ID.nl logo
Wielerkleding: wat draag je bij welke temperatuur?
© Paloma Ayala
Mobiliteit

Wielerkleding: wat draag je bij welke temperatuur?

Weer of geen weer: wielrennen of mountainbiken kan bijna altijd … maar het kan lastig zijn om te bepalen welke kleding je aan moet doen. Is het zo koud dat je een extra thermolaag, dikke handschoenen en overschoenen nodig hebt? Of is het toch warmer dan je dacht? We geven richtlijnen op basis van de temperatuur wat je het best aantrekt.

In het kort. Wat draag je bij welke temperatuur?

  • 20+ graden: korte broek, korte mouwen
  • 15-20 graden: armstukken
  • 10-15 graden: beenstukken
  • 0-10 graden: lange broek, thermolaag
  • Onder nul: goed nadenken

Niet wielrennen, maar er in de winter lekker met je e-bike op uit? Lees dan ook: Zo haal je ook 's winters genoeg bereik uit je fietsaccu

De temperaturen in dit artikel moeten voornamelijk gezien worden als gevoelstemperaturen. Vooral in het onstuimige weer van de herfst en winter kan het zijn dat de gemeten temperaturen niet overeenkomen met hoe je de kou ervaart. Een stevige bries haalt zo een paar graden van de gevoelstemperatuur af en een flinke regenbui doet dat ook, helemaal als je kleding daarna nog langere tijd nat blijft. Staar je dus niet blind op de getallen op de thermometer, maar kijk ook naar het weer zelf. 

Ook niet onbelangrijk: de inspanning die je gaat leveren. Als je alleen een uurtje gaat beuken door het bos, kun je het met minder kleding af dan wanneer je een urenlange duurtraining op lage intensiteit afwerkt.

We bouwen dit artikel op van warm naar koud, van minder naar meer laagjes. Met de huidige kou kun je dus ook gelijk een stukje naar onderen scrollen.

20+ graden: korte broek, korte mouwen

Zo’n twintig graden is ongeveer het kantelpunt: bij alles daarboven hoef je je geen zorgen te maken dat je het onderweg koud gaat krijgen. Ben je iemand die het snel koud krijgt? Dan kun je kiezen voor een ondershirtje, maar dat is vooral een persoonlijke kwestie.

15-20 graden: armstukken

Als de temperatuur onder de twintig graden daalt, begin je meer lichaamswarmte te verliezen aan je omgeving en dat ga je vrij snel merken. Dat ondershirtje van hierboven is nu echt geen overbodige luxe meer en ook armstukken komen ook goed van pas. Het grote voordeel van armstukken is dat je ze makkelijk weer kunt uittrekken als de zon ineens weer doorbreekt.

©Andriy Tymoshchuk

10-15 graden: beenstukken

Wat eerder nog voor je armen gold, geldt nu voor je benen. Je kunt kiezen voor een lange broek, maar als het opeens een stuk warmer wordt, kan dat wat vervelend gaan zitten. Beenstukken zijn daarom een fijn alternatief: je trekt ze zo uit en stopt ze gewoon in je achterzak. Voor je bovenlichaam kun je het beste kiezen voor een shirt met lange mouwen, plus een extra (thermo)shirtje eronder. Een windjack kan ook uitkomst bieden als het wat harder waait. 

De mythe van kou en verkoudheid "Doe een jas aan, anders vat je kou!" Menig (groot)ouder heeft je dat ongetwijfeld vaak genoeg toegeschreeuwd. Had je toen maar geweten dat daar helemaal niets van waar is. Verkoudheid wordt veroorzaakt door een virus en het heeft niks te maken met de buitentemperatuur.  Dat betekent niet dat er niet ergens een kern van waarheid in zit. Langdurig buiten zijn zonder voldoende kleding is slecht voor je immuunsysteem en dat kan wel weer in de hand werken dat je sneller ziek wordt - maar dan wel van een virus, en niet van de kou zelf.

0-10 graden: lange broek, thermolaag

Onder de tien graden hoef je er niet al te moeilijk meer over te doen: die beenstukken ga je toch niet meer uittrekken, dus haal die lange broek maar uit de kast, eventueel zelfs met een legging eronder. Vooral als de temperatuur richting het vriespunt gaat, verlies je snel warmte, dus is het zaak om zoveel mogelijk huid te bedekken.

Draag handschoenen met dichte vingers, wikkel een sjaaltje om je nek voor je je helm op zet en doe er een dunne muts of bandana onder. Je bovenlichaam redt het met twee laagjes eigenlijk niet meer: kies eerder voor een fietsshirt met lange mouwen, een thermo-shirt en een extra bodywarmer.

Onder nul: goed nadenken

Volmondig aanraden om bij temperaturen onder het vriespunt op de racefiets te gaan zitten, dat doen we niet. Waag je het er toch op? Trek dan nog een extra laag aan, zowel voor je bovenlichaam als onderlichaam. Dikke handschoenen helpen ook. Overschoenen zijn ook een must, want koude pijnlijke tenen zijn zeer oncomfortabel. En er is niemand die het je kwalijk neemt als je even een paar weken op de hometrainer gaat zitten, tot de lente weer in aantocht is.

©Tricky Shark

Fietsen met lagere temperaturen kan juist heerlijk zijn, vooral met een zonnetje en weinig wind. Maar het is wel belangrijk dat je je er goed op kleedt: hoe kouder het is, des te sneller je lichaamswarmte verliest, en dat gaat ten koste van je prestaties én je gezondheid.

Begin onder de twintig graden te denken aan onderkleding en arm- en beenstukken. Trek steeds meer lagen aan naarmate het frisser wordt. Verkouden ga je er niet van worden, maar op de lange termijn is het een stuk beter voor je lichaam en je prestaties. Dan kun je met een gerust hart op je fiets springen, ook in de winter.

Nieuwe outfit voor op de fiets?

Voor elk seizoen de beste kleding
▼ Volgende artikel
Zo gebruik je Google Maps voor live inzicht in files
© PixieMe - stock.adobe.com
Huis

Zo gebruik je Google Maps voor live inzicht in files

Wie regelmatig reist of naar zijn werk pendelt, vertrouwt waarschijnlijk op Google Maps. Niet voor niets hebben veel mensen het navigatiesysteem van hun auto verruild voor deze gratis app. De app beschikt over een set tools om je trip vlot te laten verlopen. Zo kun je bijvoorbeeld heel eenvoudig de verkeersdrukte volgen.

In dit korte artikel laten we zien hoe je de verkeerslaag in Google Maps gebruikt:

  • Stel je route in en schakel de verkeerslaag in via het lagenmenu
  • Bekijk de actuele verkeersdrukte aan de hand van kleuren op de kaart
  • Ontvang meldingen over verkeersdrukte bij opgeslagen locaties

Ook interessant om te lezen: Dit zijn de 4 beste alternatieven voor Google Maps

De laag Verkeer

Open Google Maps op je smartphone en geef het vertrekpunt en de bestemming in. Daarna tik je onderaan op Route. Boven de kaart kies je de manier hoe je je verplaatst: auto, tram, metro, te voet of per fiets. Onderaan de kaart lees je alvast de afstand en de reistijd. Tik daarna op het pictogram Lagen in de rechterbovenhoek van het scherm. In de groep Kaartgegevens selecteer je Verkeer. Hierdoor wordt de verkeerslaag over de Google Maps-kaart gelegd. Verlaat het gedeelte Lagen door op het kruisje in de rechterbovenhoek te tikken.

Op de kaart worden de wegen ingekleurd op basis van de actuele verkeersdichtheid. Groen betekent dat je op een normaal tempo kunt rijden. Oranje staat voor langzaam rijdend verkeer en rood betekent dat het verkeer stilstaat. Niet tevreden met de route die Google Maps heeft geselecteerd? Bekijk dan alle alternatieve routes die als grijze lijnen op het scherm worden weergegeven. Tik op een van de opties om een ​​alternatieve route te selecteren.

De verkeersdrukte wordt met kleuren weergegeven.

Google Maps in de auto gebruiken?

Dan is een telefoonhouder een must

Live verkeer

Op de computer open je de webbrowser en surf je naar Google Maps. Weer zoek je de bestemming, zodat Maps de route tevoorschijn kan halen. Daarna beweeg je de muisaanwijzer over het pictogram Lagen linksonder. Klik op de laag met het label Verkeer. Opnieuw zal Google de wegen inkleuren volgens verkeersdrukte. Je kunt de weergave Live verkeer in- en uitschakelen door op de schakelaar in het onderste deel van het scherm te klikken.

Op de computer kun je de weergave Live verkeer in- en uitschakelen.

Meldingen ontvangen

Het is mogelijk om van Google Maps meldingen te ontvangen wanneer er drukte ontstaat in de buurt van een locatie die je in Maps hebt opgeslagen. Hiervoor tik je rechtsboven op het pictogram van je Google-account. Daarna kies je Instellingen en dan Meldingen. Op de iPhone controleer je of het schuifje bij Plaatsen en evenementen aanstaat. Op een Android-apparaat tik je bij Navigeren / Verkeer bij nabije evenementen op Aan of Alleen in de app.

Wil je verkeersupdates ontvangen over plaatsen die je hebt opgeslagen?

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Een op drie gemeenten staat opladen elektrische auto over stoep toe
© alpegor - stock.adobe.com
Mobiliteit

Een op drie gemeenten staat opladen elektrische auto over stoep toe

In Nederland is elektrisch rijden het voordeligst als je je auto thuis kunt opladen met eigen stroom, bijvoorbeeld van zonnepanelen. Maar dan moet je wel een eigen oprit hebben of van de gemeente toestemming krijgen om een laadkabel over de stoep te leggen. Uit onderzoek van energiebedrijf Zonneplan blijkt dat slechts een op de drie gemeenten dit toestaat.

Je auto voor de deur opladen met je eigen stekker kan op verschillende manieren: met een kabelmat, speciale kabelgoottegels of een laadarm die over de stoep hangt. De laatstgenoemde optie wordt alleen toegestaan in Haarlem en Zuidplas. Kabelgoottegels, waarbij de laadkabel verzonken ligt in de stoep, zijn het populairst - een kwart van de gemeenten experimenteert hiermee of heeft dit in het verleden gedaan. Het gebruik van een kabelmat is de meest toegankelijke oplossing, wat in 27 gemeenten (8 procent) is toegestaan.

Bron: Zonneplan

Vooral in de Randstad, Zeeland en Noord-Brabant zijn gemeenten flexibeler wat betreft het opladen over de stoep. In Drenthe, Groningen en Limburg is dit vrijwel nergens toegestaan, al hebben woningen daar vaker een eigen oprit.

Momenteel beschikt één op de twaalf Nederlandse huishoudens (8 procent) over een eigen laadpaal. Dit percentage is het hoogst in de gemeente Laren, waar bijna een derde van de huizen een laadvoorziening heeft. Ook in Rozendaal, Blaricum, Bloemendaal, Bergen en Oostzaan ligt dit percentage boven de 20 procent. Financiële middelen lijken een grotere rol te spelen bij het aanschaffen van een elektrische auto dan de fysieke ruimte voor een laadpaal.

"Het voordeel van thuis kunnen opladen ten opzichte van de openbare laadpaal is aanzienlijk," licht Zonneplan toe. Bij een gemiddeld jaarkilometrage van 18.200 kilometer en een verbruik van 187 Wattuur per kilometer betaal je aan een openbare laadpaal ongeveer 1530 euro per jaar, uitgaande van een gemiddeld tarief van 45 cent per kWh.

Thuisladen is merkbaar voordeliger. Met een vast of variabel contract komt het gemiddelde tarief momenteel op 28 cent per kWh, wat neerkomt op 952 euro per jaar. EV-rijders met een dynamisch contract betaalden bij Zonneplan de afgelopen twaalf maanden gemiddeld 22 cent per kWh, wat resulteert in een jaarlijkse kostenpost van 748 euro. Bovendien hebben veel thuisladende elektrische rijders zonnepanelen, waardoor ze een groot deel van het jaar gratis kunnen laden.

Kosten

De mogelijkheden voor het opladen van een elektrische auto via de stoep zijn afhankelijk van het beleid van de gemeente waarin je woont. De kosten voor thuisladen variëren tussen de 748 en 952 euro per jaar, afhankelijk van je energiecontract, terwijl opladen aan een openbare laadpaal gemiddeld 1530 euro per jaar kost.

Vraag een offerte aan voor thuisbatterij: