ID.nl logo
Huis

Welke Linux-versie past het beste bij jou?

Linux komt in zoveel verschillende smaken, dat je al snel niet meer weet waar je moet beginnen. Dat is zonde, want de kracht van Linux is juist dat het veel te bieden heeft voor ieder type gebruiker of pc. Welke Linux-versie past het beste bij jou? Daar kom je in dit artikel achter.

Voor beginners: Ubuntu

©PXimport

Ubuntu is dé Linux-distributie voor beginners, omdat het de bekendste distributie is en omdat het bedrijf erachter, Canonical, zich specifiek op gebruiksvriendelijkheid focust. De naam Ubuntu komt dan ook niet voor niets van een Afrikaans concept dat zoiets betekent als ‘menselijk zijn voor anderen’. Het is duidelijk: bij Ubuntu sta jij als gebruiker centraal.

Dat merk je aan allerlei zaken, van het gelikte installatieprogramma tot de uitgebreide verzameling standaard geïnstalleerde software en de mooie gebruikersinterface, GNOME genaamd. Bovendien bieden heel wat leveranciers van propriëtaire software hun programma’s eerst aan voor Ubuntu.

Ook interessant aan Ubuntu is dat er elke twee jaar een LTS-versie is (Long-term support), waarvoor je vijf jaar lang beveiligingsupdates krijgt. Zo hoef je lange tijd geen grote upgrade meer te doen als je bijblijft met de updates. De recentste LTS-versie is Ubuntu 18.04 LTS ‘Bionic Beaver’, dat tot april 2023 wordt ondersteund.

Voor beginners: Linux Mint

©PXimport

Linux Mint is al enkele jaren steevast de populairste Linux-distributie. Linux Mint biedt diverse desktopomgevingen aan, waarvan Cinnamon en MATE de populairste edities zijn. Het zijn beide omgevingen die er vrij klassiek uitzien, zeker MATE. Ze zijn daardoor gemakkelijk te begrijpen voor beginners.

Linux Mint heeft een grote schare aanhangers gekregen in de periode dat Ubuntu GNOME inruilde voor zijn eigen desktopomgeving Unity. Vorig jaar heeft Ubuntu die stap teruggedraaid en is het verschil tussen Ubuntu en Linux Mint niet zo groot meer.

Er is ook kritiek geweest op Linux Mint nadat de website gekraakt werd, omdat de beveiliging ervan niet helemaal op orde was. Het is een klein ontwikkelteam en beveiliging lijkt een wat ondergeschoven kindje. Tot nu toe heeft dat echter nog niet tot grote problemen geleid in de distro zelf, deels dankzij de veilige Ubuntu-basis.

Voor gevorderden: Fedora

©PXimport

Fedora is wellicht de meest innovatieve Linux-distributie voor algemeen gebruik. Nieuwigheden in de Linux-wereld tref je bijna altijd als eerste in Fedora aan. Zo was het een voorloper met systemd en Wayland. Het is dan ook de ideale distributie als je bij wilt zijn en je graag experimenteert met de nieuwste technologieën.

Red Hat beschouwt Fedora als de proeftuin op basis waarvan het stabielere Red Hat Enterprise Linux voor bedrijven wordt gemaakt. Fedora is trouwens de distributie waarmee Linus Torvalds, de maker van de Linux-kernel, dagelijks werkt.

Daartegenover staat dat Fedora je niet bij de hand houdt. Je krijgt toegang tot krachtige mogelijkheden, maar je bent zelf verantwoordelijk voor wat er misloopt. En als je de nieuwste, nog niet uitgebreid geteste technologieën uitprobeert, loopt er weleens iets mis. Maar doorgaans is Fedora in het dagelijks gebruik een veilige en stabiele distributie. De standaard desktopomgeving is GNOME.

Voor gevorderden: openSUSE

©PXimport

OpenSUSE is voor SUSE Linux Enterprise wat Fedora is voor Red Hat Enterprise Linux. Ook openSUSE is redelijk vooruitstrevend. In het algemeen iets minder dan Fedora, behalve op het gebied van het bestandssysteem Btrfs. OpenSUSE biedt met Snapper namelijk een krachtige back-uptool voor Btrfs, waardoor je tot op bestandsniveau ‘snapshots’ kunt maken en eenvoudig terugzetten.

OpenSUSE is vooral bekend om zijn krachtige beheertool YaST (Yet another Setup Tool). Die bestaat zowel in een grafische variant als een commandline-versie. En deze raakt zelfs niet van slag als je ook handmatig de onderliggende configuratiebestanden met een teksteditor aanpast. Met YaST is vrijwel alles op je systeem aan te passen.

Voor een stabiele en iets meer behoudsgezinde versie van openSUSE kies je openSUSE Leap. Wie het nieuwste wil uitproberen, installeert openSUSE Tumbleweed, waarbij je altijd de nieuwste updates krijgt. De voorkeursdesktopomgeving van openSUSE is KDE Plasma, dat ook uitgebreide mogelijkheden biedt om de interface naar je wensen aan te passen.

Voor een oude pc: Bodhi Linux

©PXimport

Veel Linux-distributies zijn niet zo geschikt meer voor oudere pc’s, omdat ze te veel beslag op de processor en het werkgeheugen leggen. Maar er is niets inherent zwaar aan Linux: dat zijn keuzes die de distributiemakers maken om een gebruiksvriendelijke en krachtige distributie aan te bieden.

Bodhi Linux is een distributie die het heel anders aanpakt. Met een processor op 500 MHz, 128 MB ram en 4 GB ruimte op je harde schijf heb je al voldoende. Verdubbel je die specificaties, dan werk je zelfs heel comfortabel met de distributie. Bodhi Linux is gebaseerd op een LTS-versie van Ubuntu en komt na installatie met de minimaal benodigde software. Je installeert daarna zelf je favoriete software of lichtgewicht alternatieven.

Ondanks de focus op oudere pc’s ziet Bodhi Linux er best knap uit. Het werkt met de desktopomgeving Moksha, een fork van het bekende Enlightenment E17. Die heeft allerlei blingbling, zonder een zware aanslag op je pc te plegen. Ideaal dus om een oude pc een tweede leven te geven.

Voor extra beveiliging: Tails

©PXimport

Vind je om een of andere reden anonimiteit heel belangrijk, dan kun je niet om Tails (The Amnesic Incognito Live System) heen. Dit is een live Linux-distributie, die je dus opstart vanaf een usb-stick en die geen sporen achterlaat op je computer. Na je sessie wordt zelfs het ram gewist, voordat de distributie je pc uitschakelt. Klokkenluider Edward Snowden gebruikte Tails om de NSA te slim af te zijn.

Het handelsmerk van Tails is dat het alle netwerkverbindingen die je maakt via het anonimiseringsnetwerk Tor omleidt. Daardoor krijgen websites die je bezoekt niet je ip-adres te zien, maar dat van een willekeurige Tor-server.

De Tor Browser, een browser gebaseerd op Firefox, neemt bovendien allerlei maatregelen om je privacy te waarborgen: advertenties worden verwijderd met uBlock Origin, met NoScript kies je zelf welk JavaScript je draait, met HTTPS Everywhere surf je automatisch naar de https-versie van een website als die er is enzovoort.

Voor extra beveiliging: Qubes OS

©PXimport

Qubes OS staat op de website van het project beschreven als ‘a reasonably secure operating system’. Dat mogen we gerust een understatement noemen. Het is een van de veiligste besturingssystemen die er bestaat, omdat het verschillende aspecten van je computergebruik van elkaar isoleert.

Dat doet het door verschillende ‘domeinen’ aan te maken (bijvoorbeeld privé, werk, bankzaken) en software per domein in een andere virtuele machine te draaien. Als iemand via een exploit in je e-mailclient je computer heeft gekraakt, zit die vast in je privé-domein. Die kan dan dus geen malware installeren in het domein van je bankzaken. Ook hardware zoals de netwerkkaart en usb-controller zijn in afzonderlijke domeinen ondergebracht.

Dat is allemaal ook mogelijk in een andere Linux-distributie, of zelfs Windows, door verschillende virtuele machines op te starten. Maar Qubes OS maakt het hele proces transparant en gebruiksvriendelijk. Zo krijg je rond een venster van een programma een rand in een specifieke kleur, afhankelijk van het domein.

Voor gamers: SteamOS

©PXimport

SteamOS is het besturingssysteem van Valve dat het voor zijn gameconsole Steam Machine heeft gemaakt. Het is gebaseerd op Debian GNU/Linux en is ontworpen om op normale pc-hardware games te spelen.

Je hoeft geen Steam Machine te kopen: je kunt SteamOS ook op je eigen hardware installeren. De minimumvereisten zijn een 64bit-processor van Intel of AMD, 4 GB werkgeheugen, 200 GB harde-schijfruimte en een grafische kaart van Intel, Nvidia (Fermi of nieuwer) of AMD (Radeon 8500 of nieuwer).

Je koopt je games in de Steam-winkel en speelt ze op je pc met SteamOS af. Die pc sluit je op je televisiescherm aan. De Steam-games moeten uiteraard Linux ondersteunen, maar dat is bij steeds meer Steam-games gelukkig het geval. Het is ook mogelijk om games van je Windows-, Mac- of Linux-pc naar SteamOS te streamen. SteamOS is overigens nog altijd in bèta.

Voor servers: CentOS

©PXimport

CentOS (van Community Enterprise Operating System) is een kloon van RHEL (Red Hat Enterprise Linux). Die laatste is een distro voor bedrijven, die alleen beschikbaar is als je ervoor betaalt. Je krijgt dan software-updates en technische ondersteuning door Red Hat. Maar omdat het overgrote deel van RHEL opensourcesoftware is en Red Hat de broncode zoals het hoort publiceert, kan iedereen daarmee een distro maken die op RHEL lijkt.

En dat is exact wat de CentOS-ontwikkelaars doen: ze nemen de software van RHEL en creëren daar een distributie van die sterk lijkt op RHEL. Er zijn enkele kleine verschillen. Zo mogen de ontwikkelaars de logo’s en branding van Red Hat niet gebruiken. CentOS is gratis beschikbaar en ondersteuning verkrijg je via de community op mailinglijsten, webfora en chatkanalen. Overigens sponsort Red Hat sinds enkele jaren het CentOS-project en is Red Hat ook de werkgever van de belangrijkste CentOS-ontwikkelaars.

CentOS is interessant als je ervaring wilt opdoen met RHEL zonder er onmiddellijk geld voor te moeten neerleggen. De meegeleverde software is hetzelfde, de configuratie gebeurt grotendeels hetzelfde en dezelfde software wordt ondersteund. Dat maakt CentOS ook ideaal om als server in te zetten. Doordat de distro zo goed als identiek is aan het grondig geteste RHEL, ben je zeker van een stabiele basis om serversoftware op te draaien.

Voor servers: Debian

©PXimport

Debian noemt zichzelf ‘het universele besturingssysteem’. In tegenstelling tot Windows 10 dat door Microsoft ook zo wordt genoemd, maakt Debian die naam echt waar. Het draait op heel wat processorarchitecturen en je kunt zelfs de Linux-kernel inruilen voor een GNU Hurd-kernel of een FreeBSD-kernel. Van oude pc’s tot supercomputers, van de Raspberry Pi en nas-apparaten tot PowerPC-werkstations, alles draait erop.

Debian is ook de moederdistributie van talloze andere distro’s, waaronder Ubuntu. Tijdens de redactiesluiting kende de populaire website DistroWatch maar liefst 142 actieve Debian-afgeleiden.Hoewel er dus allerlei zaken mee mogelijk zijn, is Debian vooral interessant als serverbesturingssysteem, bijvoorbeeld op een VPS (virtual private server), of in de vorm van de Debian-afgeleide Raspbian op een Raspberry Pi.

Debian bevat ongelooflijk veel software en neemt niet onmiddellijk de nieuwste versies op, maar test uitgebreid de versies die het in zijn distro opneemt. Daardoor ben je met Debian redelijk zeker van een stabiele basis. En als je al Ubuntu gewend bent, is het handig dat Debian dezelfde commandline-opdrachten kent, zoals voor het pakketbeheer met apt.

Voor minimalisten: Arch Linux

©PXimport

Arch Linux heeft een heel andere aanpak dan de meeste Linux-distributies. Ze gaat uit van het KISS-principe (‘keep it simple, stupid’). Na installatie heb je een minimalistisch basissysteem, en daarbovenop installeer je zelf de extra pakketten die je zelf kiest: de grafische interface, een desktopomgeving en je favoriete toepassingen.

De configuratie doe je vooral op de commandline. Arch Linux neemt ook weinig beslissingen in jouw plaats: de distro veronderstelt dat je zelf goed weet waarmee je bezig bent. En dat leer je wel als je een tijdje met Arch Linux werkt, onder andere dankzij de uitstekende ArchWiki, die ook voor gevorderde gebruikers van andere distro’s interessante informatie bevat.

Een ander verschil met de meeste distro’s is dat Arch Linux geen versies kent, maar een rolling-releasemodel heeft: eenmaal geïnstalleerd hoef je het besturingssysteem niet regelmatig te upgraden, maar installeer je gewoon de updates voor je software telkens wanneer die beschikbaar komen. H

et project stelt wel maandelijks nieuwe iso-images beschikbaar met een snapshot van de software op dat moment. Softwarebeheer gaat met de pakketbeheerder Pacman. Software is niet alleen via de officiële repository te installeren, maar je kunt ook software rechtstreeks van online bronnen compileren via de Arch User Repository (AUR).

Wil je van de voordelen van Arch Linux profiteren, maar heb je geen zin om zelf een hele desktopomgeving op te bouwen? Installeer dan een van de afgeleide distributies, zoals Manjaro Linux en Antergos, die een out-of-the box ervaring aanbieden.

Voor broncodeliefhebbers: Gentoo Linux

©PXimport

Als je Gentoo Linux installeert, compileer je zelf de broncode van alle pakketten, geoptimaliseerd voor je eigen systeem. Gentoo deelt wel wat van de KISS-filosofie met Arch Linux, maar gaat nog een stapje verder door de focus op de broncode. Meer nog dan in Arch Linux heb je in Gentoo de volledige controle over je systeem en moet je echt wel weten waar je mee bezig bent.

De installatie van Gentoo Linux is wat apart. Je start een minimalistisch systeem op, prepareert je harde schijf en compileert dan een Linux-kernel specifiek voor je eigen hardware. Daarna configureer en compileer je andere software en installeer je die op je schijf.

Dat klinkt allemaal moeilijker dan het is, want je krijgt deskundige begeleiding in het Gentoo Handbook . Vind je de omslachtige installatie maar niets, maar wil je wel de flexibiliteit van Gentoo in het dagelijks gebruik, installeer dan een Gentoo-afgeleide met out-of-the-box ervaring, zoals Sabayon. Maar eigenlijk zou elke Linux-gebruiker eens een keer Gentoo moeten installeren: je leert er veel door.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.