ID.nl logo
Mandala’s tekenen met iOrnament-app voor iOS en iPad
© PXimport
Huis

Mandala’s tekenen met iOrnament-app voor iOS en iPad

Voor iOS en iPadOS zijn veel creatieve apps van hoge kwaliteit te vinden, waaronder bijvoorbeeld iOrnament. Daarmee teken je mandala’s. Hoeft niks zweverigs aan te zijn trouwens, want het levert vooral mooie, op verschillende punten gespiegelde lijntekeningen op. Voor iedereen geschikt dus, en je kunt er een hoop plezier aan beleven.

Mandala’s zijn repeterende figuren, veelal gespiegeld op diverse punten. De échte artiest maakt ze op papier, wat natuurlijk het nodige denkwerk vereist om alles mooi uit te laten komen. Wil je je meer op het uiterlijk concentreren en minder bezighouden met de wiskundige planning, dan is de app iOrnament – die wat ons betreft ‘t best tot uiting komt op het grotere schermoppervlak van een iPad. Deze app neemt het rekenkundige spiegelwerk volautomatisch voor z’n rekening.

Jij hoeft alleen nog maar een fragment van de tekening te maken, de rest wordt automatisch berekend. Dat leidt al heel snel tot zeer complexe figuren. Waarbij het zaak is om vooral beheersing te tonen. Té ingewikkeld levert vaak een moeilijk verteerbaar en veel te complex eindresultaat op. 

Verder geldt dat precies tekenen vooral met een Apple Pencil lekker gaat. Maar onderschat zeker je vinger als penceel niet, om te beginnen is daarmee ook genoeg mogelijk. Zeker ook omdat zoomen tot de mogelijkheden behoort.

Kies de basis

Start de app en kies als eerste het ‘spiegelraster’, dat bepaalt waar precies spiegelingen plaats gaan vinden. Gebruik daarvoor de vierde knop van boven, in de knoppenbalk rechts. Kies uit diverse opties, welke is allesbepalend voor het uiterlijk. 

Experimenteer vooral met deze opties, het maakt de mogelijke variaties nagenoeg eindeloos. Kies vervolgens een kwast of pensoort en stel de eigenschappen daarvan naar wens in, daarvoor gebruik je vanzelfsprekend de knop met het kwastsymbool. Kies tot slot een tekenkleur, door op de paletknop helemaal bovenaan te tikken. 

Los van de ‘reguliere’ verfsoorten zijn daar ook metallic kleuren beschikbaar (althans in de Pro-versie, die je desgewenst voor een in-app upgrade kunt regelen). Tik op het naar beneden gerichte driehoekje in ’t kleurenpaneel en je kunt ook kleurverlopen instellen, als je daar behoefte aan hebt. Kortom: een flinke hoeveelheid flexibele mogelijkheden om iets unieks in elkaar te zetten.

©PXimport

Achtergrondkleur en toverstaf

Via de knop achtergrond (vijfde knop van boven) stel je de achtergrondkleur van je virtuele tekenpapier in. Standaard is dat zwart, maar met name als je je creatie uiteindelijk wilt afdrukken is wit wellicht beter. Dat is de kleur van een standaard A4’tje en de basis van menig kunstwerk. Extra voordeel: wit als achtergrond scheelt weer zwarte inkt, iets wat je zeker in het achterhoofd moet houden als veel achtergrond zichtbaar is. 

Vervolgens kun je aan het tekenen slaan. Afhankelijk waar je je vinger zet en begint met tekenen wordt er vervolgens live gespiegeld. Het is even goed opletten, maar je ‘voelt’ al snel wat er gaande is. En al doende maak je al heel snel alleraardigste figuren!

Is je tekening klaar, dan is de knop met de toverstaf ook een aardig hulpmiddel. Hiermee kun je razendsnel diverse effecten loslaten op je creatie. Zoals bijvoorbeeld glinsteringen, verzilveren of vergulden en het geheel finetunen. Vergeet niet weer op de knop in de vorm van het naar beneden gerichte driehoekje te tikken om meer fijnafstellingen tevoorschijn te halen.

©PXimport

Exporteren

Is je werk eenmaal klaar, dan wordt het tijd om op de exportknop te tikken, in de vorm van een camera met een pijl erboven (tweede knop van onderen). Je krijgt nu allerlei mogelijkheden voor export. Wil je gewoon de afbeelding exporteren zoals in beeld te zien, dan tik je op export image. Zet onder export settings zeker de optie high resolution aan. Ook kun je eventueel de schakelaar achter transparent aanzetten. Daarmee kun je achteraf altijd nog een alternatief gekleurde achtergrond kiezen, of een laag door laten schijnen. Tik dan alsnog op export image om je afbeelding met deze settings naar de filmrol van je apparaat te laten exporteren.

Praktischer is het wellicht om op de knop export tile te tikken. Er wordt dan slechts een cel van de afbeelding opgeslagen. Vervolgens kun je in je OS een achtergrond bestaande uit tegels instellen; het OS zelf zorgt dan voor de herhaling en dat scheelt weer opslagruimte en geheugengebruik. 

De opslag-optie export raw bewaart een dataset in een huiseigen bestandsformaat waarmee de afbeelding weer verliesvrij en uiterst nauwkeurig opnieuw opgebouwd wordt. Ideaal voor als je kunstwerk nog niet af is en je er een volgende keer aan verder wilt werken!

©PXimport

Animaties en 3D-objecten

Ook is er de optie om video’s en gif-animaties van caleidoscopische effecten te bewaren; tik daarvoor op 3D & Spirals. Om bijvoorbeeld een animated gif van je tekening te maken, selecteer je de optie kaleidoscope. Gebruik de instellingen om iets van je gading te creëren.

Bijzonder zijn de eerste twee opties: build a platonic solid en kaleidocycle. Met de eerste maak je na wat print-knip-en-vouwwerk een 3D-object. Als je print op mooi stevig (foto)papier, dan heb je een alleraardigst kuntswerkje om neer te zetten. Spuit eventueel wat plasticspray of vernis over het object om eventuele inktverkleuring op termijn tegen te gaan. 

De kaleidocycle levert een complexer papieren apparaatje op, dat na het genoemde knippen, vouwen en plakken een beweegbaar en geanimeerd geheel oplevert. Leuk voor de regenachtige zondagmiddagen!

©PXimport

Dit is een app waar je heel lang zoet mee kunt zijn. Bedenk ook dat je natuurlijk voor een puur zwart-witte tekening kunt kiezen. Door deze vervolgens op – liefst net wat dikker – gewoon papier te printen (desnoods met een laserprinter), kun je die dan vervolgens zélf weer inkleuren met meer traditionele tekenmaterialen als potlood en verf. Waarbij je vooral moet bedenken dat inkjet-afdrukken slecht tegen water kunnen. Wil je dus met aquarelverf of plakkaatverf aan de gang, dan is het handiger om voor een watervaste laserafdruk te kiezen. Mits je een laserprinter hebt staan.

Opmerking tot slot: wij gebruikten de Pro-versie van de app, maar ook in de basisuitvoering is er al héél veel leuks te beleven!

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!