ID.nl logo
3 tips om veilig te fietsen in het donker
Mobiliteit

3 tips om veilig te fietsen in het donker

Tijdens de donkerste maanden van het jaar heb je ’s ochtends vroeg, aan het einde van de middag en ’s avonds deugdelijke fietsverlichting nodig. Natuurlijk hebben de meeste fietsen al een voor- en achterlicht, maar je kunt nog veel meer doen om je zichtbaarheid te verbeteren. We geven drie tips. Fiets voortaan in het donker veiliger dan ooit!

Als fietser dien je in het donker voor overige verkeersdeelnemers goed zichtbaar te zijn. Naast reguliere fietsverlichting bestaan er hiervoor allerlei slimme oplossingen. In dit artikel vertellen we je:

  • Waarom een goede zichtbaarheid in het donker zeer belangrijk is.
  • Hoe je als fietser de zichtbaarheid in het donker kunt verbeteren.
  • Welke slimme verlichtingsproducten er momenteel verkrijgbaar zijn.
  • Misschien is het artikel Dit zijn de nieuwste snufjes van fietshelmen ook interessant voor jou.

Veilig Verkeer Nederland publiceerde in 2021 de uitkomsten van een onderzoek over fietsverlichting. Van de duizend respondenten kreeg vijf procent ooit een fietsongeluk in het donker, terwijl vijftien procent weleens bijna werd aangereden. Vanzelfsprekend speelt de zichtbaarheid van de fietser hierbij een cruciale rol. Helaas hebben met name veel jongeren en jongvolwassenen hun fietsverlichting niet op orde.

De redenen voor fietsen zonder licht lopen uiteen. Zo raakt de standaardfietsverlichting van een stads- of bakfiets in de praktijk vaak snel defect. Of het is lastig om het batterijtje te verwisselen. Gelukkig is er volop vervangbare fietsverlichting verkrijgbaar. Eenvoudige fietslampjes zijn bij de plaatselijke prijsvechter bijvoorbeeld snel gekocht. Helaas gaan dergelijke goedkope ledproducten geregeld vroegtijdig stuk. Kies daarom liever voor een permanentere oplossing om je zichtbaarheid in het donker te verbeteren.

Vorig jaar bracht de overheid met de campagne AAN in het donker de verkeersveiligheid van fietsers onder de aandacht.

Fiets je in het donker? Denk dan hieraan:

  • Gele of witte fietslamp voor.
  • Rode fietslamp achter.
  • Lampen mogen niet knipperen.
  • Draag losse lampjes bij voorkeur op je borst of rug.
  • Rode reflector achter.
  • Gele of witte reflectoren op de banden.
  • Gele reflectoren aan de voor- en achterzijde van beide trappers.
  • Vermijd donkere kleding en gebruik bij voorkeur iets reflecterends in een opvallende kleur, zoals een veiligheidsvest.

Tip 1: Gebruik slimme fietsverlichting

Reguliere fietsverlichting schakel je handmatig in. Veel mensen doen dat te laat, want bij schemering dien je al voor- en achterlicht te gebruiken. Doe daarom bij voorkeur een beroep op slimme fietsverlichting. Die hebben een lichtsensor, waarna de lampen bij schemering en in het donker automatisch aanspringen. Zo kun je dat niet vergeten. Uiteraard dien je wel zelf te controleren of het daadwerkelijk werkt.

 

Veel nieuwe fietsen en e-bikes hebben al automatische fietsverlichting. Is dat bij jouw tweewieler niet het geval, dan monteer je geschikte lampen achteraf op de fiets. Bekende merken als Axa en Sigma ontwikkelen bijvoorbeeld volop geschikte producten. Je kunt een los voor- en achterlicht kopen, maar er bestaan ook sets met twee lampen. Verder bieden de betere achterlichten remlicht via een bewegingssensor. Hierdoor kunnen overige verkeersdeelnemers jouw fietsgedrag beter inschatten. Let verder op de energievoorziening (oplaadbare accu of batterijen) en lichtsterkte van de koplamp. Overigens zijn de beste fietslampen voorzien van het RAI Keurmerk Fietsverlichting (RKF).

De Sigma Aura 100 + Blaze Link zijn onderling draadloos verbonden en gebruiken een lichtsensor.

Doen Stal je de (elektrische) fiets op een openbare plek? Vergeet dan niet om gemakkelijk verwijderbare verlichting mee te nemen. Fietsonderdelen zijn helaas gevoelig voor diefstal. Lees ook: Zo bescherm je de e-bike optimaal tegen diefstal.

Garmin Varia Garmin gaat op het gebied van intelligente fietsverlichting nog een stapje verder. Zo voorziet de fabrikant binnen zijn Varia-lijn achterlichten van een radar. Ontvang tijdens het fietsen een waarschuwing zodra er voertuigen van achteren naderen. Dat werkt via een gekoppelde smartphone of Garmin Edge-fietscomputer. Met name elektrische auto’s en scooters hoor je tenslotte niet altijd aankomen. De uitgebreidste modellen hebben zelfs een geïntegreerde camera. Vind er onverhoopt een incident plaats, dan bekijk je hiervan een opname terug in de Garmin Varia-app op een smartphone.

Tip 2: Draag een fietshelm met verlichting

Het dragen van een helm tijdens fietstochten is een verstandige keuze. Vang twee vliegen in één klap en overweeg een exemplaar met geïntegreerde fietsverlichting. Aan de hand van een rode lamp op de achterkant van het hoofddeksel ben je in het donker goed zichtbaar. Daarnaast bestaan er ook modellen met aan de voorzijde verlichting. De uitgebreidste types bevatten remlicht via een bewegingssensor. Tot slot ontwikkelt de fabrikant Livall zelfs fietshelmen met richtingaanwijzers. Gebruik hierbij een bedieningspaneel op het stuur. De bekende merken ABUS, AGU en Specialized fabriceren uiteenlopende fietshelmen met een ingebouwde ledlamp.

Wees met het rode achterlicht en de richtingaanwijzers van deze Livall-helm extra goed zichtbaar.

Advies Koop altijd een fietshelm die voldoet aan het Europese EN 1078-keurmerk. Voor kinderen geldt het keurmerk EN 1080. Lees ook: Een goede fietshelm vind je zó.

Tip 3: Overweeg richtingaanwijzers voor de fiets

Sla je af naar links of rechts, dan steek je als fietser altijd je hand uit. Helaas is een uitgestoken hand voor overige verkeersdeelnemers in het donker niet altijd duidelijk te zien. Verhoog met speciale richtingaanwijzers voor de fiets de rijveiligheid. Dit hulpmiddel is ook nuttig voor mensen die liever twee handen aan het stuur houden. Er zijn verschillende richtingaanwijzers voor de fiets te koop. Veel modellen bestaan uit handvaten waarin een oranje lampje is verwerkt. Met een knopje geef je vervolgens richting aan. In diverse webwinkels zijn er ook andere richtingaanwijzersets verkrijgbaar. Monteer de richtinglampjes bijvoorbeeld onder het zadel of op de voorvork.

Bevestig de CKB Signal Pod V2 onder het zadel en geef met het bedieningspaneel op het stuur richting aan.

Om aan te denken Gebruik je een richtingaanwijzerset voor onder het zadel? Houd er dan rekening mee dat je jas of rugtas niet over het zadel valt, want anders zien overige verkeersdeelnemers de richtingaanwijzers niet. Lees ook: Tips voor veiligheid onderweg op een e-bike.

Nog meer veiligheidstips  

Natuurlijk kun je nog meer doen om de fietsveiligheid in het donker te verbeteren. Zo ligt de aanwezigheid van meerdere reflectoren op de fiets voor de hand. Gebruik bij voorkeur banden met witte en trappers met gele reflectoren. Verder hebben de meeste stadsfietsen een rode reflector op de achterzijde. Overweeg daarnaast het dragen van reflecterende kleding. Als laatste is het slim om altijd reservelampjes mee te nemen. In geval van een lege batterij of accu is vervangbare verlichting namelijk wel zo veilig.

"Helemaal goed opvallen? Doe dan lichtgekleurde kleding of een reflecterend hesje aan!"

- Peter, bezoeker van ID.nl

Tip Stop reservelampjes voor de zekerheid in je werk- of schooltas. Zo kun je ze nooit vergeten en wie weet komen ze onderweg eens van pas.

Watch on YouTube

Nog meer video's over e-bikes bekijken? Klik hier voor onze e-bike collectie.

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!