ID.nl logo
Virtualiseren kun je leren: zo boots je een tweede computer na
© PXimport
Huis

Virtualiseren kun je leren: zo boots je een tweede computer na

Je wilt aan de slag met Linux of met een andere Windows-editie, maar je vindt een live-systeem met een bootstick te traag, een dualboot-systeem te veel gedoe en meerdere fysieke machines te duur. Een oplossing die wel uitvoerbaar en betaalbaar is: virtualisatie in Windows.

Na een korte verkenningsronde van de virtualisatiefuncties zoals die in Windows zijn ingebouwd, gaan we uitgebreid aan de slag met de gratis hypervisor VirtualBox.

  • We installeren VirtualBox
  • We koppelen een virtuele schijf in VirtualBox
  • We voegen extensies toe aan onze virtuele machine

Interessant nadat je VirtualBox geïnstalleerd hebt: Whonix: virtueel en extra veilig

Tip 01: Virtualisatie

Voor we je de belangrijkste virtualisatiefuncties binnen Windows voorstellen, leggen we graag uit wat virtualisatie is. Of liever, wat we in dit artikel onder virtualisatie verstaan, want de definities zijn nogal uiteenlopend. Een gemeenschappelijke factor is het softwarematig nabootsen oftewel emuleren van een onderdeel of bron, op zo’n manier dat de software op dezelfde manier functioneert als het fysieke, geëmuleerde object. Anders gezegd: voor het systeem ziet deze software er als hardware uit. Het gaat dus om een virtuele versie van iets dat normaal gesproken fysiek is, zoals computerhardware, opslagapparaten, netwerkbronnen, besturingssystemen en applicaties.

In dit artikel focussen we ons op zogeheten virtuele machines die een complete computer softwarematig nabootsen, waarop vervolgens een besturingssysteem en allerlei toepassingen kunnen draaien. Wanneer je vanuit zo’n virtuele machine hardware wilt benaderen of het eigenlijke besturingssysteem wilt aanroepen, dan gebeurt dit doorgaans via emulatie, zoals voor de processor, de netwerk- of grafische kaart, of de hardeschijfinterface. Voor betere prestaties worden hiervoor tegenwoordig ook wel specialistische stuurprogramma’s ingezet, het zogeheten paravirtualisatie, maar we gaan hier niet verder op in.

Tip 02: Hypervisors

De software(laag) waarmee je virtuele machines maakt en beheert op een fysieke computer oftewel host, noemen we een hypervisor. Er bestaan twee hoofdtypes. Zo is er het type-1-hypervisor, ook wel bare-metal-hypervisor genoemd. Zo’n tool draait dankzij eigen drivers rechtstreeks op de fysieke hardware van de machine, zonder dat er een reeds geïnstalleerd besturingssysteem nodig is. Bekende voorbeelden van dit type zijn VMware ESXi en Microsoft Hyper-V (zie ook tip 3).

In dit artikel gaan we het vooral hebben over het type-2-hypervisor, ook wel hosted hypervisor genoemd, omdat dit (de drivers van) een host-besturingssysteem nodig heeft. Bekende voorbeelden hiervan zijn Parallels Desktop (voor macOS), VMware Workstation Player (voor Linux en Windows) en Oracle VirtualBox. Deze laatste is gratis, opensource, beschikbaar voor Linux, macOS en Windows, wordt goed up-to-date gehouden is en krijgt daarom alle aandacht in dit artikel.

Tip 03: Windows-onderdelen

Windows zelf heeft ook diverse virtualisatiefuncties ingebouwd, maar Microsofts terminologie blijkt helaas verwarrend. Je begrijpt meteen wat we bedoelen als je Windows-onderdelen opent: druk op Windows-toets+R en voer optionalfeatures uit. Er verschijnt een venster met diverse optionele functies waarvan enkele rond virtualisatie draaien. In Windows Home gaat het om drie onderdelen: Platform voor virtuele machine, Windows Hypervisor-platform en Windows-subsysteem voor Linux. In Windows Pro en hoger zijn er nog vier extra: Hyper-V, Windows-Sandbox, Microsoft Defender Application Guard en Containers. We lichten heel kort elk onderdeel toe.

Windows-subsysteem voor Linux voorziet in een gevirtualiseerde Linux-kernel, waardoor je Linux-distributies kunt installeren en gebruiken. Hiervoor is het wel nodig dat je ook Platform voor virtuele machine inschakelt. Heb je deze items ingeschakeld en wil je met een externe hypervisor als VirtualBox aan de slag, dan dien je tevens een vinkje te plaatsen bij Windows Hypervisor-platform. Dit zorgt er namelijk voor dat zo’n hypervisor kan draaien bovenop de Hyper-V-hypervisor. Deze laatste zit slechts in uitgeklede vorm in Windows Home, maar via de optie Hyper-V kun je deze in Pro-versies en hoger als volwaardige hypervisor inzetten en er virtuele machines mee maken en beheren. Met Windows-Sandbox maak je snel een virtuele Windows-testmachine, wat handig kan zijn om veilig met Windows te experimenteren. Microsoft Defender Application Guard is een beveiligingsfunctie waarmee je websites en documenten in afgeschermde browser- of Office-instanties kunt openen (voor Chromium-browsers vind je hier een extensie). Het onderdeel Containers tot slot kan nodig zijn indien je Windows-containers wilt gebruiken.

Applicatievirtualisatie In dit artikel hebben we het eigenlijk alleen over systeemvirtualisatie, waarbij dus een complete machine, inclusief besturingssysteem en toepassingen, wordt gevirtualiseerd. Dit kun je bijvoorbeeld doen met de in Windows Pro en hoger ingebouwde functies Hyper-V en (ten dele) met Windows-Sandbox.

Maar wat als je alleen specifieke toepassingen wilt virtualiseren? Dan is het wel omslachtig om daarvoor eerst een volledig gevirtualiseerd systeem op te starten. In dit geval ben je handiger af met zogeheten applicatievirtualisatie, een concept dat nauw verwant is aan sandboxing. Terwijl bij een sandbox de toepassing wel degelijk draait op het (host-)besturingssysteem, draait deze bij applicatievirtualisatie in een gevirtualiseerde omgeving die volledig is afgescheiden van het onderliggende besturingssysteem. De toepassing gebruikt hierbij ook een gevirtualiseerd bestandssysteem, register en andere bronnen. Hiervoor bestaan verschillende programma’s: een uitstekende en inmiddels gratis geworden opensource-tool is Sandboxie-Plus (voor Windows 32 en 64 bit).

Tip 04: Systeemeisen

Virtualisatie is dus op allerlei manieren ingebakken in Windows, maar helaas heb je voor een echte hypervisor Windows Pro of hoger nodig. Omdat lang niet iedereen hierover beschikt, houden we het bij Windows Home, en dan kom je automatisch uit bij een externe hypervisor als Oracle VM VirtualBox (die het trouwens ook uitstekend doet op Windows Pro en hoger). VirtualBox is weliswaar niet de enige tool, maar hij is gratis, opensource, wordt goed up-to-date gehouden en draait prima onder Windows (en ook onder Linux en macOS).

Houd er wel rekening mee dat virtualisatie de nodige eisen aan je systeem stelt. Om te beginnen heeft je systeem flink wat intern geheugen nodig: 4 GB is een absoluut minimum, maar om meerdere virtuele machines tegelijk te kunnen draaien is 12 GB of meer beter. Je hebt uiteraard ook voldoende vrije opslagruimte nodig voor je virtuele machines.

Verder moet het systeem een moderne processor bevatten, die, wat VirtualBox betreft, bij voorkeur ook zogeheten hardwarevirtualisatie ondersteunt (zie ook deze gids van Oracle). Je gaat als volgt na of dit op je Windows-systeem is ingeschakeld: druk op Ctrl+Shift+Esc voor het Taakbeheer en open het onderdeel Prestaties. Klik op Processor en check of Virtualisatie is Ingeschakeld. zo niet, dan moet je dit alsnog regelen in het UEFI-BIOS van je systeem, waarschijnlijk in een rubriek genaamd Chipset, Advanced CPU Configuration of Northbridge. Raadpleeg hiervoor je systeemhandleiding.

Is je computer niet geschikt?

Schaf een van model met 12 GB RAM of meer aan!

Tip 05: Installatie VirtualBox

Download VirtualBox. We gaan ervan uit dat je met Windows werkt en dus kies je hier Windows hosts om een uitvoerbaar bestand op te halen. Op het moment van schrijven was dat versie 7.0.6. Dubbelklik op het gedownloade exe-bestand om de tool te installeren. In het setup-venster druk je op Next. In het volgende venster mag je de standaardinstellingen ongemoeid laten. Druk op Next en op Yes, zodat ook een virtuele netwerkinterface mee kan worden geïnstalleerd. Rond af met Install en Finish. Je hypervisor staat nu klaar om je eerste virtuele machine te maken en te beheren.

Tip 06: Iso’s downloaden

In het Windows-startmenu tref je nu Oracle VM VirtualBox aan, dat je met een muisklik opstart. Je komt in het hoofdvenster van de beheermodule VirtualBox Manager terecht. Deze oogt nog behoorlijk leeg. Logisch, want je hebt nog geen virtuele machines gemaakt. Dat kan op verschillende manieren, afhankelijk van welk type bestand of bron je vertrekt. We tonen je achtereenvolgens de standaardmethode voor een schijfkopiebestand, een zogeheten appliance (tip 9) en een virtuele schijf (tip 10).

Een schijfkopiebestand is vaak een iso-bestand. Er is genoeg keuze, want er zijn bijvoorbeeld al een paar honderd Linux-distributies beschikbaar (zie bijvoorbeeld de verzamelsite DistroWatch.com).

Wie goed zoekt, vindt bijvoorbeeld ook allerlei Windows-installaties als iso. Zo kun je via de tool Rufus iso’s downloaden van Windows 7 tot Windows 11. Start Rufus, druk op het pijlknopje en kies Downloaden. Druk vervolgens op de knop Downloaden en selecteer de beoogde Windows-editie. Druk enkele keren op Doorgaan en kies telkens de gewenste Release, Editie, Taal of Architectuur. Bevestig met Downloaden en bewaar het iso-bestand. Houd er wel rekening mee dat je ook voor gevirtualiseerde Windows-installaties een licentie nodig hebt, maar je kunt er minstens dertig dagen zonder activering mee aan de slag, wat voor uitgebreide experimenten kan volstaan.

Tip 07: Iso’s installeren

Het is nu de bedoeling dat je het besturingssysteem van het iso-bestand virtualiseert.

Start VirtualBox en druk op Nieuw. Vul een geschikte naam in, duid de map aan waarin je virtuele machine(s) terecht moeten komen en verwijs naar het iso-bestand. Als het goed is stelt VirtualBox nu een installatie zonder toezicht voor. Dit zorgt ervoor dat je nauwelijks ertussen hoeft te komen tijdens de installatie van het besturingssysteem op de virtuele machine. Je laat in dit geval best het vinkje weg bij Overslaan installatie zonder toezicht.

Druk op Volgende, waarna VirtualBox je vraagt om de velden Gebruikersnaam en Wachtwoord (2x) in te vullen. Vul ook een Hostnaam in (zonder spaties) en laat de Domeinnaam voor wat die is. Plaats tevens een vinkje bij Guest Additions, deze zorgen namelijk voor een betere integratie met je host en daardoor meer gebruiksgemak.

Druk op Volgende en geef aan hoeveel geheugen en processors je aan de virtuele machine wilt toekennen. Dit hangt samen met het beoogde besturingssysteem en met de hoeveelheid bronnen die je zoal ter beschikking hebt. Druk op Volgende en kies een geschikte schijfgrootte. Selecteer Nieuwe virtuele harde schijf aanmaken. Verder raden we aan om geen vinkje te plaatsen bij Pre-alloceren volledige grootte, zodat VirtualBox de virtuele machine met de actuele databehoefte kan laten meegroeien (en je niet meteen alle ingestelde maximale schijfruimte claimt). Bevestig met Volgende, check nogmaals de instellingen en zet alles in gang met Afmaken.

Tip 08: Handmatige setup

Biedt VirtualBox geen installatie zonder toezicht aan of blijkt dit om een of andere reden niet te lukken, dan zit er weinig anders op dan dit handmatig te doen. De procedure is vergelijkbaar met die van tip 7, maar zodra de virtuele machine is toegevoegd aan het beheervenster gebeurt er niets.

Selecteer dan je virtuele machine en klik op Start. Afhankelijk van de gekozen distributie vind je in het opgestarte bureaublad wellicht een knop als (Try or) Install <naam_distributie>. Selecteer deze optie en volg de verdere instructies. Gewoonlijk moet je hier dan gegevens als taal en toetsenbordindeling invullen. Bij Installatietype mag je zonder schroom iets als Wis schijf en installeer <naam_distributie> selecteren. Immers, het gaat om een virtuele schijf en deze bevat nog geen gegevens. Bevestig de installatie. Op het einde vul je nog je (gebruikers)naam en wachtwoord in, waarna je aan de slag kunt met je virtuele besturingssysteem.

Problemen?

Het kan gebeuren dat een besturingssysteem weigert een virtuele installatie uit te voeren. Bij Linux kan dan de melding kernel panic opduiken. Dit euvel los je normaal gesproken als volgt op: heb je virtualisatiefuncties in Windows geactiveerd, zorg dan ook dat Windows Hypervisor-platform is ingeschakeld bij Windows-onderdelen (zie tip 3). Bij Linux-distributies helpt het vaak het aantal virtuele processors te verhogen naar 2 (desnoods meer). Dit doe je via de instellingen van de uitgeschakelde virtuele machine (zie tip 14).

In Windows Pro of hoger kan het ook helpen als je de beveiligingsfunctie Geheugenintegriteit uitschakelt. Je vindt deze via de instellingen van Windows (Windows-toets+I) waar je Privacy en beveiliging / Windows-beveiliging / Kernisolatiedetails selecteert.

Lukt het nog steeds niet, dan schakel je de virtualisatiefuncties van Windows uit via Windows-onderdelen (zie tip 3). Blijft de virtuele machine koppig weigeren, dan zijn er (in Windows Pro) wellicht nog virtualisatiefuncties blijven hangen. Je schakelt deze dan grondiger uit als volgt: klik met rechts Opdrachtprompt in het Windows-startmenu en kies Als administrator uitvoeren. Vervolgens voer je de volgende commando’s uit:

bcdedit /set hypervisorlaunchtype off

DISM /Online /Disable-Feature:Microsoft-Hyper-V

Tip 09: Appliance importeren

Soms vind je op internet ook vooraf geconfigureerde virtuele machines, wat handig is bij bewerkelijke configuraties. We noemen dit appliances en deze importeer je als volgt in VirtualBox. We nemen de anonimiserende Linux-distributie Whonix als voorbeeld. Ga naar de website van Whonix en klik op Download Whonix Xfce (FREE!) voor het ova-bestand (Open Virtual Appliance), een archiefbestand met bestanden noodzakelijk om een virtuele machine te maken.

Ga vervolgens naar Bestand en kies Appliance importeren. Via het mapicoon verwijs je naar het ova-bestand. Druk op Volgende, stel het veld Machinebasismap in (de map voor je virtuele machines) en bevestig met Afmaken / Akkoord.

Er duiken nu twee virtuele machines op in de beheermodule. Start zowel Whonix-Gateway-XFCE als Whonix-Workstation-XFCE op. Het is tevens mogelijk een ova-appliance van een bestaande virtuele machine te exporteren. Dit doe je via Bestand / Appliance exporteren; eventueel plaats je hier een vinkje bij Meenemen ISO-imagebestanden.

Ook interessant: Zo draai je Windows op je Raspberry Pi

Tip 10: Virtuele schijf

Een bestaande virtuele harde schijf in VirtualBox koppelen kan ook. Met het gratis Disk2vhd kun je zelfs je huidige fysieke Windows-installatie in zo’n virtuele schijf onderbrengen. Start de tool, plaats een vinkje bij je Windows-volume en bij de systeemvolumes. Laat het vinkje staan bij Use Volume Shadow Copy, maar verwijder het vinkje bij Use Vhdx. Na afloop van het langdurige proces klik je op Nieuw in VirtualBox, laat je ISO-image ingesteld op <niet geselecteerd>, druk je twee keer op Volgende en kies je Bestaand virtuele harde schijf-bestand gebruiken, waarna je naar je vhd(x)-bestand verwijst. Wil je via deze weg een Windows 11-installatie virtualiseren, lees dan ook de extra uitleg.

Tip 11: Weergaves

Je virtuele machine staat nu helemaal klaar in de beheermodule. Je hoeft die nu alleen maar te selecteren en op de groene startpijl te drukken. Het deelvenster VM opstarten verschijnt en als het goed is, start even later het gevirtualiseerde systeem. Het gebeurt echter geregeld dat de weergave niet optimaal is. Mogelijk helpt het om de resolutie binnen het gevirtualiseerde systeem aan te passen. Vanuit een Cinnamon-desktop in Linux bijvoorbeeld klik je hiervoor linksonder op Toepassingen tonen en kies je Instellingen, waar je bij Schermen de Resolutie kunt instellen.

Maar ook vanuit VirtualBox kun je de weergavemodus van je virtuele machine aanpassen. Dit doe je vanuit de menubalk helemaal bovenaan. Klik hier op Weergeven en kies een van de beschikbare modi, zoals Schermvullende, Naadloze of Geschaalde Modus (bevestig met Switchen), AutoSchalen gastscherm of (handmatig) Venstergrootte aanpassen.

Let er wel op dat je bij bepaalde modi niet langer dit VirtualBox-menu te zien krijgt. Via sneltoetsen als <hosttoets> in combinatie met L, F of C keer je terug naar de vorige weergave. Of je drukt op <hosttoets>+Home om het menu op te roepen. Standaard is <hosttoets> de Rechter Ctrl-toets in Windows.

Tip 12: Snapshots

Het besturingssysteem van een virtuele machine afsluiten, kan op dezelfde manier als je bij een fysieke computer. Maar je kunt ook de actuele status van die machine door VirtualBox laten bewaren, zodat je bij het herstarten van de machine begint waar je geëindigd was. Dat kan vanuit het VirtualBox-menu, via Bestand / Sluiten, waar je de staat van de machine opslaan kiest.

Stel, je wilt op je virtuele machine flink wat experimenteren met het risico dat je het gevirtualiseerde systeem verprutst. In dit geval maak je het liefst een zogeheten snapshot voordat je aan je experimenten begint. Dit kan eigenlijk op twee manieren.

De eerste is om dit vanuit een draaiend systeem te doen via het menu Machine / Snapshot maken. De tweede is om een virtuele machine in de beheermodule te selecteren, op het menu-icoon rechts van deze machine te klikken en te kiezen voor Snapshots / Nemen. In beide gevallen vul je vervolgens een snapshotnaam in en bevestig je met OK. Houd er wel rekening mee dat snapshots flink wat schijfruimte kunnen innemen.

Om naderhand naar zo’n snapshot terug te keren open je opnieuw het menu Snapshots, klik je met rechts op het beoogde snapshot in het overzicht en selecteer je Terugzetten (Verwijderen is eveneens een optie).

Tip 13: Toevoegingen

Vanuit de beheermodule zijn nog heel wat andere opties mogelijk. Zo is er het menu Tools (links bovenaan) waar je via het menu-icoon het onderdeel Extenties (sic) kunt openen. Klik hier op Installeren en verwijs naar het VirtualBox Extension Pack dat je vanaf de officiële site kunt downloaden (klik op All supported platforms) in de vorm van een extpack-bestand. Na je akkoord wordt het extensiepakket toegevoegd en dit biedt ondersteuning voor onder meer RDP, schijfversleuteling en NVMe.

Er zijn ook toevoegingen van een ander type, de zogeheten Guest Additions en het is de bedoeling dat je deze toevoegt aan een virtuele machine nadat het gast-besturingssysteem is geïnstalleerd. Als het goed is, volstaat hiervoor een vinkje bij een geautomatiseerde installatie (zie tip 7), maar desnoods installeer je deze achteraf. Start hiervoor je virtuele machine op, open het menu Apparaten en kies Optische schijven / Invoegen Guest Additions CD-image, waarna je deze Guest Additions kunt installeren vanuit een virtuele cd-rom die via het bestandsbeheer van je gastsysteem beschikbaar komt. Via deze pagina lees je meer over de voordelen van deze toevoegingen, evenals over een handmatige manier om deze te installeren. Een van de grote voordelen is dat je nu ook het klembord en allerlei gegevensbestanden makkelijker kunt uitwisselen tussen host- en gastsysteem.

Tip 14: Fijnregelen

In VirtualBox zijn er nog andere instellingen om de configuratie van je virtuele machines aan te passen. Wanneer je namelijk een virtuele machine selecteert en Instellingen kiest, verschijnt een uitgebreid menu met allerlei opties. Houd er wel rekening mee dat bij een draaiende machine of een machine met opgeslagen status minder opties aanpasbaar zijn. In dit geval moet je de machine eerst volledig afsluiten.

We raden je aan alle rubrieken even te openen, waaronder Algemeen, Systeem, Beeldscherm, Opslag, Netwerk, Gedeelde mappen enzovoort en alle opties door te lopen.

De meeste rubrieken bevatten ook diverse tabbladen. We kunnen hier slechts een paar voorbeelden geven. Zo bepaal je bij Systeem / Processor het aantal virtuele processors. Bij Systeem / Moederbord leg je de bootvolgorde van de beschikbare media vast. Wil je het gastsysteem meer videogeheugen geven, dan ga je naar bij Beeldscherm / Scherm. Extra virtuele schijven – met interfaces als IDE of SATA – regel je via Opslag. Vanuit de rubriek Netwerk bepaal je hoe een virtuele machine zich al dan niet met de rest van je (fysieke of virtuele) netwerken en internet mag verbinden.

Bij Gedeelde mappen tot slot kun je via de plusknop bepalen welke fysieke mappen je met welke machtigingen je vanuit de virtuele machine bereikbaar wilt maken.

▼ Volgende artikel
Vloerverwarming in de badkamer, een goed idee?
© Leonid Iastremskyi
Energie

Vloerverwarming in de badkamer, een goed idee?

Je wilt de oude badkamer slopen en volledig opnieuw inrichten, of je droomt van een paleis van een badkamer in je nieuwbouw. Terwijl je in je plannen helemaal losgaat, rijst de vraag of vloerverwarming in de badkamer überhaupt een goed idee is?

Vloerverwarming in de badkamer is een luxe, maar je moet wel op een aantal dingen letten. Er zijn twee soorten vloerverwarming, bovendien is de oppervlakte van de ruimte soms te klein om de badkamer voldoende warm te maken. In dit artikel komen de volgende punten terug:

  • Twee systemen: Hydronische vloerverwarming is energiezuiniger op lange termijn, terwijl elektrische vloerverwarming sneller opwarmt en geschikt is als bijverwarming.
  • Ruimte en opbouwhoogte: Watergedragen systemen hebben meer ruimte nodig (ca. 13 cm), elektrische systemen zijn dunner (vanaf 2,5 cm).
  • Combineren met radiatoren: Door beperkte vloeroppervlakte in badkamers is een combinatie met een radiator vaak nodig voor voldoende warmte.

Vooral in de badkamer wil je het comfortabel warm hebben wanneer je in bad gaat of een douche neemt. Daarbij komt dat je in de badkamer vaak op blote voeten loopt en dan is een verwarmd vloer een luxe. Er zijn twee soorten vloerverwarming die vaak worden gebruikt in de badkamer: de traditionele vloerverwarming die gebaseerd is op water, oftewel een hydronisch systeem, en er is de elektrische vloerverwarming. 

Traditionele vloerverwarming

Het hydronische type wordt het meest toegepast. Kunststof leidingen onder de vloer transporteren warm water om warmte in de badkamer te creëren. Het water wordt op temperatuur gebracht door de cv-ketel of door een warmtepomp. Beton is een fantastische warmtegeleider en verdeelt de warmte gelijkmatig over het gehele oppervlak van de vloer. Dit systeem is misschien wel duurder om te laten aanleggen, maar op lange termijn spaar je energiekosten. Hoe meer kamers in de woning worden verwarmd door vloerverwarming, hoe kostenefficiënter de installatie wordt.

© Kadmy - stock.adobe.com

De hydronische vloerverwarming bestaat uit leidingen die warm water transporteren. 

Elektrische vloerverwarming

Elektrische vloerverwarming gebruikt geleidende kunststofmatten onder de vloer die de warmte produceren. Elektrische vloerverwarming werkt net zo goed als het hydronische systeem, maar stroom is nog steeds duurder dan bijvoorbeeld gas. Nadeel is dat dit systeem in grote ruimtes hoge energiekosten met zich meebrengt.

Een voordeel van een elektrische vloerverwarming is dat hij onafhankelijk van de cv werkt. Deze bijverwarming wordt alleen aangezet wanneer nodig en werkt dus zelfs wanneer de cv uitstaat, bijvoorbeeld op een koude zomerdag. De rest van de woning hoeft niet onnodig verwarmd te worden als je bijvoorbeeld wilt douchen.

Bovendien heeft het elektrische systeem een veel kortere opwarmtijd dan de traditionele vloerverwarming. De gewenste temperatuur wordt al bereikt in slechts 30 tot  60 minuten. De dunne matten zijn verbonden met een thermostaatregelaar, zodat je eenvoudig de ideale vloerwarmte kunt instellen. En als je voldoende warmte hebt gehad, kun je  de elektrisch verwarmde badkamertegels uitschakelen met de afstandsbediening.

©ELIZAVETA GALITCKAIA

De elektrische vloerverwarming is een veel dunner systeem.  

Dun of dik

Belangrijk is dat de opbouwhoogte van elektrische vloerverwarming veel lager is dan bij een hydronisch systeem. Dit is een dunne vloerverwarming. Je kunt zowel de matten als de folies zelfs rechtstreeks op de bestaande vloer aanleggen. En je moet rekening houden met een opbouwhoogte vanaf 2,5 centimeter. Bij een hydronisch systeem wordt er eerst een isolatieplaat aangebracht, dan komen de leidingen voor het cv-water in een zand-cement-ondergrond  en daarop wordt de eindvloer geplaatst. Reken op een opbouwhoogte van 13 cm. 

STRALINGSWARMTE

Welk van beide systemen je ook kiest, vloerverwarming produceert voornamelijk stralingswarmte. Deze energie straalt door de vloer omhoog, daarom wordt dit ook een stralingsverwarmde vloer genoemd. In dit artikel lees je alles over de verschillende manieren waarop warmte wordt overgedragen en wat stralingswarmte is. Stralingswarmte verplaatst zich rechtlijnig zoals de stralen van de zon. Wanneer je dus een grote badmat op de badkamervloer zou leggen, dan houd je de stralingswarmte tegen.

Als vloerverwarming niet kan, werkt een los kacheltje ook prima

Kies er wel één speciaal voor de badkamer

Vloerverwarming en badkamerradiator combineren

Kies je ervoor om de vloerverwarming te gebruiken als hoofdverwarming, dan zal de vloerverwarming de volledige ruimte moeten verwarmen. Er is dan geen andere warmtebron in de badkamer aanwezig. In dat geval moet je er rekening mee houden dat de vloerverwarming voldoende capaciteit heeft.

Een voordeel is dat er geen radiatoren nodig zijn. Een badkamer is een lastige ruimte om alleen door middel van vloerverwarming op 21- 24 graden te krijgen. De vloeroppervlakte van de badkamer wordt grotendeels ingenomen door de douche, het bad, het badkamerkastje, het toilet en eventuele andere meubels. Bovendien is het totale oppervlak meestal te klein om voldoende warmte af te geven. Om dit tekort aan te vullen, kun je een handdoekdroger of badkamerradiator plaatsen. Dit is vaak ook nog een esthetische oplossing. De vloerverwarming en radiator vullen elkaar en de capaciteit van de vloerverwarming hoeft dan niet zo hoog te zijn.

©Mike Higginson - stock.adobe.com

Combineer vloerverwarming met een badkamerradiator of handdoekdroger om een snellere reactietijd te garanderen. 

Voordelen en nadelen van vloerverwarming in de badkamer

Welke type je ook kiest, elektrisch of hydronisch, we noemen nog even de voordelen en de aandachtspunten van vloerverwarming in de badkamer op.

 Voordelen

  • Dit afgiftesysteem werkt op lage temperatuur en vraagt minder energie om deze kamer te verwarmen. 

  • De aangename stralingswarmte wordt gelijkmatig verdeeld over de volledige badkamervloer. Dat is het tegenovergestelde van een geforceerd luchtsysteem dat warme lucht in de kamer blaast en dat automatisch wordt uitgeschakeld wanneer de gewenste temperatuur is bereikt.

  • Hierdoor geniet je van meer comfort. De lucht in de badkamer is gezonder en minder droog. 

  • Bovendien neemt dit warmteafgiftesysteem geen plaats in, wat handig is een ruimte waar de plaats beperkt is.

  • Dit systeem heeft een geruisloze werking. Er is dus geen lawaaierig luchtverwarmingssysteem.

  • Er is nauwelijks onderhoud nodig. Je hoeft je geen zorgen te maken over onderhoudsschema's.

🌡Leestip: Je woning verwarmen met lage temperaturen? Dat kan ook zonder vloerverwarming

Aandachtspunten

  • Het kost meer tijd om de kamer op te warmen dan met een radiator. Daarom combineert men vaak vloerverwarming met een lage-temperatuurradiator. 

  • Niet alle vloerafwerkingen zijn geschikt om gecombineerd te worden met vloerverwarming. Toch werkt dit systeem prima met tegels en laminaatvloeren, die doorgaans in een badkamer worden gebruikt. 

  • Wanneer het misgaat met een van de beide typen, kan het nodig zijn dat je de vloer moet openbreken om het probleem te repareren. 

  • Houd zeker rekening met de opbouwhoogte. Je kunt de vloer in de badkamer misschien wel wat hoger maken, maar het is niet de bedoeling dat dit letterlijk een struikelblok wordt.  

NOOIT ONDER DE DOUCHE

Vloerverwarming onder de douche is een slecht idee. Gaat het om elektrische vloerverwarming, dat kan dit een gevaarlijke situatie opleveren als de installatie niet volledig waterdicht is. Je loopt het risico op kortsluiting. Het is bekend dat water door de voegen van de douchetegels sijpelt en in de ondervloer terechtkomt. Door vloerverwarming onder de douche te installeren, verhoog je ook het gevaar op lekkages.

Lees ook: Vloerverwarming: tips voor een behaaglijk huis

 


▼ Volgende artikel
Review OnePlus 13R – Gemengde gevoelens
© Rens Blom
Huis

Review OnePlus 13R – Gemengde gevoelens

De OnePlus 13R is een goedkopere en minder complete smartphone dan topmodel OnePlus 13. Is deze telefoon met een adviesprijs van 749 euro een slimme keuze of ben je beter af met een ander toestel? Je leest het in deze review van de OnePlus 13R.

Goed
Conclusie

De OnePlus 13R is een smartphone die over het algemeen goed bevalt, dankzij een mooi scherm en krachtige hardware en software waar je jaren mee vooruit kunt. Toch kunnen wij deze 749 euro kostende telefoon lastig aanraden. Concurrerende toestellen bieden meer functies én krijgen langer software-updates. De OnePlus 13R lijkt ons daarom een interessante koop als hij in prijs gaat zakken. Voor nu zijn de Google Pixel 9, Motorola Edge 50 Neo en Samsung Galaxy S24 boeiender alternatieven.

Plus- en minpunten
  • Scherm
  • Krachtige hardware
  • Goede primaire camera
  • Houdt niet zo prettig vast
  • Niet waterdicht, geen draadloos opladen
  • Matige groothoekcamera
  • Updatebeleid had beter gekund

Je koopt de OnePlus 13R voor een adviesprijs van 750 euro, waarmee hij 250 euro goedkoper is dan de OnePlus 13. Verwar het toestel overigens niet met de OnePlus 12 en 12R, die in 2024 zijn uitgebracht.

Grote smartphone mist functies

De OnePlus 13R is te koop in het zwart en in het wit, en ziet er modern en premium uit. Dat is het uiterlijk, want over de ergonomie zijn we minder enthousiast. De smartphone heeft een groot 6,78inch-scherm en gebruikt een erg rechthoekig ontwerp, zonder afgeronde schermranden en zonder afgeronde achterkant. In de praktijk vinden wij het toestel daarom niet heel prettig vasthouden. Zeker met één hand is het onmogelijk om het bovenste deel van het scherm te bedienen.

©Rens Blom

Het is ook jammer dat de OnePlus 13R qua ontwerp minder compleet is dan de 13 én veel vergelijkbaar geprijsde smartphones. Zo kan het toestel niet draadloos opladen en is de behuizing alleen stof- en waterbestendig – niet waterdicht.

Het grote oledscherm laat een goede indruk achter: lekker scherp dankzij de resolutie van 2780 x 1264 pixels, fel genoeg om altijd prima afleesbaar te zijn en het weet mooie kleuren weer te geven. Handig is dat het scherm je vingers nauwkeurig blijft registreren tijdens een regenbui. Dat kunnen maar weinig andere telefoons. Die raken namelijk in de war en registreren ook regendruppels als aanrakingen. Daar heeft de OnePlus 13R geen last van.

©Rens Blom

Krachtige specificaties

Over de specificaties van de OnePlus 13R zijn we enthousiast. Het toestel is voorzien van veel werkgeheugen (12 GB) en opslagcapaciteit (256 GB), inmiddels een gangbare combinatie in dit prijssegment. De gebruikte Qualcomm Snapdragon 8 Gen 3-processor is van vorig jaar en zat toen in de duurste smartphones, waaronder de OnePlus 12. Tegenwoordig is deze betrouwbare en hartstikke snelle processor goedkoper in te kopen, dus zijn we blij met deze logische keuze van OnePlus.

©Rens Blom

Van de accuduur hadden we stiekem meer gehoopt. Begrijp ons niet verkeerd: je kunt de OnePlus 13R zonder problemen een lange dag gebruiken zonder je zorgen te hoeven maken over de batterij. Maar daar houdt het op, lezen we ook in andere reviews terug. Dat is best gek, want ten opzichte van andere smartphones heeft de 13R een grotere accucapaciteit (totaal 6000 mAh). En de Snapdragon 8 Gen 3-processor is energiezuinig, weten we van smartphones van vorig jaar. Waar het dan 'misgaat', weten we niet, maar de enorme accu vertaalt zich dus niet in een enorme accuduur.

Opladen doet de OnePlus 13R alleen via usb-c. Dat kan met maximaal 80 watt als je een OnePlus-snellaadadapter hebt of koopt voor 50 euro. Die adapter is niet bij de smartphone inbegrepen. Met een andere adapter laadt de 13R veel langzamer op. Jammer, maar geen probleem als je het toestel 's nachts oplaadt.

Camera's

De smartphone is voorzien van een prima selfiecamera en drie camera's op de achterkant. Dat zijn een 50megapixel-hoofdcamera, een 8megapixel-groothoekcamera en een 50megapixel-telelens voor een paar keer zoom. Na een week met de OnePlus 13R zijn we niet bijster enthousiast over de camera's. De hoofdcamera scoort een ruime voldoende, ook in het donker. De groothoekcamera daarentegen presteert ondergemiddeld in dit prijssegment en de zoomcamera biedt slechts 2x zoom. Sommige vergelijkbare telefoons komen tot 5x zoom.

©Rens Blom

Updatebeleid had beter gekund

Op de OnePlus 13R is Android 15 geïnstalleerd, waar OnePlus zijn OxygenOS-schil overheen legt. Die schil lijkt sprekend op ColorOS van Oppo, wat verklaarbaar is omdat het zusterbedrijven zijn. ColorOS werkt prima, maar is wel erg druk. Niet alle functies lijken ons even nodig en andere functies lijken wel erg veel op die van Apples iOS. OnePlus mag bovendien best stoppen met games en apps aanraden. Die weten we heus wel zelf te vinden.

©Rens Blom

We zien liever dat het merk focust op een beter updatebeleid. De OnePlus 13R krijgt namelijk vier Android-upgrades en zes jaar beveiligingsupdates. Dat is korter dan concurrerende smartphones van Motorola (zes jaar complete updates), Google, Samsung en Apple (allemaal zeven jaar). En best gek: de OnePlus 13R krijgt even lang updates als de OnePlus Nord 4, die honderden euro's minder kost.

Conclusie: OnePlus 13R kopen?

De OnePlus 13R is een smartphone die over het algemeen goed bevalt: hij heeft een mooi scherm, krachtige hardware en software waar je jaren mee vooruit kunt. Toch kunnen we deze 749 euro kostende telefoon lastig aanraden. Concurrerende toestellen bieden meer functies én krijgen langer software-updates. De OnePlus 13R lijkt ons daarom een interessante koop als hij in prijs gaat zakken. Voor nu zijn de Google Pixel 9, Motorola Edge 50 Neo en Samsung Galaxy S24 boeiender alternatieven.