ID.nl logo
Zo maak je een dashboard voor je domoticasysteem
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Zo maak je een dashboard voor je domoticasysteem

Je domoticasysteem stuur je in veel gevallen aan via een webinterface op je laptop of een mobiele app op je smartphone. Maar altijd toegang tot je domoticasysteem hebben via een klein schermpje aan de muur is zeker zo handig. In dit artikel installeren we Homepoint op een M5Core-microcontrollerbordje met een schermpje van 2 inch en knoppen, en integreren we dit met je domoticasysteem via MQTT.

Domoticasystemen zoals Home Assistant zijn voorzien van een webinterface waarmee je je apparaten kunt aansturen en hun status kunt bekijken. Dat is handig op je laptop of zelfs op een smartphone, maar dan moet je die wel altijd bij de hand hebben om die interface te openen. Hetzelfde geldt voor de mobiele apps van domoticasystemen: je pakt je smartphone, ontgrendelt hem en opent de app. Toch heel wat handelingen. Wat als je direct de temperatuur buiten wilt bekijken of je rolluiken omlaag wilt doen?

Een alternatieve oplossing is een apparaatje dat als enige taak heeft om als dashboard voor je domoticasysteem te dienen. Dat kan een klein microcontrollerbordje met schermpje en enkele knoppen zijn, dat je aan je muur hangt of in een kast zet. Het dashboard geeft continu de status van je domoticasysteem weer en reageert onmiddellijk op een druk op een van de knoppen. In een ideale wereld zou elk domoticasysteem minstens één dashboard per verdieping moeten hebben dat geen andere taken heeft.

Meer lezen?

Vanuit dit artikel wordt diverse keren verwezen naar de basiscursus MQTT.

01 M5Stack Core

Je kunt zo’n apparaatje zelf in elkaar knutselen met een microcontrollerbordje, een schermpje en wat knoppen, maar als je het in de woonkamer wilt gebruiken, wil je niet dat er allerlei losse draadjes en printplaatjes te zien zijn. M5Stack, een jong Chinees bedrijf, biedt allerlei producten aan die gebouwd zijn rond een ESP32-microcontroller, die er niet als een ontwikkelbordje uitzien. Vooral interessant is de M5Stack Core BASIC Kit: een modulair, stapelbaar ESP32-bordje met een lcd-scherm van 2 inch en drie knoppen in een sobere behuizing. Die ziet er niet slecht uit in je woonkamer. De module is heel compact: 13 mm hoog, en 54 mm lang en breed.

Er bestaat ook een standaard voor waardoor je het doosje rechtop kunt zetten (licht naar achteren leunend). Dat is ideaal om de M5Stack Core op een kast of tafel te plaatsen en zo het schermpje te kunnen lezen. De M5Stack Core en bijbehorende modules zijn in diverse webwinkels te vinden, ook in Nederland. De BASIC Kit kost rond de 28 euro. Let op: er is ondertussen ook een nieuw model uit, de M5Core2, maar dat is nog niet compatibel met de software die we in deze masterclass gebruiken.

©PXimport

02 Homepoint

Een van de programma’s die je op de M5Stack Core kunt installeren, is Homepoint. Het biedt een interface om een op MQTT gebaseerd domoticasysteem aan te sturen en de status van sensors te tonen. Homepoint is firmware die je op de ESP32-microcontroller installeert, nadat je eerst configureert welke sensors en (licht)schakelaars van je domoticasysteem je wilt opnemen in je dashboard. De installatie gebeurt met het programma esptool, en daarvoor heb je op zijn beurt Python nodig.

©PXimport

03 Python installeren

Gebruik je macOS of Linux, dan is Python normaal al standaard geïnstalleerd. Onder Windows download je de nieuwste Python-versie, op het moment van schrijven was dat Python 3.9.0. Kies de executable installer voor 64 bit (x86-64) of 32 bit (x86), afhankelijk van je Windows-versie.

Vink in het eerste venster van het installatieprogramma Install launcher for all users en Add Python to PATH aan. Na installatie kun je controleren of Python correct is geïnstalleerd met de volgende opdracht in de Opdrachtprompt:

python --version

Je krijgt dan het versienummer van je Python-installatie te zien.

©PXimport

04 Esptool installeren

De volgende stap is het installeren van esptool. Dat doe je met de volgende opdracht:

pip install esptool

Op sommige Python-installaties geeft dat een foutmelding. Probeer dan:

python -m pip install esptool

In veel Linux-distributies moet je dit commando uitvoeren:

pip3 install esptool

Na de installatie zou je esptool moeten kunnen uitvoeren en uitleg krijgen over alle mogelijke opties die het programma herkent:

esptool.py

©PXimport

05 Firmware flashen

Download de recentste Homepoint-firmware van GitHub. Op het moment van schrijven was dat versie 0.0.4rc1. Download het bestand homepoint_release.zip en pak het uit. Je ziet diverse bestanden met de extensie .bin. Voor de M5Stack Core heb je het bestand homepoint_m5stack_full.bin nodig.

Sluit je M5Stack Core op je pc aan via een usb-c-kabel. Voer dan de volgende opdracht uit:

esptool.py write_flash -fs 4MB -fm dout 0x0 homepoint_m5stack_full.bin

Als alles goed gaat, krijg je nu te zien dat de firmware naar de ESP32-microcontroller wordt geflasht. Daarna herstart de microcontroller en krijg je op het scherm de naam van een draadloos accesspoint (HomePoint-Config) en een ip-adres te zien.

©PXimport

06 Wifi-configuratie

Verbind met het accesspoint HomePoint-Config, bijvoorbeeld op je smartphone. Bezoek dan in je browser het getoonde ip-adres: http://192.168.99.1. Je krijgt de webpagina voor de initiële configuratie te zien.

Vul eerst het ssid en wachtwoord in van het accesspoint waarmee je je M5Stack Core wilt laten verbinden. Stel ook een gebruikersnaam (standaard admin) en een wachtwoord in om op de webinterface van Homepoint in te loggen. Daarna herstart je de M5Stack Core en krijg je als alles goed is bovenaan het schermpje het nieuwe ip-adres te zien, dat deze keer in het adresbereik van je eigen accesspoint ligt.

07 Ingebouwde webserver

Je configureert Homepoint volledig in één configuratiebestand, dat je via een ingebouwde webserver op de ESP32-microcontroller vanuit je browser kunt bewerken. Open dus het ip-adres dat je op het scherm ziet in je browser. Je krijgt dan links een hoop bestanden te zien. Dat zijn onder andere de icoontjes voor op het scherm, maar ook de css- en html-bestanden van de webinterface.

Selecteer je een bestand, dan krijg je rechts de inhoud te zien. Je kunt het ook vervangen door een ander bestand op je lokale schijf, of door een extra bestand uploaden naar de microcontroller: klik op Bladeren, selecteer je bestand en klik op Upload. Zo zet je dus de interface van Homepoint naar je hand.

©PXimport

08 Minimale configuratie

Tekstbestanden in het geheugen van de ESP32-microcontroller kun je ook in de webinterface bewerken. Dat is handig om de configuratie aan te passen, die zich in het JSON-bestand /config.json bevindt. Een minimale configuratie ziet er als volgt uit:

{"wifi": "SSID","password": "WACHTWOORD","login": "LOGIN","webpass": "WWWACHTWOORD","mqttbroker": "mqtt://IP","mqttusername": "MQTT_GEBRUIKER","mqttpasswd": "MQTT_WACHTWOORD","timezone": "CET-1CEST-2,M3.5.0/02:00:00,M10.5.0/03:00:00",}

Na de wifi-configuratie (die je in stap 6 hebt ingevoerd) zijn de eerste vier elementen en de tijdzone normaal gesproken al ingevuld. Dan blijft alleen de configuratie voor de MQTT-verbinding over waardoor Homepoint met je domoticasysteem kan communiceren. Vul daarom het ip-adres van je MQTT-broker in (zie ook de Basiscursus MQTT), en indien nodig een gebruikersnaam en wachtwoord als je MQTT-broker daarom vraagt. Klik daarna rechts op Save om je wijzigingen van de configuratie op te slaan en links op Reload om de configuratie opnieuw in te lezen. Als je een ongeldige MQTT-configuratie hebt ingevoerd, verschijnt er bovenaan rechts een rode streep door het icoontje van het huisje. Heb je een fout gemaakt in de JSON-syntaxis, dan verschijnt er ook een foutmelding.

©PXimport

09 Sensor weergeven

Je ziet op het schermpje van je M5Stack Core zes vakjes. Elk van die vakjes biedt plaats aan twee sensors of aan één (licht)schakelaar. Laten we beginnen met een vakje te maken met de temperatuur en luchtvochtigheid van een sensor. We geven een voorbeeld van een temperatuur- en luchtvochtigheidssensor die we met rtl_433toMQTT (zie ook de Basiscursus MQTT) uitlezen en waarvan we de metingen naar MQTT-boodschappen omzetten.

In het configuratiebestand voegen we achter de regel met de tijdzone een scène toe voor onze diepvries met twee sensors:

"scenes": [{"name": "Diepvries",

"type": "Sensor",

"devices": [{"name": "Temperatuur",

"type": "singleValue","jsondata": false,"firstIcon": "temperature_small",

"getTopic": "rtl433/Oregon-THGR122N/1/218/temperature_C"},{"name": "Luchtvochtigheid","type": "singleValue",

"jsondata": false,"firstIcon":"humidity_small","getTopic": "rtl433/Oregon-THGR122N/1/218/humidity"}]}]

Let goed op dat je alle haakjes en komma’s correct plaatst. Zorg ook dat de regel met de tijdzone hiervoor echt met een komma eindigt, en dat het hele bestand met een gesloten gekruld haakje } eindigt.

We definiëren hier dus een scène met de naam Diepvries en type Sensor. Daaraan kennen we twee apparaten toe. Het eerste geeft de waarde van een MQTT-boodschap met onderwerp rtl433/Oregon-THGR122N/1/218/temperature_C weer met een temperatuuricoontje en het tweede geeft de waarde van een MQTT-boodschap met onderwerp rtl433/Oregon-THGR122N/1/218/humidity weer met een vochtigheidsicoontje. Klik na je wijzigingen op Save en herlaad de configuratie. Als je dan even wacht tot de sensors weer een waarde hebben uitgestuurd, zie je in het vakje linksboven de temperatuur en vochtigheid in je diepvries verschijnen.

©PXimport

10 JSON-sensor weergeven

Sommige multisensors sturen hun waardes niet elk naar een afzonderlijk MQTT-onderwerp, maar in de vorm van een boodschap met JSON-inhoud. Draai je bijvoorbeeld het programma system_sensors dat data over je Raspberry Pi via MQTT stuurt, dan ziet de inhoud van zo’n boodschap er als volgt uit:

{"temperature": 55.0, "disk_use": 96.2, "memory_use": 47.4, "cpu_usage": 13.6, "swap_usage": 0.0, "power_status": "Everything is working as intended", "last_boot": "2020-08-25T23:26:22+02:00", "last_message": "2020-10-14T15:19:31.571775+02:00", "updates": 0}

Met de volgende configuratie in Homepoint tonen we de temperatuur en het schijfverbruik:

{

"name": "Raspberry Pi","type": "Sensor","devices": [{"name": "Temperatuur","type": "combinedValues","jsondata": true,"firstIcon": "temperature_small","secondIcon": "wattage_small","firstKey": "temperature","secondKey": "disk_use","getTopic": "system-sensors/sensor/pi-red/state"}]}]

Let op: deze code komt ná de vorige scène, dus daar vervang je de blokhaak ] door een komma , en de blokhaak ] op het einde van de tweede scène sluit de lijst met scènes af, waarna het hele bestand weer eindigt met een gesloten gekruld haakje }.

Je ziet dat we in deze scène maar één apparaat definiëren, omdat het van type combinedValues is. Door jsondata op true te zetten, geven we aan dat de eerste getoonde waarde die van de JSON-sleutel temperature is en de tweede die van de sleutel disk_use. Sla dit op en herlaad de configuratie, daarna toont Homepoint na een minuut de temperatuur en het schijfgebruik van je Raspberry Pi in het tweede vakje.

11 Schakelaar toevoegen

Op dezelfde manier kun je ook een schakelaar in een vakje van het Homepoint-scherm tonen. Als je die schakelaar activeert, stuurt Homepoint een boodschap naar je MQTT-broker om een apparaat in te schakelen.

Voeg bijvoorbeeld de volgende scène toe:

{"name": "Badkamer","type": "Light","icon": "door","devices": [{"name": "Badkamerlicht","setTopic": "zwave/Bathroom/Bathroom_light/38/1/0/set","getTopic": "zwave/Bathroom/Bathroom_light/38/1/0","onValue": "99","offValue": "0"}]}]

Let er ook hier weer op dat je de haakjes en komma’s correct plaatst. We voegen hier dus een apparaat met de naam Badkamerlicht aan toe. De waarde van getTopic is het MQTT-onderwerp waarop de lamp zijn status (aan of uit) doorgeeft, terwijl de waarde van setTopic het MQTT-onderwerp is waarmee je de status van de lamp verandert. De waarde van onValue is de waarde voor een ingeschakelde lamp en offValue voor een uitgeschakelde lamp.

12 MQTT-boodschappen

Het voorbeeld van de lamp, werkt ook voor een ander soort schakelaar, zoals het aansturen van een pomp met Homepoint. Alleen verander je dan het type apparaat van Light naar Switch. Het juiste MQTT-onderwerp en de waardes vereisen bij (licht)schakelaars wel iets meer aandacht dan sensors. Want Homepoint werkt voor schakelaars niet met JSON-boodschappen.

Gebruik je bijvoorbeeld Zwave2Mqtt (op onze website vind je een cursus over de configuratie van Zwave2Mqtt, ga dan naar de instellingen van de gateway. Als je bij Payload type de optie Entire Z-Wave value Object hebt gekozen zoals we in die cursus aanraadden, krijg je een maximale hoeveelheid informatie te zien, maar dat is in het JSON-formaat waar Homepoint niet mee overweg kan. Je verandert het payload-type dan het best naar Just value.

Welk onderwerp je nodig hebt om de status van je apparaat uit te lezen en de status te veranderen, kun je het best te weten komen door met een programma zoals MQTT Explorer (zie ook de Basiscursus MQTT) de MQTT-boodschappen die je broker ontvangt te bekijken. Maak je gebruik van Zwave2Mqtt, dan is het onderwerp om een schakelaar te veranderen hetzelfde als het onderwerp dat een statusverandering communiceert, maar dan met /set erachter.

©PXimport

13 Schakelaar in je dashboard

Als je alles correct hebt geconfigureerd, zou het icoontje van je schakelaar nu oranje moeten worden als je zelf je lamp inschakelt en weer wit als je de lamp uitschakelt. Maar Homepoint kun je ook als schakelaar inzetten, namelijk met de drie knoppen onderaan.

Met de middelste knop selecteer je het volgende vakje op het dashboard en met de linkerknop het vorige vakje. Heb je een vakje geselecteerd (de naam wordt dan oranje), dan schakel je de lamp in met een druk op de rechterknop. Het icoontje wordt dan ook oranje omdat de status van je lamp nu aan is. Met nog eens een druk op dezelfde knop schakel je je lamp uit en wordt ook het icoontje weer wit.

©PXimport

14 Meerdere schakelaars in één groep

Homepoint kan ook meerdere (licht)schakelaars in één groep weergeven. Voor de configuratie van de badkamerlamp hebben we namelijk een scène Badkamer gemaakt met toevallig één apparaat erin, maar daar kun je meerdere aan toevoegen. Voeg bijvoorbeeld deze configuratie toe met twee nachtlampjes in je slaapkamer:

{"name": "Slaapkamer","type": "Light","icon": "bedroom","devices": [{"name": "Lamp links","setTopic": "lights/hue/00:15:8d:00:01:94:60:2c-01/set/on","getTopic": "lights/hue/00:15:8d:00:01:94:60:2c-01/get/on","onValue": "true","offValue": "false"},{"name": "Lamp rechts","setTopic": "lights/hue/00:15:8d:00:01:1f:a0:61-01/set/on","getTopic": "lights/hue/00:15:8d:00:01:1f:a0:61-01/get/on","onValue": "true","offValue": "false"}]}]

Als je nu de slaapkamer op het dashboard selecteert en dan een lange druk op de rechterknop geeft, krijg je een nieuw scherm te zien met de twee lampen en een icoontje Back. Je kunt nu de twee lampen individueel aansturen en hun status bekijken. Als je naar Back navigeert en op de rechterknop drukt, keer je terug naar het hoofdscherm. Als je in het hoofdscherm overigens kort op de rechterknop klikt bij een scène, worden alle schakelaars in die groep aan- of uitgeschakeld.

©PXimport

15 En verder

De maker van Homepoint werkt ook aan ondersteuning voor HomeKit, het platform van Apple voor slimme apparaten. Verder ondersteunt Homepoint over-the-air-updates als er nieuwe versies van de firmware uitkomen. Je opent dan gewoon de webinterface van Homepoint op je apparaatje, selecteer het gedownloade firmwarebestand en klikt ernaast op Update firmware.

Ook geïnteresseerd in professionele beveiliging?

Vraag een offerte aan voor inbraakbeveiliging:

▼ Volgende artikel
Baas over bladzijdes: plaats paginanummers waar je wilt
© Anders Beier
Huis

Baas over bladzijdes: plaats paginanummers waar je wilt

Lange documenten in Word voorzie je natuurlijk van paginanummers. Maar wat als je project begint met een voorblad en een inhoudsopgave? Dan wil je de paginanummering misschien pas later laten starten, bijvoorbeeld bij het eerste hoofdstuk. Gelukkig kun je zelf bepalen vanaf welke pagina de nummering begint en hoe die wordt weergegeven.

Stap 1: Sectie-einde

Stel dat je de paginanummering pas op pagina vier wilt laten beginnen. Plaats dan de cursor aan het einde van de tekst op de derde pagina. Ga naar het tabblad Indeling, klik op Eindemarkeringen en kies onder Sectie-einden de optie Volgende pagina. Zo voeg je een sectie-einde toe tussen pagina drie en vier.

Plaats een sectie-einde voor de pagina waar de nummering moet beginnen.

Stap 2: Ontkoppel de sectie

Klik in de kop- of voettekst van pagina vier. Je ziet nu het label Koptekst (Sectie 2) of Voettekst (Sectie 2) verschijnen. Zodra je dit doet, opent automatisch het tabblad Koptekst en voettekst. Klik op Aan vorige koppelen in de groep Navigatie om de kop- en voettekst van deze sectie los te koppelen van de vorige. Zo voorkom je dat de paginanummers ook op de eerste drie pagina’s verschijnen.

Zorg dat de optie 'Aan vorige koppelen' is uitgeschakeld voordat je nummers toevoegt.

Stap 3: Nummering plaatsen

Plaats de cursor opnieuw in de kop- of voettekst van pagina vier waar je de nummering wilt starten. Ga naar Paginanummer, kies waar je het nummer wilt tonen (bovenaan of onderaan) en kies een stijl. Je ziet nu waarschijnlijk dat pagina vier het cijfer 4 krijgt. Dat wil je aanpassen. Klik opnieuw op Paginanummer en kies Opmaak paginanummers. Selecteer hier Beginnen bij en vul het gewenste startnummer in – in dit voorbeeld: 1. Klik op OK. Nu begint de nummering pas op pagina vier, met het cijfer 1.

De eerste drie pagina’s hebben nu geen nummering. Als je die drie pagina’s door middel van Romeinse cijfers wilt nummeren, dan ga je terug naar de allereerste pagina en weer klik je op Paginanummer. Je beslist of de nummering boven- of onderaan de pagina moet komen. In het pop-up venster Opmaakpaginanummers selecteer je bovenaan de Romeinse stijl en in het vak Beginnen bij selecteer je 1.

Vanaf nu krijgt de vierde pagina het nummer 1.

▼ Volgende artikel
Slim en veilig delen: zo voorkom je dat vertrouwelijke bestanden uitlekken
© ID.nl
Huis

Slim en veilig delen: zo voorkom je dat vertrouwelijke bestanden uitlekken

Vroeg of laat moet je bepaalde informatie digitaal delen. Denk aan contracten, medische gegevens of vertrouwelijke rapporten. Dat is vaak ook precies het moment waarop het mis kan gaan. Eén foutieve klik en je bestand belandt in verkeerde handen. Gelukkig zijn er slimme en relatief eenvoudige manieren om het risico te beperken, zonder paranoïde toestanden.

Wat gaan we doen

In deze workshop leer je stap voor stap hoe je gevoelige informatie digitaal kunt delen zonder risico. We laten zien hoe je metadata verwijdert, bestanden versleutelt met 7-Zip en toegang beperkt via OneDrive. Ook ontdek je hoe je e-mails extra beveiligt met Outlook, Gmail of Proton Mail. Zo weet je precies welke methode het beste past bij jouw situatie en houd je vertrouwelijke documenten echt vertrouwelijk.

Lees ook: 20 tips om je online privacy te waarborgen

Om te voorkomen dat vertrouwelijke informatie terechtkomt bij onbevoegden, gebruik je bij voorkeur een combinatie van beveiligingsmaatregelen. Versleutel je bestanden vóór verzending, gebruik wachtwoorden of toegangsrechten en kies voor veilige overdrachtsdiensten in plaats van standaardmail. Beperk daarnaast de toegang tot enkel de juiste personen of groepen. Zo houd je je data echt privé, ook na verzending. 

Metadata verwijderen

Welke versie van Windows je ook gebruikt: als je gevoelige bestanden deelt, is het verstandig om eerst de metadata te wissen. Wanneer je een bestand aanmaakt, slaat het systeem automatisch extra gegevens op, zoals de naam van de auteur, de datum van de laatste wijziging, de computernaam en meer. Deze metadata kunnen onbedoeld gevoelige informatie prijsgeven.

Gelukkig kun je deze metadata in Windows Verkenner eenvoudig verwijderen. Navigeer naar het bestand dat je wilt delen. Klik er met de rechtermuisknop op en kies Eigenschappen. Of gebruik de toetscombinatie Alt+Enter. Ga naar het tabblad Details. Klik onderaan op Eigenschappen en persoonlijke gegevens verwijderen. Hier kun je ook de optie Maak een kopie waarbij alle mogelijke eigenschappen zijn verwijderd selecteren. Bevestig met OK. Hierdoor ontvang je een kopie van het bestand zonder de metadata.

Je kunt ook selectief de metadata selecteren die je wilt verwijderen.

➡️7-Zip

Installeren

Ben je van plan om een bestand via internet te versturen? Dan is versleuteling een slimme zet. Door een bestand te versleutelen, voorkom je dat onbevoegden toegang krijgen tot de inhoud, zelfs als ze dat per ongeluk in handen krijgen. Hoewel Windows 11 zelf versleutelingsopties biedt, zijn die alleen bedoeld voor lokale opslag en dus niet geschikt voor bestanden die je wilt delen. Gebruik daarom een externe tool zoals 7-Zip, een gratis, opensource-programma dat uitstekend werkt voor veilige compressie én encryptie.

7-Zip installeer je via de Opdrachtprompt: Open het Startmenu en zoek naar Opdrachtprompt. Klik met de rechtermuisknop op het resultaat en kies Als administrator uitvoeren. Typ de volgende opdracht en druk op Enter: winget install --id 7zip.7zip.

De tool wordt automatisch gedownload en geïnstalleerd. Zodra 7-Zip klaarstaat, kun je je bestand inpakken in een met een wachtwoord beveiligd archief (7z of zip) met sterke AES-256-encryptie. Op die manier kun je het bestand veilig versturen, bijvoorbeeld via e-mail of een cloudservice, mits je het wachtwoord apart en veilig deelt.

Installeer 7-Zip via de Opdrachtprompt.

Versleutelen

Om 7-Zip te starten, zoek je via Startmenu naar 7-Zip File Manager. Open de app en navigeer naar het bestand dat je wilt beveiligen. Selecteer dat en klik op de groene knop Toevoegen. Onderaan, in het gedeelte Versleuteling, vul je een wachtwoord in om het bestand te beveiligen. Typ het wachtwoord twee keer ter bevestiging.

Je kunt ervoor kiezen om het wachtwoord zichtbaar te maken, zodat je zeker weet dat je geen typfouten maakt. Daarnaast kun je ook de bestandsnaam versleutelen. Dat zorgt ervoor dat zelfs de naam van het bestand niet meer herkenbaar is, wat de inhoud extra goed afschermt voor nieuwsgierige ogen. Het resultaat is een versleuteld archiefbestand - een soort digitale container - dat alleen geopend kan worden met het ingestelde wachtwoord.

Standaard blijft het originele, niet-versleutelde bestand behouden. Wil je dat automatisch laten verwijderen? Vink dan in het venster Toevoegen aan archief de optie Bestanden na inpakken verwijderen aan. Zo blijft enkel de beveiligde versie over.

Voer een wachtwoord in om de container te beveiligen.

Uitpakken

Op het eerste gezicht lijkt het misschien alsof het bestand niet aan een programma is gekoppeld, maar 7-Zip herkent het formaat en pakt het zonder problemen uit. Houd er rekening mee dat de ontvanger ook over 7-Zip moet beschikken om het versleutelde archief te openen.

Deze opent het bestand in 7-Zip, selecteert het en klikt op de knop Uitpakken. Daarna vraagt 7-Zip waar het uitgepakte bestand moet worden opgeslagen en voert de ontvanger het juiste wachtwoord in. Stuur het wachtwoord nooit samen met het bestand. Verstuur het wachtwoord via sms, telefoon of een ander chatplatform.

Geef aan waar de container wordt uitgepakt en voer het wachtwoord in.

Versleutelen en splitsen

Wil je nog een extra beveiligingslaag toevoegen? Dan kun je het bestand niet alleen versleutelen met 7-Zip, maar ook opsplitsen in meerdere delen. Vervolgens kun je elk deel apart versturen, eventueel zelfs op verschillende momenten of via verschillende kanalen.

Open opnieuw 7-Zip en voeg het bestand toe dat je op deze manier wilt beveiligen. Stel een encryptiewachtwoord in en bevestig dat. In het veld Opsplitsen in volumes, bytes kies je de gewenste bestandsgrootte per deel. Dit is vooral handig voor grote bestanden. Stel dat het originele bestand 40 MB groot is. Als je 10 MB opgeeft, maakt 7-Zip er automatisch vier gelabelde delen van.

Voor maximale veiligheid kun je elk deel via een andere dienst of e-mailaccount verzenden. De ontvanger selecteert alle delen in 7-Zip (houd hiervoor de Ctrl-toets ingedrukt tijdens het aanklikken) en kiest daarna Uitpakken. Zodra het juiste wachtwoord wordt ingevoerd, worden de delen automatisch samengevoegd en ontsleuteld.

Op deze manier wordt het bestand opgesplitst in pakketten van maximaal 10 MB.

➡️OneDrive

Machtigingen

Met OneDrive stel je eenvoudig machtigingenin waarmee je bepaalt wie er toegang krijgt tot het bestand dat je eerder met 7-Zip hebt versleuteld. Het delen kun je op elk moment weer stopzetten. Open OneDrive via verkenner en navigeer naar de map waarin de versleutelde container staat. Klik met de rechtermuisknop op het bestand en kies voor Delen.

In het pop-upvenster voer je het e-mailadres in van de persoon met wie je het bestand wilt delen. Je kunt ook meerdere e-mailadressen of een mailgroep invoeren. Klik vervolgens op het potloodicoon om aan te geven of de ontvanger het bestand mag Bewerken of Alleen mag bekijken. Ben je klaar? Klik dan op Verzenden. De ontvanger krijgt een e-mail met een link om het bestand te downloaden.

Mag de ontvanger het bestand alleen lezen of mag hij het ook wijzigen?

➡️Outlook

E-mailversleuteling

Heb je een Microsoft 365-abonnement? Dan kun je gebruikmaken van de ingebouwde versleutelfunctie in Outlook om je e-mails en bijlagen extra te beveiligen.

Open de Outlook-app en klik op Nieuwe e-mail om een nieuw bericht op te stellen.Ga eventueel naar het tabblad Invoegen en kies Bestand bijvoegen.Selecteer via Op deze computer zoeken het gewenste bestand en klik op Openen.

Daarnaga je naar het tabblad Opties bovenaan het Lint.Klik op de knop Versleutelen. Je kunt hier ook kiezen uit verschillende beveiligingsniveaus.Maak je bericht af zoals gewoonlijk en klik op Verzenden.De e-mail wordt nu automatisch versleuteld verstuurd. De inhoud is onderweg beschermd en kan alleen worden geopend door de bedoelde ontvanger.

Gebruik de knop Versleutelen in het tabblad Opties.

Beveiligingsopties

Onder de knop Versleuteling zie je drie opties als je een Microsoft 365 Family- of Personal-abonnement gebruikt. De eerste optie is Niet doorsturen. Hierdoor blijft je bericht versleuteld binnen Microsoft 365 en kan de ontvanger het niet kopiëren of naar anderen doorsturen. Kies je Versleutelen, dan kunnen ontvangers met een Outlook.com- of Microsoft 365-account de bijlagen downloaden vanuit Outlook.com of de mobiele Outlook-app.

Wie een andere e-mailclient gebruikt, zoals Gmail, Thunderbird of Apple Mail, ontvangt een bericht dat er een Microsoft Office 365-versleutelde e-mail op hem wacht. Als de ontvanger op de link Bericht lezen klikt, dan schakelt hij naar het Microsoft 365 Portal voor berichtversleuteling en daar moet hij zich aanmelden met een eenmalige wachtwoordcode. Die code ontvangt hij in zijn e-mailclient en daarmee kan hij dan het bericht op de portal openen.

De derde optie is Geen machtiging ingesteld en daarmee verwijder je eerdere machtigingen. De versleutelfunctie in Outlook is ideaal voor wie snel en zonder technische omwegen gevoelige informatie wil delen binnen een professionele context. Je hoeft geen extra tools te installeren.

Gebruikt de ontvanger geen Outlook, dan wordt hij verwezen naar de Microsoft 365 Portal.

➡️Gmail

Vertrouwelijke modus

De extra beveiliging in Gmail heet Vertrouwelijke modus. Hiermee versleutel je je berichten, zodat alleen de bedoelde ontvanger ze kan lezen, zelfs als iemand anders toegang krijgt tot diens mailbox. Klik op Opstellen om een nieuw bericht te maken. Vul het e-mailadres van de ontvanger in, kies een onderwerp en typ je bericht. Voor je op Verzenden klikt, activeer je de extra beveiliging. Onderaan het berichtvenster zie je een aantal grijze knoppen. Helemaal rechts staat een pictogram van een slot met een wijzerplaat. Klik daarop om de Vertrouwelijke modus in te schakelen.


Gebruik je de mobiele app? Tik dan op de drie puntjes rechtsboven en kies daar het slotje. Ontvangers kunnen deze mail vervolgens niet doorsturen, kopiëren, afdrukken of downloaden. Er verschijnt ook een pop-upvenster waarin je de vervaltijd van het bericht instelt. Je kunt kiezen uit: 1 dag, 1 week, 1 maand, 3 maanden of 5 jaar. Na afloop van de gekozen periode verdwijnt het bericht automatisch uit de postbus.

Terwijl je de vervaltijd instelt, zie je ook de exacte einddatum.

Sms-beveiliging

In hetzelfde pop-upvenster kun je een extra beveiligingslaag toevoegen via de optie Toegangscode vereisen. Vink hier de optie Sms-toegangscode aan. De ontvanger kan het bericht dan pas lezen nadat hij of zij een code invoert die via sms op de mobiele telefoon wordt bezorgd. Hiermee voeg je een tweede beveiligingsfactor toe, wat het voor een indringer vrijwel onmogelijk maakt om toegang te krijgen. Die moet immers niet alleen de mailbox, maar ook de sms-berichten van de ontvanger onderscheppen. Dat is een bijzonder lastige combinatie.

Klik op Opslaan en vervolgens op Verzenden. Op dit moment kun je eventueel nog de vervaltijd van het bericht aanpassen. Dan verschijnt er nu een tweede pop-upvenster waarin je het telefoonnummer van de ontvanger moet invoeren. Klik opnieuw op Verzenden. De ontvanger krijgt vervolgens een e-mail met daarin een knop om het vertrouwelijke bericht in de browser te openen. Is sms-verificatie ingeschakeld? Dan ziet de ontvanger ter bevestiging de laatste twee cijfers van zijn of haar gsm-nummer. Na een klik op Send passcode wordt de toegangscode per sms verstuurd.

Voer het gsm-nummer in van de ontvanger.

Lees ook: 20 (écht) onmisbare tips voor Gmail

Documenten ondertekenen op je iPhone? Zo maak je een handtekening aan

View post on TikTok

➡️Proton Mail

Zwitserse veiligheid

De grote mailproviders maken er geen geheim van dat ze het e-mailverkeer scannen. Volgens eigen zeggen doen ze dat om hun dienstverlening te verbeteren. Daarbij richten ze zich vooral op de metadata van berichten: wie met wie communiceert, wanneer en hoe vaak. Ben je op je privacy gesteld, dan geeft dit idee een onbehaaglijk gevoel, zeker wanneer het om vertrouwelijke informatie gaat.

In dat geval kun je overstappen naar een ultraveilige aanbieder zoals Proton Mail (https://proton.me), een dienst die privacy centraal stelt. De servers staan in Zwitserland, waardoor de dienst onderworpen is aan een van de strengste privacywetgevingen ter wereld. Proton Mail werkt standaard met end-to-end-encryptie. Bij gewone e-mails is de verbinding tussen jou en de server meestal wel versleuteld met TLS (Transport Layer Security), maar de e-mail zelf wordt op de server in leesbare vorm opgeslagen.

End-to-end-encryptie (E2EE) bij e-mail betekent dat alleen de afzender en de beoogde ontvanger de inhoud van het bericht kunnen lezen. Zelfs de e-maildienst zelf kan niet zien wat er in de e-mail staat, omdat de versleuteling pas wordt verwijderd op het toestel van de ontvanger.

De gratis versie, Proton Free, biedt dezelfde sterke beveiliging als de betaalde formules, maar met enkele beperkingen. Je beschikt over één e-mailadres en 1 GB e-mailopslag. Daar staat tegenover dat je volledig reclamevrij werkt, niet gevolgd wordt en je berichten niet worden geanalyseerd of gelogd. Wie meer nodig heeft, kan upgraden naar een betaald abonnement, zoals Mail Plus (3,99 euro per maand bij jaarlijkse betaling).

Bij Proton Mail geniet je van end-to-end-versleuteling, wachtwoordbeveiliging en automatische verwijdering.


Zeg je Zwitsers en handig, dan zeg je …

Zakmessen!