ID.nl logo
De beste SSD voor je Windows 10-pc
© PXimport
Zekerheid & gemak

De beste SSD voor je Windows 10-pc

Een upgrade naar Windows 10 is het ideale moment om je pc eens tegen het licht te houden. Windows 10 op een conventionele harde schijf kan écht niet meer. Gelukkig zijn SSD's met een heel bruikbare opslagcapaciteit van rond de 250 GB inmiddels spotgoedkoop. Welke is voor jou het beste?

Windows 10 is een modern besturingssysteem dat is helemaal is ontworpen met een SSD in het achterhoofd. Tegelijkertijd zijn de systeemeisen van Windows 10 niet hoger dan die van Windows 7. Een computer van zes jaar oud is wat ons betreft dan ook zeker niet afgeschreven. Wel zijn er een aantal randvoorwaarden om op een ouder systeem lekker met Windows 10 te werken en de belangrijkste is een SSD. Lees ook: Overstappen op een SSD - Kloon je Windows-installatie en bouw je SSD in.

RAM en SATA

Naast een SSD is ook de hoeveelheid RAM belangrijk. Met 4 GB kun je nog prima uit de voeten, maar 8 GB RAM is inmiddels toch wat fijner. Heb je een oudere pc met bijvoorbeeld een AMD Phenom II of een Intel Core i van de eerste generaties zoals een Intel Core i5-750 en heb je nog geen SSD? Schaf er dan direct een aan!

Ook al bevat je systeem geen SATA 6Gbit/s-aansluiting, maar een langzamere SATA 3Gbit/s-aansluiting: een moderne SATA-SSD zal prima werken en je systeem merkbaar vlotter maken. Schaf je een gloednieuwe pc aan, dan kun je natuurlijk ook niet zonder SSD. Wat voor pc je ook hebt of van plan bent om aan te schaffen: er is een SSD die bij je situatie past.

©PXimport

Een 2,5inch-SSD bevat steeds vaker een klein printplaatje.

Wij hebben twaalf SSD's voor je getest met een opslagcapaciteit rond de 250 GB, zodat je kunt bepalen welke het beste bij jou past. We hebben zo veel mogelijk nieuwe SSD's getest ten opzichte van onze vorige test, wel hebben we enkele nog relevante modellen van toen opnieuw meegenomen. Alle specificaties en actuele prijzen vind je in onze prijsvergelijker.

In de tabel (pdf) vind je de testresultaten van de 12 geteste SSD's.

©PXimport

Klik op de tabel voor een grotere versie.

SLC versus MLC versus TLC

Een SSD slaat informatie in geheugencellen op met een elektrische spanning. De eerste en nu duurste SSD's werken met SLC, waarbij er twee spanningsniveaus gebruikt worden om één bit op te slaan. De meeste consumenten-SSD's werken met MLC, waarbij er vier spanningsniveaus gebruikt worden om twee bits op te slaan. De nieuwste en goedkoopste geheugencellen gebruiken TLC, waarbij er drie bits opgeslagen kunnen worden via acht verschillende spanningsniveaus.

Hoe meer spanningsniveaus er gebruikt worden, hoe lastiger het onderscheid wordt tussen deze spanningen. Omdat een geheugencel slijt door gebruik, wordt dit onderscheid steeds lastiger. Een TLC-cel zal sneller het punt bereiken waarop dit onderscheid niet meer gemaakt kan worden dan een MLC-cel. Is onderscheid tussen de spanningen en dus bits niet langer mogelijk, dan is de geheugencel kapot.

Goedkoper maar langzamer

De ontwikkeling van SATA-SSD's staat qua prestaties al een tijdje stil. De reden hiervoor is dat vrijwel iedere controllerfabrikant de grenzen van de SATA 6Gbit/s-interface met zijn beste controller bereikt heeft. Deze kan netto simpelweg niet sneller dan zo'n 550 MByte/s. De snelste SATA-SSD is na geruime tijd dan ook nog steeds Samsungs SSD 850 Pro. We zien wel een duidelijke ontwikkeling naar lagere prijzen en de allergoedkoopste SSD's in de geteste categorie kosten zo'n zeventig euro.

Om deze goedkopere SSD's mogelijk te maken, maken fabrikanten vooral gebruik van langzamer en minder duurzaam flashgeheugen. Flashgeheugen wordt op een steeds kleiner procedé gefabriceerd, waardoor er minder materiaal nodig is en het sowieso goedkoper wordt. Dit heeft wel gevolgen voor de levensduur: die wordt korter. Dat geldt echter voor alle SSD's. Om de allergoedkoopste SSD's mogelijk te maken, gebruiken steeds meer fabrikanten TLC-flashgeheugen waarbij er meer informatie in een geheugencel past. Zagen we een jaar geleden TLC alleen nog in Samsungs budgetlijn SSD 850 Evo, inmiddels maken ook andere fabrikanten als Crucial, OCZ en ADATA gebruik van TLC-flashgeheugen.

Het voordeel van TLC is duidelijk: voor dezelfde hoeveelheid opslaggeheugen zijn minder geheugencellen nodig. Dit spaart uiteraard kosten. Uiteraard zijn er ook nadelen: TLC-flashgeheugen is minder duurzaam en langzamer. Een SSD met TLC-flashgeheugen heeft theoretisch dus een kortere levensduur dan een SSD met MLC-flashgeheugen. Bij normaal thuisgebruik is dit verschil echter niet zo spannend en zal ook een SSD met TLC-flashgeheugen meerdere jaren meegaan.

©PXimport

Budget-SSD's zoals deze Crucial BX200 maken gebruik van goedkoper, minder duurzaam en langzamer TLC-flashgeheugen.

Van SATA naar PCI Express

Door het bereiken van de limiet van de SATA-poort stond de ontwikkeling van consumenten-SSD's tot voor kort feitelijk stil. Gelukkig betekent het bereiken van de limiet van de SATA-interface niet het einde van de ontwikkeling van de SSD. In de vorm van PCI Express was er al een interface beschikbaar die de maximale doorvoersnelheid van SATA met gemak overtreft. SSD's bedoeld voor de professionele markt gebruikten dan ook al enige tijd PCI Express als aansluitmethode. Nu is dan ook eindelijk de consumentenmarkt klaar voor PCI Express.

In de vorm van het M.2-slot is er op moderne systemen een handige methode om snelle SSD's aan te sluiten. Je hoeft dus geen grote insteekkaart te gebruiken. Moderne moederborden hebben in de vorm van SATA Express zelfs nog een aansluiting voor PCI-E-SSD's. Deze aansluiting maakt gebruik van een kabeltje en zou een opvolger moeten zijn voor normale SATA-aansluitingen. SATA Express is echter nu al achterhaald omdat er slechts twee PCI-E-lanes gebruikt worden, die niet genoeg bandbreedte bieden voor de nieuwe PCI-E-SSD's als Samsungs SSD PRO 950. Een M.2-slot maakt gebruik van vier lanes en biedt met maximaal 4 GByte/s wél genoeg bandbreedte. Een ander voordeel van M.2 is dat het een SSD in de vorm van een insteekkaartje is, die ook geschikt is voor laptops. Zo hoeft een fabrikant nog maar één soort SSD te maken die zowel toepasbaar is in laptops als desktops.

Een M.2-slot staat helaas niet synoniem voor het snelle PCI Express, er kan ook gebruik worden gemaakt van het SATA-protocol en dergelijke M.2-SSD's zijn ook te koop. De meeste M.2-sloten op moederborden zijn zowel geschikt voor SATA als PCI Express, er zijn echter uitzonderingen die alleen werken met SATA. Verzeker je er dus van dat de allersnelste SSD ook echt in je systeem op topsnelheid werkt. Eigenlijk is dat voor consumenten alleen bij Intels meest recente Skylake-platform het geval. Daarnaast bieden ook de meeste moederborden voor Intels duurdere Haswell-E-platform - bedoeld voor veeleisende gebruikers - een M.2-aansluiting waarop een Samsung SSD 950 Pro tot zijn recht komt. Andere platformen met een M.2-slot waaronder oudere Intel-platformen, kunnen niet alles uit de allersnelste SSD's halen.

©PXimport

Samsungs SSD 950 Pro is de snelste consumenten-SSD van dit moment en combineert PCI Express met NVMe voor de allerbeste prestaties.

Van AHCI naar NVMe

De overstap van SATA naar PCI Express is niet de enige reden dat de snelste SSD's als Samsungs SSD 950 zo snel zijn. Samsungs SSD 950 is een van de eerste consumenten-SSD's die gebruikmaakt van het nieuwe aansturingsprotocol NVMe. Dit is de opvolger van AHCI: het aansturingsprotocol dat voor SATA-schijven gebruikt wordt. AHCI is ontworpen voor harde schijven en kan slechts 32 commando's tegelijkertijd verwerken. Genoeg voor een harde schijf, maar zonde bij een SSD. Opvolger NVMe is uiteraard wel voor SSD's ontwikkeld en heeft 65536 wachtrijen van elk 65536 commando's die tegelijkertijd naar de SSD verzonden kunnen worden. De SSD wordt dus veel efficiënter aangestuurd. Er zijn overigens ook PCI-Express-SSD's die gebruikmaken van AHCI, maar er zullen in 2016 ongetwijfeld meer consumenten-SSD's met NVMe op de markt verschijnen.

Wat heb je nodig?

In de praktijk voelt een pc met een moderne SATA 6 Gbit/s-SSD snel aan en voelt een pc met een M.2-SSD ook snel aan. Gebruik je je pc voor taken als browsen, tekstverwerken, films kijken en zelfs gaming, kies dan gerust voor een SATA-SSD. Je zult het verschil echt niet merken. Een M.2-SSD is met leessnelheden tot zo'n 2200 MB/s wel een flink stuk sneller dan een SATA-SSD. Maar wanneer heb je er nu echt iets aan? Die vraag is lastig te beantwoorden. Ben je een gamer met de allersnelste processor en grafische kaart(en), dan is een M.2-SSD de kers op de spreekwoordelijke taart. Niet per se nodig, maar je levels laden net wat sneller in waardoor je eerder kunt gamen. Ook echt zware gebruikers die hun razendsnelle pc intensief gebruiken voor heel zware foto- of videobewerking of andere renderingstaken hebben voordeel bij een PCI-E-SSD. Bovendien is de SSD 950 Pro 'maar' een paar tientjes duurder dan de snelste SATA-SSD die eveneens uit de stal van Samsung komt. Voor veeleisende gebruikers is de prijs dus niet onoverkomelijk. Voor de gewone thuisgebruiker zijn de prestaties niet per se noodzakelijk, maar biedt het fysieke formaat wellicht wel voordelen. Al hebben langzamere M.2-SSD's (ook die gebruikmaken van SATA) natuurlijk ook dat voordeel.

Testprocedure

Voor het testen van de SSD's gebruiken we een Intel Core i5-processor in combinatie met een moederbord voorzien van de Z97-chipset. We gebruiken een combinatie van een aantal benchmarks om de prestaties van een SSD te achterhalen. Voor normale consumententoepassingen zijn de real-world benchmarks PCMark 7 en PCMark 8 het belangrijkst. Deze benchmarks simuleren het schijfgebruik van echte programma's als Adobe Photoshop, Adobe Illustrator, Adobe InDesign, Adobe After Effects, Word, Excel, PowerPoint, World of Warcraft en Battlefield 3. Daarnaast gebruiken we de synthetische benchmarks Iometer en AS SSD, waarmee de maximale prestaties van een SSD inzichtelijk worden. Door het meetkundig gemiddelde te nemen van de gebruikte benchmarks en deze net als in onze vorige SSD-testen te normaliseren door de OCZ Vector 150 een score van 100 punten te geven, berekenen we voor iedere SSD een prestatiescore. We hebben voor de SATA-SSD's het energiegebruik gemeten, bij de Samsung SSD 950 Pro die gebruikmaakt van M.2 was dat helaas niet mogelijk.

Conclusie

Hoewel de ontwikkeling van SSD's gestaag doorgaat, geldt dat de conclusie min of meer hetzelfde blijft als in vorige SSD-artikelen. Je kiest óf voor de allersnelste SSD óf je koopt de beste budget-SSD. De SSD's die hier tussenin vallen, een grijze middenmoot, zijn een stuk minder interessant. Al kun je natuurlijk wel zaken als een langere garantieduur mee laten tellen in je keuze.

Welke SSD moet je momenteel hebben als je de allerbeste prestaties wilt? Dat hangt van de leeftijd van je systeem af. Heb je een Intel Skylake-systeem met een M.2-slot en wil je de snelste SSD? Dan is er maar één keuze en dat is Samsungs 950 Pro. Heb een ouder systeem waarbij SATA 6Gbit/s de aangewezen interface is, dan tekent Samsung wederom voor de snelste SSD in de vorm van de Samsung 850 Pro.

Wil je de beste deal op het gebied van prijs en prestaties, dan kun je vooralsnog niet om SATA heen. Uiteraard is ook het Intel Skylake-platform gewoon voorzien van een SATA 6Gbit/s-interface. De SSD die je dan het beste kunt kopen als je een modern systeem hebt maar niet te veel wilt uitgeven, is Crucials BX100. Dan is er nog de absolute onderkant van de markt waar bijvoorbeeld de Crucial BX200 en de OCZ Trion 150 in vallen. Heb je een oudere pc met harde schijf die je een boost wilt geven voor Windows 10, dan zijn dit perfecte SSD's. Ook voor een systeem waarop je niet meer doet dan surfen en tekstverwerken voldoen deze SSD's overigens prima.

©PXimport

Moederborden voor Intels Skylake bieden een M.2-slot dat geschikt is voor de allersnelste M.2-SSD's.

Heb je dus nog steeds geen SSD, dan zouden we niet langer wachten. Voor minder dan zeven tientjes schaf je het goedkoopste exemplaar van 240 GB aan, terwijl een vergelijkbare SSD van 480 GB die we in dit artikel niet specifiek getest hebben al voor minder dan 140 euro verkrijgbaar is.

Testresultaten

©PXimport

In de tabel hierboven vind je de data van alle geteste SSD' s.

▼ Volgende artikel
Vanilla OS maakt Linux simpel en krachtig
© Andreas Prott - stock.adobe.com
Huis

Vanilla OS maakt Linux simpel en krachtig

Vanilla OS is een Linux-distributie die zichzelf automatisch bijwerkt en tegelijk veel flexibiliteit biedt in het installeren van software uit diverse bronnen. Ook Linux-pakketten voor andere Linux-distributies kun je gebruiken met Vanilla OS.

Na het lezen van dit artikel weet je hoe Vanilla OS werkt en wat deze Linux-distributie voor jou kan betekenen: • Installeer Vanilla OS en maak gebruik van de versleutelde installatie • Configureer de GNOME-desktopomgeving en pas het systeem aan jouw voorkeuren aan • Houd je systeem up-to-date met automatische updates • Installeer software via Flatpak, de ingebouwde appwinkel, of gebruik traditionele Linux-pakketten via de geïsoleerde Vanilla System Operator (VSO) • Creëer subsystemen met Apx om software van andere Linux-distributies te draaien Ook interessant: Weg met Windows! Probeer deze Linux-alternatieven: EndeavourOS of Manjaro

Bij klassieke Linux-distributies zoals Ubuntu, openSUSE en Fedora komen zowel de componenten van het besturingssysteem als de extra software die je installeert uit één bron. De ontwikkelaars zorgen ervoor dat dit allemaal samenwerkt, maar toch treden er soms problemen op, met een instabiel systeem of niet-werkende software als gevolg.

Een andere aanpak zijn de zogenoemde ‘immutable’ (ofwel onveranderlijke) besturingssystemen. Hierbij kun je zelf niets veranderen aan de basiscomponenten van het besturingssysteem, dat automatische updates krijgt. Extra software installeer je geïsoleerd van het besturingssysteem, wat beter is voor de stabiliteit. Vanilla OS is zo’n immutable Linux-distributie en richt zich op toegankelijkheid voor iedereen.

1 Vanilla OS installeren

De nieuwste versie, Vanilla OS 2, vraagt minstens 4 GB geheugen en 32 GB opslagruimte op een 64bit-computer met UEFI-ondersteuning. Download het iso-image van de distributie en schrijf het met een programma zoals Win32 Disk Imager naar een usb-stick. Start je computer dan op vanaf de usb-stick.

In het welkomstscherm kies je voor Install. Selecteer vervolgens je taal (Nederlands staat ertussen), toetsenbordindeling en tijdzone. Selecteer dan de schijf waarop je Vanilla OS wilt installeren en klik op Use Entire Disk.

Vanilla OS stelt standaard voor om je volledige harde schijf te versleutelen. Kies een wachtwoord voor deze versleuteling. Bevestig daarna je instellingen. Na de installatie herstart je de computer en verwijder je de usb-stick. Vanilla OS start dan op en toont je een bootmenu met twee opties: Current State (A) en Previous State (B). Hiermee kun je na een mislukte update altijd terugkeren naar de vorige toestand. Vervolgens voer je het wachtwoord in om de schijf te ontsleutelen.

Stel een wachtwoord in voor de schijfencryptie.

2 Initiële configuratie

Na de eerste opstart van Vanilla OS krijg je de configuratiewizard te zien. Daarin kies je opnieuw je taal, toetsenbordindeling en tijdzone en daarna een kleurschema (licht of donker). In de volgende stappen maak je een gebruikersaccount, geef je de computer een naam en kies je welke toepassingen je wilt installeren. Bij elke categorie toepassingen kun je na een klik op het pijltje individueel aanvinken welke toepassingen je wenst. In de Common Utilities vind je zelfs toepassingen om games te spelen en Windows-software te draaien via Wine. Dat is een indicatie van de focus van Vanilla OS op het kunnen draaien van zo veel mogelijk software. Ook voor de browsers heb je heel wat keuze. Herstart daarna je computer.

Na de herstart en het invoeren van het wachtwoord voor de schijfencryptie kom je in het aanmeldvenster waar je met de ingestelde gebruikersnaam inlogt. Kies en bevestig daarna een wachtwoord voor de gebruiker. Nadat je bent aangemeld, moet je het wachtwoord nog eens invoeren om de installatiewizard toestemming te geven om toepassingen te installeren. De toepassingen die je voor de herstart hebt geselecteerd, worden nu als Flatpak-pakketten geïnstalleerd. Deze zijn volledig geïsoleerd van de basis van je besturingssysteem. De installatie kan even duren.

Vanilla OS biedt een uitgebreide selectie van browsers aan.

3 Automatische systeemupdates

Daarna biedt Vanilla OS je een overzicht van de mogelijkheden, met knoppen om bijvoorbeeld systeemupdates te configureren, via de appwinkel extra toepassingen te installeren, de instellingen van de gebruikte desktopomgeving GNOME aan te passen, en om online accounts voor e-mail en kalenders toe te voegen.

Als je op Configure Updates klikt, stel je de frequentie in waarmee Vanilla OS op systeemupdates controleert en die downloadt. Standaard gebeurt dit wekelijks, maar je kunt dit ook op dagelijks of maandelijks instellen. Met de optie Slimme updates, die standaard is ingeschakeld, zal Vanilla OS geen updates downloaden terwijl je computer actief is. Zo voorkom je dat de downloads je netwerkverbinding vertragen terwijl je aan het gamen of videobellen bent.

Systeemupdates gebeuren automatisch op een ingestelde frequentie.

4 GNOME-desktopomgeving

Vanilla OS gebruikt het klassieke GNOME als desktopomgeving. Als je al eens met Ubuntu, Fedora, openSUSE of een andere Linux-distributie hebt gewerkt die GNOME gebruikt, zul je snel met Vanilla OS kunnen werken. Rechts bovenaan vind je de systeemstatusicoontjes. Klik hierop om bijvoorbeeld meer informatie te krijgen over je netwerkverbinding, batterijlevensduur, energiemodus en audiovolume. In het kader dat verschijnt, staan ook icoontjes om rechtstreeks naar de systeeminstellingen te gaan, je scherm te vergrendelen, of om de computer uit te schakelen of te herstarten.

In het midden bovenaan zie je de datum en tijd. Klik je daarop, dan krijg je een kalender te zien en een lijst met recente notificaties. Het icoontje helemaal links bovenaan is de activiteitenknop. Wanneer je hierop klikt (of de Super- of Windows-knop op je toetsenbord indrukt), verschijnt het activiteitenoverzicht. Je krijgt dan alle open vensters te zien, een zoekveld bovenaan om naar toepassingen te zoeken en een balk met icoontjes onderaan met toepassingen, waaronder het icoontje met de negen bolletjes dat alle toepassingen toont. Helemaal rechts zie je ook een gedeelte van een nieuwe desktop, waarmee je een nieuwe werkruimte opent als je niet al je vensters op dezelfde desktop wilt hebben.

Vanilla OS is gebaseerd op de gebruiksvriendelijke desktopomgeving GNOME.

5 Software installeren

De aanbevolen manier om software te installeren in Vanilla OS is met het programma Software. Hiermee zoek je naar applicaties in Flathub, een appwinkel voor distributieonafhankelijke Linux-applicaties. Je kunt in een aantal categorieën een selectie van software bekijken of onmiddellijk met de zoekknop linksboven de naam van een toepassing intypen. Voor elke toepassing krijg je een beschrijving, een schermafbeelding, versiegeschiedenis, beoordelingen en een link naar de projectwebsite te zien. Flathub biedt overigens niet alleen opensource-software aan, maar ook propriëtaire software zoals Spotify en Steam.

Software die je op deze manier installeert, wordt standaard automatisch van updates voorzien. Wil je dat niet, klik dan op het menu van Software rechts bovenaan, kies Voorkeuren en kies bij Software-updates voor Handmatig in plaats van Automatisch. Automatische updates worden sowieso gepauzeerd in energiebesparingsmodus. Je kunt in Software ook de geïnstalleerde pakketten bekijken en verwijderen.

Met de toepassing Software installeer je duizenden toepassingen van Flathub.

6 Zonder Flatpak

Dankzij Flatpak zijn de toepassingen volledig gescheiden van het besturingssysteem en kun je dus niet per ongeluk je systeem om zeep helpen. Maar niet alle software is in een Flatpak-versie beschikbaar. Bovendien laat Vanilla OS ook niet toe om de systeemconfiguratie aan te passen buiten de mogelijkheden van de systeemapplicaties om. Je kunt dus niet zomaar als root-gebruiker inloggen zoals in een traditionele Linux-distributie, een willekeurig pakket installeren en de nodige systeembestanden aanpassen.

Om toch extra software te kunnen installeren, heeft Vanilla OS de Vanilla System Operator (VSO) ingebouwd. Dit is een geïsoleerd minibesturingssysteem dat in een container draait, waarin je wel zelf software zonder Flatpak kunt installeren. Er is zelfs een gebruiksvriendelijke interface rond gebouwd. Download je bijvoorbeeld een .deb-pakket, dat je traditioneel in Ubuntu of Debian zou kunnen installeren, dan hoef je alleen maar op het gedownloade bestand te dubbelklikken in het programma Bestanden om het in VSO te installeren met de hulp van het programma Sideloaden. Daarna is het beschikbaar tussen je geïnstalleerde toepassingen. Je ziet geen verschil met de Flatpak-toepassingen, maar onderhuids draait de toepassing in een container die van het besturingssysteem is geïsoleerd.

Vanilla OS installeert deb-bestanden in een geïsoleerde container.

7 Systeemterminal

Als je het standaard terminalprogramma van Vanilla OS opent, Black Box, dan open je geen shell in Vanilla OS zelf, maar in de container van Vanilla System Operator. Ook hier kun je extra software installeren met Debians pakketbeheerder apt, bijvoorbeeld terminalprogramma’s die je graag gebruikt. Dit alles kan zonder enige impact op de stabiliteit van het basisbesturingssysteem. De container is bovendien geïntegreerd met jouw persoonlijke map, zodat de erin geïnstalleerde software gewoon toegang heeft tot jouw bestanden.

We hadden bijvoorbeeld de terminal nodig toen we het .deb-bestand van de AI-software Jan met Sideloaden hadden geïnstalleerd en er na een klik op het icoontje van het programma niets gebeurde. We openden Black Box, voerden de opdracht jan uit en zagen een foutmelding over een ontbrekende bibliotheek libasound2.so. Blijkbaar gaf het .deb-bestand dit niet als afhankelijkheid aan. We installeerden de bibliotheek in de terminal met deze opdracht, waarna Jan wel opstartte:

sudo apt install libasound2

Overigens kun je vanuit VSO wel toegang krijgen tot een shell van Vanilla OS zelf met de opdracht host-shell. Aangezien het systeem onveranderlijk is, ben je wel beperkt in je mogelijkheden. Maar je kunt wel configuratiebestanden in de map /etc aanpassen en systemd-services beheren met systemctl. Met exit keer je terug naar de VSO-shell.

In Black Box heb je volledige toegang tot een geïsoleerde container.

Android is lastig

Op dezelfde manier dat je .deb-bestanden in een container kunt installeren, ondersteunt Vanilla OS ook Android-apps. De ontwikkelaars waarschuwen wel dat het om een experimentele functie gaat en tijdens onze test kregen we het zelf niet aan de praat. Je moet eerst het Android-subsysteem initialiseren. Typ daarvoor in de VSO-shell in Black Box deze opdracht in:

vso android init

Dit installeert Waydroid, Android in een container. Op het einde zou je in het groen SUCCESS moeten zien. Download daarna het apk-bestand van een Android-app, bijvoorbeeld op de website van F-Droid voor opensource-apps of diverse websites die apk-bestanden aanbieden van apps die op Google Play staan. Daarna zou je in het programma Bestanden op dit apk-bestand moeten kunnen dubbelklikken om het te installeren. Tijdens onze test moesten we eerst rechtsklikken, Openen met… kiezen, het programma Sideloaden kiezen en onderaan Altijd gebruiken voor dit bestandstype inschakelen. Dit toont al dat deze functionaliteit nog niet af is en zelfs na veel zoekwerk konden we hierna nog altijd geen Android-apps openen.

8 Linux-subsystemen

Met de functie Apx gaat Vanilla OS nog verder: hiermee kun je in containers subsystemen aanmaken gebaseerd op diverse Linux-distributies met bijbehorende pakketbeheerders.

Wil je een programma installeren dat in Arch Linux beschikbaar is? Maak dan gewoon een subsysteem aan met Arch Linux als stack en pacman als pakketbeheerder. Apx ondersteunt als stacks Alpine, Arch Linux, Fedora, openSUSE, Ubuntu en Vanilla OS. Als pakketbeheerders heb je zo de keuze uit apk, apt, dnf, pacman en zypper. Open het programma Apx en klik op het plusicoontje links bovenaan om een nieuw subsysteem aan te maken.

Ook voor ontwikkelaars is dit handig. Je installeert dan een geïsoleerde container met je gewenste softwarestack, die anders zou kunnen conflicteren met wat je in je basisbesturingssysteem hebt geïnstalleerd. Geef je subsysteem dus een naam, bijvoorbeeld gecko, kies een stack (het onderliggende besturingssysteem), bijvoorbeeld opensuse, en klik op Aanmaken. Apx toont dan een nieuw subsysteem gebaseerd op openSUSE, met de erbij horende pakketbeheerder zypper. Klik erop en dan op Start subsystem.

Via Apx maak je een subsysteem met een gekozen Linux-distributie.

9 Software in subsysteem installeren

Nu kun je vanuit de VSO-terminalsessie software installeren in het subsysteem. Heet je subsysteem bijvoorbeeld gecko, zoek dan naar de gewenste software, bijvoorbeeld Qucs, in het subsysteem met:

apx gecko search qucs

Krijg je een resultaat te zien (in dit geval het pakket qucs-s), dan installeer je dat met:

apx gecko install qucs-s

De deelopdrachten search, install enzovoort zijn hetzelfde voor alle pakketbeheerders en je kunt in het tabblad met pakketbeheerders in Apx zien welke achterliggende opdrachten er voor elke pakketbeheerder worden aangeroepen.

Na de installatie zie je de melding 1 apps geëxporteerd. Apx maakt de in de container geïnstalleerde toepassing namelijk ook beschikbaar in Vanilla OS zelf. Dat kun je uitproberen door het activiteitenoverzicht te openen en daarna naar Qucs te zoeken. De toepassing staat tussen je andere toepassingen als Qucs-S on gecko. Wanneer je hierop klikt, start Vanilla OS automatisch het subsysteem als dit nog niet is gebeurd en opent het daarin de toepassing. Het programma heeft ook, net zoals het hele subsysteem, toegang tot je bestanden. Je ziet alleen aan de andere stijl van het venster dat het in een container van een andere distributie draait.

Programma’s in een subsysteem start je rechtstreeks in Vanilla OS op.

10 In subsysteem werken

Je kunt ook vanuit de VSO-shell rechtstreeks in een subsysteem een terminalsessie openen met (met de naam van je subsysteem in plaats van gecko):

apx gecko enter

Hierin heb je toegang tot het volledige besturingssysteem dat je in het subsysteem hebt geïnstalleerd. Als je nu pakketten wilt installeren, kan dat wel niet met de apx-opdrachten, maar moet je de pakketbeheerder zelf gebruiken.

In dit subsysteem kun je een volledige ontwikkelomgeving of softwarestack opzetten, bijvoorbeeld om eenvoudig software in verschillende Linux-distributies uit te testen. Met exit verlaat je het subsysteem en keer je terug naar de VSO-shell. Daarin kun je ook met deze opdracht de status van alle geïnstalleerde subsystemen opvragen:

apx subsystems list

Kijk ook eens welke andere deelopdrachten van Apx er beschikbaar zijn door gewoon apx zonder toevoegingen te typen.

Met Vanilla OS draai je eenvoudig meerdere subsystemen van diverse Linux-distributies.

11 Stacks en pakketbeheerders toevoegen

Je bent zelfs niet beperkt tot de stacks en pakketbeheerders die Vanilla OS standaard in Apx aanbiedt. Open je in Apx links de lijst met stacks en klik je dan op het plusicoontje, dan opent het venster om een nieuwe stack aan te maken. Je geeft die een naam naar keuze en bij Basis vul je de url van een Docker-container in. In de lijst met bestaande stacks zie je bijvoorbeeld bij Alpine alpine:latest staan en bij openSUSE registry.opensuse.org/opensuse/tumbleweed:latest. Je kiest ook de pakketbeheerder voor het subsysteem uit de lijst en daaronder kun je zelfs pakketten opgeven die je standaard in de stack wilt installeren.

Op dezelfde manier voeg je een nog niet ondersteunde pakketbeheerder toe, bijvoorbeeld yay als alternatief voor pacman in Arch Linux-gebaseerde subsystemen. Je geeft de pakketbeheerder een naam, schakelt in of die met rootrechten moet draaien (de meeste wel), en vult alle opdrachten in zodat je pakketbeheertaken eenvoudig kunt uitvoeren met apx-opdrachten vanuit de VSO-shell. Het moge duidelijk zijn: welke Linux-software je ook wilt installeren, Vanilla OS biedt er een mogelijkheid voor.

Je kunt ook je eigen pakketbeheerder definiëren in Apx.

▼ Volgende artikel
Consumenten testen: de Philips Heating CX2120/01 compacte keramische verwarming
© Philips
Energie

Consumenten testen: de Philips Heating CX2120/01 compacte keramische verwarming

De Philips Heating CX2120/01 is een compacte en krachtige keramische verwarming. Met zijn snelle opwarming, stille werking en meerdere veiligheidsfuncties is het een ideale keuze voor kleinere ruimtes of als bijverwarming. Maar hoe bevalt dit apparaat in de praktijk? Lees hier wat het Review.nl Testpanel van de Philips Heating CX2120/01 vond.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Philips

De Philips Heating CX2120/01 is een draagbare keramische verwarming met een vermogen tot 1500 W. Dit compacte model heeft vijf verwarmingsmodi en meerdere veiligheidsvoorzieningen, zoals een kantelbeveiliging en oververhittingsbescherming. Met een stille werking die minder geluid produceert dan fluisteren, is het apparaat geschikt voor gebruik in studeerkamers, slaapkamers en badkamers. 

De Philips Heating CX2120/01 heeft van de testers een gemiddelde reviewscore van 8,4 gekregen. Vooral de snelle opwarming, het compacte formaat en het strakke design worden geprezen. Hieronder worden de ervaringen van de testers uitgebreid besproken. 

Snel en lekker warm

Veel testers zijn onder de indruk van hoe snel de kachel een ruimte verwarmt. Tester J. zegt: "Het is een fijn product. Hij warmt mijn studeerkamer en badkamer erg snel op." JacquelinevK94 deelt deze ervaring: "Deze heater is binnen no-time warm, echt ideaal!" Ook Maup10 is enthousiast: "Binnen een paar seconden voel je al een aangename warmte, wat echt handig is op koude ochtenden." 

Daarnaast blijkt de kachel krachtig genoeg om zelfs iets grotere ruimtes te verwarmen. Tester B. zegt hierover: "Wat ons echt opviel, was dat het apparaat zelfs in grotere ruimtes merkbaar comfort toevoegt." W. bevestigt: "Onze veranda is wat groter dan 15 vierkante meter, maar deze heater kan ook daar prima ingezet worden om even voor wat bijverwarming te zorgen." 

Compact en makkelijk te verplaatsen 

De meeste testers waarderen het compacte en lichte ontwerp, waardoor de kachel eenvoudig te verplaatsen is. Lvw0604 zegt: "Je neemt hem gemakkelijk mee en binnen enkele minuten zit je comfortabel." JacquelinevK94 is ook tevreden: "De heater is lekker compact en licht, dus je zet hem zo van de ene kamer in de andere kamer." Het compacte formaat is ook handig wanneer je hem niet nodig hebt.  Hondijkje merkt op: "Je kunt dit kacheltje makkelijk opbergen als je hem niet in gebruik hebt."

©Philips

Veel veiligheidsvoorzieningen

De kachel is voorzien van meerdere veiligheidsopties, iets wat testers belangrijk vinden. Tester C. zegt: "Een belangrijk aspect is de aandacht die er is geschonken aan de veiligheid. Er zit een omvalbeveiliging op, oververhitting wordt voorkomen en hij wordt na een bepaalde tijd automatisch uitgeschakeld." Mvdm1973 vindt het heel safe voelen dat er beveiliging op zit in het geval de verwarming zou vallen.

"Ik was wat kritisch en vroeg me af of zo'n klein apparaat wel kon voldoen aan mijn wensen. Moet zeggen, dit is best wel een krachtpatser."

- Tester W.

Overwegend stil, maar soms hoorbaar 

Een groot pluspunt is dat de kachel vrijwel geluidloos werkt. Tester J. zegt: "Zelfs op de hoogste stand hoor je nauwelijks geluid." Maup10 is het hiermee eens: "Het apparaat werkt heel stil, wat perfect is als je het in de slaapkamer of in een thuiskantoor gebruikt."  Maar sommige testers ervaren dat anders. Zo merkt Troost op: "Enige minpunt is dat hij wel wat geluid maakt." 

©Philips

Duidelijke bediening, maar app wordt gemist

De bediening wordt als eenvoudig ervaren. Hondijkje zegt: " De pictogrammen op het kacheltje zijn makkelijk te lezen zodat je precies ziet op welke stand je de kachel ingesteld hebt staan." Wel zien sommige testers ruimte voor verbetering. Maup10 zegt: "Een klein nadeel vond ik dat je de temperatuur niet direct op het apparaat kunt instellen." Mw X. vult aan: "Er is helaas geen temperatuur zichtbaar en hij heeft ook geen app, waardoor ik een aparte thermometer gebruik."  Hoewel de app door meer testers gemist wordt, zegt JacquelinevK94 daarover: "Maar op zich is dat ook niet nodig door de duidelijke knopjes."

©Philips

✅ Pluspunten

  • Snel warm

  • Compact en lichtgewicht

  • Makkelijk te bedienen

  • Veiligheidsvoorzieningen

❌ Minpunten

  • Geen app

  • Energieverbruik bij langere gebruiksduur

Eindoordeel

De Philips Heating CX2120/01 is een efficiënte en compacte keramische verwarming die snel warmte levert en eenvoudig te verplaatsen is. Testers zijn enthousiast over de snelle opwarming, het gebruiksgemak en de stille werking. Ook de veiligheidsvoorzieningen worden gewaardeerd. Ondanks het ontbreken van een app scoort deze compacte keramische verwarming een fraaie 8,4 bij de testers.

Ontdek de Philips Heating CX2120/01 compacte keramische verwarming

Op Kieskeurig.nl