ID.nl logo
De beste SSD voor je Windows 10-pc
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

De beste SSD voor je Windows 10-pc

Een upgrade naar Windows 10 is het ideale moment om je pc eens tegen het licht te houden. Windows 10 op een conventionele harde schijf kan écht niet meer. Gelukkig zijn SSD's met een heel bruikbare opslagcapaciteit van rond de 250 GB inmiddels spotgoedkoop. Welke is voor jou het beste?

Windows 10 is een modern besturingssysteem dat is helemaal is ontworpen met een SSD in het achterhoofd. Tegelijkertijd zijn de systeemeisen van Windows 10 niet hoger dan die van Windows 7. Een computer van zes jaar oud is wat ons betreft dan ook zeker niet afgeschreven. Wel zijn er een aantal randvoorwaarden om op een ouder systeem lekker met Windows 10 te werken en de belangrijkste is een SSD. Lees ook: Overstappen op een SSD - Kloon je Windows-installatie en bouw je SSD in.

RAM en SATA

Naast een SSD is ook de hoeveelheid RAM belangrijk. Met 4 GB kun je nog prima uit de voeten, maar 8 GB RAM is inmiddels toch wat fijner. Heb je een oudere pc met bijvoorbeeld een AMD Phenom II of een Intel Core i van de eerste generaties zoals een Intel Core i5-750 en heb je nog geen SSD? Schaf er dan direct een aan!

Ook al bevat je systeem geen SATA 6Gbit/s-aansluiting, maar een langzamere SATA 3Gbit/s-aansluiting: een moderne SATA-SSD zal prima werken en je systeem merkbaar vlotter maken. Schaf je een gloednieuwe pc aan, dan kun je natuurlijk ook niet zonder SSD. Wat voor pc je ook hebt of van plan bent om aan te schaffen: er is een SSD die bij je situatie past.

©PXimport

Een 2,5inch-SSD bevat steeds vaker een klein printplaatje.

Wij hebben twaalf SSD's voor je getest met een opslagcapaciteit rond de 250 GB, zodat je kunt bepalen welke het beste bij jou past. We hebben zo veel mogelijk nieuwe SSD's getest ten opzichte van onze vorige test, wel hebben we enkele nog relevante modellen van toen opnieuw meegenomen. Alle specificaties en actuele prijzen vind je in onze prijsvergelijker.

In de tabel (pdf) vind je de testresultaten van de 12 geteste SSD's.

©PXimport

Klik op de tabel voor een grotere versie.

SLC versus MLC versus TLC

Een SSD slaat informatie in geheugencellen op met een elektrische spanning. De eerste en nu duurste SSD's werken met SLC, waarbij er twee spanningsniveaus gebruikt worden om één bit op te slaan. De meeste consumenten-SSD's werken met MLC, waarbij er vier spanningsniveaus gebruikt worden om twee bits op te slaan. De nieuwste en goedkoopste geheugencellen gebruiken TLC, waarbij er drie bits opgeslagen kunnen worden via acht verschillende spanningsniveaus.

Hoe meer spanningsniveaus er gebruikt worden, hoe lastiger het onderscheid wordt tussen deze spanningen. Omdat een geheugencel slijt door gebruik, wordt dit onderscheid steeds lastiger. Een TLC-cel zal sneller het punt bereiken waarop dit onderscheid niet meer gemaakt kan worden dan een MLC-cel. Is onderscheid tussen de spanningen en dus bits niet langer mogelijk, dan is de geheugencel kapot.

Goedkoper maar langzamer

De ontwikkeling van SATA-SSD's staat qua prestaties al een tijdje stil. De reden hiervoor is dat vrijwel iedere controllerfabrikant de grenzen van de SATA 6Gbit/s-interface met zijn beste controller bereikt heeft. Deze kan netto simpelweg niet sneller dan zo'n 550 MByte/s. De snelste SATA-SSD is na geruime tijd dan ook nog steeds Samsungs SSD 850 Pro. We zien wel een duidelijke ontwikkeling naar lagere prijzen en de allergoedkoopste SSD's in de geteste categorie kosten zo'n zeventig euro.

Om deze goedkopere SSD's mogelijk te maken, maken fabrikanten vooral gebruik van langzamer en minder duurzaam flashgeheugen. Flashgeheugen wordt op een steeds kleiner procedé gefabriceerd, waardoor er minder materiaal nodig is en het sowieso goedkoper wordt. Dit heeft wel gevolgen voor de levensduur: die wordt korter. Dat geldt echter voor alle SSD's. Om de allergoedkoopste SSD's mogelijk te maken, gebruiken steeds meer fabrikanten TLC-flashgeheugen waarbij er meer informatie in een geheugencel past. Zagen we een jaar geleden TLC alleen nog in Samsungs budgetlijn SSD 850 Evo, inmiddels maken ook andere fabrikanten als Crucial, OCZ en ADATA gebruik van TLC-flashgeheugen.

Het voordeel van TLC is duidelijk: voor dezelfde hoeveelheid opslaggeheugen zijn minder geheugencellen nodig. Dit spaart uiteraard kosten. Uiteraard zijn er ook nadelen: TLC-flashgeheugen is minder duurzaam en langzamer. Een SSD met TLC-flashgeheugen heeft theoretisch dus een kortere levensduur dan een SSD met MLC-flashgeheugen. Bij normaal thuisgebruik is dit verschil echter niet zo spannend en zal ook een SSD met TLC-flashgeheugen meerdere jaren meegaan.

©PXimport

Budget-SSD's zoals deze Crucial BX200 maken gebruik van goedkoper, minder duurzaam en langzamer TLC-flashgeheugen.

Van SATA naar PCI Express

Door het bereiken van de limiet van de SATA-poort stond de ontwikkeling van consumenten-SSD's tot voor kort feitelijk stil. Gelukkig betekent het bereiken van de limiet van de SATA-interface niet het einde van de ontwikkeling van de SSD. In de vorm van PCI Express was er al een interface beschikbaar die de maximale doorvoersnelheid van SATA met gemak overtreft. SSD's bedoeld voor de professionele markt gebruikten dan ook al enige tijd PCI Express als aansluitmethode. Nu is dan ook eindelijk de consumentenmarkt klaar voor PCI Express.

In de vorm van het M.2-slot is er op moderne systemen een handige methode om snelle SSD's aan te sluiten. Je hoeft dus geen grote insteekkaart te gebruiken. Moderne moederborden hebben in de vorm van SATA Express zelfs nog een aansluiting voor PCI-E-SSD's. Deze aansluiting maakt gebruik van een kabeltje en zou een opvolger moeten zijn voor normale SATA-aansluitingen. SATA Express is echter nu al achterhaald omdat er slechts twee PCI-E-lanes gebruikt worden, die niet genoeg bandbreedte bieden voor de nieuwe PCI-E-SSD's als Samsungs SSD PRO 950. Een M.2-slot maakt gebruik van vier lanes en biedt met maximaal 4 GByte/s wél genoeg bandbreedte. Een ander voordeel van M.2 is dat het een SSD in de vorm van een insteekkaartje is, die ook geschikt is voor laptops. Zo hoeft een fabrikant nog maar één soort SSD te maken die zowel toepasbaar is in laptops als desktops.

Een M.2-slot staat helaas niet synoniem voor het snelle PCI Express, er kan ook gebruik worden gemaakt van het SATA-protocol en dergelijke M.2-SSD's zijn ook te koop. De meeste M.2-sloten op moederborden zijn zowel geschikt voor SATA als PCI Express, er zijn echter uitzonderingen die alleen werken met SATA. Verzeker je er dus van dat de allersnelste SSD ook echt in je systeem op topsnelheid werkt. Eigenlijk is dat voor consumenten alleen bij Intels meest recente Skylake-platform het geval. Daarnaast bieden ook de meeste moederborden voor Intels duurdere Haswell-E-platform - bedoeld voor veeleisende gebruikers - een M.2-aansluiting waarop een Samsung SSD 950 Pro tot zijn recht komt. Andere platformen met een M.2-slot waaronder oudere Intel-platformen, kunnen niet alles uit de allersnelste SSD's halen.

©PXimport

Samsungs SSD 950 Pro is de snelste consumenten-SSD van dit moment en combineert PCI Express met NVMe voor de allerbeste prestaties.

Van AHCI naar NVMe

De overstap van SATA naar PCI Express is niet de enige reden dat de snelste SSD's als Samsungs SSD 950 zo snel zijn. Samsungs SSD 950 is een van de eerste consumenten-SSD's die gebruikmaakt van het nieuwe aansturingsprotocol NVMe. Dit is de opvolger van AHCI: het aansturingsprotocol dat voor SATA-schijven gebruikt wordt. AHCI is ontworpen voor harde schijven en kan slechts 32 commando's tegelijkertijd verwerken. Genoeg voor een harde schijf, maar zonde bij een SSD. Opvolger NVMe is uiteraard wel voor SSD's ontwikkeld en heeft 65536 wachtrijen van elk 65536 commando's die tegelijkertijd naar de SSD verzonden kunnen worden. De SSD wordt dus veel efficiënter aangestuurd. Er zijn overigens ook PCI-Express-SSD's die gebruikmaken van AHCI, maar er zullen in 2016 ongetwijfeld meer consumenten-SSD's met NVMe op de markt verschijnen.

Wat heb je nodig?

In de praktijk voelt een pc met een moderne SATA 6 Gbit/s-SSD snel aan en voelt een pc met een M.2-SSD ook snel aan. Gebruik je je pc voor taken als browsen, tekstverwerken, films kijken en zelfs gaming, kies dan gerust voor een SATA-SSD. Je zult het verschil echt niet merken. Een M.2-SSD is met leessnelheden tot zo'n 2200 MB/s wel een flink stuk sneller dan een SATA-SSD. Maar wanneer heb je er nu echt iets aan? Die vraag is lastig te beantwoorden. Ben je een gamer met de allersnelste processor en grafische kaart(en), dan is een M.2-SSD de kers op de spreekwoordelijke taart. Niet per se nodig, maar je levels laden net wat sneller in waardoor je eerder kunt gamen. Ook echt zware gebruikers die hun razendsnelle pc intensief gebruiken voor heel zware foto- of videobewerking of andere renderingstaken hebben voordeel bij een PCI-E-SSD. Bovendien is de SSD 950 Pro 'maar' een paar tientjes duurder dan de snelste SATA-SSD die eveneens uit de stal van Samsung komt. Voor veeleisende gebruikers is de prijs dus niet onoverkomelijk. Voor de gewone thuisgebruiker zijn de prestaties niet per se noodzakelijk, maar biedt het fysieke formaat wellicht wel voordelen. Al hebben langzamere M.2-SSD's (ook die gebruikmaken van SATA) natuurlijk ook dat voordeel.

Testprocedure

Voor het testen van de SSD's gebruiken we een Intel Core i5-processor in combinatie met een moederbord voorzien van de Z97-chipset. We gebruiken een combinatie van een aantal benchmarks om de prestaties van een SSD te achterhalen. Voor normale consumententoepassingen zijn de real-world benchmarks PCMark 7 en PCMark 8 het belangrijkst. Deze benchmarks simuleren het schijfgebruik van echte programma's als Adobe Photoshop, Adobe Illustrator, Adobe InDesign, Adobe After Effects, Word, Excel, PowerPoint, World of Warcraft en Battlefield 3. Daarnaast gebruiken we de synthetische benchmarks Iometer en AS SSD, waarmee de maximale prestaties van een SSD inzichtelijk worden. Door het meetkundig gemiddelde te nemen van de gebruikte benchmarks en deze net als in onze vorige SSD-testen te normaliseren door de OCZ Vector 150 een score van 100 punten te geven, berekenen we voor iedere SSD een prestatiescore. We hebben voor de SATA-SSD's het energiegebruik gemeten, bij de Samsung SSD 950 Pro die gebruikmaakt van M.2 was dat helaas niet mogelijk.

Conclusie

Hoewel de ontwikkeling van SSD's gestaag doorgaat, geldt dat de conclusie min of meer hetzelfde blijft als in vorige SSD-artikelen. Je kiest óf voor de allersnelste SSD óf je koopt de beste budget-SSD. De SSD's die hier tussenin vallen, een grijze middenmoot, zijn een stuk minder interessant. Al kun je natuurlijk wel zaken als een langere garantieduur mee laten tellen in je keuze.

Welke SSD moet je momenteel hebben als je de allerbeste prestaties wilt? Dat hangt van de leeftijd van je systeem af. Heb je een Intel Skylake-systeem met een M.2-slot en wil je de snelste SSD? Dan is er maar één keuze en dat is Samsungs 950 Pro. Heb een ouder systeem waarbij SATA 6Gbit/s de aangewezen interface is, dan tekent Samsung wederom voor de snelste SSD in de vorm van de Samsung 850 Pro.

Wil je de beste deal op het gebied van prijs en prestaties, dan kun je vooralsnog niet om SATA heen. Uiteraard is ook het Intel Skylake-platform gewoon voorzien van een SATA 6Gbit/s-interface. De SSD die je dan het beste kunt kopen als je een modern systeem hebt maar niet te veel wilt uitgeven, is Crucials BX100. Dan is er nog de absolute onderkant van de markt waar bijvoorbeeld de Crucial BX200 en de OCZ Trion 150 in vallen. Heb je een oudere pc met harde schijf die je een boost wilt geven voor Windows 10, dan zijn dit perfecte SSD's. Ook voor een systeem waarop je niet meer doet dan surfen en tekstverwerken voldoen deze SSD's overigens prima.

©PXimport

Moederborden voor Intels Skylake bieden een M.2-slot dat geschikt is voor de allersnelste M.2-SSD's.

Heb je dus nog steeds geen SSD, dan zouden we niet langer wachten. Voor minder dan zeven tientjes schaf je het goedkoopste exemplaar van 240 GB aan, terwijl een vergelijkbare SSD van 480 GB die we in dit artikel niet specifiek getest hebben al voor minder dan 140 euro verkrijgbaar is.

Testresultaten

©PXimport

In de tabel hierboven vind je de data van alle geteste SSD' s.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 in hoogte verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek
© LIGHTFIELD STUDIOS - stock.adobe.com
Huis

Waar voor je geld: 5 in hoogte verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek

Bij ID.nl zijn we gek op producten met een mooie prijs of die iets bijzonders te bieden hebben. Daarom gaan we een paar keer per week op zoek naar zulke deals. Dit keer een bijzondere categorie die nog niet eerder aan bod is geweest: verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek.

Veel mensen die thuiswerken heb niet altijd de mogelijkheid om een apart bureau te gebruiken en ziten bijvoorbeeld vaak aan de eet- of keukentafel. Toch kan het lonen om te investeren in een goed bureau, omdat daarmee - in combinatie met een goede stoel - je werkhouding een stuk beter wordt. Wij bekijken vijf handige bureaus 's die in hoogte verstelbaar zijn.

Casaria 160x75

Het tafelblad van dit bureau uit de Casaria‑lijn is in hoogte verstelbaar van 73 tot 118 cm en beweegt met een snelheid van 2,25 cm per seconde. Je bedient de motor via een lcd‑scherm en kan twee voorkeursstanden opslaan, zodat je met één druk op de knop naar je favoriete werkhoogtes gaat. Er zit ook een herinneringsfunctie in die je eraan herinnert om weer te gaan staan of juist te zitten. Met het robuuste stalen frame en een draagvermogen van 80 kg is het bureau geschikt voor zware monitoren. Handige details zijn de kabelgeleider, beker‑ en koptelefoonhouder en in hoogte verstelbare poten. Het blad van 160 × 75 cm bestaat uit twee delen en is afgewerkt met melamine zodat het tegen een stootje kan. Dit bureau komt inclusief montagebenodigdheden en is verkrijgbaar in verschillende kleurvarianten.

Specificaties

Bladformaat: 160x75cm
Hoogte: 73 tot 118cm
Belastbaar tot: 80kg

Avalo 140x60

Avalo levert dit elektrisch verstelbaar bureau (de P58) met een compact blad van 140 × 60 cm. De hoogte is traploos verstelbaar van 73 tot 117 cm en kun je drie verschillende hoogtestanden opslaan. Dat is handig als je het bureau deelt met collega's of medethuiswerkers, of wanneer je snel wilt wisselen tussen zit‑ en stahouding. De bediening gebeurt via een bedieningspaneeltje aan de voorkant; met één druk op de knop gaat het blad naar de gewenste stand. Het frame is gemaakt van staal, het blad van P2‑melamine en de rand is afgewerkt met hittebestendig ABS. Verder wordt benadrukt dat het bureau plug‑and‑play is: je hoeft alleen de stekker in het stopcontact te steken en kunt meteen aan de slag. Door het smalle ontwerp past het bureau goed in kleinere kamers, maar biedt het toch voldoende ruimte voor een monitor, toetsenbord en documenthouder. Voor wie een elektrische zit‑sta‑oplossing zoekt met geheugenfunctie en solide materialen is dit model een optie.

Specificaties

Bladformaat: 140x60cm
Hoogte:73 t/m 117cm
Belastbaar tot: onbekend

Avalo 120x60

Dit is een kleinere variant van de hierboven besproken Avalo AP58. Dit model heeft een 20 cm minder breed blad, maar uiteraard ook elektrisch verstelbaar. Net als de grotere uitvoering varieert de hoogte van 73 tot 117 cm en kan het bureau drie standen onthouden. Voor het instellen gebruik je een eenvoudige bediening waarbij je een favoriete zit‑ en stahoogte opslaat en later oproept. Het frame bestaat uit staal en het blad uit melamine met een rand van warmtebestendig ABS. D tafel weegt 27 kg en is het daardoor stabiel zonder moeilijk te verplaatsen. Ook deze uitvoering is plug‑and‑play; je hoeft geen ingewikkelde montage uit te voeren. Door de compactere afmetingen is dit model ideaal voor kleinere werkplekken of voor wie extra apparatuur (zoals een printer) op een tweede tafel wil plaatsen. De strakke vormgeving past in verschillende interieurs en de elektrische motor zorgt ervoor dat je eenvoudig van houding wisselt.

Specificaties

Bladformaat: 120x60cm
Hoogte: 73 t/m 110 cm
Belastbaar tot: onbekend

VDD Gaming 118x58cm

Het frame van deze VDD is elektrisch in hoogte verstelbaar van 73 tot 118 cm. Hiermee wissel je gemakkelijk tussen zitten en staan en kun je de juiste houding aannemen voor langdurige sessies. Het witte werkblad van 118 × 58 cm biedt voldoende ruimte voor een monitor en toetsenbord en dankzij de krachtige motor is het maximaal belastbaar tot 60 kg. De tafel wordt geleverd met instructies en alle benodigde onderdelen, waardoor je de montage zelf kunt uitvoeren. Er worden geen extra functies zoals geheugenstanden vermeld, waardoor je elke gewenste hoogte handmatig instelt. Voor wie een elektrisch verstelbaar bureau zoekt dat weinig ruimte inneemt, is dit een praktische optie; vooral gamers zullen baat hebben bij het kunnen aanpassen van de werkhoogte tijdens een sessie.

Specificaties

Formaat: 118x58cm
Hoogte: 73 tot 118cm
Belastbaar tot: 60kg

Schaffenburg Linesto Plus 140x80

Het Schaffenburg Linesto Plus‑bureau is een rechthoekige tafel met een T‑poot. Het frame is zonder gereedschap te monterenen in hoogte verstelbaar met een drukknop tussen 65,5 en 85,5 cm. De maximale belasting bedraagt 70 kg. De hoogtebediening gebeurt via een knop aan het onderstel; er zijn geen geheugenstanden. De tafel is voorzien van een 25mm dik melamine blad, een metalen onderstel en stelvoeten om de tafel waterpas te zetten. Kabelbeheer is mogelijk via accessoires, en er zijn diverse blad‑ en framekleuren beschikbaar. Het Schaffenburg-bureau heeft verder een stalen frame met twee telescoperende buisdelen en een krasvaste coating. Als enige in dit overzicht is deze Linestor geen zit/sta-bureau, maar kan hij in zithoogte tot maximaal 85,5 cm worden gebracht.

Specificaties

Formaat: 140x80cm
Hoogte: 65 tot 85,5 cm
Belastbaar tot: 70kg

▼ Volgende artikel
Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets
Huis

Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets

Sinds juni 2025 is het voor fabrikanten van smartphones verplicht om een energiebabel voor hun apparaten te voeren. De consument kan aan de hand van het energielabel zien hoe energiezuinig een telefoon is, maar ook hoe makkelijk het is om de telefoon te (laten) repareren en wat het updatebeleid voor de software is. Door middel van het nieuwe energielabel kun je dus veel bewuster kiezen voor een bepaalde telefoon.

Het energielabel werd ooit bedacht om apparaten op een uniforme manier te vergelijken, los van marketingclaims. Door elk product in te delen op een schaal van A tot en met G ontstaat ruimte om echte koplopers te herkennen en achterblijvers aan te sporen. Smartphones waren nog niet eerder voorzien van een energielabel, maar hebben dat vanaf juni 2025 wel gekregen. Dat is logisch, want bij smartphones draait energie-efficiëntie niet alleen om het stopcontact, maar vooral om hoe slim hardware en software met de energie van een accu omgaan en hoeveel jaren je uit dezelfde telefoon haalt. Door die informatie eenduidig te tonen, verschuiven de argumenten over de oplaadtijd en de schermgrootte naar hoelang een telefoon meegaat en hoe makkelijk hij te repareren is.

Ter illustratie: het nieuwe energielabel voor smartphones en tablets toont de batterijduur bij gemiddeld gebruik, maar ook of hij valbestendig is en hoe makkelijk hij gerepareerd kan worden.

Energie en duurzaamheid

Een smartphone gaat gemiddeld gezien wel een dagje mee op een enkele acculading, afhankelijk natuurlijk van het gebruik door de eigenaar. Erg veel energie wordt er dus niet verspild, maar de grootste winst wat betreft het klimaat is vooral te behalen uit de levensduur van de smartphone en of deze makkelijk te repareren is. De EU koppelt het nieuwe energielabel aan het eco-design van de telefoon. Het label dat de telefoon krijgt, is afhankelijk van een aantal factoren en is een gemiddelde van de prestaties van al deze factoren. Welk factoren dat zijn, lichten we je hieronder verder toe.

Waar vind je het nieuwe energielabel?

Wanneer je online een nieuwe telefoon koopt, vind je het algemene energielabel doorgaans bij het product zelf. Je ziet echter niet direct de andere onderdelen waarop de telefoon is beoordeeld. In een fysieke winkel is het de bedoeling dat er bij de telefoon een kaartje of bordje is geplaatst, met daarop een QR-code waarmee je direct op de juiste informatiepagina van EPREL komt.

In een webwinkel zul je meestal geen QR-code tegenkomen, maar alleen het energielabel zelf. Vaak kun je – zoals bij Mediamarkt – een productspecificatie-pdf downloaden met de extra informatie, waarin ook weer een QR-code is opgenomen, waarmee je naar de EPREL-site wordt doorgestuurd.

Levensduur accu

Het nieuwe energielabel laat zien wat de gemiddelde levensduur van de accu van de telefoon is. Dat wordt bekeken aan de hand van het aantal laadcycli: hoe vaak kan een telefoon opnieuw worden opgeladen voordat de kwaliteit van de accu achteruit gaat? Daarbij wordt een capaciteitsvermindering van 80 procent aangehouden: na hoeveel keer laden is de capaciteit tot 80 procent gedaald? Hoe hoger dit getal, des te betrouwbaarder is de accu.

Op het uitgebreide energielabel zie je hoe vaak een accu opnieuw kan worden opgeladen totdat de totale capaciteit tot 80 procent daalt.

Uithoudingsvermogen

Uiteraard wordt er ook gekeken naar de gebruiksduur van een telefoon of tablet als deze volledig is opgeladen. Door het uitvoeren van een zogeheten reallife-situatie wordt het gemiddelde gebruik van een smartphone geëmuleerd. Hoeveel uur en minuten je met de smartphone kunt werken op die enkele lading, wordt op het label getoond.

Hoelang houdt de batterij van de telefoon of accu het vol bij gemiddeld gebruik? Ook dat zie je op het energielabel terug.

Vrije val

Een van de andere eigenschappen waarop wordt getest, is de vrije val-test. Hoe snel gaat een telefoon kapot als je deze vanaf een bepaalde hoogte op een harde ondergrond laat vallen? Misschien vraag je je af wat dit met duurzaamheid te maken heeft? Nou, heel veel: als je telefoon snel kapot gaat als je hem laat vallen, moet je al snel een nieuwe. Niet heel duurzaam dus. Op het energielabel vind je de valbestendigheid tussen de A en E. Hoe lager de letter (A), des te beter kan zo'n telefoon een val overleven. De test is gebaseerd op een val van 1 meter boven een verharde ondergrond en wordt met vijf modellen van hetzelfde toestel tot wel 270 keer uitgevoerd.

Valtest vanaf 1 meter, hoe minder snel een telefoon stuk gaat, des te hoger is het label dat hij toegekend krijgt.

Elke keer dat een telefoon is gevallen, wordt gecontroleerd of het scherm nog functioneert en reageert op aanrakingen, of de camera het nog doet, of de mobiele functies als wifi en mobiel nog werken, of de telefoon kan worden opgeladen en of de audio nog goed functioneert. Barsten in het frame of het glas worden wel geaccepteerd, mits de telefoon nog veilig kan worden gebruikt. Bijvoorbeeld als het glas wel gebarsten is, maar geen splinters heeft.

Hoe goed een telefoon beschermd is tegen valschade is ook onderdeel van het energielabel. Het scherm mag daarbij overigens wel gebarsten zijn, het is geen glastest.

Bescherming tegen stof of water

Ook de zogeheten IP-tests (IP = Ingression Protection, of indringbescherming) worden uitgevoerd bij de telefoons en zijn een belangrijk onderdeel van de algehele score die een telefoon krijgt. De apparaten worden getest op het binnendringen van stof en water. De waterbestendigheidstest controleert bijvoorbeeld of een smartphone bestand is tegen spatwater vanuit verschillende richtingen, zonder dat de werking of veiligheid van het toestel wordt aangetast. Hiermee wordt gegarandeerd dat een telefoon in elk geval bestand is tegen vocht, bijvoorbeeld bij het gebruik tijdens een regenbui, het morsen van vloeistof of het gebruik van natte handen.

Of een telefoon waterdicht is, wordt ook getest.

Repareerbaarheid

Een ander duurzaamheidsonderdeel waar de EU goed naar kijkt, is de repareerbaarheid van een smartphone. Dat omvat een groot aantal parameters, zoals welke onderdelen makkelijk te vervangen zijn, in hoeverre een consument bepaalde onderdelen zelf kan vervangen, en hoelang en hoe goed bepaalde onderdelen van de telefoon op voorraad zijn.

Zelf zoeken op de EPREL-site is lastig

Het zelf zoeken van gegevens van smartphones en tablets op de EPREL-site is niet heel eenvoudig. Dat komt omdat de algemene productwebsite gemaakt is om te zoeken op merk of op typenummer. Dat is prima voor wasmachines of koelkasten, die je vaak aantreft als merk+typenummer, maar bij smartphones werkt dat anders. Een model als de Samsung Galaxy S25 bijvoorbeeld zul je niet vinden met een zoekopdracht op 'S25 'of 'Galaxy S25', maar alleen op het typenummer SM-S931B. Dat typenummer wordt echter bijna nergens gecommuniceerd en is ook niet wat Samsung communiceert in bijvoorbeeld marketing-uitingen.

Ook kun je niet zoeken op EAN-code, terwijl die code juist kan worden gebruikt om een exact model van een bepaald product te kunnen vinden. Kortom: wat het zoeken van de gegevens van een smartphone betreft kan de EU nog wel wat verbeteren.

De EU wil dat smartphones langer meegaan en eenvoudiger te herstellen zijn – zowel door professionele reparateurs als (in bepaalde gevallen) door consumenten zelf. De eisen met betrekking tot repareerbaarheid blijven minimaal zeven jaar gelden na het einde van de verkoop van een model.

©WICHAN SHOP

Als het aan de EU ligt, moeten consumenten ook zelf telefoons kunnen repareren.

Een fabrikant van een smartphone moet garanties kunnen geven met betrekking tot de ondersteuning van een telefoon. Als een toestel op de Europese markt wordt uitgebracht, mag de consument verwachten dat een telefoon zeven jaar na het verschijnen van de telefoon op de markt nog steeds gerepareerd kan worden.

Onderdelen

De reparatie- of 'vervangarantie' geldt voor alle essentiële onderdelen van een smartphone of tablet, zoals de accu, camera's, externe poorten voor audio en opladen, de microfoons en luidsprekers, de knoppen en de scharnieren als het een opklapbare telefoon betreft. De fabrikant moet zelfs de schroefjes op voorraad hebben als de originele niet meer kunnen worden gebruikt.

De bovenste onderdelen kunnen door een fabrikant of een telefoonreparateur worden gerepareerd, maar de EU vindt dat ook consumenten zelf onderdelen moeten kunnen bestellen en vervangen, zoals de accu, de achterzijde, de hele beeldschermunit en de oplader. Voor die zelfrepareerbaarheid krijgt een telefoon ook een waardering van A t/m E. De fabrikant is daarnaast verplicht om aan te geven waar reserveonderdelen te verkrijgen zijn, welk gereedschap er nodig is om de reparatie te kunnen uitvoeren en waar je de benodigde handleidingen kunt vinden.

Hoelang de telefoon wordt ondersteund qua software-updates en interne onderdelen wordt ook vermeld en de telefoon krijgt hiervoor een eigen classificatie.

Reparatie-index

Telefoonfabrikanten moeten dus uitgebreide informatie geven over hoe je je smartphone kunt repareren, maar ook over de complexiteit van de reparatie. Zijn de onderdelen die je wilt vervangen bijvoorbeeld makkelijk te bereiken, of moet je eerst andere onderdelen verwijderen om erbij te kunnen? Ook dat wordt allemaal opgenomen in de uiteindelijke classificering van de telefoon: hoe minder stappen er nodig zijn, des te hoger is de score die wordt toegekend.

Hoe makkelijk is een telefoon te repareren en hoelang zijn reserve-onderdelen beschikbaar? Dat geeft dit onderdeel van het energielabel aan.

Tot slot

De Europese Unie heeft met het nieuwe energielabel voor smartphones een goede stap gezet in de richting van duurzaamheid. Het uiteindelijke doel is om ervoor te zorgen dat fabrikanten meer hun best gaan doen om een zo makkelijk mogelijk te repareren telefoon uit te brengen. Deze strengere regels in de EU betekenen ook dat deze toestellen in andere landen buiten de EU makkelijker te repareren zullen zijn, omdat een telefoonfabrikant waarschijnlijk niet compleet verschillende uitvoeringen van een model smartphone gaat maken. Maar of consumenten in landen buiten de EU ook zo makkelijk zelf aan onderdelen kunnen komen, is dan nog maar de vraag; deze mate van tegemoetkoming aan of bescherming van de consument gelden vaak niet in andere landen. Fabrikanten hoeven deze informatie dus niet beschikbaar te stellen in landen buiten de EU.