventilatie kan de levensduur van je apparaat verkorten en het energieverbruik verhogen. De exacte marges en ventilatie-eisen staan altijd vermeld in de inbouwtekening van de fabrikant.

Let op het juiste deursysteem

Een ander aspect waar je zeker rekening mee moet houden is het type deurscharnier en bevestigingssysteem. Er zijn twee veelgebruikte manieren om de keukendeur aan de koelkastdeur te koppelen. Bij een sleepdeur schuiven beide deuren over elkaar via een glijgeleider. Bij een deur-op-deur-systeem wordt de keukendeur rechtstreeks vastgemaakt aan de koelkastdeur. Deze laatste methode is robuuster, eenvoudiger in gebruik en vaak de voorkeur bij moderne keukens. Belangrijk is dat je bij vervanging van een koelkast goed controleert welk systeem je huidige keuken gebruikt, want een sleepdeursysteem en deur-op-deur-systeem zijn niet onderling uitwisselbaar zonder aanpassingen.

©yunava1

Wanneer maatwerk nodig is

Hoewel standaardmaten veel problemen voorkomen, is maatwerk soms toch onvermijdelijk. Dit is bijvoorbeeld het geval bij oudere keukens met afwijkende kastafmetingen, bij zelfbouwkeukens of designoplossingen waarbij concessies zijn gedaan op standaardisatie. Ook in kleine woningen of appartementen met schuine wanden of andere beperkingen kan het nodig zijn om af te wijken van de standaard. Soms volstaat een simpele opvulling of aanpassing, maar in andere gevallen moet een kast volledig opnieuw worden ontworpen.

Problemen voorkomen bij aankoop of vervanging

Wie verrassingen wil voorkomen bij de aanschaf van een nieuwe koelkast of bij de montage in een nieuwe keuken, doet er goed aan om alles zorgvuldig op en in te meten. Dat betekent dat je niet alleen de hoogte, breedte en diepte van de nis opneemt, maar ook rekening houdt met de ruimte voor ventilatie en het juiste type deursysteem.

Daarnaast is het verstandig om altijd de technische tekening van het apparaat te raadplegen en je goed te laten adviseren door een keuken- of witgoedspecialist. Zeker bij vervanging is het belangrijk om niet alleen naar de buitenmaten te kijken, maar ook naar de technische en functionele eigenschappen die bepalen of een apparaat probleemloos past.

Wie zich aan deze richtlijnen houdt en bewust kiest voor een standaardmaat, voorkomt gedoe, vertragingen of kostbare aanpassingen achteraf. Een koelkast op maat hoeft dus helemaal geen maatwerk te zijn, als je maar weet waar je op moet letten.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 betaalbare digitale waterpassen met laser
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 betaalbare digitale waterpassen met laser

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we daarom binnen een bepaald thema naar zulke deals. Deze zomer klussen? Goed gereedschap is dan onontbeerlijk. Ee digitale waterpas bijvoorbeeld, ook wel kruislijnlaser genoemd. Dankzij een duidelijke lijn van laserlicht kun je alles mooi waterpas ophangen, zetten of plaatsen.

Een digitale waterpas met laser, ook wel kruislijnlaser genoemd, helpt je om alles perfect recht of waterpas te krijgen, bijvoorbeeld bij het ophangen van een schilderij, het plaatsen van een plank of het tegelen van een muur. De ingebouwde laser projecteert een strakke lijn op de muur, zodat je grotere afstanden gemakkelijk kunt uitlijnen zonder steeds opnieuw te hoeven meten. Handig bij het klussen, verbouwen of inrichten van je huis! Wij vonden vijf betaalbare kruislijnlasers.

Kapro Prolaser 862GS

Deze Kapro Prolaser 862GS verrast met een opvallend groen laserlijn die beter zichtbaar is in fel licht, perfect voor binnen én buiten gebruik. Hij werkt tot zo’n 20 m met indrukwekkende nauwkeurigheid van ± 0,2 mm/m en een zelfnivelleringsbereik van ± 3°. Je krijgt er zelfs een mini‑statief bij, waardoor je meteen aan de slag kunt. Compact, lichtgewicht – maar gebouwd om te presteren onder uiteenlopende omstandigheden dankzij zijn IP 54‑behuizing en lange batterijduur. Een slimme keuze voor wie zowel gemak als zichtbaarheid wil tijdens precisiewerk.

Lasertype: Kruislijn, horizontaal, verticaal
Nauwkeurigheid: 0,4 mm / meter
Automatische correctie: ± 3 °
Lijnzichtbaarheid: 20 meter
Stroombron: 2x AA-batterij

Parkside PKLL 7 D3

De Parkside PKLL 7 D3 is een betaalbare instapper die verrassend veel kan. Hij projecteert kruislijnen met automatische nivellering tot ± 4° en werkt tot ca. 7  meter afstand. Uniek is de mogelijkheid om de lasers onder vaste hoeken te projecteren – handig bij creatief-imaginair werk of wanneer precieze hoeken nodig zijn zonder automatisch corrigerend niveau. Hij is compact, licht en ideaal voor gebruik bij kleine klussen in huis. De nauwkeurigheid van deze kruislijnlaser is met een afwijking van 0,8 mm per meter echter wel iets minder goed, iets om rekening mee te houden.

Lasertype: Kruislijn, horizontaal, verticaal
Nauwkeurigheid: 0,8 mm / meter
Automatische correctie:
Lijnzichtbaarheid: 7 meter
Stroombron: 2xAA-batterij

Makita SK105DZ

Deze Makita projecteert heldere rode lijnen tot 25 meter, ideaal voor zowel horizontale als verticale lijnprojectie. Dankzij de zelfnivellerende functie hoef je je nooit druk te maken over scheve hoeken: hij corrigeert automatisch tot zo'n 4° graden. Deze Makita werkt op en afzonderlijk te verkrijgen 12Volt CXT-accu. De nauwkeurigheid van de SK105DZ is met een afwijking van 0,3 mm per meter erg goed.

Lasertype: Kruislijn, horizontaal, verticaal
Nauwkeurigheid: 0,3 mm / meter
Automatische correctie:
Lijnzichtbaarheid: 25 meter
Stroombron: Accu

Stanley STHT77502-1 Cross 90

Deze Stanley Cross 90 projecteert naast een horizontale en verticale ook nog een extra verticale lijn op exact 90°, waardoor hij ideaal is voor bijvoorbeeld tegelwerk, vloeren en het netjes uitlijnen van tussenschotten. De automatische nivellering zorgt voor een precieze uitlijning zonder gedoe. Een uitstekende keuze voor wie professioneel resultaat wil zonder poespas.

Lasertype: Kruislijn, horizontaal, verticaal
Nauwkeurigheid: 0,5 mm / meter
Automatische correctie: ± 4°
Bereik: 12 meter
Stroombron: 2xAA-batterij

Bosch Universal Level 2

De Bosch Universal Level 2 biedt drie handige modi: kruislijnen met automatische nivellering, verticale lijnen met puntenfunctie of een hellingsmodus voor schuine uitlijning. Dankzij de heldere rode laserstraal en de intuïtieve bediening ervaar je snel gemak en nauwkeurigheid. Compleet geleverd inclusief batterijen en opberghoes.

Lasertype: Kruislijn, horizontaal, verticaal
Nauwkeurigheid: 0,5 mm / meter
Automatische correctie: 4 °
Lijnzichtbaarheid: 10 meter
Stroombron: 3xAA-batterij