ID.nl logo
Windows 10 bureaublad opruimen en herindelen met Nimi Places
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Windows 10 bureaublad opruimen en herindelen met Nimi Places

Wanneer je een nieuwe computer koopt, is het bureaublad heerlijk leeg. Vaak duurt het echter niet lang voordat het een rommeltje wordt van allerlei pictogrammen en snelkoppelingen. Met behulp van het programma Nimi Places gaan we het bureaublad opruimen en daarna handig indelen.

Zoals vrijwel iedereen plaats je bestanden op het bureaublad en vergeet je die op te ruimen. Bovendien wil je snelkoppelingen van mappen of applicaties die u regelmatig nodig hebt bewust binnen klikbereik houden. Zo ontwikkel een bureaublad zich tot een bende waarvoor je jezelf langzamerhand begint te schamen.

Nimi Places is een nuttig programma om je bureaublad te ordenen in zogenaamde containers, terwijl je toch razendsnel bij je favoriete tools, applicaties en bestanden kunt. Het is vergelijkbaar met de app Fences, met het verschil dat Nimi Places gratis is én dat je deze tool verregaand kunt configureren; we hebben het dan niet alleen over het uiterlijk van de containers, maar ook over hoe ze zich gedragen.

Er zitten helaas nog enkele losse eindjes in deze software in combinatie met Windows 10. Nimi Places werkt niet intuïtief en kan af en toe vastlopen, maar dan ben je gelukkig geen gegevens kwijt. Als de voordelen van een schone interface en een gratis organizer belangrijker zijn dan de occasionele fouten, dan is dit iets voor jou om te proberen.

Nimi Places downloaden en installeren

Het downloaden en installeren verloopt behoorlijk omslachtig. Surf naar de eerdergenoemde webpagina waar je Nimi Places kunt downloaden. Daar gebruik je de grote blauwe Download-knop. Hierdoor kom je op een nieuwe pagina waar je een captcha-beveiliging moet overtypen zodat er een nieuwe Download-knop verschijnt.

Als je daarop klikt, zie je een grijs vlak dat tien seconden aftelt voordat het bestand Extract Nimi Places (portable).exe naar je harde schijf vertrekt. Vervolgens dubbelklik je op het exe-bestand. Windows Defender zal waarschuwen dat je een onbekende app wilt downloaden. Negeer de waarschuwing en klik op Meer informatie zodat je in het volgende venster de knop Toch uitvoeren kunt aanklikken.

©PXimport

Hierdoor opent zich het venster Unpack Nimi Places. De setup-tool stelt voor het pakket te installeren op de standaardlocatie, namelijk in de map Program Files. Klinkt goed, maar in de praktijk blijft dit bij ons een foutmelding geven. Beter klik je op de knop met de drie puntjes. Daarna navigeer je naar een locatie op de harde schijf, bijvoorbeeld je gebruikersmap. Daar maak je een nieuwe map die je de naam Nimi Places (C:\Users\uwgebruikersnaam\Nimi Places) geeft.

Klik op OK, zodat je terugkomt in het beginscherm van de setup waar je op de knop Unpack and launch klikt. Als je de waarschuwing ontvangt “Requested Nimi Places extraction path is invalid”, moet je nogmaals op Unpack and launch klikken en normaal moet het dan in orde zijn.

Duik dieper in Windows 10 en zet het besturingssysteem helemaal naar je hand met behulp van onze Tech Academy. Check de Windows 10 Beheer online cursus of ga voor de Windows 10 Beheer-bundel inclusief techniek- en praktijkboek.

Werken met containers

Je kunt al je pictogrammen en snelkoppelingen van het bureaublad kwijt in zogenaamde containers, met uitzondering van de Prullenbak. Die kun je niet van je bureaublad verwijderen. Daarnaast is het mogelijk containers samen te stellen van mappen, applicaties en bestanden die u graag snel wilt bereiken, zodat je niet meer moet graven in het Startmenu of in de Windows Verkenner.

Nimi Places stelt om te beginnen een aantal sjablonen voor. Op die manier raak je sneller op dreef. Uiteraard wil je containers verwijderen en toevoegen. In het Systeemvak klik je op het pictogram van Nimi Places. In dit voorbeeld staan vier containers: Documents, Downloads, Applications en Games. Stel dat je de container Games wilt verwijderen, dan klik je in het Systeemvak op het pictogram van Nimi Places en kies je Remove.

©PXimport

Om een nieuwe container te plaatsen gebruikt je in dit venster het plusteken en dan klik je op Place om een map te selecteren. In principe is het mogelijk om iedere map als een container te tonen. Veronderstel dat je de map Afbeeldingen met al zijn submappen als een container op het bureaublad wilt plaatsen, dan navigeer je via Place naar deze map en klik je op OK.

Bewaar je verschillende snelkoppelingen van bepaalde websites die je vaak nodig hebt, dan sleep je deze koppelingen in een map die je bijvoorbeeld de naam Websites geeft. Daarna sleep je die map naar een locatie op de harde schijf, zoals de map Documenten. Vervolgens voeg je die map Websites toe aan Nimi Places zodat ook deze container voortaan bereikbaar is. Je kunt items vanuit de ene container naar de andere slepen.

©PXimport

Elke container kan een maplocatie bevatten of een verwijzing naar bestanden. De grootte van iedere container is aanpasbaar en je kunt de containers via de titelbalk naar een andere plaats op het bureaublad slepen. Klik met de rechtermuisknop op zo’n container, dan kun je de stijl, het uiterlijk en de naam wijzigen. Bovendien kun je in de container nieuwe mappen plaatsen. Je kunt trouwens in zo’n container scrollen om de submappen en hun inhoud te zien.

Weergave aanpassen

In de weergavemodi geef je aan waar en wanneer je iedere container wilt zien. Om deze Container Display te bereiken, ga je naar het Systeemvak en daar open je Nimi Places. Hier krijg je een overzicht van alle containers die je inmiddels hebt aangemaakt. Klik op de container in deze lijst waarvan je de weergavemodus wilt aanpassen. Daarna klik je op het kleine displaysymbooltje onderaan deze lijst. Het lijkt op een schermpje met daarin een klok.

Veronderstel dat je liever hebt dat de container Games op het werk niet zichtbaar is, dan vink je de optie Work uit. Of dat dezelfde container alleen maar tussen 20:00 en 24:00 uur wilt zien. In dat geval vink je de optie Hourly schedule aan en dan sleep je het grijze vak zodat dat de periode bedekt waarop deze container op het bureaublad mag komen. Op die manier kun je voor iedere container een tijdschema instellen.

Klik daarnaast met de rechtermuisknop op een container om het uiterlijk en de zichtbaarheid aan te passen. Via Appearance, Visibility, Visible while desktop is focused zorg je dat de container automatisch wordt verborgen wanneer je in een bepaald programma gaat werken. Als je echter teruggaat naar het bureaublad zal de container automatisch tevoorschijn komen. Standaard staat de optie Always visible ingesteld.

©PXimport

Handig is de manier waarop je het uiterlijk van de containers regelt. Daarvoor klik je met de rechtermuisknop op zo’n container zodat je bij de opdracht View komt. Aanvankelijk zijn de pictogrammen nogal groot, maar je kunt die ook op Medium icons, Small icons en Tiny icons instellen. Je moet dit wel voor iedere container afzonderlijk doen. Je kunt de grootte van zo’n container wijzigen door een hoek vast te klikken en te slepen.

Als je makkelijk onthoudt om welke containers het gaat, kun je eventueel ruimte winnen door de naam van de container te verbergen. Weer doe je dat met de rechtermuisknop Appearance, Title, Visible. Dit is ook de plaats waar je de titelbalk onderaan kunt plaatsen: Place on bottom en waar je de container een nieuwe naam geeft: Rename. De looks van iedere container bepaal je ook via zogenaamde Themes, te vinden via Appearance, Theme. Dit wijzigt niet alleen het uiterlijk van de titelbalk, maar ook de transparantie, de kleur en de helderheid van de container.

©PXimport

Overige tips

De items die je in containers hebt geplaatst kun je voorzien van labels. Deze labels zijn nuttig om bestanden en mappen te ordenen. Klik daarvoor met de rechtermuisknop op een item en kies Label. Je hebt daar zeven opties ter beschikking: None, Important, ToDo, Work, Private, Check later en Leisure. Het is de naam van het item dat de kleur van label zal aannemen. Wij vonden helaas geen manier om eigen labels toe te voegen.

Via de Settings in het Systeemvak is het nog mogelijk containers te voorzien van actieregels. Zo kun je voor de container Opdrachten de actie selecteren die moet worden uitgevoerd op de bestanden of mappen die in de container terechtkomen. Er zijn drie soorten acties: verplaatsen, dupliceren of maak een link naar en andere locatie. Bij iedere actie geef je immers de bron- en doelmap aan.

Omdat containers heel veel mappen kunnen bevatten, kun je soepel door de inhoud scrollen met een muisbeweging, via het toetsenbord of het muiswieltje. Wanneer je in een geselecteerde container begint te typen, zal deze automatisch scrollen naar een element dat met deze letters begint.

Tenslotte kun je bestanden en mappen volgens verschillende criteria ordenen. Je kunt ze rangschikken op naam, extensie, label, grootte, frequent gebruik, aanpassingsdatum en meer, zodat zo’n container niet dezelfde janboel wordt als je bureaublad ooit was.

▼ Volgende artikel
Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden
© ID.nl
Huis

Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden

Mediabestanden, zoals foto’s, audio en diverse documenten, bevatten vaak extra informatie over het bestand zelf, de zogeheten metadata. Niet al die gegevens hoeven natuurlijk voor iedereen leesbaar te zijn. Hoe pas je die gegevens aan, en kun je ze ook helemaal verwijderen?

Wat gaan we doen?

We laten je zien hoeveel informatie er in je foto’s, muziek en documenten verstopt zit. Je ontdekt hoe je die metadata zelf kunt bekijken, wissen of juist aanvullen – met slimme tools en praktische ingrepen.

Metadata betekent letterlijk gegevens over gegevens. Het gaat namelijk om informatie die iets over het bestand zelf zegt, maar geen deel uitmaakt van de hoofdinhoud. Bij foto’s kan dit bijvoorbeeld de opnamedatum zijn, maar ook de locatie, cameramodel en instellingen. Muziekbestanden bevatten dan weer gegevens zoals titel, artiest, album, jaartal, albumhoes en songteksten. In video’s vind je informatie terug zoals gebruikte software, resolutie en lengte. Ook in pdf’s en Office-documenten als pdf zitten vaak extra data, zoals auteursnaam, aanmaakdatum en revisies.

Metadata zijn vaak erg handig. Je kunt je vakantiefoto’s bijvoorbeeld automatisch sorteren op locatie of datum, en als fotoliefhebber kun je instellingen zoals iso of sluitertijd analyseren. In muziekbestanden toont je mediaspeler alle informatie in de afspeellijst (inclusief gesynchroniseerde lyrics) en kun je snel tracks per genre of jaar terugvinden. Bij documenten zie je naast de auteur onder meer ook wanneer het bestand is aangemaakt en welke revisies zijn doorgevoerd.

Metadata bevatten vaak interessante informatie over een bestand.

Waarom bewerken?

Metadata zijn dus zeker handig, maar soms bevatten ze informatie die je liever niet deelt of die simpelweg niet klopt. Denk aan foto’s die je online plaatst: je wilt dan meestal geen locatiegegevens meegeven zoals je thuisadres. En misschien ook liever niet welk toestel je gebruikt of dat je bewerkingen hebt uitgevoerd. Anderzijds wil je voor archiveringsdoelen misschien nog trefwoorden toevoegen of locatiegegevens invoeren bij foto’s die je binnenshuis nam.

In veel muziekbestanden zitten onjuiste tags, zoals verkeerd gespelde album- of artiestnamen. Of je wilt ontbrekende albumhoezen of lyrics aanvullen, of extra tags toevoegen om je collectie beter te structureren per jaar, genre of tracknummer.Bij documenten kan het juist gaan om het verbergen van de auteur of doorgevoerde aanpassingen, of om het wissen van revisies met gevoelige inhoud. Soms wil je ook bepaalde metadata eenduidiger gebruiken in meerdere bestanden, bijvoorbeeld voor professionele doeleinden.

De meeste smartphones en camera’s leggen standaard ook de gps-coördinaten van je foto’s vast.

Locatiegegevens in foto's

Laten we starten met foto’s en in het bijzonder met locatiegegevens, want deze kunnen voor veel gebruikers belangrijk zijn. De kans is groot dat je smartphone deze informatie standaard bewaart bij elke foto. Je kunt dit controleren en aanpassen. Op Android open je de camera-app, tik je op het tandwielpictogram voor Instellingen, zoek je naar Locatie opslaan, GPS-tags of Geotagging en schakel je de functie uit. Op sommige toestellen kun je ook instellen dat telkens eerst om je toestemming wordt gevraagd.

Op een iPhone open je Instellingen en ga je naar Privacy en beveiliging. Tik op Locatievoorzieningen, scrol naar Camera en kies Nooit of Vraag volgende keer of wanneer ik deel, om telkens zelf te beslissen.

Bij de meeste digitale fotocamera’s werkt het net zo. Ze gebruiken een gps-module of bluetooth met je smartphone om locatiegegevens toe te voegen. Via het menu kun je deze functie ook hier uitschakelen.

Je kunt in Android via de camera-app aangeven dat je de locatie (niet) wilt opslaan.

Metadata foto’s

Om de vaak talrijke metadata van foto’s gestructureerd te bewaren en weer te geven, zijn er in de loop der jaren verschillende metadata-frameworks ontstaan. Het eerste dat echt als standaard doorbrak, was EXIF (EXchangeable Image File format). Vrijwel alle digitale camera’s en smartphones voegen dit automatisch toe, met informatie zoals datum, tijd, gps-coördinaten, cameramerk en diafragma. Om gebruikers ook zelf metadata te laten toevoegen, werd eind vorige eeuw het IPTC-IIM-formaat ontwikkeld (International Press Telecommunications Council - Information Interchange Model), voor gegevens zoals copyright en beschrijvende tags. Hierop volgden nog diverse uitbreidingen.

Begin deze eeuw lanceerde Adobe XMP (eXtensible Metadata Platform), vooral bedoeld voor metadata tijdens fotobewerking. Deze worden ook opgeslagen in het fotobestand zelf of in een apart xmp-bestand (een sidecar genoemd). Alles bij elkaar is dit dus behoorlijk complex, vooral omdat er in één foto metadata van deze drie frameworks tegelijk kunnen voorkomen.

Locatie aanpassen

Sommige apps en diensten verwijderen locatiegegevens automatisch uit foto’s. WhatsApp bijvoorbeeld stript standaard alle metadata. Toch is het veiliger om gevoelige informatie vooraf zelf te wissen. Op een iPhone doe je dat vanuit de Foto’s-app: selecteer de foto, tik op het info-icoon of veeg omhoog. Je ziet een kaart met locatie, en via Pas aan kun je de locatie wijzigen of instellen op Geen locatie. Met Voeg een locatie toe kun je ook zelf gegevens toevoegen. Op Android is dit wat lastiger. Google Foto’s biedt geen optie om locatiegegevens te verwijderen of aan te passen als die al in de EXIF-metadata zitten. Zelf locatiegegevens toevoegen kan wel, maar slechts beperkt. Externe apps bieden dan meer mogelijkheden.

Photo Metadata Remover geeft je de mogelijkheid om een of meerdere foto’s tegelijk te strippen van locatie en andere metadata. Je kiest de bronmap en de doellocatie voor de opgeschoonde bestanden. Wil je metadata wijzigen in plaats van verwijderen, dan gebruik je een gratis app als Photo EXIF Editor - Metadata. Open een fotomap, selecteer een foto en je ziet een reeks EXIF-tags, zoals Geolocation, Captured time, Aperture en Exposure time. Tik op een tag om deze aan te passen. Bij Geolocation krijg je een kaart te zien waarop je een nieuwe locatie aanduidt, die je bevestigt met het vinkje en het diskette-icoontje.

Losse bestanden in XnView

Het is prettiger om de metadata van je foto’s op je pc te bewerken. In beperkte mate kan dat via Verkenner: klik met rechts op een foto, kies Eigenschappen, open het tabblad Details en beweeg je muis over de kolom Waarde om te zien welke items je kunt aanpassen. Voor meer mogelijkheden zijn er gratis externe tools beschikbaar. We denken bijvoorbeeld aan de uitgebreide opdrachtregeltool ExifTool, de flexibele fotobeheerder XnView MP of het Adobe Lightroom-alternatief darktable.Hier focussen we op de handigste functies binnen XnView MP. Start de tool (ook als portable versie beschikbaar) en open een foto via het menu Bestand of de ingebouwde bestandsbrowser. Icoontjes op de miniatuur tonen welke metadata aanwezig zijn (xmp, ipct-iim en exif). Helemaal onderaan vind je het tabblad Info met de metadata op aparte tabbladen. Op het tabblad Kaart bekijk je de locatie. Controleer in het menu Beeld of alle gewenste opties bij Info panelen zijn aangevinkt.

In het menu Metagegevens kies je bij Opschonen welke soorten metadata je wilt verwijderen. Andere opties, die geen verdere toelichting behoeven, zijn GPS-gegevens bewerken en Tijdstempel wijzigen. Met IPTC bewerken en XMP bewerken pas je metadata aan via meerdere tabbladen. Klik hier op Schrijven om je wijzigingen toe te passen. In het Info-paneel zul je merken dat veel aanpassingen tegelijk op zowel ITPC-IIM- als XMP-niveau doorgevoerd worden.

Je kunt metadata verwijderen, maar ook zelf bewerken in XnView MP.

Batch-aanpassingen in XnView

Met XnView MP kun je metadata ook in meerdere foto’s tegelijk aanpassen of verwijderen. Open Hulpmiddelen / Reeks converteren (Ctrl+U) en voeg bestanden of een hele map toe met Bestanden toevoegen of Map toevoegen. Ga daarna naar het tabblad Acties, klik op Actie toevoegen, kies Metagegevens en selecteer een optie als IPTC-IMM/XMP, Metagegevens wissen of XMP. We gaan even uit van deze laatste. Vul de tagvelden die verschijnen naar wens in.

Op het tabblad Uitvoer bepaal je waar de gewijzigde bestanden terechtkomen (dit hoeft zeker niet de bronmap te zijn). Bevestig met Converteren om de aangepaste metadata op te slaan in de geselecteerde foto’s. Je controleert dit via het Info-paneel op het tabblad XMP (onder meer bij het onderdeel dc). Op vergelijkbare manier kun je ook IPTC-IIM-metadata aan meerdere foto’s toevoegen of aanpassen.

Je kunt metadata in één keer ook in meerdere fotobestanden toevoegen.

Metadata in audio

Net als bij foto’s kunnen ook audiobestanden metadata opslaan, in verschillende headers en op uiteenlopende manieren. Het bekendste formaat is ID3 (voornamelijk bij mp3), met informatie als titel, artiest, album, genre en jaar. De latere versie, ID3v2, ondersteunt ook songteksten, albumhoezen en eigen velden. Andere populaire formaten zijn APE en Vorbis Comments, onder meer gebruikt bij FLAC- en OGG-bestanden.

Zoals eerder genoemd zijn er verschillende praktische redenen om metadata in audiobestanden aan te passen of toe te voegen. Twee uitstekende en gratis tools hiervoor zijn TagScanner en Mp3tag. We nemen deze laatste als voorbeeld. Laat je niet afschrikken door de naam: de tool ondersteunt verschillende audio- en metadataformaten, waaronder de drie hierboven genoemde.

De metadata van een mp3-bestand kan onder andere de albumhoes bevatten die getoond wordt als je het bestand afspeelt.

Losse bestanden in Mp3tag

Download en installeer Mp3tag onder Windows (eventueel als portable versie) en start de app. Sleep een audiobestand naar het hoofdvenster en selecteer het. In het linkerdeelvenster zie je de metadata zoals Titel, Artiest, Album en Jaar. In de kolom Tag verneem je het type metadata, bijvoorbeeld Vorbis Comment, ID3v2.4 of APE. Je past de metadata aan door in een tagveld te klikken en de inhoud te wijzigen of aan te vullen. Klik met rechts op het veld met het cd-icoon, kies Cover toevoegen en verwijs naar een geschikte afbeelding. Gebruik Bestand / Tag opslaan (Ctrl+S) om je wijzigingen te bewaren.

Je kunt ook metadata ophalen via online databases. Mp3tag ondersteunt standaard drie bronnen: freedb (of beter: opvolger gnudb, aangezien freedb niet langer operationeel is), Discogs en MusicBrainz. Deze opties vind je in het menu Tagbronnen. Bij het eerste gebruik van Discogs meld je je aan met een gratis account en autoriseer je Mp3tag met een code. Voor MusicBrainz en freedb is dat niet nodig, al vul je voor freedb wel bij voorkeur een (willekeurig) e-mailadres in via Bestand / Opties bij Tagbronnen / Freedb (de overige gegevens kun je ongewijzigd laten). Je kunt nu allerlei metadata, inclusief coverart, opvragen via deze bronnen.

Je kunt metadata handmatig aanpassen, maar ook online bronnen ter hulp roepen.

Batch-aanpassingen in Mp3tag

Soms wil je metadata van meerdere muziekbestanden tegelijk aanpassen of toevoegen, bijvoorbeeld nummers van dezelfde cd. Dat kan ook in Mp3tag: sleep een map met nummers naar het hoofdvenster of open die via Bestand / Map toevoegen. Selecteer de bestanden die je tegelijk wilt aanpassen; met Ctrl+A selecteer je alles. In het linkerdeelvenster verschijnt dan standaard <houden> bij tagvelden die al ingevuld zijn. Laat je <houden> staan, dan wijzigt Mp3tag dat veld niet. Klik je op het pijlknopje, dan kun je <wissen> kiezen om het veld te legen, een bestaande tag selecteren of zelf iets invoeren. Bevestig ook hier met Ctrl+S om je wijzigingen op te slaan.

Je kunt metadata ook automatisch laten invullen op basis van bestandsnamen. Die bevatten soms bruikbare informatie terwijl de metatags zelf leeg zijn. Selecteer de juiste bestanden en kies Converteren / Bestandsnaam - Tag. Pas het veld Formattering aan zodat het overeenkomt met de structuur van je bestandsnamen, bijvoorbeeld %track% - %artist% - %title%. Onderaan zie je de overeenkomende tags. Klik op Voorbeeld en bevestig met OK. Het omgekeerde kan trouwens ook, via Tag - Bestandsnaam.

Stel je metadata samen op basis van de bestandsnamen (of omgekeerd).

Metadata in documenten

Niet alleen mediabestanden bevatten metadata, dit geldt net zo goed voor ‘gewone’ documenten. Deze informatie kan bijvoorbeeld handig zijn bij het ordenen, zoals op auteur of trefwoorden, en bij het archiveren en zoeken. We beperken ons hier tot twee populaire formaten: pdf en docx. Om de metadata van een pdf te bekijken, open je die in een gratis applicatie als Adobe Acrobat Reader. Klik met rechts op het document en kies Document properties (Ctrl+D). Op het tabblad Description kun je tags invullen zoals Title, Author, Subject en Keywords.

Voor docx-bestanden kun je Verkenner gebruiken: klik met rechts op het bestand, kies Eigenschappen en blader op het tabblad Details door de metadata. Je kunt dit uiteraard ook rechtstreeks in Microsoft Word doen: open het document, ga naar Bestand, kies Info en klik op Alle eigenschappen weergeven.

Ook vanuit Verkenner kun je allerlei metadata van (bijvoorbeeld) docx-bestanden bekijken.

Documenten bewerken

Bij docx-bestanden kun je metadata niet alleen bekijken, maar vaak ook aanpassen, zowel via Verkenner als in Word. Beweeg je muiscursor over een veld en verschijnt er een kader, dan kun je de inhoud wijzigen of wissen. Wil je meerdere metadata tegelijk verwijderen, dan kies je beter een andere aanpak. Dit kan via het tabblad

Details in het eigenschappenvenster van het bestand. Klik onderaan op Eigenschappen en persoonlijke gegevens verwijderen. In het dialoogvenster staat standaard ingesteld dat er een kopie wordt gemaakt zonder eigenschappen, maar je kunt ook de optie De volgende eigenschappen uit dit bestand verwijderen kiezen. Vink dan de gewenste metadata aan of klik op Alles selecteren, en bevestig met OK.

Je kunt ook bewerken vanuit Word: ga naar Bestand, kies Info en klik op Controleren op problemen / Document controleren. Laat alle onderdelen aangevinkt en klik op Controleren. Vervolgens kies je Alles verwijderen bij de onderdelen die je uit het document wilt halen. Rond af met Sluiten.

Vanuit Word kun je aangeven welke extra elementen, waaronder metadata, je uit het document wilt verwijderen.

PDF-bestanden bewerken

Voor het gratis bewerken van metadata in een pdf-bestand gebruik je bijvoorbeeld PDF24 Creator. Start de tool na installatie. In de toolbox onderaan zie je onder meer de knoppen Remove PDFMetadata en Edit PDF metadata. Sleep een of meerdere pdf’s naar het venster. Met de eerste knop verwijder je alle metadata in één keer, met de tweede pas je velden aan zoals Title, Author, Subject en Keywords. Je kunt hiermee helaas geen eigen metadata toevoegen.

Dat kan wel met een zeldzame gratis (online-)tool zoals Sejda. Klik op Change metadata (ook Remove all metadata is hier beschikbaar), vul de gewenste velden in of klik op + Add new field, en geef een naam en waarde op. Bevestig met Add Field en Update PDF Metadata, en download de aangepaste pdf. Je kunt deze eigen velden bekijken met Acrobat Reader, via Document properties op het tabblad Custom.

PDF24 bevat een indrukwekkende toolbox voor pdf-bewerkingen, waaronder verwijderen en aanpassen van metadata.

▼ Volgende artikel
Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst
© Rens Blom
Zekerheid & gemak

Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst

De Philips Hue Bridge Pro volgt de tien jaar oude Bridge op en doet dat met verve. Het apparaat biedt nieuwe functies en is toekomstbestendig, wat hem boeiend maakt voor bestaande én nieuwe Philips Hue-gebruikers. In deze review leggen we je uit waarom.

Fantastisch
Conclusie

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.

Plus- en minpunten
  • Werkt via wifi en ethernet
  • Veel krachtiger en dus toekomstbestendiger
  • Kan veel meer lampen, accessoires en lampen aansturen
  • Migreren vanaf reguliere Bridge is zo gepiept
  • Eenmalige meerprijs t.o.v. normale Bridge

Als je thuis slimme verlichting van Philips Hue hebt, is de kans groot dat je gebruikmaakt van de witte Hue Bridge. Dit kleine kastje verbindt met je lampen en bijbehorende accessoires en stelt je in staat om de verlichting ook te bedienen als het internet even is uitgevallen. Na een decennium is er nu een Bridge Pro, goed te herkennen aan zijn zwarte ontwerp. De Bridge Pro kost 90 euro, waar de reguliere Bridge (versie 2.1) circa 50 euro kost. Ja, dat is een relatief forse meerprijs, maar als je het systeem tien jaar wilt gebruiken juist weer een kleine extra investering.

©Rens Blom

De oude, witte bridge naast de nieuwe Bridge Pro.

Veel meer lampen

De Bridge Pro biedt belangrijke voordelen ten opzichte van de normale Bridge, zowel voor bestaande als nieuwe gebruikers. Zo kun je hem nog steeds via ethernet gebruiken, maar is dat niet verplicht. Er is namelijk ook - nieuw - wifi-ondersteuning. De voeding is bovendien geen specifieke stroomkabel meer, maar een usb-c-kabel. Die kun je eenvoudiger vervangen.

©Rens Blom

De belangrijkste vernieuwing? Een compleet nieuwe processor, meer werkgeheugen en meer opslagcapaciteit, waardoor de Hue Bridge Pro veel krachtiger is dan zijn voorganger. Dat is geen mooie marketingpraat, maar goed zichtbaar aan het totaal aantal gadgets dat de bridge kan aansturen. Bij de reguliere Bridge zijn dat 50 lampen en 12 accessoires (zoals draadloze afstandsbedieningen), waar de Bridge Pro 150 lampen en 50 accessoires ondersteunt. Heb je een huis (en misschien ook tuin) vol Hue-producten, dan loop je bij de normale Bridge waarschijnlijk (snel) tegen de limieten aan. Bij de Bridge Pro moet je daar echt je best voor doen.

Je kunt met de Bridge Pro ook veel meer scènes (500) opslaan in de Hue-app dan met de normale Bridge (200), wat voor sommigen handig zal zijn. De Bridge Pro biedt ook nieuwe optionele foefjes, zoals je lampen inzetten als bewegingssensoren om je te attenderen bij beweging in bepaalde kamers. Ook is de Bridge Pro standaard geschikt voor Matter, het nieuwe smarthomeprotocol waar veel merken ondersteuning voor bieden.

©Rens Blom

Overzetten is zo gebeurd

Van oude technologie naar nieuwe technologie overstappen kan soms frustrerend zijn, maar dat geldt zeker niet wanneer je de Bridge verruilt voor de Bridge Pro. De stappen in de Philips Hue-app zijn duidelijk en wij waren binnen tien minuten klaar, waarna de app op de achtergrond veertig minuten nodig had voor de echte migratie.

Al onze instellingen zijn behouden, de accessoires en lampen zijn overgezet en de reguliere Bridge mag na tien jaar met pensioen. Begin je pas met Philips Hue, dan stel je de Bridge Pro vanzelfsprekend in als je eerste bridge. Ook dat is een fluitje van een cent.

©Rens Blom

Conclusie: Philips Hue Bridge Pro kopen?

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.