ID.nl logo
Zo ziet Windows 10 er in de toekomst uit
© Reshift Digital
Huis

Zo ziet Windows 10 er in de toekomst uit

Windows 10 is alweer een tijdje beschikbaar. Wanneer komt versie 11, vraag je je wellicht af. We werpen een blik in de toekomst van Windows. Welke nieuwigheden kun je verwachten, en is er een mogelijkheid om er nu al mee aan de slag te gaan? Wij maken de stand van zaken op en laten zien hoe je nu al met de toekomst kunt kennismaken.

Tip 01: Windows 11, 12 …

Vroeger zag het Windows-leven er simpel uit: Windows 95 raakte op leeftijd, en werd opgevolgd door Windows 98 en vervolgens Windows Vista. De populariteit van Vista bleek matig, dus al na enkele jaren zag opvolger Windows 7 het levenslicht. Die versie bleek wel geliefd, maar toch zag Microsoft reden voor een nieuwe versie: Windows 10. Dit OS is alweer flink wat jaren op de markt, dus kunnen we binnenkort Windows 11 tegemoet zien?

Zo eenvoudig is het niet meer. Microsoft richt zich nu steeds meer op het ‘Windows-as-a-service’-model. Dat servicemodel stelt Microsoft in staat om Windows 10 te blijven vernieuwen, en maakt het daarmee in theorie overbodig om een nieuwe ‘11’-versie uit te brengen. Regelmatig – nu is dat twee keer per jaar – brengt Microsoft een grote update voor Windows 10 uit. Dat gebeurt in het voorjaar en in het najaar. Die updates bevatten zowel kwaliteitsverbeteringen als nieuwe functies. Dat zorgt ervoor dat Windows 10 ten opzichte van de eerste uitgave in 2015 flink is veranderd en niet meer te vergelijken is met de oorspronkelijke release.

©PXimport

Tip 02: Windows Lite

De geruchten gaan al langere tijd, en het lijkt erop dat Windows 10 uiteindelijk een lichtgewicht broertje krijgt. Windows Lite is gericht op lichtere computers (denk aan Chromebooks-achtige apparaten) en is ontwikkeld om zo compact mogelijk te zijn. De gebruikersomgeving wijkt waarschijnlijk af van de kenmerkende Windows 10-omgeving. Bijvoorbeeld door het zoekvak prominenter te maken en in één oogopslag alle beschikbare apps in een venster te presenteren.

Dat is ook direct een ander belangrijk kenmerk: Windows Lite kan waarschijnlijk niet alle traditionele Windows-programma’s uitvoeren, maar richt zich op de apps uit de Microsoft Store: de Universal Web Apps. Het heeft op dat gebied dan ook wat weg van Windows 10 S en het eerdere Windows RT. Ook Progressive Web Apps (apps die intensief gebruik maken van webelementen) worden ondersteund.

Er zijn nog geen tastbare versies uitgelekt, maar op internet zijn inmiddels verschillende ‘mock-ups’ verschenen. Ook is het nog niet bekend of de versie de ‘Windows’-naam krijgt, of dat het een andere naam krijgt. Bovendien is het nog niet duidelijk of je deze Windows-versie straks los kunt kopen, of dat het alleen hardwarefabrikanten wordt voorgeïnstalleerd op apparaten die hier specifiek voor zijn ontwikkeld. Het besturingssysteem richt zich op apparaten die je direct kunt inschakelen en altijd online zijn. We verwachten deze zomer meer duidelijkheid over het bestaan en de beschikbaarheid van ‘Windows Lite’.

©PXimport

Tip 03: Windows Core OS

Met betrekking tot de toekomst van Windows kun je niet om het project Windows Core OS heen. Op dit moment bestaan er verschillende versies van Windows 10, voor verschillende apparaten. Zo draait Windows 10 op pc’s en laptops, maar is er ook een Windows 10-variant voor de HoloLens en eentje voor de Xbox. Hoewel ze allemaal Windows 10 heten, gaat het hier om grotendeels unieke besturingssystemen die specifiek voor het apparaat zijn ontwikkeld.

Er zijn weliswaar gemeenschappelijke elementen, maar een groot deel is nog steeds ontwikkeld voor het specifieke apparaat waarop de versie van Windows draait. Dat is natuurlijk omslachtig. Om een specifieke functie van Windows 10 naar een andere versie van Windows 10 over te hevelen, hebben de makers nu vaak nog aardig wat tijd nodig. Dat moet anders, en daarvoor is Windows Core OS in het leven geroepen.

Met Windows Core OS wordt een gemeenschappelijke basis voor Windows ontwikkeld, ongeacht het apparaat waarop Windows straks draait. Deze basis kan telkens als uitgangspunt worden genomen om een nieuwe versie van Windows te maken, bijvoorbeeld voor een toekomstig apparaat. Deze modulaire aanpak stelt de makers in staat om componenten van het ene apparaat te hergebruiken binnen de versie van Windows voor een ander apparaat. Je kunt Windows Core OS niet ‘los’ kopen: het is de naam voor de basis van Windows.

Op dit moment wordt er hard gewerkt aan Windows Core OS

-

Tip 04: Eén omgeving

Slim componenten onder de motorkap gebruiken is één, maar ook op het gebied van de gebruikersomgeving vallen nog stappen te nemen. Ook voor het uiterlijk streven de makers naar één uniforme basis. Dit project noemt men Composable Shell, vaak afgekort tot CShell. Zo hoeven de ontwikkelaars maar één keer een onderdeel te maken, en kunnen zij dit naderhand op verschillende apparaten gebruiken. Neem als voorbeeld het Actiecentrum, dat je kent van Windows 10 op de desktopcomputer. Maak je gebruik van Windows 10 op een Xbox en sluit je een muis en toetsenbord aan, dan kan Windows ervoor kiezen om de desktopomgeving te laden, inclusief het vertrouwde Actiecentrum dat je van Windows op de desktop kent. Het onderdeel wordt dan hergebruikt en hoeft niet te worden nagemaakt voor de Xbox.

Microsoft experimenteert nu al met verschillende versies gebaseerd op Windows Core OS. Volgens nieuwssite Windowscentral.com zou Microsoft al drie concrete projecten draaien. De eerste is codenaam ‘Santorini’ (ook bekend als Windows Lite, zie tip 02), die bijvoorbeeld op toekomstige opvouwbare apparaten kan draaien. Het tweede project – ‘Aruba’ – draait op de Surface Hub 2X: een groot touchscreen dat vooral in bedrijven kan worden gebruikt activiteiten zoals videovergaderen en samenwerken. Tot slot is er ‘Oasis’. Deze variant van Windows Core OS zou zich richten op mixed reality-toepassingen, zoals de Microsoft HoloLens-bril.

©PXimport

Updaten zonder wachten

Ook zo ongeduldig zodra er weer een grote update voor Windows moet worden geïnstalleerd? Ook de makers van Windows willen graag af van die wachttijden en kijken wat er mogelijk is binnen Windows Core OS. Bij Windows Core OS maakt het besturingssysteem gebruik van twee partities: een actieve en een passieve. Op de actieve partitie is Windows actief en op de passieve partitie worden updates binnengehaald en geïnstalleerd. Zodra dat is afgerond, word je gevraagd om opnieuw op te starten. Windows schakelt je dan over naar de tweede partitie, waarop de update al is geïnstalleerd en die daarmee de actieve partitie wordt. Je hoeft dus niet meer te wachten op het installeren van updates. De andere partitie wordt vervolgens gebruikt om toekomstige updates te ontvangen en te installeren. Zo ‘wissel’ je telkens tussen de twee partities.

Tip 05: Windows Insider

Je kunt weliswaar nog niet aan de slag met Windows Core OS, maar wél met toekomstige Windows 10-versies. Microsoft heeft hiervoor een apart programma: het Windows Insider-programma. Als je je hiervoor hebt aangemeld, krijg je op regelmatige basis nieuwe Windows-versies aangeboden. In ruil hiervoor vraagt Microsoft je om feedback te geven. Zie je bijvoorbeeld een fout, dan kun je gebruik maken van een feedback-app om dit aan de makers door te geven. Je vindt de Insider-opties in het instellingenvenster van Windows. Druk op Windows-toets+I. Open het onderdeel Bijwerken en beveiliging en ga naar Windows Insider-programma. Klik nu op Aan de slag. Hierna koppel je een account. Klik op Een account koppelen en geef een Microsoft-account op. Nadat je je hebt aangemeld, wordt de computer bij Microsoft aangemeld als testcomputer en ontvang je de nieuwste builds via Windows Update.

Hoe vaak je een nieuwe versie ontvangt, is afhankelijk van de ‘ring’ waaraan je je koppelt. Er is een snelle ring en een langzame ring. Kies je voor de langzame ring, dan ontvang je een of twee keer per maand een update. Deze updates hebben meer tijd gehad om te worden getest door de leden van de snelle ring. Want kies je voor de snelle ring, dan ontvang je een of twee keer per week een update. Je ziet dan écht als eerste de nieuwste updates en de richting waarin de ontwikkeling zich begeeft. Wil je liever niet te veel risico, dan kun je ook kiezen voor de optie Release Preview. Daarbij maak je gebruik van een stabiele versie van Windows, maar krijg je een blik op de nieuwe apps, stuurprogramma’s en andere kleinere updates. Een Engelstalige beschrijving van deze ringen vind je op de Windows Insider-pagina. Tot slot is er nog de optie Overslaan: hierbij sla je de huidige reeks testversies van Windows over, en ga je direct naar de volgende versie van Windows. Dat is uiteraard alleen mogelijk als het ontwikkelteam hiermee al aan de slag is.

©PXimport

Je kunt nu ook al aan de slag met de toekomst van Windows 10

-

Tip 06: Codenamen

Wil je weten met welke toekomstige Windows-versie je te maken hebt? Dan is het handig om op de hoogte te zijn van de namen die Microsoft aan de ontwikkelversies geeft. Voorheen werden nieuwe Windows-versies die in ontwikkeling waren aangeduid met de codenaam ‘Redstone’. Zo had je bijvoorbeeld Redstone 3, Redstone 4 en Redstone 5. Van die naamgeving is inmiddels afscheid genomen. Voor nieuwe versies van Windows 10 die in ontwikkeling zijn, gebruikt de softwaremaker voortaan 19H1, 19H2, enzovoort. Hierbij geeft het eerste getal het jaar van uitgave aan, en H1 in welke helft van het jaar de uitgave plaatsvindt. Op het moment van schrijven zijn de makers begonnen met de versie 20H1, die in de eerste helft van volgend jaar wordt uitgebracht. Een opvallende stap, omdat er nog geen signalen zijn opgedoken van versie 19H2, die uiteraard eerder het levenslicht zal zien en al in de tweede helft van 2019 wordt uitgebracht. De ontwikkelaars hebben 20H1 al eerder aan de bètatesters gegeven omdat deze versie meer functies bevat die langer moeten worden getest. In de lente van 2019 wordt versie 19H2 alsnog aan de Insider-deelnemers gepresenteerd om te worden getest voor de release in de tweede helft van dat jaar. Wil je controleren welke versie van Windows je momenteel gebruikt? Open het Startmenu en typ Winver, gevolgd door een druk op Enter. In het nieuwe venster lees je bovenin welke versie je gebruikt.

©PXimport

Tip 07: Afmelden Insider

Het is niet mogelijk om tussentijds uit een Windows Insider-traject te stappen om met behoud van gegevens terug te keren naar de huidige reguliere Windows-versie. Er is één moment waarop je je wel probleemloos kunt terugtrekken en dat is zodra de huidige Insider-versie kandidaat is om te worden uitgeroepen tot definitieve versie. Dan maak je immers gebruik van de versie die ook met de rest van de buitenwereld wordt gedeeld. Juist dat moment geeft je de gelegenheid om je uit te schrijven uit het Insider-programma. In het instellingenvenster van het Windows Insider-programma zet je de schuif op Aan bij de optie Schrijf dit apparaat uit voor flighting wanneer de volgende grote release van Windows 10 is geïnstalleerd. Doe dit wel op tijd: mis je de periode, dan ontvang je weer een opvolgende testversie van Windows 10 en ben je weer gebonden aan het uitzitten van de rit.

©PXimport

Tip 08: Veilig proberen

Je kunt de testversies van Windows beter niet op de computer installeren die je dagelijks gebruikt. Het gaat immers om testversies, die nog niet uitvoerig zijn gecontroleerd en waarvan de kwaliteit van versie tot versie wisselt. Bovendien is het teruggaan naar de huidige versie van Windows – bijvoorbeeld wanneer je bent uitgekeken op de testversies – niet mogelijk zonder dat je Windows 10 opnieuw moet installeren. Eenvoudig tussentijds terugkeren naar de oorspronkelijke situatie met behoud van je gegevens is er dus niet bij.

Een goede manier om alsnog probleemloos toekomstige Windows-versies uit te proberen is het gebruik van een virtuele machine. Hierbij installeer je de Insider-versie van Windows in een afgebakend gedeelte van je computer en kun je het besturingssysteem proberen wanneer je wilt. Ben je klaar, dan sluit je het venster met de testversie van Windows en keer je weer terug naar je stabiele Windows-versie. Een goed programma waarmee je de Insider-versie kunt virtualiseren in een virtuele machine is Oracle VM VirtualBox.

©PXimport

Je kunt in een virtuele machine probleemloos testversies uitproberen

-

Tip 09: Losse ISO’s

Kies je ervoor om de Insider-versie in een virtuele machine te installeren, dan kun je dit het beste doen door direct de Windows Insider-versie te installeren in de virtuele machine, op basis van een ISO-bestand. Op de site van Microsoft vind je ISO-bestanden van recente Insider-versies. Bij Select edition kies je de gewenste testversie, bijvoorbeeld Windows 10 Insider Preview (Slow). Klik op Confirm. Het ISO-bestand wordt nu voor je klaargezet, waarna je het kunt downloaden. Het ISO-bestand (in het Nederlands door Windows ook wel schijfkopiebestand genoemd) vormt de basis voor je virtuele machine. Open VirtualBox en kies voor Machine, Nieuw. Loop door de stappen van de wizard om een nieuwe virtuele machine te maken. Zodra de machine is gemaakt, selecteer je deze in het hoofdvenster van VirtualBox en klik je op Starten. De virtuele machine start nu, maar kan uiteraard nog geen besturingssysteem vinden. Zodra de melding verschijnt, selecteer je het zojuist binnengehaalde ISO-bestand. De Insider-versie wordt opgestart en Setup wordt geladen. Nadat je de installatie hebt afgerond, beschik je over een virtuele machine met de nieuwste Insider-versie.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Waarom je luchtreiniger in de herfst meer doet dan je denkt
© Leonid Iastremskyi
Energie

Waarom je luchtreiniger in de herfst meer doet dan je denkt

Veel mensen denken dat een luchtreiniger vooral nuttig is in het voorjaar en de zomer, als het pollenseizoen in …uhm volle bloei staat. Maar ook – of juist – in de herfst is zo’n apparaat een echte hulp voor een gezonder binnenklimaat in huis. Hoe dat precies zit, lees je in dit artikel.

Dit artikel in het kort

Een luchtreiniger doet meer dan alleen pollen, rook en huisstofmijt uit de lucht halen. Zeker in de herfst, als we minder ventileren, helpt hij de lucht in beweging te houden, allergenen te verminderen en de luchtkwaliteit op peil te houden. In dit artikel lees je wat er verandert zodra het kouder wordt, hoe je het effect van je luchtreiniger vergroot met slim ventileren en waar je op let bij gebruik en plaatsing voor een stabieler binnenklimaat.

Lees ook: Schimmel in je badkamer? Zo kom je er voor eens en altijd vanaf!

Open deur: minder ventilatie = minder frisse lucht

Waar in de zomer ramen en deuren openstaan, houden we in de herfst juist alles vaker dicht. Dat houdt de warmte binnen, maar doordat de lucht minder goed circuleert blijven vocht, stof en geuren langer hangen. In badkamers, keukens en woonkamers met goed sluitende kozijnen merk je dat direct: de lucht voelt wat bedompter aan en ruikt sneller muf. Een luchtreiniger helpt dat te voorkomen door fijnstof, pollen en andere kleine deeltjes actief uit de lucht te filteren. Zo blijft het binnenklimaat merkbaar frisser, ook wanneer de ramen dicht blijven.

Luchtfiltering uitgelegd

De meeste luchtreinigers gebruiken een HEPA-filter dat microscopisch kleine deeltjes opvangt. Sommige modellen combineren dat met een koolstoffilter dat geuren en vluchtige stoffen neutraliseert. Zo verdwijnt niet alleen stof, maar ook kookluchtjes en sigarettenrook sneller uit de ruimte. Een goed HEPA-filter verwijdert tot 99,97 procent van de deeltjes van 0,3 micrometer of groter, waaronder fijnstof, pollen en schimmelsporen.

Minder allergieklachten

Wie gevoelig is voor huisstofmijt of schimmelsporen, merkt dat klachten vaak toenemen in de herfst. Dat komt doordat vocht en temperatuur in huis precies de omstandigheden bieden waarin deze allergenen goed gedijen. Een luchtreiniger helpt door de lucht continu in beweging te houden en allergenen te vangen. Wat je wel moet weten: schimmelsporen worden door een filter grotendeels uit de lucht gehaald, maar de bron – vaak vochtige muren of slecht geventileerde ruimtes – moet je nog steeds aanpakken. Zonder die bronbestrijding blijft het probleem terugkomen. Een luchtreiniger helpt dus vooral bij de symptomen, niet bij de oorzaak.

De ideale stand

Laat de luchtreiniger liever langdurig op lage stand draaien dan af en toe kort op volle kracht. Zo blijft de luchtkwaliteit stabiel. Veel luchtreinigers meten zelf de luchtkwaliteit met sensoren en schakelen automatisch een tandje bij als dat nodig is. Op lage stand gebruiken ze meestal 20 tot 40 watt, vergelijkbaar met een ledlamp.

©Philips

Ventileren en luchtvochtigheid

Een luchtreiniger is geen vervanger voor ventilatie. Ventileren blijft nodig om koolstofdioxide, vocht en geur af te voeren. Wie de ramen regelmatig openzet en daarnaast een luchtreiniger laat draaien, houdt de lucht zowel vers als schoon. De luchtreiniger pakt de fijne stofdeeltjes aan, terwijl ventilatie zorgt dat nieuwe zuurstof binnenkomt.

In de herfst speelt ook de luchtvochtigheid een rol. Door de verwarming kan de lucht binnen te droog worden, en daar doet een luchtreiniger weinig aan. Wil je het binnenklimaat prettig houden, combineer hem dan met een luchtbevochtiger.

De beste plek om je luchtreiniger neer te zetten

Zet de luchtreiniger niet in een hoek, maar vrij in de kamer zodat lucht rondom het apparaat kan circuleren. In de buurt van een deur of raam werkt vaak het best. Zet hem niet op de grond, maar juist wat hoger – bijvoorbeeld op een kast of bijzettafel. Zo zuivert hij de lucht op borsthoogte (dus de hoogte waarop je lucht inademt) beter en verdeelt hij de schone lucht gelijkmatig door de ruimte.

Betere lucht, beter binnenklimaat

Een luchtreiniger is geen wondermiddel, maar wel een apparaat dat in de herfst meer doet dan veel mensen denken. Hij haalt stof, pollen en schimmelsporen uit de lucht, helpt muffe geur te voorkomen en ondersteunt de ventilatie in huis. Zeker in goed geïsoleerde woningen, waar de lucht snel stil komt te staan, merk je het verschil. De lucht voelt frisser aan, je ademt prettiger en het binnenklimaat blijft in balans – precies wat je nodig hebt in het seizoen waarin we het liefst binnen blijven.



Minder stof = een beter binnenklimaat

Heb jij al een plumeau in huis?
▼ Volgende artikel
Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden
© ID.nl
Huis

Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden

Mediabestanden, zoals foto’s, audio en diverse documenten, bevatten vaak extra informatie over het bestand zelf, de zogeheten metadata. Niet al die gegevens hoeven natuurlijk voor iedereen leesbaar te zijn. Hoe pas je die gegevens aan, en kun je ze ook helemaal verwijderen?

Wat gaan we doen?

We laten je zien hoeveel informatie er in je foto’s, muziek en documenten verstopt zit. Je ontdekt hoe je die metadata zelf kunt bekijken, wissen of juist aanvullen – met slimme tools en praktische ingrepen.

Metadata betekent letterlijk gegevens over gegevens. Het gaat namelijk om informatie die iets over het bestand zelf zegt, maar geen deel uitmaakt van de hoofdinhoud. Bij foto’s kan dit bijvoorbeeld de opnamedatum zijn, maar ook de locatie, cameramodel en instellingen. Muziekbestanden bevatten dan weer gegevens zoals titel, artiest, album, jaartal, albumhoes en songteksten. In video’s vind je informatie terug zoals gebruikte software, resolutie en lengte. Ook in pdf’s en Office-documenten als pdf zitten vaak extra data, zoals auteursnaam, aanmaakdatum en revisies.

Metadata zijn vaak erg handig. Je kunt je vakantiefoto’s bijvoorbeeld automatisch sorteren op locatie of datum, en als fotoliefhebber kun je instellingen zoals iso of sluitertijd analyseren. In muziekbestanden toont je mediaspeler alle informatie in de afspeellijst (inclusief gesynchroniseerde lyrics) en kun je snel tracks per genre of jaar terugvinden. Bij documenten zie je naast de auteur onder meer ook wanneer het bestand is aangemaakt en welke revisies zijn doorgevoerd.

Metadata bevatten vaak interessante informatie over een bestand.

Waarom bewerken?

Metadata zijn dus zeker handig, maar soms bevatten ze informatie die je liever niet deelt of die simpelweg niet klopt. Denk aan foto’s die je online plaatst: je wilt dan meestal geen locatiegegevens meegeven zoals je thuisadres. En misschien ook liever niet welk toestel je gebruikt of dat je bewerkingen hebt uitgevoerd. Anderzijds wil je voor archiveringsdoelen misschien nog trefwoorden toevoegen of locatiegegevens invoeren bij foto’s die je binnenshuis nam.

In veel muziekbestanden zitten onjuiste tags, zoals verkeerd gespelde album- of artiestnamen. Of je wilt ontbrekende albumhoezen of lyrics aanvullen, of extra tags toevoegen om je collectie beter te structureren per jaar, genre of tracknummer.Bij documenten kan het juist gaan om het verbergen van de auteur of doorgevoerde aanpassingen, of om het wissen van revisies met gevoelige inhoud. Soms wil je ook bepaalde metadata eenduidiger gebruiken in meerdere bestanden, bijvoorbeeld voor professionele doeleinden.

De meeste smartphones en camera’s leggen standaard ook de gps-coördinaten van je foto’s vast.

Locatiegegevens in foto's

Laten we starten met foto’s en in het bijzonder met locatiegegevens, want deze kunnen voor veel gebruikers belangrijk zijn. De kans is groot dat je smartphone deze informatie standaard bewaart bij elke foto. Je kunt dit controleren en aanpassen. Op Android open je de camera-app, tik je op het tandwielpictogram voor Instellingen, zoek je naar Locatie opslaan, GPS-tags of Geotagging en schakel je de functie uit. Op sommige toestellen kun je ook instellen dat telkens eerst om je toestemming wordt gevraagd.

Op een iPhone open je Instellingen en ga je naar Privacy en beveiliging. Tik op Locatievoorzieningen, scrol naar Camera en kies Nooit of Vraag volgende keer of wanneer ik deel, om telkens zelf te beslissen.

Bij de meeste digitale fotocamera’s werkt het net zo. Ze gebruiken een gps-module of bluetooth met je smartphone om locatiegegevens toe te voegen. Via het menu kun je deze functie ook hier uitschakelen.

Je kunt in Android via de camera-app aangeven dat je de locatie (niet) wilt opslaan.

Metadata foto’s

Om de vaak talrijke metadata van foto’s gestructureerd te bewaren en weer te geven, zijn er in de loop der jaren verschillende metadata-frameworks ontstaan. Het eerste dat echt als standaard doorbrak, was EXIF (EXchangeable Image File format). Vrijwel alle digitale camera’s en smartphones voegen dit automatisch toe, met informatie zoals datum, tijd, gps-coördinaten, cameramerk en diafragma. Om gebruikers ook zelf metadata te laten toevoegen, werd eind vorige eeuw het IPTC-IIM-formaat ontwikkeld (International Press Telecommunications Council - Information Interchange Model), voor gegevens zoals copyright en beschrijvende tags. Hierop volgden nog diverse uitbreidingen.

Begin deze eeuw lanceerde Adobe XMP (eXtensible Metadata Platform), vooral bedoeld voor metadata tijdens fotobewerking. Deze worden ook opgeslagen in het fotobestand zelf of in een apart xmp-bestand (een sidecar genoemd). Alles bij elkaar is dit dus behoorlijk complex, vooral omdat er in één foto metadata van deze drie frameworks tegelijk kunnen voorkomen.

Locatie aanpassen

Sommige apps en diensten verwijderen locatiegegevens automatisch uit foto’s. WhatsApp bijvoorbeeld stript standaard alle metadata. Toch is het veiliger om gevoelige informatie vooraf zelf te wissen. Op een iPhone doe je dat vanuit de Foto’s-app: selecteer de foto, tik op het info-icoon of veeg omhoog. Je ziet een kaart met locatie, en via Pas aan kun je de locatie wijzigen of instellen op Geen locatie. Met Voeg een locatie toe kun je ook zelf gegevens toevoegen. Op Android is dit wat lastiger. Google Foto’s biedt geen optie om locatiegegevens te verwijderen of aan te passen als die al in de EXIF-metadata zitten. Zelf locatiegegevens toevoegen kan wel, maar slechts beperkt. Externe apps bieden dan meer mogelijkheden.

Photo Metadata Remover geeft je de mogelijkheid om een of meerdere foto’s tegelijk te strippen van locatie en andere metadata. Je kiest de bronmap en de doellocatie voor de opgeschoonde bestanden. Wil je metadata wijzigen in plaats van verwijderen, dan gebruik je een gratis app als Photo EXIF Editor - Metadata. Open een fotomap, selecteer een foto en je ziet een reeks EXIF-tags, zoals Geolocation, Captured time, Aperture en Exposure time. Tik op een tag om deze aan te passen. Bij Geolocation krijg je een kaart te zien waarop je een nieuwe locatie aanduidt, die je bevestigt met het vinkje en het diskette-icoontje.

Losse bestanden in XnView

Het is prettiger om de metadata van je foto’s op je pc te bewerken. In beperkte mate kan dat via Verkenner: klik met rechts op een foto, kies Eigenschappen, open het tabblad Details en beweeg je muis over de kolom Waarde om te zien welke items je kunt aanpassen. Voor meer mogelijkheden zijn er gratis externe tools beschikbaar. We denken bijvoorbeeld aan de uitgebreide opdrachtregeltool ExifTool, de flexibele fotobeheerder XnView MP of het Adobe Lightroom-alternatief darktable.Hier focussen we op de handigste functies binnen XnView MP. Start de tool (ook als portable versie beschikbaar) en open een foto via het menu Bestand of de ingebouwde bestandsbrowser. Icoontjes op de miniatuur tonen welke metadata aanwezig zijn (xmp, ipct-iim en exif). Helemaal onderaan vind je het tabblad Info met de metadata op aparte tabbladen. Op het tabblad Kaart bekijk je de locatie. Controleer in het menu Beeld of alle gewenste opties bij Info panelen zijn aangevinkt.

In het menu Metagegevens kies je bij Opschonen welke soorten metadata je wilt verwijderen. Andere opties, die geen verdere toelichting behoeven, zijn GPS-gegevens bewerken en Tijdstempel wijzigen. Met IPTC bewerken en XMP bewerken pas je metadata aan via meerdere tabbladen. Klik hier op Schrijven om je wijzigingen toe te passen. In het Info-paneel zul je merken dat veel aanpassingen tegelijk op zowel ITPC-IIM- als XMP-niveau doorgevoerd worden.

Je kunt metadata verwijderen, maar ook zelf bewerken in XnView MP.

Batch-aanpassingen in XnView

Met XnView MP kun je metadata ook in meerdere foto’s tegelijk aanpassen of verwijderen. Open Hulpmiddelen / Reeks converteren (Ctrl+U) en voeg bestanden of een hele map toe met Bestanden toevoegen of Map toevoegen. Ga daarna naar het tabblad Acties, klik op Actie toevoegen, kies Metagegevens en selecteer een optie als IPTC-IMM/XMP, Metagegevens wissen of XMP. We gaan even uit van deze laatste. Vul de tagvelden die verschijnen naar wens in.

Op het tabblad Uitvoer bepaal je waar de gewijzigde bestanden terechtkomen (dit hoeft zeker niet de bronmap te zijn). Bevestig met Converteren om de aangepaste metadata op te slaan in de geselecteerde foto’s. Je controleert dit via het Info-paneel op het tabblad XMP (onder meer bij het onderdeel dc). Op vergelijkbare manier kun je ook IPTC-IIM-metadata aan meerdere foto’s toevoegen of aanpassen.

Je kunt metadata in één keer ook in meerdere fotobestanden toevoegen.

Metadata in audio

Net als bij foto’s kunnen ook audiobestanden metadata opslaan, in verschillende headers en op uiteenlopende manieren. Het bekendste formaat is ID3 (voornamelijk bij mp3), met informatie als titel, artiest, album, genre en jaar. De latere versie, ID3v2, ondersteunt ook songteksten, albumhoezen en eigen velden. Andere populaire formaten zijn APE en Vorbis Comments, onder meer gebruikt bij FLAC- en OGG-bestanden.

Zoals eerder genoemd zijn er verschillende praktische redenen om metadata in audiobestanden aan te passen of toe te voegen. Twee uitstekende en gratis tools hiervoor zijn TagScanner en Mp3tag. We nemen deze laatste als voorbeeld. Laat je niet afschrikken door de naam: de tool ondersteunt verschillende audio- en metadataformaten, waaronder de drie hierboven genoemde.

De metadata van een mp3-bestand kan onder andere de albumhoes bevatten die getoond wordt als je het bestand afspeelt.

Losse bestanden in Mp3tag

Download en installeer Mp3tag onder Windows (eventueel als portable versie) en start de app. Sleep een audiobestand naar het hoofdvenster en selecteer het. In het linkerdeelvenster zie je de metadata zoals Titel, Artiest, Album en Jaar. In de kolom Tag verneem je het type metadata, bijvoorbeeld Vorbis Comment, ID3v2.4 of APE. Je past de metadata aan door in een tagveld te klikken en de inhoud te wijzigen of aan te vullen. Klik met rechts op het veld met het cd-icoon, kies Cover toevoegen en verwijs naar een geschikte afbeelding. Gebruik Bestand / Tag opslaan (Ctrl+S) om je wijzigingen te bewaren.

Je kunt ook metadata ophalen via online databases. Mp3tag ondersteunt standaard drie bronnen: freedb (of beter: opvolger gnudb, aangezien freedb niet langer operationeel is), Discogs en MusicBrainz. Deze opties vind je in het menu Tagbronnen. Bij het eerste gebruik van Discogs meld je je aan met een gratis account en autoriseer je Mp3tag met een code. Voor MusicBrainz en freedb is dat niet nodig, al vul je voor freedb wel bij voorkeur een (willekeurig) e-mailadres in via Bestand / Opties bij Tagbronnen / Freedb (de overige gegevens kun je ongewijzigd laten). Je kunt nu allerlei metadata, inclusief coverart, opvragen via deze bronnen.

Je kunt metadata handmatig aanpassen, maar ook online bronnen ter hulp roepen.

Batch-aanpassingen in Mp3tag

Soms wil je metadata van meerdere muziekbestanden tegelijk aanpassen of toevoegen, bijvoorbeeld nummers van dezelfde cd. Dat kan ook in Mp3tag: sleep een map met nummers naar het hoofdvenster of open die via Bestand / Map toevoegen. Selecteer de bestanden die je tegelijk wilt aanpassen; met Ctrl+A selecteer je alles. In het linkerdeelvenster verschijnt dan standaard <houden> bij tagvelden die al ingevuld zijn. Laat je <houden> staan, dan wijzigt Mp3tag dat veld niet. Klik je op het pijlknopje, dan kun je <wissen> kiezen om het veld te legen, een bestaande tag selecteren of zelf iets invoeren. Bevestig ook hier met Ctrl+S om je wijzigingen op te slaan.

Je kunt metadata ook automatisch laten invullen op basis van bestandsnamen. Die bevatten soms bruikbare informatie terwijl de metatags zelf leeg zijn. Selecteer de juiste bestanden en kies Converteren / Bestandsnaam - Tag. Pas het veld Formattering aan zodat het overeenkomt met de structuur van je bestandsnamen, bijvoorbeeld %track% - %artist% - %title%. Onderaan zie je de overeenkomende tags. Klik op Voorbeeld en bevestig met OK. Het omgekeerde kan trouwens ook, via Tag - Bestandsnaam.

Stel je metadata samen op basis van de bestandsnamen (of omgekeerd).

Metadata in documenten

Niet alleen mediabestanden bevatten metadata, dit geldt net zo goed voor ‘gewone’ documenten. Deze informatie kan bijvoorbeeld handig zijn bij het ordenen, zoals op auteur of trefwoorden, en bij het archiveren en zoeken. We beperken ons hier tot twee populaire formaten: pdf en docx. Om de metadata van een pdf te bekijken, open je die in een gratis applicatie als Adobe Acrobat Reader. Klik met rechts op het document en kies Document properties (Ctrl+D). Op het tabblad Description kun je tags invullen zoals Title, Author, Subject en Keywords.

Voor docx-bestanden kun je Verkenner gebruiken: klik met rechts op het bestand, kies Eigenschappen en blader op het tabblad Details door de metadata. Je kunt dit uiteraard ook rechtstreeks in Microsoft Word doen: open het document, ga naar Bestand, kies Info en klik op Alle eigenschappen weergeven.

Ook vanuit Verkenner kun je allerlei metadata van (bijvoorbeeld) docx-bestanden bekijken.

Documenten bewerken

Bij docx-bestanden kun je metadata niet alleen bekijken, maar vaak ook aanpassen, zowel via Verkenner als in Word. Beweeg je muiscursor over een veld en verschijnt er een kader, dan kun je de inhoud wijzigen of wissen. Wil je meerdere metadata tegelijk verwijderen, dan kies je beter een andere aanpak. Dit kan via het tabblad

Details in het eigenschappenvenster van het bestand. Klik onderaan op Eigenschappen en persoonlijke gegevens verwijderen. In het dialoogvenster staat standaard ingesteld dat er een kopie wordt gemaakt zonder eigenschappen, maar je kunt ook de optie De volgende eigenschappen uit dit bestand verwijderen kiezen. Vink dan de gewenste metadata aan of klik op Alles selecteren, en bevestig met OK.

Je kunt ook bewerken vanuit Word: ga naar Bestand, kies Info en klik op Controleren op problemen / Document controleren. Laat alle onderdelen aangevinkt en klik op Controleren. Vervolgens kies je Alles verwijderen bij de onderdelen die je uit het document wilt halen. Rond af met Sluiten.

Vanuit Word kun je aangeven welke extra elementen, waaronder metadata, je uit het document wilt verwijderen.

PDF-bestanden bewerken

Voor het gratis bewerken van metadata in een pdf-bestand gebruik je bijvoorbeeld PDF24 Creator. Start de tool na installatie. In de toolbox onderaan zie je onder meer de knoppen Remove PDFMetadata en Edit PDF metadata. Sleep een of meerdere pdf’s naar het venster. Met de eerste knop verwijder je alle metadata in één keer, met de tweede pas je velden aan zoals Title, Author, Subject en Keywords. Je kunt hiermee helaas geen eigen metadata toevoegen.

Dat kan wel met een zeldzame gratis (online-)tool zoals Sejda. Klik op Change metadata (ook Remove all metadata is hier beschikbaar), vul de gewenste velden in of klik op + Add new field, en geef een naam en waarde op. Bevestig met Add Field en Update PDF Metadata, en download de aangepaste pdf. Je kunt deze eigen velden bekijken met Acrobat Reader, via Document properties op het tabblad Custom.

PDF24 bevat een indrukwekkende toolbox voor pdf-bewerkingen, waaronder verwijderen en aanpassen van metadata.