ID.nl logo
Huis

Unreal Tournament III

Unreal Tournament is 1 van de first person shooter-spellen die zichzelf zonder blikken of blozen tot de gevestigde orde mag rekenen. Epic, de ontwikkelaar van Unreal Tournament,lanceerde de eerst versie in 1999. Dit bleek een enorm succes. Ongeveer drie jaar later bracht de ontwikkelaar UT 2003 uit, een minder geslaagde opvolger door onder meer het ontbreken van voertuigen.

Dat foutje corrigeerde Epic in UT 2004. De achterban verwelkomde deze aanzienlijk verbeterde Unreal Tounament met open armen. Drie jaar later is het de beurt aan Unreal Tournament 3.

Epic en Midway houden er een vreemde telling op na. Als je naar het aantal versies van de shooter kijkt, zou je eerder deel 4 verwachten. Toch zit er logica achter: de eerste Unreal Tournament maakt gebruik van de Unreal Engine 1, de delen 2003 en 2004 gebruiken de tweede versie van deze engine. Unreal Tournament 3 maakt gebruik van de laatste versie: de Unreal Engine 3; dezelfde engine als in bijvoorbeeld Gears of War. Dat we grafisch genot mogen verwachten, mag duidelijk zijn, want Gears of War ziet er alles behalve beroerd uit.

Extreem snelle engine

En grafische schoonheid biedt Unreal Tournament 3! De karakters ogen bijzonder verzorgd, met hun welbekende, kleurrijke bepantserde pakken die we natuurlijk ook kennen uit vorige delen. Uiteraard is ook het detailniveau van de logisch opgebouwde speelvelden en de intrigerende omgevingen weer wat opgeschroefd ten opzichte van UT 2004. En het mooie aan dit verhaal is dat UT3 ook op tragere systemen nog prima draait. In ons testsysteem - een AMD Athlon X2 4200 (overgeklokt naar 2,9 GHz) met 2 GB geheugen - plaatsen we eerst een 6600GT met 128 MB en daarna een 8800GT met 512 MB. Met beide kaarten is UT3 prima te spelen.

Weinig verrassingen

Unreal Tournament is een straight forward shooter. Het doel is simpel: schiet de tegenstander overhoop. Het gros van de spelmodi bestaat dan ook uit rechttoe rechtaan schietwerk: deathmatch, team deathmatch en duel. Last man standing is helaas niet meer beschikbaar. Wat wel is gebleven, en is uitgebreid, is capture the flag. Behalve de variant waarbij je op en neer moet rennen, kun je in Unreal Tournament 3 ook aan de slag met voertuigen, waarbij het hoverboard een van de vernieuwingen is van het gamma. Dit zwevende skateboard is in 1 woord geweldig. Het is lekker snel en wendbaar en je mag de vlag meenemen op dit board. Zorg er wel voor dat je kogels goed ontwijkt, want eenmaal geraakt, ga je plat op je gezicht. Een respawn (herrijzen nadat je neergeschoten bent) is dan natuurlijk zo goed als zeker.

Een geheel nieuwe modus is Warfare. Deze slag om de powercore van de tegenstander lijkt op Onslaught (onder meer UT2004), maar heeft een belangrijke strategische wijziging. Het is bij warfare de bedoeling dat je 'nodes', verspreid over het speelveld, verovert en linkt. Daardoor maak je de powercore van de tegenstander gevoelig voor een aanval, zodat je deze kunt vernietigen. Het veroveren en linken van de nodes vereist een goede samenwerking en wat strategisch inzicht, zeker in een online gevecht. Uiteraard kun je ook bij Warfare gebruik maken van voertuigen, wat behoorlijk handig is bij grotere speelvelden.

Campagne-modus

Unreal Tournament is natuurlijk bedoeld om online te spelen. Voor een beginner is het echter geen doen het spel online te leren; daar is het simpelweg veel te snel en chaotisch voor. Natuurlijk bestaat een leerproces uit vallen en opstaan, maar bij UT3 gaat dat wel heel ver. Daar houdt vallen en opstaan in dat je vier seconden kunt lopen, voordat je een kogel tussen de ogen krijgt. De tegenstand bestaat namelijk louter uit fanatieke, doorgewinterde spelers. Kortom: online spelen is voor een beginner geen optie. Gelukkig heeft Midway een campagne ingebouwd om de beginner de kneepjes van het afslachten te leren.

De campagne laat de speler kennis maken met alle spelmodi, wapens en voertuigen. En dat zijn er nogal wat! Het leuke aan de campagne is dat je als speler zowel met een team van 'bots' kunt spelen, als online met andere spelers (maximaal drie). Die vervangen dan simpelweg de bots. Dit kan overigens een waardevolle aanvulling zijn, aangezien de bots je niet echt uit de brand helpen bij verhitte vuurgevechten.

Uiteraard is de moeilijkheidsgraad bij de campagne instelbaar. Op novice is de tegenstand minimaal. De bots schieten vaak mis en rennen niet echt weg als je op ze jaagt; de ideale modus voor de beginneling. Bij Godlike moet je van erg goede huizen komen, wil je de bots neerhalen. Uiteraard is het idee van de campaignmode de speler klaar te stomen voor de online-pret, maar het kan ook interessant zijn voor als je even geen zin hebt in een uitdaging op het web. Hoe dan ook is het een waardevolle aanvulling.PluspuntenMinpuntenConclusie

  • fantastisch graphics

  • speelbaar op oudere systemen

  • interessante speelmodi

  • erg snel en soms chaotisch

  • online spelen moeilijk voor beginners

Unreal Tournament 3 is zonder twijfel een waardige opvolger van Unreal Tournament 2004 en laat zien dat Midway zijn lesje heeft geleerd van 2003. De diverse speelmodi en uitgebreide voertuigen- en wapenassortiment kan de fanclub weer enkele jaren vermaken. Bovendien ziet UT3 er fantastisch uit en blijft het goed speelbaar op tragere pc's uit het middensegment. Het feit dat hij op een twee jaar oude Geforce goed speelbaar is, bewijst dit punt.

Uitstekend
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.