ID.nl logo
Huis

iPhone 5 krijgt 4,3-inch scherm

De volgende iPhone krijgt zeer waarschijnlijk een 4.3-inch scherm. Dat is af te leiden uit geruchten over een grote schermmaat en een paar eenvoudige berekeningen die betrekking hebben op de pixeldichtheid.

Er is nog niets bekend over de nieuwe iPhone, maar dat betekent niet dat er al niet druk gespeculeerd wordt over de specificaties en het uiterlijk van Apple's nieuwe toestel. Zo is het nog steeds onduidelijk wanneer we het toestel kunnen verwachten; normaliter introduceert Apple zijn nieuwe iPhone op het World Wide Developers Conference (WWDC) dat in juni gehouden wordt, maar vorig jaar verschoof Apple de introductie naar oktober. Dat zou dit jaar ook weer kunnen gebeuren; volgens de geruchten gaat Apple het WWDC gebruiken om nieuwe iMac- en MacBook-modellen aan te kondigen met een Retina Display. Zou Apple ook meteen een nieuwe iPhone introduceren, dan zou dit de aandacht van de nieuwe Mac-hardware teveel afleiden. Aan de andere kant: de Android-concurrentie is zodanig verhevigd dat modellen als de Samsung Galaxy SIII en de HTC One X inmiddels de iPhone 4S voorbijstreven. Kan Apple nog wel tot het najaar wachten met een opvolger?

iPhone 5 met groter scherm

Wat inmiddels wel duidelijk is geworden uit de geruchten, is dat de volgende iPhone een groter scherm krijgt. Hier zijn een aantal redenen voor: Apple kan zich niet langer verzetten tegen de tijdsgeest, nu vrijwel alle moderne (Android-)smartphones een scherm met een diagonaal groter dan 3.5 inch hebben. Een tweede reden is dat het inmiddels technisch mogelijk is een vrijwel bezelloos (randloos) display te ontwikkelen, waardoor de breedte van de behuizing niet fors hoeft toe te nemen. Dit punt is belangrijk vanuit de filosofie van Apple, namelijk dat je het gehele scherm van de iPhone met je duim zou moeten kunnen bereiken. Een kleine bezel en dunne behuizing zouden het gebruiksgemak in stand houden bij een groter scherm.

Schermgrootte en pixeldichtheid nieuwe iPhone

De grote vraag is nu: hoe groot wordt het scherm van de nieuwe iPhone? Hier durven wij een gegronde uitspraak over te doen. Bij het inkopen van een display kan een bedrijf als Apple zelf de schermgrootte bepalen, of het nu 3.5 inch, 4 inch, 4.3 inch, 4.7 inch of 4.8 inch is... of een andere afwijkende maat. Waar een bedrijf géén invloed over heeft, is de pixeldichtheid van het scherm. Deze is namelijk onlosmakelijk met de productiemachines verbonden. Hierin zit dan ook de sleutel voor het komende iPhone-scherm. Op dit moment laat Apple schermen produceren met een pixeldichtheid van 326 ppi (Retina Display). Als Apple een groter scherm wil produceren op deze machines, dan heeft dit gevolgen voor de schermresolutie. Deze wordt namelijk berekend door het aantal pixels per inch te vermenigvuldigen met de lengte of hoogte in inches. Zo geldt bij de iPhone 4/4S de volgende berekening: 326 ppi x 1.94" = 640 pixels en 326 ppi x 2.91" = 960 pixels. Een scherm met breedte 1.94" en hoogte 2.91" heeft een diagonaal van 3.5".

Geen hogere resolutie op de iPhone 5!

Als Apple een groter scherm laat produceren op 326 ppi, dan heeft dit dus onmiddelijk gevolgen voor de schermresolutie. Voor ontwikkelaar is dit op zijn zachtst gezegd erg onhandig; zij werken al met twee resoluties (320x480, oftewel pre-Retina, en 640x960, oftewel Retina). Een derde resolutie zou het ontwikkelen van apps lastiger maken en een negatief effect hebben op de omvang van applicaties. Handiger is het dus om vast te houden aan de resolutie van 960x640 en te kijken naar een andere pixeldichtheid. Naast machines die displays met 326 ppi (iPhone 4/4S) en 163 ppi (oudere iPhones) maken, is er nog een derde schermsoort die door Apple ingekocht wordt: die van de Retina iPad. De machines die deze schermen produceren, doen dit met een pixeldichtheid van 264 ppi. Apple zou deze machines probleemloos een ander formaat displays kunnen laten produceren, naast de 9.7-inch schermen voor de iPad.

Beste optie voor iPhone 5: 4.3 inch

We passen nu ons rekensommetje opnieuw toe. 960 pixels / 264 ppi = 3.6 inch (hoogte). 640 pixels / 264 ppi = 2.4 inch (breedte). De bijpassende schermdiagonaal van deze afmetingen is... 4.3 inch. Met andere woorden, als Apple een 4.3-inch display met een pixeldichtheid van 264 ppi produceert, dan hoeven ontwikkelaars niets aan te passen. Alle huidige applicaties blijven draaien. Goed, het scherm zal iets minder scherp zijn dan het 326 ppi-scherm van de iPhone 4/4S, maar de nieuwe iPad heeft al bewezen dat het scherm nog steeds scherp genoeg is om als Retina Display door het leven te gaan. Daarnaast kun je een 4.3-inch scherm ook verder van je gezicht houden dan een 3.5-inch scherm, waardoor het verschil in pixeldensiteit sowieso niet op zou moeten vallen.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.