ID.nl logo
Koffie proeven: zo vind je de smaak die bij je past
© Copyright @ Puripat
Huis

Koffie proeven: zo vind je de smaak die bij je past

Je hebt koffie en je hebt koffie. En die smaken lang niet allemaal hetzelfde – integendeel. Want er zijn allerlei factoren die van invloed zijn op de smaak, van de bonensoort tot de zetmethode. In dit artikel lees je hoe je erachter komt welke smaak het best bij jou past!

  • De smaak van koffie hangt af van verschillende factoren: de soort bonen, de branding, de maling en de zetmethode. Zelfs de temperatuur speelt een rol. Dat is best veel om rekening mee te houden.
  • Koffie bevat natuurlijke zoete, zure en bittere tonen. Welke koffie je het lekkerst vindt, sluit vaak aan bij je persoonlijke voorkeur voor deze smaken.
  • Wil je echt genieten van verse koffie? Investeer dan in een goede koffiemolen en koop hele bonen. Na het malen vervliegt de smaak snel, en dat is zonde!

Wil je meer weten over bonensoorten? Lees dan Verschillende soorten koffiebonen. Welke kies je?

Kies jouw koffie (met wat pro-advies)

Het kiezen van de juiste koffie draait om een paar belangrijke factoren, legt Joost Leopold, barista-instructeur, auteur van Water, Koffiebonen en Melken eigenaar van de Koffieschool uit. Hij vertelt dat er drie fundamentele smaken zijn in koffie: zuur, zoet en bitter. Je persoonlijke voorkeur voor een van deze smaken vormt de basis voor je keuze.

Naast smaak speelt ook de sterkte van de koffie een rol, variërend van licht tot krachtig, afhankelijk van wat je lekker vindt. Tot slot is de plek waar je je koffie koopt ook van invloed. Dit kan lokaal zijn, online, bij een koffiespeciaalzaak of bij een supermarkt. Meestal bepaalt dit voor een groot deel de kwaliteit.

Kortom, het begint bij het begrijpen van je eigen smaak. De gewenste sterkte en de plek waar je je koffie haalt, bepalen samen de uiteindelijke beleving.

Lees ook: Light roast, medium roast en dark roast: dit doet de branding voor de smaak van je koffie

©Joost Leopold

Joost Leopold van de Koffieschool.

Expert-tip: maal zelf je bonen

Joost benadrukt dat er nog een andere factor heel belangrijk is: de maling van de koffie. Een te grove of te fijne maling kan het moeilijk maken om lekkere koffie te maken. Daarom adviseert hij aan om een eigen koffiemolen aan te schaffen. Elektrisch of handmatig maakt daarbij niet uit: als je maar je eigen bonen maalt. Zonder molen heb je beperkte invloed op de smaak.

Meer weten? Lees dan: Koffiemolen kiezen: de beste tips om het ideale apparaat te vinden

Het beste moment om bonen te malen

Koffie is een delicaat product, legt Joost uit, vanwege de etherische oliën die in de bonen zitten. Deze oliën zijn erg vluchtig. Zodra je de bonen maalt, vergroot je het oppervlak dat aan lucht wordt blootgesteld, waardoor de oliën snel vervliegen. Gemalen koffie is daarom eigenlijk maar heel kort op z'n best.

Binnen een minuut verlies je al bijna 50 procent van de smaak. Dus als je echt wilt genieten, is die eerste minuut na het malen het moment waarop de koffie het lekkerst is.

©Natsicha

Koffiepads en koffiecups, hoe zit het daar mee? We zagen al dat de maling van de bonen invloed heeft op de smaak, maar ook de zetmethode speelt een grote rol. Je zou misschien denken dat koffieliefhebbers geen fan zijn van pads en cups, omdat deze vooral zijn ontworpen voor gemak en snelheid, niet per se voor een betere smaak.

Toch benadrukt Joost Leopold dat je vooral moet drinken wat jij lekker vindt. Jouw koffiemoment is jouw moment, en koffieliefhebbers doen gelukkig niet aan shamen.

Zetmethoden zoals Senseo en Nespresso zijn volgens Joost prima, maar de uiteindelijke smaak hangt vooral af van de kwaliteit van de koffie die je gebruikt. De keuze van de koffieboon, de branding en de maling zijn bepalend. Het nadeel van cups en pads is dat de maling vaak al ‘oud’ is. Daarom is een goede filterkoffie meestal lekkerder, zegt hij.

Het kan iets langer duren, of je moet even geduld hebben totdat je koffie klaar is, maar met de juiste bonen is de koffie vaak ook een stuk beter.

Dat ruikt lekker!

Versgemalen bonen!

Zo proef je koffie

Je eigen smaak voor sterkte en bonensoort bepaalt welke koffie jij lekker vindt. Om erachter te komen welke koffie je nu echt lekker vindt, kun je het best gewoon gaan proeven.

Watch on YouTube

Zelf koffie proeven: dit moet je weten

Tijd om te proeven. Koffiespeciaalzaken organiseren regelmatig proeverijen. Ook kun je vaak samples van verschillende bonensoorten opvragen.

Het heeft geen zin om appels met peren te vergelijken. Bereid de koffies die je gaat proeven op dezelfde manier. Gewone filterkoffie is hiervoor erg geschikt. De subtiele smaaktonen blijven prima overeind.

Je kunt koffie het beste zwart proeven. Houd je niet van zwarte koffie? Voeg dan hetzelfde toe aan alle koffies om goed te kunnen vergelijken. Dezelfde melk, dezelfde hoeveelheid suiker.

Stappenplan: zelf koffie proeven

Professionele koffie-proevers (of inkopers) noemen het proeven van koffie 'cuppen'. Kunnen wij ook. Een beetje. Zo doe je dat:

  • Bereid je smaakpapillen goed voor op de proeverij. Vermijd sterk smakende voedingsmiddelen vlak van tevoren en drink alleen water. Water is verfrissend en helpt om het licht uitdrogende effect van koffie te neutraliseren.

  • Koffie zelf werkt ook als neutralisator van smaken. Het eerste slokje neutraliseert wat er al in je mond zat, maar de tweede slok is de echte proefslok. Dat is waar je de smaak echt beoordeelt.

  • Gebruik altijd verse koffiebonen die recent zijn gebrand en zorg ervoor dat al je apparatuur schoon is.

  • Ga je meerdere soorten koffie proeven? Maak dan aantekeningen van elke soort.

  • Geur speelt een grote rol bij het proeven. zeker bij koffie, dat meer dan duizend aromatische verbindingen bevat. Geur en smaak zijn onlosmakelijk verbonden, dus zorg dat je neus goed werkt, want die speelt een grote rol..

  • Maal wat koffie in een droge kop voordat je het in je koffiezetapparaat doet. Breng je neus naar de kop en inhaleer diep. Vind je de geur lekker?

  • Nu kun je de koffie gaan zetten. Tijdens het brouwproces komen aroma’s vrij wanneer gemalen koffie en heet water samenkomen. Noteer je eerste indrukken van het aroma. Zet de koffie verder zoals je gewend bent en ruik opnieuw aan het oppervlak zodra de koffie klaar is.

©leszekglasner

Vijf elementen

Hoewel onze smaakpapillen op de tong slechts vijf basissmaken kunnen waarnemen (zoet, zout, zuur, bitter en umami), kunnen we dankzij onze neus en onze hersenen veel meer smaaknuances proeven. Er zijn vijf elementen waar je op kunt letten.

  1. Zoetheid

    Goede koffie heeft vaak een subtiele zoetheid. Bij slechte of verkeerd gezette koffie overheerst juist de bitterheid. Zoetheid kan uiteenlopen van de frisse tonen van vers fruit tot de rijke diepte van karamel of melasse. Probeer het zoetje op te merken tijdens het proeven.

  2. Body

    Body verwijst naar hoe de koffie aanvoelt op je tong. Is de koffie licht en dun, zoals magere melk, of juist vol en romig, zoals slagroom? De dosering en de zetmethode hebben hier grote invloed op.

  3. Zuurgraad

    Zuurgraad is ook onderdeel van de smaak van koffie. Het gaat niet om de pH-waarde, maar om de kwaliteit van het zuurtje. Vergelijk het met de verschillen tussen de milde zuurheid van een druif en het scherpere zuur van een citroen. De zuurgraad varieert van nauwelijks merkbaar tot levendig, afhankelijk van de soort koffie en hoe deze gebrand is.

  4. Smaaktonen

    Koffie bevat vaak complexe smaaktonen die verder gaan dan alleen 'koffiesmaak'. Probeer te ontdekken of je noten, fruit zoals blauwe bes of citrus, of zelfs bloemige tonen herkent. Dit lukt alleen als je deze smaken al eens hebt ervaren.

  5. Afdronk

    De afdronk is de smaak die blijft hangen na het doorslikken van een slok koffie. Deze kan variëren in duur en intensiteit. Wat blijft er achter op je tong? Een goede koffie laat zelfs minuten na het proeven nog een aangename smaak achter. De etherische oliën spelen hierbij een grote rol, en de afdronk is vaak beter als de bonen vlak voor het zetten van de koffie zijn gemalen.

P.S. Een koffiespeciaalzaak kan je altijd helpen, ook met proeven. Zij doen dit zelf ook!

©mavoimages

Laatste tip van de kenner: mengen

Joos Leopold houdt, net als veel andere koffieliefhebbers, van filterkoffie. Maar, daar zit een extra stap aan: leopolderen. Wat?

Wanneer je filterkoffie zet, is het onderste deel van de kan vaak het sterkst terwijl het bovenste deel wat zwakker smaakt. In het onderste gedeelte proef je meestal een flinke zuurheid, terwijl het bovenste deel wat bitterder kan zijn. Het middelste deel is romig zoet.

Je zou ze moeten mengen voor een lekker geheel en een aangenamere smaak. Maar roeren veroorzaakt een draaikolkbeweging en die doet je koffie geen goed. De lichte bitters zakken dan naar beneden. Het klonk ook al te makkelijk. Wat wel?

Je pakt een tweede koffiekan die je voorverwarmt (bijvoorbeeld met warm water). Je giet de koffie vanuit de oorspronkelijke kan over. En weer terug. Nog een keer. Zeven (!) keer in totaal. Net zoveel keer als er letters in de naam 'leopold' zitten. Vandaar de naam, leopolderen. Nou ja, en van Joost natuurlijk.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.