ID.nl logo
Zekerheid & gemak

De haven van Rotterdam en zijn Floating Lab

Als je jaarlijks tienduizenden schepen door de drukste haven van Europa moet loodsen, dan is automatisering een goede uitkomst. Rotterdam wil in kaart brengen hoe autonoom varen iets kan toevoegen. En wat kun je daar nou beter voor gebruiken dan een slimme boot? Dit is het Floating Lab.

Net als op de snelweg werkt ook de scheepvaart in rap tempo toe naar automatisering. De voordelen zijn al snel duidelijk: minder personeel, efficiënter brandstofverbruik, nauwkeuriger planningen… Het zijn stuk voor stuk manieren om veiliger en goedkoper te varen.

Het is niet alleen de binnenvaartsector waar automatisering in opkomst is. Ook de haven van Rotterdam heeft daar interesse in. Daarom gaat er nu een boot uitgerust met camera’s, sensoren en andere meetapparatuur rondvaren om data te verzamelen en zo te leren hoe automatisering een rol kan spelen in de haven. Het mandaat van dit zogeheten ‘floating lab’ is breed, het onderzoeksveld groot.

De nieuwe boot is aanvankelijk onderdeel van een experiment waaraan iedereen kan deelnemen en dat nog alle kanten op kan, legt Harmen van Dorsser uit. Hij is ‘programmamanager nautiek en innovatie’ in de drukste haven van Europa, en ziet veel mogelijkheden voor automatisering in Rotterdam. “We willen bijvoorbeeld onderzoeken hoe we hier om moeten gaan met grote hoeveelheden videobeelden. Een boot die met behulp van camera’s vaart verstuurt daar terabytes van. We moeten hier leren hoe we zulke hoeveelheden goed moeten versturen en verwerken.”

Ook willen de initiatiefnemers kijken of het de moeite waard is waterstanden te meten of hoe weersomstandigheden gemeten kunnen worden. De camera’s kunnen ook kademuren inspecteren, of objecten in het water detecteren - de mogelijkheden zijn eindeloos.

Het precieze plan voor het ‘floating lab’ is bewust erg breed gehouden. Het lab is vooral een experiment, dat in de toekomst kan worden uitgebreid met nieuwe mogelijkheden. Daarbij wordt gekeken naar de eventuele behoeften. Is het interessant om proeven uit te voeren met varen zonder bemanning? Dan is dat een optie. Of misschien blijkt de boot wel juist geschikt om de communicatie in de haven te verbeteren. Bovenal gaat het nog om proeven die bepaalde aspecten van het drukke havenleven kunnen verbeteren.

©PXimport

Geen doel maar een middel

Autonomie kan bijvoorbeeld voor meer veiligheid in de haven zorgen. Van Dorsser: “Bijvoorbeeld bij brand. Als je een blusboot daar uit zichzelf naartoe kunt laten varen breng je minder bemanning in gevaar. Dat zijn scenario’s die voor ons interessant zijn. We moeten dan kijken of dat mogelijk is, en tegen welke problemen we eventueel aan lopen.”

Van Dorsser benadrukt dat het niet de bedoeling is om het volledige vaarverkeer in Rotterdam te automatiseren. Dat is te ingewikkeld, en is niet eens zo voordelig. “Uiteindelijk levert dat niet zo heel veel besparingen op”, zegt hij. “Op grote schepen die hier in de haven komen vervang je uiteindelijk misschien twee of drie bemanningsleden, dat gaat het verschil niet maken. In de binnenvaart wel, daar kunnen we dat soort bevindingen dan wel mee delen.” Autonoom varen is volgens van Dorsser dan ook in ieder geval voor de haven geen doel op zich. “Het gaat erom dat varen veiliger wordt, dat je efficiënter leert communiceren, dat je slimmer vaart. Autonomie is daar slechts een onderdeel van.”

Om hun doel te bereiken heeft de haven een oude patrouilleboot afgestoft. Die is voorzien van sensoren, camera’s en andere meetapparatuur. In de toekomst wordt dit floating lab een drijvende speeltuin waar bedrijven, scholen, startups en onderzoekers mee aan de slag kunnen. “We merkten dat vooral veel kleine bedrijven moeite hadden om een geschikt platform te vinden om hun nieuwe technologie op te testen”, zegt van Dorsser. “Wij hadden een boot beschikbaar en besloten die daarvoor in te zetten.”

©PXimport

Het floating lab is in principe voor iedereen beschikbaar die een goed idee heeft omtrent autonoom varen. Het wordt, in de woorden van van Dorsser, een ‘innovatie-ecosysteem’. De haven werkt samen met het onderwijs en startups. “We willen samenwerken met iedereen die innoveert in de nautische sector.”

Openheid is daarom belangrijk, zegt van Dorsser. De haven maakt bijvoorbeeld alle datasets die door de sensormetingen worden gemaakt openbaar. Zo kan iedereen ermee aan de slag. Daarnaast volgt een groep studenten een minor Kunstmatige Intelligentie. Ze worden door havenmedewerkers begeleid. “Deze data worden hun casus”, vertelt hij.

Behoefte van de markt

Dat gebeurt natuurlijk niet zonder reden. De haven heeft er zelf ook veel aan om met het bedrijfsleven samen te werken. “Voor ons is het heel nuttig om te weten waar de markt behoefte aan heeft. We leren wat ze nodig hebben in de toekomst, en kunnen daar op inspelen. Als havenautoriteit zijn we ook beleidsmakers, we bepalen de regels voor veiligheid, dus die kennis is voor ons belangrijk om te hebben.” Met het project stimuleert de haven ook de Nederlandse economie, en dan met name de hoogtechnologische sector. Die staat binnen Europa goed aangeschreven. Dat moet zo blijven. “Door bedrijven over te halen zich hier in de buurt te vestigen stimuleer je de ‘BV Nederland’, en ook de ‘BV Rotterdam’.”

Het is niet de eerste stap die Rotterdam richting innovatie zet. Begin 2018 meldde de havenautoriteiten al dat het in 2025 klaar wilde zijn om de eerste autonome schepen te verwelkomen. Daarvoor wordt samengewerkt met bedrijven zoals IBM, die kunstmatige intelligentie inzetten om berekeningen te doen over alle data die wordt verzameld via sensoren en Internet of Things-apparatuur. Een belangrijk doel van dat experiment is om de totale tijd die schepen in de haven doorbrengen te verminderen. Daardoor zou de haven ruim 70.000 euro per uur kunnen besparen, zei CFO Paul Smits begin dit jaar.

Ook voor het ‘floating lab’ is er zo’n samenwerking. De haven werkt samen met Captain AI, een startup uit Rotterdam die kunstmatige intelligentie loslaat op de data. De uitkomsten zijn niet alleen voor de haven, maar voor de hele scheepvaartwereld. “Met die data kunnen we een simulatiemodel bouwen”, zegt Gerard Kruisheer, oprichter van het bedrijf in een interview. “Zo kunnen we vervolgens een algoritme ontwikkelen waarmee een schip onbemand kan varen.”

Dat past allemaal in het grotere plaatje van een haven die steeds moderner wordt. Voorlopig blijft het floating lab een experiment, maar ook een uitnodiging volgens van Dorsser. Meer bedrijven die zich aansluiten betekent namelijk ook meer kennis over het onderwerp – en uiteindelijk een nóg slimmere haven.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.