ID.nl logo
Gezond computeren doe je als volgt
© PXimport
Huis

Gezond computeren doe je als volgt

Je merkt het niet meteen, maar als je bijvoorbeeld dagelijks uren achter je pc zit, kunnen na verloop van tijd de eerste fysieke klachten opduiken. En daar ben je niet altijd snel weer vanaf. We geven tips en tools die je kunnen helpen om gezond computeren mogelijk te maken.

Tip 01: Kans

Er zijn diverse symptomen die wijzen op verkeerd computergebruik. Gewoonlijk gebruikt men daar de term rsi voor, een afkorting die staat voor repetitive strain injuries. Het gaat vooral om allerlei arm-, nek- en schouderklachten, zoals tendinitis, muisarm en carpaletunnelsyndroom (beknelde zenuw tussen onderarm en hand). Deze term doet vermoeden dat veel klachten te wijten zijn aan het herhalende karakter van bepaalde bewegingen, zoals werken met de muis. Maar ook lang stilzitten in dezelfde houding, kan belastend zijn. Het belemmert namelijk lokaal de bloedsomloop, waardoor afvalstoffen zich kunnen ophopen en ontstoken spieren veroorzaken. Een andere term voor deze verschijnselen, die medisch gezien eigenlijk correcter is, is ‘kans’, wat staat voor klachten aan arm, nek en/of schouder. Rugklachten kunnen ook voorkomen, vooral door een langdurig slechte zitpositie. Of denk aan problemen met de ogen, zoals oogvermoeidheid. Er zijn gelukkig allerlei praktische tips en tools om zulke klachten te voorkomen.

©PXimport

Tip 02: Pc-houding

Verderop in dit artikel focussen we ons vooral op softwaretools om kans-gerelateerde klachten te vermijden. Maar wat je zelf kunt doen, is enkele algemene richtlijnen rondom je computerhouding in acht te nemen. Dat begint al met je zithouding. Zorg voor een degelijke stoel met armleuningen. Die stoel moet je rug voelbaar ondersteunen bij een ontspannen, maar min of meer rechte houding. Plaats beide voeten plat op de grond, desnoods met behulp van een voetsteun. Eventueel gebruik je ter hoogte van je onderrug een lendenrol of rugkussen (vanaf circa 20 euro), of probeer eerst met een opgerolde handdoek of dit fijn aanvoelt.

Belangrijk is ook dat je de ellebogen in een hoek van 90 graden houdt terwijl je typt. Houd beide ellebogen dicht bij je lichaam en houd je onderarmen parallel met de vloer. Om je te dwingen je polsen recht te houden, kun je een ergonomisch toetsenbord en/of polssteun gebruiken die de verticale druk op de polsen verlicht (vanaf circa 20 euro). Houd ook de muis zo dicht mogelijk bij het toetsenbord en gebruik eventueel een wat verhoogde muismat die het verschil in hoogte compenseert. Er bestaan ook ergonomische muismatten met een ingebouwde polssteun. Of leer jezelf aan om na enkele weken de muis met de andere hand te bedienen, zodat je niet altijd dezelfde hand belast.

Tip 03: Schermpositie

We zijn er nog niet helemaal, want ook de afstand tot en de hoogte van je monitor(s) is belangrijk, zowel voor je ogen als voor je zithouding. Plaats je scherm(en) op ongeveer een armlengte van je lichaam, doorgaans 50 tot 60 cm, en wel zo dat de bovenrand van het scherm ongeveer op dezelfde hoogte komt als je wenkbrauwen. In de praktijk blijken veel schermen te laag gepositioneerd wat al snel aanleiding geeft tot een voorovergebogen zithouding. Afhankelijk van de lichtinval in de werkruimte zul je de monitor wellicht ook lichtjes schuin naar boven willen draaien. Lees je tijdens het typen frequent documenten, gebruik dan een documentenhouder. Die plaats je idealiter ook op ooghoogte, zo dicht mogelijk bij het scherm. Of je zet ’m onder het scherm neer, tegen je toetsenbord, als je af en toe ook aantekeningen moet maken.

Je volgt het best ook de 20-20-20 regel: elke 20 minuten kijk je minstens 20 seconden naar een voorwerp dat zich minimaal 20 voet (circa 6 meter) van je vandaan bevindt.

©PXimport

Tip 04: Osd-configuratie

Stel het contrast en de helderheid van je monitor optimaal af, zodat het beeld ongeveer even helder is als een wit blad papier dat je ernaast houdt.

Verder is ook de kleurtemperatuur van je monitor van belang. Die wordt uitgedrukt in graden Kelvin, op een schaal van 1000K tot 10.000K. Overdag houd je de kleurtemperatuur bij voorkeur ‘koel’ op circa 6500K, terwijl je die ’s avonds en ’s nachts liever wat warmer instelt, rond zo’n 3400K. Je monitor geeft dan minder blauw licht af, aangezien dat licht een negatieve invloed op je nachtrust kan hebben.

Bij de meeste monitors kun je helderheid, contrast en kleurtemperatuur aanpassen via een knopje en een ingebouwd osd-menu (on screen display), maar de meeste beeldschermen laten zich ook vanuit een app als NirSoft ControlMyMonitor instellen, ook vanuit de opdrachtprompt. Op de website vind je hiervan heel wat voorbeelden en het programma is in het Nederlands beschikbaar. Deze tool heeft tevens het voordeel dat je meerdere configuraties kunt exporteren die je daardoor later snel weer in kunt stellen.

©PXimport

Tip 05: Kleurtemperatuur

Inmiddels beschikt Windows 10 ook over een functie waarmee je de kleurtemperatuur op basis van het tijdstip automatisch kunt aanpassen. Daarvoor ga je naar Instellingen / Systeem / Beeldscherm / Instellingen voor nachtlamp. Klik op Nu inschakelen en verplaats de schuifknop om het effect van een warmere kleurtemperatuur te zien. Schakel ’m vervolgens weer uit en geef via de optie Uren instellen zelf aan op welk tijdstip je deze functie wilt in- en uitschakelen. Of je kiest voor Zonsondergang tot zonsopgang indien je dat automatisch wilt laten gebeuren. Deze nachtlamp-functie is best handig, maar vrij basaal. Gratis software als de LightBulb en zeker ook f.lux bieden iets meer mogelijkheden. We gaan op deze laatste wat dieper in. Na de installatie en een herstart van je computer vind je de tool terug in het systeemvak, waar je via Change location je woonplaats of een naburige stad invult. Klik op het blauwe bolletje om in een simulatie heel snel een cyclus van 24 uur te kunnen doorlopen. Normaliter staat Recommended colors geselecteerd, maar in het uitklapmenu vind je nog opties terug als Reduce Eyestrain en Color Fidelity. Probeer ze gerust uit in combinatie met de simulatie. Via de optie Disable in het contextmenu kun je de aanpassing van de kleurtemperatuur ongedaan maken, bijvoorbeeld for an hour of for <een-specifieke-monitor>.

©PXimport

Pas eens de kleurtemperatuur van je scherm aan, want ook dit heeft invloed op je welzijn

-

Tip 06: Optimalisatie

Inmiddels heb je contrast, helderheid en kleurtemperatuur optimaal ingesteld, maar het werkt uiteraard ook vermoeiend op je ogen als de letters niet scherp worden afgebeeld. Ook daar heeft Windows een eigen functie voor. Druk op de Windows-toets, tik cleartype in en start de wizard ClearType-tekst aanpassen. Plaats een vinkje bij ClearType inschakelen en druk op Volgende. Werk je met meerdere schermen, dan geef je aan of je de weergave op een specifiek scherm of (achtereenvolgens) van alle beeldschermen wilt configureren. Je dient nu een aantal vragen te beantwoorden over onder meer de schermresolutie en het best leesbare tekstvoorbeeld. Na afloop is de tekstweergave voor jouw ogen geoptimaliseerd.

Vind je de letters te klein, dan kun je ze in Windows groter maken. Ga naar Instellingen / Toegankelijkheid / Beeldscherm en verplaats de schuifknop bij Tekst groter maken en eventueel ook bij Alles groter maken tot alles er optimaal voor je uitziet. Verder kun je hier ook de kleur- en contrastwerking verfijnen. Dat doe je in de rubrieken Kleurfilters en Hoog contrast.

©PXimport

Tip 07: EasyFWD

De monitorinstellingen zijn nu optimaal en je let ook op de juiste zithouding. Dan is er nog één ding waar je aandacht moet aan schenken: regelmatig pauzes nemen en idealiter ook enkele gerichte oefeningen uitvoeren tijdens zulke pauzes. Dat vergt natuurlijk de nodige discipline, maar gelukkig zijn er programma’s die je hierbij helpen.

Een ervan is het Nederlandse EasyFWD. Na het invullen van enkele gegevens ontvang je een downloadlink met licentiecode. De installatie vergt slechts enkele muisklikken. Standaard start EasyFWD automatisch met Windows op en vanuit het systeemvak kun je in je Dashboard een risicoanalyse bekijken. Die geeft aan hoeveel risico (op rsi en aanverwanten) je loopt op basis van de gespendeerde computertijd en het aantal pauzes dat je neemt. In de rubriek Statistieken lees je bovendien hoeveel toetsaanslagen en muisklikken je hebt uitgevoerd. Verder is er nog de rubriek Oefeningen waar je uit negen korte, fysieke oefeningen kunt kiezen. Je kunt bij Instellingen / Pauze instellingen ook zelf aangeven hoe vaak EasyFWD je pauzes laat nemen en hoelang ze moeten duren. Je kunt hierbij kiezen tussen Hard en Zacht: de eerste zorgt ervoor dat je niet zomaar verder kunt werken, de tweede laat alleen een afteltimer zien. Tijdens de pauzes kun je een het laatste nieuws zien of een van de beschikbare oefeningen uitvoeren.

©PXimport

Een programma als Workrave dwingt je tot het nemen van ‘gezonde’ pauzes

-

Tip 08: Workrave

Een ander programma van Nederlandse bodem is Workrave, dat al vele jaren beschikbaar is voor Windows en Linux (klik hier op Latest en vervolgens op het exe-programma voor Windows). Na de installatie duikt een minuscuul venstertje op waarin je kunt aflezen hoelang het nog duurt voor een micropauze, rustpauze en daglimiet zijn bereikt. Een micropauze duurt standaard 30 seconden en start om de 3 minuten. Er duikt dan een aflopende teller op. Een rustpauze doet zich om de 45 minuten voor en duurt 10 minuten. In een venster verschijnen dan opeenvolgend drie, soms geanimeerde, oefeningen. De dagelijkse limiet staat standaard ingesteld op 4 uur. Er verschijnt dan een venster van waaruit je de pc kunt vergrendelen of uitschakelen.

Uiteraard zijn al deze pauzes zelf aan te passen en je kunt de meldingen ook uitstellen of overslaan. In het eerste geval biedt Workrave die pauze later opnieuw aan, op basis van de uitsteltijd die je hebt ingesteld. Vrijwel alle opties zijn aan te passen vanuit Voorkeuren, een optie in het contextmenu van het programma-pictogram in het systeemvak. Hier vind je trouwens ook de rubriek Netwerk, van waaruit je Workrave in een heuse netwerkmodus kunt laten opereren, zodat je de pauzes voor andere apparaten in je (thuis)netwerk centraal kunt regelen. 

©PXimport

Mobiele apparaten

Ergonomie is niet alleen van belang voor wie achter een pc zit, maar ook voor wie vaak mobiele toestellen gebruikt. We geven een aantal tips mee voor een betere houding die het risico op rsi-achtige klachten kunnen helpen voorkomen. Probeer tijdens het appen en sms’en recht te staan of zitten, door het apparaat ongeveer op kinhoogte te houden. Wanneer je het toestel te laag houdt, kan dat leiden tot overbelasting van nek en schouders. Houd het toestel dus voor je en dus niet aan één kant van je lichaam, waardoor je je nek moet draaien. Probeer ook je polsen zo recht mogelijk te houden en houd je telefoon vast met een ontspannen greep. Tijdens het typen wissel je het best je duim en je andere vingers af. Dat lukt het beste als je het toestel op een hard oppervlak legt of door het toestel met de ene hand vast te houden, terwijl je met de andere typt. Gebruik ook liever je niet de topjes van je vingers, maar typ met de onderzijde van de vingertoppen, zodat je je duim of vingers niet al te krampachtig hoeft te buigen.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Offline op pad: navigeren zonder internetverbinding
© MelissaMN - stock.adobe.com
Mobiliteit

Offline op pad: navigeren zonder internetverbinding

Navigeren, bijvoorbeeld met je smartphone, verloopt vlot met een internetverbinding. Maar wat als er geen mobiel netwerk is? Met vooraf gedownloade kaarten is ook offline navigeren gelukkig geen probleem.

In dit artikel laten we zien hoe je offline kunt navigeren met je smartphone:

  • Download de kaarten van je favoriete navigatie-app
  • Maak offline gebruik van turn-by-turn navigatie en spraakbegeleiding
  • Download en importeer kant-en-klare GPX-routes
  • Maak zelf GPX-routes

Tip 1 Wel of geen internet

Navigeren met je smartphone gaat het makkelijkst met een stabiele internetverbinding, maar in het buitenland kan dit hoge roamingkosten opleveren. En wat als je reist in gebieden zonder mobiel netwerk of waar het netwerk plots wegvalt? Offline navigatie, waarbij je vooraf kaarten downloadt, is dan een praktische oplossing. Een gedownloade kaart laadt sneller en verbruikt minder batterij dan een app die constant data ophaalt. Neem tijdens je route bij voorkeur wel een opgeladen powerbank mee om te voorkomen dat je zonder stroom komt te zitten.

Zonder internet bepaalt je smartphone de locatie volledig via gps. Binnen de gedownloade regio kun je meestal routeberekeningen maken en navigatie-instructies ontvangen. Sommige apps bieden in offline modus ook een POI-zoekfunctie (Points of Interest).

Zonder internet werken deze functies niet: realtime verkeersinformatie (zoals files, werkzaamheden en flitsers), live ov-gegevens, bepaalde zoekopdrachten, street view en satelliet- of hybride kaarten (wel standaard wegenkaarten). Controleer vooraf of je eerder gedownloade kaarten nog actueel zijn en werk ze regelmatig bij.

Laten we enkele populaire mobiele apps bekijken die offline navigatie ondersteunen. Het is handig om meerdere apps met offline kaarten bij de hand te hebben. Je kunt dit testen door tijdelijk de vliegtuigmodus in te schakelen of wifi en mobiele data uit te zetten. De populaire navigatie-app Waze laten we hier buiten beschouwing omdat deze geen offline kaarten aanbiedt.

Street view is voorbehouden aan de online modus (hier Google Maps). 

Tip 2 Google Maps

We starten met een van de populairste navigatie-apps: Google Maps. Open de app, tik rechtsboven op je profielfoto of initialen en kies Offline kaarten. Selecteer je eigen kaart via Selecteer je eigen kaart (Android) of Je eigen kaart selecteren (iPhone). Zoom in en uit met twee vingers en verplaats de kaart met één vinger totdat het gewenste gebied binnen het blauwe kader valt. Onderaan zie je hoeveel opslagruimte nodig is. Tik op Downloaden om het gebied op te slaan. Na de download keer je automatisch terug naar Offline kaarten, waar een overzicht van je gedownloade kaarten verschijnt. Om een kaart een andere naam te geven, tik je op het icoon met de drie puntjes en kies je Naamwijzigen.

De kaart is nu klaar voor offline gebruik en je kunt nog extra kaarten downloaden. Navigeer zoals gebruikelijk: de app schakelt automatisch over op de gedownloade kaarten als er geen mobiel internet is.

Werk je offline kaarten regelmatig bij: tik op de drie puntjes en kies Updaten. Hier kun je kaarten trouwens ook verwijderen.

In Google Maps kun je offline kaarten downloaden, hernoemen, bekijken, updaten en verwijderen.

Tip 3 HERE WeGo

Net als Google Maps is HERE WeGo volledig gratis. De kaarten komen van Here Technologies, dat begon als Navteq, werd later door Nokia overgenomen en is nu in handen van Duitse autofabrikanten. Via https://mapcreator.here.com kunnen gebruikers eigen kaartgegevens toevoegen.

Voor offline kaarten trek je de onderste balk omhoog voor het menu. Tik op Kaarten downloaden en schakel bij voorkeur Uitsluitend downloaden via wifi in. Tik opnieuw op Kaarten downloaden, kies het continent en vervolgens het land of de regio die je nodig hebt. De benodigde opslagruimte wordt weergegeven. Tik op het downloadicoon om de kaart op te slaan.

Om te voorkomen dat de app tijdens offline navigatie tevergeefs een internetverbinding zoekt, stel je in het menu de App-verbinding tijdelijk in op Offline. Updates worden bij Kaarten downloaden naast de betreffende kaart aangegeven en kun je direct ophalen. Om een kaart weg te halen, selecteer je deze en kies je Verwijderen.

De volledige offline kaart van Nederland bijvoorbeeld neemt bij HERE WeGo zo’n halve gigabyte in beslag.

Tip 4 OsmAnd

OsmAnd (OpenStreetMap Automated Navigation Directions) is een mobiele app voor offline kaarten en navigatie, gebaseerd op OpenStreetMap-gegevens. Deze worden door een wereldwijde gemeenschap bijgewerkt en je krijgt meestal gedetailleerde en actuele kaartinformatie.

Bij de eerste keer opstarten, kun je de kaart van je huidige regio downloaden. Tik op de drie streepjes, kies Kaarten en hulpmiddelen en open Downloads om zelf een land of regio te selecteren. In de gratis versie kun je tot zeven kaarten downloaden. Naast de kaart zelf kun je voor een gebied ook hoogtelijnen, Wikipedia-informatie, een terreinkaart en weersvoorspellingen installeren, maar deze functies zijn voorbehouden aan de betaalde versie (ongeveer 3 euro per maand).

Om te navigeren binnen het gedownloade gebied tik je op de kaart of gebruik je de optie Zoeken in het menu. Tik op Navigatie, kies het vervoermiddel (auto, fiets of te voet) en tik op Start. Dit biedt turn-by-turn-aanwijzingen met spraakbegeleiding. Wil je de route als GPX-track opslaan, kies dan Details, tik op het downloadknopje en vul een naam in bij Bewaar als nieuwe track. Bevestig met Opslaan. Op Android wordt het bestand standaard opgeslagen in Android/data/net.osmand/files/tracks. Vanuit het menu, bij Plan een route, kun je de tracks direct openen of ook een eigen GPX-route importeren (zie ook tip 8).

OsmAnd geeft ook gesproken turn-by-turn-aanwijzingen.

Tip 5 MAPS.ME

MAPS.ME is een gratis navigatie-app die net als OsmAnd gebruikmaakt van OpenStreetMap-kaarten. In de gratis versie kun je ongeveer tien kaarten downloaden.

Open de app en zoom in op het gewenste gebied totdat een prompt verschijnt om de kaart te downloaden. Dit gebeurt meestal wanneer de indicatie 5 km zichtbaar is. Bevestig met Download.

Een andere en vaak handigere manier om kaarten te downloaden is via de optie Meer, waar je Gedownloadekaarten selecteert. Bovenaan kun je naar een locatie zoeken. Als de app deze herkent, verschijnt direct de downloadknop om het gebied op te halen.

Als je bij de instellingen de optie Markeer gedownloade kaarten hebt ingeschakeld, dan kun je op de kaart zien welke gebieden reeds offline beschikbaar zijn.

Voor navigatie gebruik je de zoekfunctie of tik je op de kaart om een locatie te selecteren. Kies vervolgens Route naar of eventueel Route van en bepaal het vervoermiddel: auto, te voet of per fiets. Ook offline krijg je turn-by-turn-navigatie.

Je kunt gedownloade kaarten updaten door bij Gedownloade kaarten op Controleren te tikken. Om een kaart te verwijderen, selecteer je deze, tik je op de drie puntjes en kies je Verwijderen.

Kleurmarkeringen geven duidelijk aan welke gebieden je al gedownload hebt voor offline navigatie.

Tip 6 Sygic

Sygic is misschien minder bekend in Nederland en België, maar de app biedt wel hoogwaardige 2D- en 3D-kaarten van TomTom. Om Sygic te gebruiken, moet je je eerst registreren. In de gratis versie kun je in principe onbeperkt kaarten downloaden; grotere landen zijn opgesplitst in regio’s. Om kaarten te downloaden, open je het menu en kies je Offline kaarten (toevoegen).

Deze kaarten worden in de gratis versie driemaal per jaar automatisch geüpdatet. In de betaalde Premium-variant gebeurt dit maandelijks en krijg je ook turn-by-turn-navigatie en gesproken instructies en (in de online modus) ook de actuele verkeersdrukte, snelheidslimieten en mobiele flitsers.

Houd er rekening mee dat Sygic zich volledig richt op autoverkeer. Er zijn geen routeberekeningen specifiek voor fietsers of wandelaars.

Je kunt in Sygic een onbeperkt aantal offline kaarten downloaden.

Tip 7 Komoot en RouteYou

Waar Sygic zich vooral richt op autoverkeer, zijn Komoot en RouteYou juist gespecialiseerd in (sportieve en recreatieve) wandel- en fietsroutes. In de gratis versie van Komoot kun je helaas slechts één regio ontgrendelen voor offline navigatie en spraakinstructies. Extra regio’s zijn beschikbaar tegen een prijs tussen circa 4 en 9 euro, afhankelijk van de grootte, of je kunt alle wereldregio’s in één keer aanschaffen voor ongeveer 30 euro.

Ga via de Profiel-knop naar de rubriek Maps, tik op de +-knop en zoek de gewenste regio. Selecteer de ontgrendelde regio en schakel Opslaan voor offline in. Je kunt ook een route plannen (uitsluitend met internetverbinding aangezien de berekening via de Komoot-servers verloopt) en deze vervolgens bewaren. Tik hiervoor op Opslaan en vink Opslaan voor offline gebruik aan. Na bevestiging kun je de route offline volgen, inclusief spraaknavigatie, vooropgesteld dat deze regio is ontgrendeld.

Ook RouteYou biedt de mogelijkheid routes met een achtergrondkaart offline te downloaden, maar dit is alleen beschikbaar in de betaalde versies. Een Plus-account kost ongeveer 36 euro per jaar. Je vindt gedownloade routes dan bij Gedownloade routes via de knop Profiel.

In Komoot kun je ook specifieke regio’s (tegen betaling) downloaden voor offline navigatie.

Alles over Komoot lees je in dit artikel: Wandelen en fietsen buiten de gebaande paden met Komoot

Tip 8 GPX-import via OsmAnd en Komoot

Verschillende navigatie-apps – en gps-handhelds – ondersteunen het importeren van GPX-tracks en -routes, die vervolgens offline kunnen worden gebruikt. In het kader ‘GPX’ lees je meer over dit bestandstype. Gratis import en offline gebruik zijn mogelijk in onder meer OsmAnd en in Komoot voor ontgrendelde regio’s.

In OsmAnd open je het menu, kies je Plan een route en tik je op Importeer track. Vervolgens selecteer je een GPX-bestand. Tijdens tests bleek deze functie helaas niet altijd even betrouwbaar. In Komoot verloopt dit proces vlotter. Ga naar Home, open Profiel, kies Opgeslagen routes en tik bovenaan op Importeren en vervolgens op Importeer een bestand (GPX). Selecteer het gewenste GPX-bestand en kies Bestandopenen om de route of track in de routeplanner te openen en als geplande tour op te slaan, of Bestand opslaan om deze direct als voltooide tour te bewaren.

In beide gevallen geef je het verplaatsingstype aan, zoals Wandelen, Fietsen, Mountainbiken of Bergwandelen, en bevestig je de keuze. Bij het opslaan kun je de tour een naam geven en Opslaan voor offline gebruik aanvinken. Je vindt de route dan terug bij Opgeslagenroutes of bij Voltooide activiteiten. Als de bijbehorende kaart al is gedownload, kun je direct navigeren.

Handig om weten: in Komoot kun je GPX-routes ook via de dienst Garmin Connect met je Garmin-toestel synchroniseren.

GPX-routes werken ook op een smartwatch: Waar voor je geld: 5 waterdichte smartwatches met GPS-functie

Een pas geïmporteerde GPX-route kun je als een ‘tour’ (voor offline gebruik) bewaren in Komoot.

GPX

Doorgewinterde wandelaars en fietsers kennen waarschijnlijk GPX-bestanden (GPS Exchange Format). Dit zijn XML-gebaseerde bestanden waarmee geografische locatiegegevens worden opgeslagen en uitgewisseld. Ze worden vooral gebruikt om gps-tracks, routes en waypoints vast te leggen en te delen tussen apparaten en apps.

Waypoints zijn specifieke punten met coördinaten (lengte- en breedtegraad en soms hoogte).

Tracks bestaan uit reeksen gps-punten die een daadwerkelijk afgelegde route weergeven, doorgaans automatisch geregistreerd door een gps-apparaat of navigatie-app tijdens verplaatsing. Elk punt bevat meestal een tijdstempel en soms ook snelheid.

Routes daarentegen bestaan uit reeksen gps-punten die een geplande route aangeven, zonder exacte tijdstempels. Deze worden handmatig of met een routeplanner opgesteld en bevatten meestal minder gedetailleerde informatie dan tracks.

Sommige apps of diensten ondersteunen geen GPX-import, maar wel KML-bestanden (Keyhole Markup Language). Via www.gpx2kml.com kun je deze gratis converteren, in beide richtingen.

Tip 9 GPX-routes downloaden

In tip 8 lees je hoe je GPX-routes en -tracks in navigatie-apps importeert. Ook in de meeste gps-apparaten is zo’n import mogelijk. In tips 10 en 11 ontdek je hoe je zelf zo’n GPX-bestand maakt, maar dat is niet altijd nodig. Er zijn namelijk diverse sites waar je kant-en-klare GPX-routes en -tracks ook gratis kunt downloaden voor (offline) navigatie.

Een optie is AllTrails. Meld je aan, voer een regio in en kies een voorgestelde trail. Klik onderaan op de groene knop (Hit the trail of Daar gaan we) en selecteer Export map file of Kaartbestand exporteren/ GPXTrack of GPX Route zonder tijdstempels (zie kader ‘GPX’). Andere exportopties zijn onder meer Google Earth KML/KMZ en Garmin FIT.

Ook RouteYou (zie ook tip 7) biedt GPX-routes. Registreer je (gratis) en klik op Zoek een route. Geef het routetype aan, kies locatie en lengte en klik op Toon <x> routes. Selecteer een route, klik op Downloaden en kies GPX. Andere opties zijn bijvoorbeeld Garmin en Google Earth (KML).

Voor talrijke fiets- en wandelroutes in Nederland, België en Duitsland kun je terecht op onder meer Routiq. Kies een route en klik op Download de GPX. Dit vereist wel een Premium-account (circa 15 euro per jaar).

Bij AllTrails kun je routes in diverse formaten downloaden, waaronder GPX.

Tip 10 GPX-routes zelf maken

Je kunt ook zelf GPX-routes maken en deze downloaden naar je navigatie-app of gps-toestel voor offline gebruik. Dit kan gratis via verschillende sites, zoals www.gpx.studio.

Klik op App en zoom in tot je voldoende kaartdetails hebt. Klik op het potloodicoon, laat Routing ingeschakeld en kies een activiteitstype, zoals Bike, Run/hike of Motorcycle. Klik op het potlood-icoon en plaats de routepunten op de kaart. De route wordt automatisch langs bestaande wegen gemarkeerd. Onderaan zie je de routelengte en het hoogteprofiel.

Wil je POI’s (waypoints) toevoegen? Klik op het pin-icoon, vul een naam en beschrijving in, kies een geschikt icoon en bevestig met Create point of interest.

Stel geheel zelf je GPX-route samen in gpx.studio.

Tip 11 RouteYou

Ook op de website van RouteYou kun je zelf routes maken en gratis (openbaar) opslaan. Ze worden dan automatisch beschikbaar in de mobiele app van RouteYou. Als je bent aangemeld met hetzelfde account, vind je ze terug bij Profiel / Mijn routes. Je kunt de routes ook downloaden.

Meld je aan en klik op het pijlknopje bij Plan een route. Kies uit Maak een route, Uploadeen route (voor GPX-import), Wandelknooppunten of Fietsknooppunten. De laatste twee maken handig gebruik van het uitgebreide knooppuntennetwerk in Nederland en België.

Bij Maak een route geef je het routetype aan, met subtypes zoals Recreatieve fietsroute, Gravelbikeroute of Mountainbike route. Voor een A-naar-B-route vul je start- en aankomstlocatie in, bij een lusvormige route kies je de startplaats en lengte (en eventueel de kompasrichting). Bevestig met Opslaan / Route opslaan. Klik op Downloaden en kies (bijvoorbeeld) GPX.

Je kunt ook routes samenstellen op de site van RouteYou en deze als GPX-bestand downloaden.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Van gas naar inductie? Let hierop bij de aankoop
© nerudol
Huis

Van gas naar inductie? Let hierop bij de aankoop

Overweeg je om je gasfornuis in te ruilen voor een inductiekookplaat? Goed idee! Koken op inductie is sneller, energiezuiniger én veiliger. Ook staat een inductiekookplaat vaak mooier in de keuken. Maar waar moet je op letten als je een inductiekookplaat koopt? Wij geven je tips. 

In het kort

Het is niet verrassend dat steeds meer mensen overstappen op inductie, want koken op inductie kent allerlei voordelen. Maar als je een kookplaat koopt die te klein is, niet eenvoudig te bedienen is of te veel herrie maakt, ga je er alsnog niet op vooruit. In dit artikel leggen we uit waar je op moet letten als je een inductiekookplaat koopt, zodat koken écht leuker wordt.

Lees ook: Zo kook je extra zuinig op een inductiekookplaat

De meeste mensen kiezen voor inductie omdat het een stuk efficiënter werkt dan gas. Tijdens koken op inductie gaat energie rechtstreeks naar de pan, waardoor er weinig warmte verloren gaat. Je verbruikt dus minder energie voor hetzelfde resultaat. Door de efficiënte warmteoverdracht is inductie bovendien een stuk sneller: een pan met water heb je zo aan de kook. Ook fijn: een inductiekookplaat maak je in een handomdraai schoon. In plaats van etensresten uit gaspitjes te peuteren, haal je gewoon een doekje over het oppervlak. Scheelt weer tijd na een lange werkdag.
Een inductiekookplaat kopen doe je natuurlijk niet zomaar even. Weet je niet waar je moet beginnen? Let in elk geval op de volgende punten. 

Inbouw of vrijstaand

Wie van het gas afstapt, kiest meestal voor een ingebouwde inductiekookplaat. Deze wordt via een speciale aansluiting ingebouwd in het aanrecht, zodat hij strak oogt in de keuken. Ingebouwde inductiekookplaten hebben meestal vier kookzones of meer. Sommige modellen hebben een geïntegreerd afzuigsysteem, dat zich tussen de kookzones bevindt. In plaats van de kookdampen omhoog te trekken, zoals een traditionele afzuigkap doet, trekt zo'n afzuigsysteem de dampen juist omlaag. Ideaal voor open keukens waarin je geen ontsierende afzuigkap wilt ophangen.
Er zijn ook vrijstaande inductiekookplaten. Zo'n vrijstaande plaat zet je los op het aanrecht. Stekker erin en koken maar. Vrijstaande inductiekookplaten zijn meestal bedoeld voor kleinere keukens of bijvoorbeeld voor in de caravan. Ze hebben één tot vier kookzones en je bergt zo'n kookplaat makkelijk weer op als je hem even niet nodig hebt.

©alfa27 - stock.adobe.com

Hoeveelheid kookzones

Denk bij het kopen van een inductiekookplaat goed na over hoeveel je kookt en hoeveel ruimte je hebt. De meeste ingebouwde kookplaten hebben vier kookzones, maar er zijn ook modellen met vijf of zelfs zes zones. Let daarnaast op de breedte van de kookplaat. 60 cm past in een standaard keukenkastje. 70 cm geeft wat meer ruimte tussen de pannen, maar vaak bevatten deze modellen geen afzuigsysteem. 80 cm geeft nog meer comfort en biedt vaak wel ruimte voor afzuiging. 90 cm is het grootst; hierop passen vijf of meer zones, tenzij je kiest voor een ingebouwd afzuigsysteem. Dan zijn het er meestal vier. 

Extra functies

Veel inductiekookplaten zijn uitgerust met allerlei handige functies die het koken een stuk makkelijker én veiliger maken. Zo hebben veel modellen een boostfunctie die tijdelijk het vermogen van de kookplaat verhoogt: handig als je snel een pan kokend water nodig hebt. Sommige kookplaten beschikken over een flexzone: hiermee koppel je losse kookzones aan elkaar voor een groter kookoppervlak. Dat komt bijvoorbeeld van pas als je met grillplaten of een braadslee aan de gang gaat.
Vind je energiezuinigheid belangrijk? Dan wil je een inductiekookplaat met pandetectie. Pas als er een (geschikte) pan op een kookzone staat, slaat de kookplaat aan. Dit voorkomt energieverlies en het voorkomt ongelukken. Nog zo'n veilige functie is automatische uitschakeling: deze schakelt de kookplaat vanzelf uit als hij een tijdje niet is gebruikt of als er iets overkookt. Kook je vaak met meerdere pannen tegelijk (of ben je gewoon snel afgeleid)? Kies dan een model met ingebouwde timers, zodat je tijdens het koken niet met je telefoon in de weer hoeft. Met kinderen en huisdieren in huis is een kinderslot een must: dat voorkomt dat het apparaat per ongeluk aangezet wordt. 

©Lazy_Bear - stock.adobe.com

Bediening

Inductiekookplaten zijn er met moderne touchbediening of 'ouderwetse' draaisystemen. Touchpanelen zien er strak en modern uit en werken vaak erg makkelijk en snel, maar sommige mensen vinden draaiknoppen toch prettiger. Vooral als je natte handen hebt, geeft een draaisysteem je vaak meer controle dan touchbediening. Aan de andere kant zijn veel touchpanelen tegenwoordig zo intuïtief dat ze ook met natte vingers prima werken. Om erachter te komen wat je het prettigst vindt, kun je inductiekookplaten het beste in de winkel uittesten óf betrouwbare gebruikersreviews lezen. 

Geluidsniveau

De meeste inductiekookplaten zijn niet volledig stil. Ze maken ook weer geen herrie, maar vaak hoor je wel een zacht zoemend of tikkend geluid, vooral bij hogere standen. Wil je een echt stille kookplaat, bijvoorbeeld omdat je een open keuken hebt en er in de buurt gezellig getafeld of tv gekeken wordt? Kijk dan naar modellen met een geluidsniveau onder de 42 dB (decibel). 42 dB is vergelijkbaar met zacht geroezemoes in een klas. Ga je voor een kookplaat met ingebouwde afzuiging, kies dan voor een geluidsniveau onder de 70 dB (op de hoogste stand). 70 dB kun je vergelijken met een gewone afzuigkap of een stofzuiger. 

Nieuwe pannen nodig

Voor op je inductiekookplaat?