ID.nl logo
Een pc besturen met je gedachten - De potentie van de brein-computer
© PXimport
Zekerheid & gemak

Een pc besturen met je gedachten - De potentie van de brein-computer

ACHTERGROND - Technologie heeft de manier waarop we leven veranderd. De grootste doorbraak moet nog komen: de brein-computer interface, waarbij de hersenen en zenuwen worden gekoppeld aan een computer. In potentie zouden blinden weer kunnen zien en verlamde patiënten weer kunnen bewegen.

Wat is er nu al mogelijk, wat wordt er in de voor de nabije toekomst verwacht en welke gevaren liggen er op de loer?

Geen menselijk orgaan is zo fascinerend als het brein. De afgelopen eeuwen hebben wetenschappers het menselijk lichaam ontleedt en geanalyseerd, waardoor we vandaag de dag grotendeels weten hoe alles werkt. Maar het menselijke brein, met zijn 100 miljard zenuwcellen, is nog steeds grotendeels een mysterie. De hersenen vormen ons centrale zenuwstelsel. Ons brein en bevat waarnemende, aansturende en controlerende functies. Bovendien zijn de hersenen in staat om informatie te verwerken en op te slaan. Over de opslagcapaciteit van het menselijk brein lopen de meningen uiteen, maar een algemene aanname is dat deze rond de 2,5 petabyte (2500 TB) aan binaire data kan bevatten. Maar nog veel interessanter is de wijze van communicatie tussen de hersenen en het lichaam.

De eerste basale inzichten daarover ontstonden in 1929 toen de Duitse arts Hans Berger elektro-encefalografie toepaste, beter bekend als EEG. Daarbij worden elektroden op het hoofd geplaatst, waarna elektrische signalen van de hersenen - hersengolven - kunnen worden uitgelezen. In die tijd waren er nog geen computers, waardoor het erg lastig was om de resultaten te kunnen interpreteren. Pas in de tweede helft van de vorige eeuw zijn er vorderingen gemaakt en met name in de laatste twee decennia zijn er zeer grote sprongen gemaakt. Dankzij EEG's, CT-scans en MRI's in combinatie met de enorme vooruitgang van de rekenkracht van computers, weten we veel beter hoe het menselijk brein werkt. De volgende stap is om de hersenen te verbinden met computers, zodat gedachten kunnen worden gedigitaliseerd en geclassificeerd en vervolgens omgezet in acties. Dat kan met een zogenaamde brein-computer interface (BCI).

Brein-computer interface

Het digitaliseren van gedachten klinkt als sciencefiction, maar het is vandaag de dag al realiteit. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om met behulp van gedachten een muisaanwijzer van een computer te laten bewegen of zelfs een robotarm te besturen! Zowel op het gebied van de gezondheidszorg als gaming en oorlogsvoering biedt dit nieuwe mogelijkheden. Wat hiervoor nodig is, is een interface die de signalen van de hersenen meet, versterkt en digitaliseert, en het mogelijk maakt hier een computer of machine aan te koppelen.

©PXimport

Zo'n brein-machine-verbinding wordt internationaal een Brain-Computer Interface genoemd. In veel gevallen is het niet noodzakelijk om elektroden in het lichaam in te brengen, maar volstaat een soort net, bril of helm met sensoren dat op het hoofd geplaatst wordt. Als een meer nauwkeurige meting noodzakelijk is, is een implantaat - oftewel een 'invasieve' BCI - een optie, al kan dat leiden tot negatieve bijeffecten zoals infecties en instabiliteit van de sensoren op lange termijn. Dit wordt het meest toegepast bij serieuze medische aandoeningen zoals een verlamming in het zenuwstelsel, maar veelal nog in een experimenteel stadium.

Project Cyborg

Een bekend experiment met implantaten is dat van de bekende Britse robot-ingenieur Kevin Warwick (1954), die bekendstaat om zijn experimenten waarbij computersystemen rechtstreeks worden aangesloten op het menselijke zenuwstelsel. De eerste stap van zijn project 'Cyborg', richting een soort mens-machine, werd in 1998 gezet door een onderhuidse chip te implanteren. Het ging om een relatief simpele RIFD-chip die in Warwicks arm geïmplanteerd werd. Daarmee kon hij deuren, lichten, de verwarming en enkele andere geautomatiseerde systemen bedienen op basis van zijn aanwezigheid. Warwick wilde het experiment vooral aangaan omdat futurologen de verwachting uitspraken dat een onderhuidse chip in de toekomst als een soort identiteitsbewijs kon gaan dienen, maar tot dan toe werd er nauwelijks met mensen geëxperimenteerd. Dit terwijl in dezelfde tijd dergelijke implantaten wel voor huisdieren werden geïntroduceerd. Later liet Warwick ook (tijdelijk) een sensor implanteren waarmee hij geblinddoekt kon detecteren of een object dichterbij kwam of van hem af bewoog. Het kostte hem wel zes weken oefenen om de signalen die hij voelde correct te interpreteren.

©PXimport

Kevin Warwick liet in 1998 en onderhuidse chip implanteren en experimenteert veel met BCI. (foto: Kevin Warwick)

Ook experimenteerde hij met het op afstand besturen van objecten, waarbij hij vanaf de Columbia Universiteit in New York het zenuwstelsel van zijn linkerhand koppelde aan een robothand die zich in de Reading Universiteit in Engeland bevond. Wanneer hij z'n hand bewoog werden de hersengolven via het internet naar de robotarm verstuurd. En wanneer de robothand een object vasthad kon Warwick de druk van hiervan voelen. Dit bewees volgens hem dat het brein en het lichaam zich niet per definitie op dezelfde locatie hoefden te zijn. Ten slotte liet Warwick het zenuwstelsel van zijn vrouw tijdelijk verbinden met zijn eigen, waarbij hij het kon voelen als zij haar arm bewoog. In een vergelijkbaar experiment in 2013 van de Universiteit van Washington liet een onderzoeker de vinger van een collega bewegen op een keyboard, terwijl deze zich op enige afstand bevond. Ze speelden op die manier een spelletje waarbij je op het juiste moment tot actie moest overgaan.

©PXimport

Tijdens een experiment van de Universiteit van Washington werd een vinger van een collega via een BCI bestuurd door iemand die zich op een andere locatie bevond.

Medische toepassingen

In eerste instantie lijkt BCI vooral op medisch gebied interessant te zijn. Zo zijn er geslaagde experimenten waarbij patiënten met hun gedachten protheses - zoals een driedimensionale robotarm - kunnen besturen en op die manier wat meer controle over hun leven terugkrijgen. Iets simpels als zelf een kop koffie of stuk chocolade naar je mond brengen kan heel waardevol zijn, zeker voor iemand die deels verlamd is of een lichaamsdeel mist.

Op dezelfde wijze is het mogelijk om een rolstoel te besturen. Ook het typen van tekst door middel van gedachten is mogelijk, al gaat het momenteel nog een erg traag met circa 14 aanslagen per minuut. Verder zijn er geslaagde experimenten om blinden weer te kunnen laten 'zien', al gaat het daarbij vooral om licht- en kleurpatronen. De resolutie verbetert ieder jaar.

©PXimport

Tekst typen via gedachten is al mogelijk, al gaat het vrij traag. (beeld: Gtec)

Een andere veelbelovende toepassing is 'Deep Brain Stimulation' (DBS), waarbij de symptomen van diverse ziektes onderdrukt kunnen worden. Zo kan een ziekte als Parkinson, waarbij het lichaam onbewust fysiek beweegt, bestreden worden door een implantaat waarbij de hersenactiviteit gemonitord en geanalyseerd wordt, om middels een tegenreactie de fysieke symptomen te voorkomen. Het concept lijkt op dat van een pacemaker, waarbij een elektrische prikkel wordt gegeven om het hart op gang te houden, bijvoorbeeld in het geval van een hartritmestoornis. In de VS zijn al 110.000 Parkinson-patiënten behandeld met Deep Brain Stimulators van Medtronic.

©PXimport

Op dezelfde wijze zouden de symptomen van depressies, clusterhoofdpijn, chronische pijn, het Tourette-syndroom, tremor en dystonie onderdrukt kunnen worden. Ook epileptische aanvallen zouden met behulp van implantaten en elektronische pulsen kunnen worden gestopt. De combinatie van BCI en speciale training kan de kwaliteit van leven verbeteren voor patiënten die getroffen zijn door een beroerte, dwarslaesie en traumatisch hersenletsel. In de VS wordt naar schatting 2,6 miljard dollar geïnvesteerd in DBS en 'neurostimulatie'. Een struikelblok is dat een implantaat een batterij nodig heeft en dat de huidige implantaten nog niet energiezuinig genoeg zijn om een aantal jaren zelfstandig te functioneren. Ook is er nog weinig bekend over de lange termijneffecten van DBS.

©PXimport

Via gedachten kunnen protheses worden bestuurd.

Gaming

Ook voor gaming lijkt BCI veelbelovend. Immers, het kan makkelijker en vooral sneller zijn om een spel met je gedachten te besturen, dan met je vingers (waarbij je gedachten eerst omgezet moeten worden naar een fysieke beweging). Tijdens game- en elektronicabeurzen worden regelmatig demo's gegeven waarbij je via EEG een spel kunt besturen. Dus met een helm of een soort koptelefoon met sensoren op je hoofd, en zonder dat je daarbij je handen gebruikt. Momenteel vereist deze techniek nog enige oefening en worden de elektronische signalen softwarematig omgezet naar keyboardaanrakingen, wat tijd kost. Idealiter moet een spel via een API te optimaliseren zijn voor besturing via gedachten.

Het bekende roleplaying-spel World of Warcraft ondersteunt dit en wordt daarom ook regelmatig als voorbeeld gebruikt. Het onderwijs neemt de opkomst van BCI ook serieus: de Universiteit van Twente heeft een bachelor 'Creative Technology' die zich onder andere richt op BCI in combinatie met apps. Een variatie op 'neurogaming' is het besturen van een spel via handgebaren, zoals Microsofts Kinect. En met een combinatie van beide methoden wordt ook volop geëxperimenteerd. Linksom of rechtsom lijkt het er op dat het bedienen van een spel via een toetsenbord ooit, in de toekomst, hopeloos ouderwets is.

©PXimport

Een spelletje Pong via een BCI. (beeld: Gtec)

Militair

Vanzelfsprekend is het leger ook zeer geïnteresseerd in BCI. Zo loopt er in de VS een experiment van DARPA waarbij hersenimplantaten emoties moeten kunnen controleren, vooral ten behoeve van mensen met geestelijke problemen. De eerste stap is om emoties op afstand te kunnen observeren en een tweede stap is om geestelijke problemen te kunnen stabiliseren. Het gaat in dit geval om zeven verschillende psychiatrische condities, van depressies tot verslavingen en een borderline persoonlijkheidsstoornis. Het project komt voort uit de problemen van veteranen die actief zijn geweest in oorlogsgebieden en vaak kampen met dergelijke psychiatrische stoornissen. Maar het signaleren van emoties is ook nuttig als het gaat om alertheid. Wanneer een soldaat op wacht een vijand ziet en deze emotie gedetecteerd wordt, kan er geautomatiseerd alarm geslagen worden.

©PXimport

©PXimport

Voor het uitlezen van hersengolven (EEG) zijn inmiddels speciale headsets in ontwikkeling. (beeld: Emotiv)

Maar de militaire potentie gaat nog veel verder. Momenteel wordt er gecommuniceerd via spraak, maar het zou natuurlijk veel handiger zijn dat telepathisch kan - dus via gedachten. Ook voor de verspreiding van orders is dit interessant, omdat het tevens voorkomt dat een order verkeerd geïnterpreteerd wordt. Het aansturen van apparatuur en voertuigen, net als bij games, kan militair gezien een groot strategisch voordeel opleveren. Ook het uitlezen van gedachten en 'mind control' kan rekenen op veel belangstelling van het leger, al lijken concrete toepassingen momenteel nog ver weg.

Wat wel al realiteit is, aansluitend op 'project Cyborg', zijn experimenten om soldaten te voorzien van mechanische uitbreidingen, zoals een zogenaamd 'exoskelet'. Deze sluit aan op het lichaam, waarbij een hydraulisch systeem met motoren de beweging van de benen versterkt, waardoor soldaten sneller kunnen rennen en minder moe worden. Ook kan er meer gewicht dan normaal gedragen worden. De 'HULC' van Lockheed-Martin kan een gewicht van 90 kilo dragen en tegelijkertijd gedurende acht uur een snelheid van 10 km/u halen. Voor zover bekend zijn dergelijke exoskeletons nog niet ingezet in oorlogsgebieden.

Toekomst

Alleen al op basis van recente medische toepassingen en experimenten blijkt dat de potentie van BCI zeer groot is. Mensen met verlamde of geamputeerde lichaamsdelen zouden met hun gedachten apparaten kunnen bedienen, zoals een robotarm-prothese. En zogenaamde 'neurochips' kunnen de activiteiten van het zenuwstelsel monitoren en beïnvloeden, om zo ziektes als Parkinson en epileptische aanvallen te onderdrukken. Toekomstige neurochips zouden gecombineerd kunnen worden met gekweekte zenuwcellen waardoor ze nog beter met het lichaam samenwerken. Wetenschappers gaan er vanuit dat we nog maar aan het begin staan van de mogelijkheden en dat we in de toekomst dingen kunnen die nu nog ondenkbaar zijn.

©PXimport

©PXimport

De Telestar V robot laat zich op afstand besturen, waarbij ook het voelen van objecten mogelijk is dankzij tactile feedback. (beeld: Tachilab)

Zo zouden we rechtstreeks met elkaar kunnen communiceren via gedachten in plaats van spraak (wat heel wat klassieke communicatieproblemen zou kunnen verhelpen). Los van het corrigeren van lichamelijke beperkingen zouden we het menselijk lichaam ook kunnen 'upgraden'. Denk bijvoorbeeld aan het verbeteren van het geheugen en het verstand en de snelheid van rekenen. Ook iets als 'telepresence', momenteel vooral gebruikt voor het op afstand vergaderen, zou een heel nieuwe dimensie kunnen krijgen. Hierbij kun je virtueel afreizen naar verre bestemmingen en daar ook echt dingen kunt zien, horen én voelen. De ultieme droom - of nachtmerrie - zou misschien het digitaliseren van het bewustzijn kunnen zijn, waarbij we geen lichaam meer nodig hebben om te kunnen denken en waarbij alle herinneringen digitaal zijn opgeslagen. Het eeuwige leven ligt dan binnen handbereik ...

Ethiek

De mogelijkheden van brein-computer interfaces leidt uiteraard ook tot ethische vragen, want het manipuleren van de hersenen ligt gevoelig. Zeker bij conservatieve groepen, die ook negatief staan tegenover abortus en stamceltherapie, worden de medische ontwikkelingen van BCI met argusogen gevolgd. Het gaat veelal om kwetsbare patiënten, die beperkt kunnen communiceren, dus is het van groot belang dat zij zelf, of hun directe naasten, uitdrukkelijke toestemming kunnen geven voor een dergelijke therapie. Ook de privacy is van groot belang. Iets als het analyseren, laat staan het opslaan of delen van gedachten, ligt zeer gevoelig.

En dat geldt natuurlijk helemaal voor de interesse van het leger in iets als 'mind control' en mens-machine-combinaties. Vooralsnog gaat het grotendeels om experimenten, maar het zal niet lang meer duren voordat er concrete therapieën en toepassingen ontstaan. Nieuwe wetgeving kan dan noodzakelijk zijn. Medisch gezien moet het belang van de patiënt en de kwaliteit van leven natuurlijk altijd voorop staan.

Open standaard: OpenBCI

Net zoals bij andere opkomende technologieën, maken fabrikanten gebruik van hun eigen proprietary (gesloten) standaarden, waardoor producten onderling niet compatibel zijn en in de toekomst mogelijk niet meer te upgraden zijn. En bovendien is het meestal duur voor een particulier om zelf met dergelijke nieuwe technologie aan de slag te gaan. OpenBCI moet daar verandering in brengen. Het is een betaalbaar, programmeerbaar en opensource EEG-platform dat iedereen met een computer toegang geeft tot BCI-technologie.

Via Kickstarter hebben de bedenkers 215.000 dollar opgehaald, waarbij startersets inclusief electroden voor zo'n 300 dollar verkocht werden. De hardware bestaat uit een Arduino-systeem gebouwd rondom een Texas Instrument's ADS1299 IC chip met signaalversterker en SD-slot. In combinatie met de electroden en de software kan het pakket direct gebruikt worden voor het meten van hersengolven. Doordat de software opensource is, kan code gedeeld worden waardoor functionaliteit eenvoudig kan worden toegevoegd. En de gedachte achter een open standaard is natuurlijk dat andere partijen zich kunnen aansluiten.

©PXimport

De OpenBCI headset wordt geproduceerd via een 3D printer.

▼ Volgende artikel
Toch nog verdienen aan je zonnepanelen? Zo doe je dat!
© Roman R
Energie

Toch nog verdienen aan je zonnepanelen? Zo doe je dat!

Heb je zonnepanelen, dan is je energierekening lager dan huishoudens zónder. Maar dankzij de almaar dalende terugleververgoeding en de stijgende terugleverkosten wordt dat verschil wel steeds kleiner. Wat je kunt doen om er nog wél iets aan te verdienen, lees je hier.

In het kort

Zonnepanelen zijn nog altijd rendabel, maar het verschil met huishoudens zonder panelen wordt kleiner. De terugleververgoeding daalt, terwijl terugleverkosten stijgen. Om hoeveel euro dat kan gaan, lees je in dit artikel.

Gelukkig kun je nog steeds besparen, zolang je zoveel mogelijk van je eigen zonnestroom direct verbruikt. Wij geven je 7 tips waarmee je toch nog geld overhoudt aan je zonnepanelen.

Lees ook: Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt

Dat zonnepanelen steeds minder rendabel zijn, daar is al veel over geschreven. Natuurlijk, de energierekening van huishoudens met zonnepanelen zijn nog altijd lager dan die van huishoudens zonder. Om hoeveel euro het gaat, is vaak lastig in te schatten, maar Energievergelijk.nl heeft er een analyse op losgelaten. Daarbij zijn ze uitgegaan van een huishouden met een stroomverbruik van 3.000 kWh per jaar en zonnepanelen van 400 Wp per paneel.

Minder voordeel bij meer panelen

Een huishouden met acht zonnepanelen bespaart gemiddeld 34,81 euro per maand op de energierekening ten opzichte van een huishouden zonder. Is hierbij gekozen voor het goedkoopste energiecontract van dit moment, dan loopt dit op tot maximaal 43,30 euro per maand. Maar zou je in plaats acht panelen er twintig plaatsen (dus x 2,5), dan heb je níet ook 2,5 keer zoveel voordeel. Bij twintig panelen ligt het maximale voordeel op slechts 47,76 euro per maand. Dat is een verschil van slechts 4,46 euro per maand…

Dat komt vooral door twee dingen: de terugleververgoeding (wat je krijgt) en de terugleverkosten (wat je betaalt). Waar die vergoeding vooral steeds lager en lager wordt, worden de kosten steeds hoger. Die zijn namelijk sterk afhankelijk van hoeveel stroom je aan het net teruggeeft. Bij acht panelen wordt in het voorbeeld van Energievergelijk.nl gemiddeld 1.904 kWh teruggeleverd. Bij het goedkoopste energiecontract wordt daarvoor gemiddeld 17,25 euro per maand aan terugleverkosten berekend. Wie twintig zonnepanelen heeft, levert veel meer terug, gemiddeld zo'n 5.440 kWh. En daar betaal je bij het goedkoopste energiecontract 63,50 euro per maand voor. In de grafiek hieronder zie je duidelijk dat investeren in meer zonnepanelen dus niet de oplossing is om er nog redelijk wat aan over te houden – helemaal al niet omdat in 2027 de salderingsregeling verdwijnt én de terugleververgoeding helemáal miniem wordt.

©Data Energievergelijk.nl | Visualisatie BS ID.nl

 

Hoe kun je dan wél nog verdienen met je zonnepanelen?

Het antwoord is eigenlijk heel simpel. Zorg dat je zoveel mogelijk van je zelf opgewekte stroom verbruikt. Energievergelijk.nl heeft becijferd dat wie zonnepanelen heeft, gemiddeld zo'n 30 procent van de opgewekte stroom meteen zelf in huis verbruikt. Dat scheelt, want die stroom hoef je niet zelf in te kopen. Wanneer je erin slaagt om nog meer zelf opgewekte stroom te verbruiken, maak je zelfs dubbele winst: je hoeft minder stroom in te kopen en omdat je minder teruglevert, heb je ook minder terugleverkosten. Maar hoe doe je dat?

Tip 1: Zet elektrische apparaten overdag aan

Zet stroomvreters zoals de wasmachine, vaatwasser of airco op het moment dat je panelen de meeste stroom opwekken. Dat kun je handmatig doen, maar je kunt ook een timer instellen. Er zijn zelfs apparaten die automatisch kunnen starten op het moment dat je zonnepanelen veel stroom opwekken. Heb je de mogelijkheid om je elektrische auto overdag thuis op te laden? Dat is ook een prima manier om je eigen zonnestroom te gebruiken.

Tip 2: Krijg inzicht in je energiegebruik

Er zijn allerlei apps die bijhouden hoeveel stroom je zonnepanelen opwekken, maar waarop je ook kunt zien ook hoeveel energie je op dit moment van de dag gebruikt. Ook zijn er slimme stekkers waarmee je het stroomgebruik van een elektrisch apparaat kunt meten. Dit inzicht kun je twee kanten op gebruiken: wordt er veel stroom opgewekt, dan kun je bijvoorbeeld meer apparaten aanzetten. Is het een dag met weinig opbrengst, dan zou je ervoor kiezen om sommige apparaten juist níet aan te zetten. Hoe erg is het bijvoorbeeld om de was een dag later te doen?

Tip 3: Verspreid je zonnestroom-verbruik over de dag

In plaats van energieslurpers allemaal tegelijk in te schakelen — denk aan wasmachine, droger en vaatwasser — verdeel je hun gebruik over de dag. Zet één apparaat in de ochtend aan, een ander in de middag. Zo vermijd je dat je panelen onvoldoende leveren op een moment dat meerdere apparaten draaien en voorkom je dat je netstroom moet afnemen terwijl dat met een betere planning niet nodig zou zijn.

Tip 4: Vervang apparaten door elektrische varianten

Stap over op elektrische alternatieven: een robotgrasmaaier in plaats van een benzinegrasmaaier, inductiekoken in plaats van gas, een warmtepomp of elektrische verwarming in plaats van een traditionele cv-installatie. Daarmee bespaar je op kosten voor gas én je zorgt ervoor dat je meer van je zelf opgewekte stroom verbruikt. Waarmee je weer bespaart op netstroom die je zelf moet afnemen. Een win-win-win-situatie dus.

Tip 5: Oost, west …

Veel mensen kiezen voor zonnepanelen op het zuiden, omdat die op een zonnige dag de hoogste opbrengst geven. Toch kan het juist slim zijn om panelen te verdelen over oost en west. Zo sluit de stroomopwekking beter aan op het dagelijkse energiegebruik. Panelen op het oosten leveren vooral in de ochtend stroom, terwijl panelen op het westen juist aan het einde van de middag meer opwekken. Je voorkomt daarmee dat je alleen rond het middaguur een piek aan zonne-energie hebt. De totale opbrengst ligt iets lager dan wanneer je alleen maar zonnepanelen op het zuiden hebt, maar doordat je de stroom meer verspreid gebruikt, haal je er in de praktijk vaak meer voordeel uit

Tip 6: Gebruik een energiemanagementsysteem (EMS)

Een energiemanagementsysteem (EMS) is een slim kastje in je meterkast dat je zonnepanelen, laadpaal, warmtepomp en andere elektrische apparaten met elkaar verbindt en aanstuurt. Via software houdt het systeem continu in de gaten hoeveel stroom je opwekt, wat je verbruikt en – als je een dynamisch energiecontract hebt – wat de actuele stroomprijzen zijn. Ook weersvoorspellingen worden meegenomen, zodat het systeem vooruit kan plannen.

Op basis van al die informatie zorgt een EMS ervoor dat je elektrische auto of thuisaccu automatisch wordt geladen wanneer er veel zon is of als de stroom goedkoop is. Dreigt terugleveren juist nadelig te worden door lage prijzen of hoge terugleverkosten? Dan schakelt het systeem teruglevering uit en kiest voor direct verbruik of opslag. Ook apparaten zoals een warmtepomp of boiler worden slim aangestuurd, zodat ze draaien op de momenten dat het qua energieverbruik en financieel het gunstigst is.

Tip 7: Vergelijk leveranciers op terugleververgoeding en -kosten

Het netto bedrag dat je overhoudt bij terugleveren (vergoeding min kosten) kan sterk schelen per leverancier. Zo zul je vanaf 1 januari 2027 bij Vattenfall bijvoorbeeld per teruggeleverde kWh netto 0,00230 euro krijgen (minder dan een kwart cent) en bij Eneco en Greenchoice 0,00250 euro (een kwart cent), terwijl bijvoorbeeld Innova Energie een tarief van 0,00968 euro (bijna een cent) hanteert. Wanneer je precies weet hoeveel jouw panelen opwekken en wat je verbruikt (zie Tip 2), weet je ook hoeveel kWh je teruglevert. Door voor het aflopen van je huidige energiecontract goed te vergelijken en een berekening te maken, kun je zien bij welke energieleverancier je het beste af bent bij het afsluiten van je nieuwe contract.

TipEffect op eigen gebruikVoordeel na 2027
Apparaten overdag gebruikenHoogMinder stroom nodig van het net
Inzicht via apps of stekkersHoogBeter plannen wanneer je stroom gebruikt
Verbruik spreiden over de dagGemiddeldvoorkomt dat je meer gebruikt dan je opwekt
Overstappen op elektrischGrootMeer opgewekte stroom direct zelf gebruiken
Panelen oost- en west-georiënteerd plaatsenGemiddeldStroomopwekking sluit beter aan op je verbruik gedurende de dag
EMS gebruikenGrootapparaten draaien automatisch op zonnige momenten
Energieleverancier vergelijkenGeen invloed op verbruik, wel op kostenHogere vergoeding voor stroom die je teruglevert
Thuisbatterij: ja of nee?

Steeds meer mensen vragen zich af of een thuisbatterij een slimme investering is, nu de salderingsregeling in 2027 verdwijnt en terugleververgoedingen onder druk staan. Een thuisbatterij slaat stroom op die je zonnepanelen overdag opwekken, zodat je die 's avonds of op bewolkte momenten zelf kunt gebruiken. Dat klinkt aantrekkelijk: je verbruikt meer van je eigen stroom, vermijdt terugleverkosten en wordt minder afhankelijk van energieleveranciers.

Toch zitten er ook haken en ogen aan. De aanschafprijs van een thuisbatterij ligt tussen de vier- en twaalfduizend euro en de terugverdientijd is vaak langer dan de technische levensduur van de batterij. Bovendien zijn ze meestal te klein om heel je huishouden meerdere dagen van stroom te voorzien. In de winter speelt bovendien nog mee dat je zonnepanelen minder stroom opwekken, waardoor de thuisbatterij vaak maar deels gevuld zal kunnen worden.

In sommige gevallen kan een thuisbatterij wél interessant zijn. Wie overdag weinig stroom gebruikt of een dynamisch energiecontract heeft, kan de batterij benutten om stroom op te slaan wanneer die goedkoop of er veel wordt opgewekt is. Dat geldt zeker voor huishoudens met een elektrische auto of warmtepomp. Die verbruiken relatief veel, en door dat verbruik slim te timen in combinatie met een thuisbatterij, kun je flink besparen op netstroom.

Voor de meeste huishoudens geldt echter dat afwachten verstandiger is. De technologie ontwikkelt zich snel, prijzen dalen, en de markt voor opslag is nog volop in beweging. Een thuisbatterij kán dus interessant zijn, maar alleen als je goed weet wat je doet, bereid bent om te investeren en je eigen situatie past bij wat zo'n systeem biedt.


Vraag een offerte aan voor thuisbatterij:

▼ Volgende artikel
Hoe kies je de juiste inbouw-oven?
© Beko
Huis

Hoe kies je de juiste inbouw-oven?

Op zoek naar een nieuwe inbouw-oven? In dit artikel ontdek je waar je op moet letten bij het kiezen van een oven die past bij jouw keuken én kookstijl. Van formaat en functies tot energieverbruik en gebruiksgemak: wij helpen je op weg!

Wat leer je in dit artikel?

✔️ Hoe je je kookgewoonten vertaalt naar een passende oven ✔️ Welke maten en inbouwformaten er zijn ✔️ Welke functies écht nuttig zijn (en welke niet) ✔️ Waar je op let bij gebruiksgemak en schoonmaak ✔️ Hoe je energiezuinig én veilig kiest ✔️ Waarom stijl en budget ook belangrijk zijn

Een oven – of dat nu een inbouw-exemplaar is of een vrijstaand model – is een onmisbaar onderdeel van vrijwel elke moderne keuken. Of je nu een fanatieke hobbykok bent of gewoon graag een ovenschotel opwarmt op vrijdagavond: de juiste oven maakt het verschil. Maar met zo veel keuzes op het gebied van formaat, functies en technologieën kan het lastig zijn om door de bomen het bos nog te zien. In dit artikel nemen we je stap voor stap mee in de belangrijkste overwegingen, zodat jij straks met een gerust hart de juiste inbouw-oven kiest.

Bepaal je kookgewoonten

De zoektocht naar een geschikte oven begint bij jezelf. Hoe gebruik jij je oven? Bak je regelmatig taarten of brood, bereid je uitgebreide ovengerechten of gebruik je 'm vooral om restjes op te warmen? Voor intensieve bakkers zijn ovens met een nauwkeurige temperatuurregeling en speciale bakprogramma's ideaal. Wie juist veel tegelijk wil klaarmaken, is gebaat bij een model met meerdere inschuifhoogtes en een krachtige heteluchtfunctie. En als je graag stoomt of gezond kookt, zijn er ovens met geïntegreerde stoomfunctie of zelfs sous-vide-mogelijkheden.

©Bosch

Kies het juiste formaat

Ovens zijn er in verschillende maten, maar de standaardbreedte van inbouwovens is meestal 60 centimeter. De hoogte kan variëren, met modellen van ongeveer 45 centimeter voor kleinere keukens of wanneer je de oven wilt combineren met een magnetron of stoomoven erboven. Heb je een groot gezin of kook je vaak voor groepen, dan is een extra hoge of brede oven wellicht een betere keuze. Meet altijd goed de nis waarin de oven moet komen, zodat je zeker weet dat het apparaat past, en controleer ook of de deur voldoende ruimte heeft om open te klappen.

Let op de functies die je écht gebruikt

Veel moderne ovens zitten vol met functies en programma's, maar lang niet iedereen gebruikt ze allemaal. Denk goed na over wat jij echt nodig hebt. De heteluchtstand is bij de meeste ovens standaard en zorgt voor gelijkmatige warmteverdeling, wat handig is bij het bakken op meerdere niveaus. Grillfuncties zijn fijn voor het krokant afwerken van gerechten, en sommige ovens hebben een speciale pizzastand of programma's voor automatische bereiding van bijvoorbeeld kip, brood of lasagne. Laat je niet te snel verleiden door indrukwekkende snufjes, maar kies vooral een oven die aansluit bij jouw dagelijkse gebruik.

Een oven moet niet alleen goed werken, maar ook prettig in het gebruik zijn. Duidelijke bediening, bijvoorbeeld via draaiknoppen of een overzichtelijk touchscreen, maakt het verschil in de dagelijkse praktijk. Telescopische rails kunnen handig zijn om ovenschalen veilig in en uit te schuiven. Denk ook aan het schoonmaken: sommige ovens hebben een pyrolysefunctie, waarbij de oven zichzelf verhit tot wel 500 graden om vet en etensresten in as te veranderen. Anderen maken gebruik van katalytische wanden of een stoomreinigingsprogramma. Dat scheelt flink wat poetswerk.

Energieverbruik, veiligheid en 'looks'

Bij een inbouwapparaat is energieverbruik een belangrijke overweging. Let op het energielabel: een zuinige oven bespaart op de lange termijn kosten én is beter voor het milieu. Zeker als je de oven vaak gebruikt, telt dat door. Heb je jonge kinderen in huis, kijk dan ook naar veiligheidsvoorzieningen zoals een kinderslot, automatische uitschakeling en een ovendeur die aan de buitenkant koel blijft. Zo voorkom je ongelukken in de keuken.

Verder is een oven ook een visueel element in je keuken. Veel mensen kiezen ervoor om inbouwapparaten uit één lijn of merk te combineren, zodat het geheel er strak en harmonieus uitziet. Denk aan een oven in dezelfde stijl als je combimagnetron of koffiemachine. Je kunt kiezen uit roestvrij staal, zwart glas of zelfs matte afwerkingen, afhankelijk van de stijl van je keuken. Een stijlvolle oven die mooi opgaat in het ontwerp geeft je keuken meteen een luxere uitstraling.

©ETNA

Bepaal je budget

Tot slot: bepaal vooraf hoeveel je wilt uitgeven. Inbouwovens zijn er in uiteenlopende prijsklassen, van een paar honderd euro tot meer dan duizend euro voor de luxere modellen. Binnen elk segment zijn er prima keuzes te maken, maar houd altijd oog voor de balans tussen prijs, kwaliteit en functionaliteit. Een goedkope oven met alle denkbare functies is niet altijd de beste koop, en soms is eenvoud juist duurzamer. Houd dat dus goed in de gaten als je gaat shoppen.

De juiste inbouw-oven kiezen draait vooral om goed nadenken over je eigen wensen en gewoonten. Door vooraf te bepalen wat je belangrijk vindt, voorkom je een miskoop en haal je straks veel meer plezier uit je keuken. Of je nu bakt, braadt, stoomt of grilt: met de juiste oven wordt koken leuker én makkelijker.