ID.nl logo
Video's bewerken met OpenShot
© Reshift Digital
Huis

Video's bewerken met OpenShot

Zeker na de zomervakantie is het bewerken van video’s een klusje waar nogal wat mensen zich voor gesteld zien. Al was het maar om al het overbodige materiaal uit de geschoten vakantiefilmpjes te halen. Deze activiteit hoeft je dankzij de open source videobewerker OpenShot geen cent te kosten. En met deze tips is het ook niet zo heel moeilijk meer.

Tip 01: Installeren

OpenShot is een veelzijdige videobewerker met vriendelijke bediening, en daarmee ook meteen een uitstekend alternatief voor Windows Movie Maker. Prettige bijkomstigheid: je kunt kiezen uit versies voor Windows, Linux en macOS. De installatie is rechttoe-rechtaan en kent geen vervelende opties met reclame-malware. De eerste keer dat je het programma start, verschijnt een korte introductie. In de eerste stap is het mogelijk om de standaard ingeschakelde optie Ja, ik wil OpenShot verbeteren! uit te zetten. Daarmee voorkom je dat er gebruiksgegevens naar de makers worden verzonden, mocht je erg op je privacy gesteld zijn. Doorloop de introductie even en de pret kan beginnen.

©PXimport

Tip 02: Importeren

Ten eerste moet er een videobestand geïmporteerd worden in OpenShot, bijvoorbeeld van je smartphone, digitale fotocamera of natuurlijk een al even digitale videorecorder. Wel dienen deze films eerst naar de pc overgeheveld te worden. Hiervoor bewandel je de gebruikelijke weg, al dan niet geholpen door bij het apparaat geleverde software. Blader met de Windows Verkenner naar de map waar de videobestanden zijn bewaard. Klik op een bestand en sleep het naar het linker venster – onder Projectbestanden – van OpenShot.

Tip 03: Filmstrip

De clips zijn nu in OpenShot geïmporteerd. Om echt iets aan videobewerking te kunnen doen, sleep je ze – in de gewenste volgorde – naar de tijdlijn onder in beeld. Het maakt verder niet uit in welk ‘spoor’ je de clips achter elkaar zet. Pak dus in principe het bovenste (Spoor 4), anders blijf je mogelijk heen en weer scrollen. Plaats om te beginnen eens twee clips netjes achter en tegen elkaar aan. Vervolgens voegen we meteen even een ‘starteffect’ in de vorm van een zoom-in toe. Klik daarvoor met de rechtermuisknop op het eerste ingevoegde fragment. In het geopende contextmenu klik je Animatie / Begin van fragment / Zoom / Inzoomen (50% naar 100%). Uiteraard kun je ook een van de vele andere beschikbare effecten gebruiken.

©PXimport

Tip 04: Preview

Je kunt het toegevoegde effect direct bekijken. Klik daarvoor onder het preview-paneel op de afspeelknop. Bedenk daarbij dat de preview mogelijk net iets minder vloeiend verloopt dan straks in de uiteindelijke film. In het preview-beeld zie je namelijk live toegepaste effecten. Als je over een wat tragere pc en/of videokaart beschikt, wordt er hier en daar wellicht een beeld (frame) overgeslagen. Naast de afspeel- annex pauzeknop staan er onder de voorbeeldvideo nog een paar knoppen. De meest linkse en rechtse gele exemplaren dienen om snel naar het begin of eind van de content op de filmstrip te springen. De witte ‘dubbele driehoekjes’ zorgen voor vooruit of achteruit spelen. Herhaald op een van deze knopjes klikken zorgt voor versneld afspelen. Te snel? Klik dan op het tegenovergestelde knopje om de zaak weer te vertragen.

Tip 05: Overgang

Een harde overgang tussen clips kan soms mooi zijn, maar vaak ook niet. Zeker niet als beide clips niet helemaal aan elkaar gerelateerd zijn. Wil je een zachtere overgang, dan kun je kiezen uit een scala aan effecten. Klik boven de filmstrook op Overgangen. Vaak zijn de simpelste effecten het mooist, zoals faden. Het zorgt voor een rustige weergave waar de kijker geen hoofdpijn van krijgt. Maar wil je je eens helemaal uitleven, dan kan dat: psychedelische effecten genoeg. Om een overgangseffect tussen twee clips in te stellen, sleep je eerst een effect naar het einde van de eerste clip en vervolgens hetzelfde effect naar het begin van de volgende. Met andere woorden: wil je bijvoorbeeld fade naar zwart maken aan het eind van een clip, dan sleep je het blokje Fade naar het einde van de eerste clip. Sleep dit Fade-effect breder of smaller om het effect te verlengen. Standaard is Fade ingesteld op infaden. Om langzaam naar zwart te faden klik je met de rechter muisknop op het toegevoegde effect in de filmstrip. Klik in het contextmenu op omgekeerde transitie. Sleep nu nogmaals het Fade-effect vanuit het overgangenpaneel naar het opvolgende blok. Sleep het op de gewenste lengte. Deze keer hoef je niet voor een omgekeerde transitie te kiezen, want we willen infaden en dat is het standaardgedrag van dit effect. Het eindresultaat is nu dat het beeld langzaam zwart wordt aan het einde van de eerste clip en het beeld van de opvolgende clip langzaam zichtbaar wordt.

©PXimport

Wil je een zachtere overgang, dan kun je kiezen uit een scala aan effecten.

-

Tip 06: Crossfade

Wil je een echte ‘crossfade’ maken, dan is wat meer creativiteit nodig. Sleep de aansluitende videoclip naar een spoor lager, bijvoorbeeld van Spoor 4 naar Spoor 3. Zorg dat het iets overlapt met de voorgaande clip. Sleep ook het Fade-effect (of een ander) weer naar het begin van deze verhuisde clip. Je hebt nu een prima crossover gemaakt.

Tip 07: Project bewaren

Je hebt nu al aardig wat dingen uitgevoerd in de software. Tijd om het project te bewaren. Klik in het menu Bestand op Project opslaan. Geef je project een naam en bewaar het in een map waar je het terug kunt vinden. Let op: je bewaart nu de film nog niet! Dit is puur de omschrijving van het geheel. Het is dus zaak om te zorgen dat de bronclips in de map blijven staan waarvandaan je ze ook hebt toegevoegd vanuit de Verkenner. Pas als het project helemaal klaar is en je zeker weet dat je niets meer wilt veranderen, kun je de bronbestanden verwijderen of verplaatsen. En dan pas ná het renderen en bewaren van de uiteindelijke video. Komen we straks nog uitgebreid op terug. Verder geldt dat er in de map waar je het projectbestand bewaart, ook een mapje met de naam thumbnail wordt aangemaakt. Ook die map moet je laten staan. Ook als je je project op bijvoorbeeld het bureaublad hebt opgeslagen.

©PXimport

Tip 08: Beter filmen

Deze video-editor is vooral handig voor het inkorten van fragmenten. Vaak zit er namelijk een vreemde beweging aan het begin en einde van een opname uit de losse hand. Gouden tip bij het filmen: zorg voor wat rust aan het begin en het eind van een opname. Ofwel: hou de camera een seconde of drie stil en begin dan pas met bewegen. Dat maakt het achteraf bewerken van de videoclips een stuk makkelijker. Overgangen zien er ook mooier uit bij stilstaand beeld, waarbij de camera niet beweegt. Pannen is bijvoorbeeld heel mooi, maar houd de camera aan het eind van zo’n pan even stil. Direct vanuit een pan overgaan naar een volgend fragment oogt vaak lelijk.

Tip 09: Inkorten

Het inkorten – ook wel ‘trimmen’ genoemd - van een videofragment is eenvoudig. Beweeg je muis naar het begin of einde van een videoblokje op de tijdlijn, tot aan het punt waarop de cursor in twee tegengestelde horizontale pijltjes verandert. Je kunt nu met de linkermuisknop het blok op de gewenste lengte slepen. In het preview-venster zie je precies waar je gaat snijden. Heb je het blok op lengte gesneden en de overbodige zaken verwijderd, dan zul je zien dat een eventueel aanwezig opvolgend blok een stukje verder staat. De ontstane zwartruimte tussen beide blokken is niet goed, die levert namelijk ook een zwart beeld op gedurende die tijd. Schuif alle navolgende (of voorgaande) blokken dan ook weer netjes sluitend. Heb je meerdere blokken inclusief effecten over verschillende sporen verdeeld staan, dan is het zaak om eerst alle te verplaatsen blokken te selecteren. Dat kan door erop de Control-klikken. Sleep vervolgens de hele selectie sluitend. Ook is het mogelijk met de muis een selectiekader om alle te verplaatsen blokken te slepen, net wat je prettiger vindt. Is alles weer netjes aangesloten, dan is de operatie geslaagd.

©PXimport

In eerste instantie heb je het geluid niet nodig: eerst moet het beeld in orde zijn

-

Tip 10: Effecten als laatst

Een heel praktische tip voor videobewerken in OpenShot: plaats eerst alle videofragmenten in de juiste volgorde op de tijdlijn en pas ze in lengte aan. Voeg pas daarna (overgangs)effecten toe. Het maakt dat je minder goed hoeft op te letten bij het verplaatsen van de blokken. En ook loop je niet het risico een precies goed geplaatst (overgangs)effect kapot te maken doordat je het per ongeluk niet hebt geselecteerd.

Tip 11: Audio scheiden

Het is je ongetwijfeld al opgevallen dat er geen geluidsspoor getoond wordt in OpenShot. In eerste instantie heb je dat ook niet nodig: eerst moet het beeld in orde zijn. Het is praktisch om beeld en geluid van elkaar te scheiden. Je kunt dan het beeld en geluid onafhankelijk van elkaar bewerken. Dat regel je door met de rechtermuisknop op een videoclip in de tijdlijn te klikken, en dan in het geopende contextmenu voor Audio Scheiden en Enkele Clip (alle kanalen) te kiezen. Je ziet nu dat er – na even wachten – een nieuw audio-blok direct boven of onder het bijbehorende videoblokje verschijnt. Of het videoblok verplaatst naar een spoor lager of hoger, net wat qua plaatsing beter uitkomt. Voor de duidelijkheid hebben we even een nieuw voorbeeldproject opgezet.

©PXimport

Tip 12: Audio bekijken

Van het langere blok is de audio nu van het beeld gescheiden. Met als gevolg twee op het oog identieke blokjes op de tijdlijn. Maar let op de naamgeving: we zien IMG_1872.MOV en IMG_1872.MOV (alle kanalen). Dat laatste blok met de vermelding alle kanalen is het audioblok. Wil je dat duidelijker maken, klik dan met de rechtermuisknop op het laatstgenoemde geluidsblok en daarna in het geopende contextmenu onder Weergave op Waveform geluid weergeven. Je ziet nu een grafische representatie van het geluidsspoor dat bij de clip hoort.

Tip 13: In- en uitfaden

Nu is OpenShot geen geluidsbewerker; daarvoor moet je uitwijken naar iets als het ook opensource Audacity. Wel beschikt deze video-editor over een paar praktische tools. Zo behoren in- of uitfaden van het geluid tot de mogelijkheden. Klik met de rechtermuisknop op het audioblokje en kijk in het geopende contextmenu onder Volume. Daar tref je volumeopties verdeeld over drie categorieën aan. Onder Begin van Fragment vind je onder meer de infade-optie en onder Einde van fragment de uitfade-optie. Telkens kun je kiezen uit snel of langzaam. Het volume van de hele clip kan verhoogd of verlaagd worden onder Gehele clip. Daar kun je ook kiezen om automatische aan begin en eind respectievelijk een fade-in en fade-out te maken. In principe zijn dit alle tools die je nodig hebt om videogeluid op orde te brengen.

©PXimport

Heb je slecht of oninteressant geluid bij een videoblok, verwijder dat dan

-

Tip 14: Muziek

Muziek toevoegen is heel makkelijk. Sleep een audiobestand (bijvoorbeeld een mp3’tje of flac) naar je Projectbestanden in OpenShot. Sleep vervolgens van daaruit de muziek naar een leeg spoor. Je kunt de audiotrack net als alle andere blokken verplaatsen, trimmen enzovoorts. Heb je bijvoorbeeld slecht of niet interessant geluid bij een bepaald videoblok, dan kun je daarvan het geluid helemaal verwijderen. Scheid geluid en beeld eerst weer en verwijder dan het geluidsblok (selecteren en op Delete drukken). Nu hoor je alleen de achtergrondmuziek. Je ziet het complete plaatje iets hiervoor onder het kopje Audio scheiden.

Tip 15: Exporteren

Is je film klaar, dan moet deze geëxporteerd worden. Klik daarvoor in het menu Bestand op Video exporteren. Vul en bestandsnaam in en kies en map via de knop Bladeren. Om zo compatibel mogelijk te zijn met een scala aan afspeelapparatuur kies je het best achter Doel voor MP4 (h.264). De meeste digitale video- en fotocamera’s filmen in Full HD 1080p (interlaced) met 30 beelden per seconde (fps). Kies daar dan ook voor achter Videoprofiel. Is jouw camera anders ingesteld, dan kan hier gekozen worden uit een lange lijst aan andere settings. Zorg dat achter Kwaliteit de optie Hoog is gekozen. Klik op Video exporteren. Deze klus kan – zeker bij langere video’s – even duren!

©PXimport

▼ Volgende artikel
Review Baristina Plus Stainless Steel – Foolproof design, smakelijke koffie
© Versuni
Huis

Review Baristina Plus Stainless Steel – Foolproof design, smakelijke koffie

Philips introduceert de Baristina Plus Stainless Steel, een semi-automatische koffiemachine met een roestvrijstalen design en iced coffee-functie. Dit derde apparaat in de Baristina-lijn combineert een robuuste uitstraling met veel gebruiksgemak. Kan er echt niks verkeerd gaan? ID.nl testte het uit.

Uitstekend
Conclusie

Deze machine blinkt uit in gebruiksgemak en het robuuste design zal zeker een grote groep koffiedrinkers aanspreken. Het reservoir bevat genoeg water om de dag door te komen, en er kan eigenlijk niets misgaan tijdens het gebruik. De prijs is stevig vergeleken met de eerder uitgebrachte Baristina Bean Swap, die geen optie heeft voor ice koffie maar wel weer de keuze biedt uit twee soorten koffiebonen. Ben je erg prijsbewust en wil je wel de genoemde functies voor espresso, lungo en ice koffie, maar geef je niks om verse bonen, dan is de L'OR Barista Absolu zeker een optie: die werkt met cups maar is in functionaliteit identiek. Kies je voor je eigen bonen, stijl en gebruiksgemak, dat is de Baristina Plus Stainless Steel een goede keuze.

Plus- en minpunten
  • Stijlvolle uitstraling
  • Gebruiksgemak
  • Meerdere opties voor volume/type koffie
  • Geen handleiding meegeleverd
  • Gevoelig voor vingerafdrukken
  • Prijzig

Ontwerp & specificaties

De Baristina Plus Stainless Steel is een matte, zilverkleurige koffiemachine waarmee je espresso, lungo en cold brew kunt maken van je eigen gewenste soort koffiebonen. In het apparaat zit een grinder die de bonen maalt, de gemalen koffie komt in het portafilter terecht en daarmee zet de Baristina een kop koffie in de gewenste sterkte. De machine is met zijn 5,8 kilo makkelijk te verplaatsen en niet overdreven groot: 35 centimeter hoog, 38 centimeter diep en 15 centimeter breed. De buitenzijde is uitgevoerd in RVS. Smaakvol, maar wel gevoelig voor vingerafdrukken (zoals alle apparaten van roestvrij staal).

©Versuni

Plaats in de Baristina-lijn & techniek

Deze machine is de derde variant in de Baristina-lijn. De eerste, de Baristina, bood in vergelijking met dit apparaat geen ice koffie en was eenvoudiger uitgevoerd. De tweede, de Baristina met Bean swap, bood de gebruikers de keuze om bij elke bak koffie te kiezen tussen twee soorten bonen, of een mix van beide. Dit derde, nieuwe apparaat is een premium-machine die naast een luxe uitstraling de kwaliteit van versgemalen koffie combineert met gebruiksgemak. Als extraatje vergeleken met het instapmodel is er dus de ice coffee-optie. Voor het koffiezetten zet de machine 16 bar pompdruk in voor optimale extractie.

Uitpakken & installatie

De machine zit deugdelijk verpakt in een grote doos met kartonnen bescherming. Er zit geen handleiding bij, alleen een sticker met iconen die aangeven wat er ongeveer moet gebeuren. We vinden dat echt een minpunt; wie nieuw is 'in de koffie' heeft toch wat meer informatie nodig over wat de machine precies kan.

Monteren is een groot woord voor wat je zelf nog moet doen om je eerste kop koffie te zetten. Je pakt het portafilter uit, spoelt het goed om en vult het waterreservoir van 1,2 liter. Dat kan door het reservoir los te halen uit de machine en onder de kraan te vullen. Handiger is het om het klepje bovenaan even open te doen en dan met een kan of maatbeker het water aan te vullen. Bovenin zit een reservoir voor koffiebonen. Ook dit open je met een klepje en vul je tot de rand. Dat is alles!

Bediening & functies

Dit apparaat is duidelijk ontwikkeld voor de koffieliefhebber die houdt van gemak en kwaliteit. De kwaliteit heb je natuurlijk deels zelf in de hand door het type koffiebonen dat je gebruikt. Het gemak uit zich in de bediening van de machine. Aan de bovenzijde zitten verschillende knoppen: een voor espresso, een voor lungo, een voor koffie waar je een ijskoffiedrank mee wilt maken, en een knop voor extra sterke koffie, voor als de standaardinstelling niet voldoende voor je is. Voor de ice coffee wordt de koffie eerst warm gebouwen waarna het doorstroomproces traag verloopt zodat de koffie langzaam afkoelt tijdens het zetten.

De instelling van de molen is niet aanpasbaar, het volume van de koffie in het kopje wel. Hier uit zich het gemis aan een handleiding, deze functie ontdekten we pas toen we op het YouTube-kanaal van Philips wat filmpjes bekeken over de bediening en functies. HIER vind je de betreffende video.

©Versuni

Workflow: van boon tot kop

Je duwt het portafilter in de gleuf links tot deze vastklikt. Dan kies je de gewenste drank, en beweegt (swipet) het portafilter helemaal naar rechts, waar de grinder zit. Het filter zit dan vast en de machine maalt de koffiebonen. Dat maakt uiteraard geluid, vergelijkbaar met andere koffiezetapparaten. Het filter spring terug naar de beginpositie, en de machine zet de gewenste hoeveelheid koffie. Stopt de keuzeknop met knipperen, dan is je 'bakkie' klaar. Het portafilter kun je dan loshalen, ondersteboven boven de vuilnisbak houden en met een druk op de knop de koffiedrab eruit werpen. Dat is alles.

Hier zie je in een Duitstalige video precies hoe dit werkt:

Watch on YouTube

Praktijktest

Koffiemachines moeten natuurlijk getest worden en het liefst door veel verschillende mensen. Ons testexemplaar beleefde de vuurdoop tijdens een drukke verjaardagsvisite, waarbij alle koffiedrinkende bezoekers een kopje Baristina kregen. De vraag was of de machine snel genoeg zou zijn om mensen niet nodeloos lang te laten wachten, en of het geluid van het malen de gesprekken niet zou overstemmen. Voor beide aspecten slaagde de machine met vlag en wimpel. Iedereen was erg te spreken over de smaak van de koffie. Het waterreservoir van 1,2 liter is natuurlijk na enige tijd leeg, dus moet tijdens zulke bijeenkomsten tussentijds wel worden bijgevuld.

Koffiebonen bewaar je niet in de zak uit de supermarkt

Houd ze lang vers in een speciaal bewaarblik

Aandachtspunt

Wel dook er een klein aandachtspunt op. Na enige tijd kwam er nogal waterige koffie met een raar kleurtje uit de machine en klonk het malen ook een beetje gek. De koffiebonen bleken op te zijn. Daar komt verder geen signaal of melding van, maar is iets om in de gaten te houden. Het deksel van het koffiebonen-reservoir is semi-transparant, dus normaliter zou je dat wellicht snel zien. Echter, de machine wordt niet geleverd met een handleiding, maar... met een paarse sticker precies op die plek! Als je die er niet afhaalt, zie je dus niet hoe het gesteld is met de voorraad koffiebonen.

Onderhoud & schoonmaak

De machine heeft verder weinig nodig aan energie van de gebruiker. Het lekbakje is afneembaar en kun je periodiek schoonmaken. Als je zorgt voor voldoende water en bonen en het portafilter elke keer leegmaakt na het zetten van een kopje koffie, kun je een tijd vooruit. Overigens: als je vergeet de drab weg te gooien en aan een nieuwe bak koffie wilt beginnen, kun je het portafilter niet naar de grinder bewegen, dan zit 'ie vast. Je kunt dus nooit verse koffie gemaald krijgen over de drab van een eerdere sessie.

©Versuni

Eindoordeel & alternatieven

Deze machine blinkt uit in gebruiksgemak en het robuuste design zal zeker een grote groep koffiedrinkers aanspreken. Het reservoir bevat genoeg water om de dag door te komen, en er kan eigenlijk niets misgaan tijdens het gebruik. De prijs is stevig vergeleken met de eerder uitgebrachte Baristina Bean Swap, die geen optie heeft voor ice koffie, maar wel weer de keuze biedt uit twee soorten koffiebonen. Ben je erg prijsbewust en wil je wel de genoemde functies voor espresso, lungo en ice koffie, maar geef je niks om verse bonen, dan is de L'OR Barista Absolu zeker een optie. Die werkt met cups maar is in functionaliteit identiek. Kies je voor je eigen bonen, stijl en gebruiksgemak, dat is de Baristina Plus Stainless Steel een goede keuze.

☕ Bekijk alle koffieapparaten van Philips op Kieskeurig.nl

▼ Volgende artikel
Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt
© ID.nl
Energie

Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt

Met de huidige energieprijzen letten we allemaal extra op ons stroomverbruik. Zuinig aandoen klinkt logisch, maar is best lastig als je niet weet waar de echte energieslurpers zitten. Soms zitten de kosten in een onverwachte hoek. We zetten vijf apparaten op een rij die meer stroom verbruiken dan je waarschijnlijk denkt.

Dit artikel in het kort

Na het lezen van dit artikel zie je precies welke apparaten in huis ongemerkt meer kosten dan je dacht en hoe energielabels je kunnen helpen om de kosten goed (of in ieder geval beter) in te schatten.

Lees ook: Toch nog verdienen aan je zonnepanelen? Zo doe je dat!

Altijd doen: energielabel checken of instellingen aanpassen

Als je iets in huis moet vervangen, kijk in de winkel dan altijd eerst naar het energielabel. Dat geeft een duidelijk beeld van het stroomverbruik. Blijf je liever nog even bij je huidige toestel, dan helpt het om zuiniger met de instellingen om te gaan. Denk aan het aanpassen van de standby-stand of het apparaat alleen gebruiken op momenten waarop de stroomprijs lager ligt. Dat levert al snel tientallen euro's voordeel op.

Het energielabel laat in één oogopslag zien hoe energiezuinig een apparaat is. Vanaf maart 2021 zijn de labels voor een groot aantal apparaten aangepast. Voor de meeste apparaten (zoals wasmachines, vaatwassers, koelkasten, televisies en wasdrogers) loopt de nieuwe schaal van A (het zuinigst) tot G (het minst zuinig). Bij deze groep is A+++ dus verleden tijd; een label C of D is hier vaak al erg zuinig.

Let op: Voor sommige productgroepen, zoals ovens, afzuigkappen en airco's, wordt het oude label nog wel gebruikt. Daar is A+++ nog steeds het hoogst haalbare. Kijk dus altijd goed naar de letter én de kleur op de kaart.

Op energielabel.nl kun je per apparaat opzoeken wat hoe de energielabels precies lopen.

©EPREL

1. Kokendwaterkraan: 133 euro per jaar

Meteen kokend water uit de kraan: wie eenmaal een Quooker heeft, wil niet meer zonder. Maar realiseer je wel dat zo'n kraan het water doorlopend op temperatuur moet houden. En dat zie je terug op je energierekening. Een voorbeeld: een gezin van drie personen gebruikt gemiddeld zo'n 10 liter kokend water per dag via een Quooker. Om dit water te verwarmen, is jaarlijks ongeveer 423 kWh aan energie nodig (bron: ANWB Energie) . Daarnaast kost het op temperatuur houden van het water nog eens 87,5 kWh per jaar. Dit komt neer op een totaal energieverbruik van 511 kWh per jaar. Stel dat je een energiecontract hebt waarbij je gemiddeld 0,26 euro per kWh betaalt, dan kost de kraan je 133 euro per jaar. Je moet dus zelf de afweging maken of je het extra comfort vindt opwegen tegen de extra kosten.

Waar zijn deze bedragen op gebaseerd?

Bij het berekenen van de kosten zijn we uitgegaan van een gemiddelde stroomprijs van 0,26 euro per kWh. Dit is het bedrag dat de ANWB noemt als meest actuele stroomprijs (november 2025). Je kunt de berekeningen makkelijk aanpassen door het tarief in te vullen dat je zelf betaalt.

2. Wifi-versterker: 23 euro per jaar

Overal goede wifi in huis: we kunnen niet meer zonder. Zeker wanneer je veel thuis werkt, graag streamt of kids hebt die niet achter hun gameconsole zijn weg te slaan, is een must. Grote kans dus dat je een of meerdere wifi-versterkers of repeaters gebruikt. Omdat die 24/7 hun werk doen, kost dat meer dan je misschien denkt. De gemiddelde wifi-versterker – je hebt ze met verschillende wattages – verbruikt jaarlijks 88 kWh. Dat kost je per jaar dus ongeveer 23 euro per repeater.

Verbruik uitrekenen

Hoe weet je nu hoeveel energie een apparaat verbruikt? Dat kun je zelf uitrekenen als je het vermogen in Watt (W) weet. Dit wattage vind je meestal in de specificaties of achterop het apparaat onder het kopje Vermogen. Bij vergelijkingssites zoals Kieskeurig.nl vind je die informatie ook terug:

Omdat energie op je rekening in kilowattuur (kWh) wordt afgerekend, moet je Watt eerst omrekenen: 1 kilowatt (kW) = 1000 Watt (W).

Bijvoorbeeld: Een stofzuiger van 900 Watt is: 900 ÷ 1000 = 0,9 kW.

Om de kosten te berekenen, gebruik je deze formule: Energieverbruik (kWh) = Aantal uur in gebruik (h) x Vermogen (kW)

Rekenvoorbeeld:
Gebruik je de stofzuiger van 0,9 kW elke week 3 uur? Dan is het verbruik: 0,9 x 3 = 2,7 kWh per week. De kosten hiervan zijn dan 2,7 kWh x 0,26 euro = = 0,702 per week. Op jaarbasis is dat dus ruim 36 euro per jaar.

Let op:
Deze berekening werkt alleen goed voor apparaten die constant vermogen vragen zolang ze ingeschakeld zijn. Denk aan een stofzuiger, waterkoker of straalkachel: die staan 'aan' en verbruiken dan continu stroom. Voor apparaten met een wisselend programma of thermostaat (zoals een wasmachine, vaatwasser of koelkast) werkt deze som niet, omdat ze niet constant op vol vermogen draaien. Daarvoor kun je beter naar het kWh-verbruik op het energielabel kijken.

3. Televisie: afhankelijk van grootte en schermresolutie

Niet verrassend: het stroomverbruik van een televisie is afhankelijk van het formaat van het scherm. Een 65inch-televisie verbruikt bijvoorbeeld twee keer zo veel stroom als een 43inch-exemplaar met hetzelfde energielabel. Vooral de resolutie van het scherm maakt veel uit voor het verbruik. Grotere beeldschermen hebben een hogere resolutie om een scherp beeld te krijgen, zoals een 4K- of zelfs 8K-resolutie. 8K-televisies verbruiken flink meer energie dan een 4K-televisie die net zo groot is. Bij televisies wordt daarom ook vaak het stroomverbruik apart vermeld voor zowel de SDR- als de HDR-video. In dit geval staat SDR voor Standard Dynamic Range met een resolutie van 1080p en HDR voor 4K-content.

Doordat er hier zo veel variabelen een rol spelen, kunnen we geen richtbedrag berekenen. Met deze gegevens en de uitleg over verbruik uitrekenen in het kader hierboven kun je dit het beste zelf doen.
Lees ook: Dit zijn de 11 best geteste televisies van 2025

Ook de beeldkwaliteit bepaalt hoeveel energie wordt verbruikt. Bij SDR-gebruik (1080p) krijgt deze tv energielabel E, terwijl de HDR-stand goed is voor energielabel G, een stuk minder zuinig dus.

4. Extra koelkast - tussen de 30 en 36 euro

Wanneer ze een nieuwe koelkast kopen, zetten veel mensen hun oude koelkast in de schuur of garage. Handig, maar houd er rekening mee dat oude koelkasten wel een stuk minder zuinig zijn dan nieuwe. Stel dat je een simpele, eendeurs oude koelkast als extra koelruimte gaat gebruiken. Grote kans dat zo'n koelkast dan energielabel D, E of zelfs F heeft. Daarvan is het gemiddelde jaarverbruik respectievelijk 113, 130 en 139 kWh. Dat kost je op jaarbasis al snel tussen de 30 en 36 euro op jaarbasis extra.

Het kan dus slimmer zijn om in plaats daarvan één grotere koelkast in de keuken neer te zetten. Neem een energiezuinig model als de Samsung RB38C607AB1: die heeft een koelinhoud van 273 liter en een vriesinhoud van 114. Verbruik op jaarbasis? 108 kWh, dus ongeveer 28 euro. Dat is dus lager dan die simpele, oude eendeurs koelkasten die we hierboven hebben aangehaald!

Weet je niet zeker of je aan één koelkast genoeg hebt? Veel mensen leggen uit gewoonte alles in de koelkast, maar dat is zonde van de ruimte én de energie. Sommige producten horen er zelfs liever niet in: tomaten, komkommers, avocado's en aubergines verliezen door de kou hun smaak. Daarnaast zijn harde groenten zoals pompoen, knolselderij en winterpeen op een koele plek in huis wekenlang houdbaar zonder koeling. En waarom zou je zes flessen frisdrank tegelijk koelen? Er pas een nieuwe fles in zetten wanneer de oude bijna leeg is werkt net zo goed.

Wil je de tweede koelkast toch houden, zet hem dan alleen aan wanneer je hem echt nodig hebt, bijvoorbeeld wanneer je je hele familie hebt uitgenodigd voor het kerstdiner of wanneer je je verjaardag viert.

5. Consoles en gaming-pc's - tussen de 45 en 365 euro

Ben je een fervent gamer of heb je kinderen die dat zijn? Afhankelijk van het apparaat waarmee er gegamed wordt, kunnen de kosten flink oplopen. Gebeurt dat op een Xbox of PlayStation, dan verbruikt deze tussen de 150 en 160 watt per uur. Game je 3 uur per dag, dan zit je per jaar zo aan de 45 euro.

Maar pas écht in de papieren loopt het met een game-pc: het verbruik zo'n machine komt gemiddeld per jaar – inclusief monitor – uit op ongeveer 1.400 kWh. Je hebt het dan, bij een tarief van 0,26 euro/kWh, over zo'n 365 euro. En dat staat gelijk aan het energieverbruik van drie koelkasten. Wil je echt besparen, dan is een gameconsole dus de betere keuze. En door hem echt uit te zetten in plaats van op stand-by wanneer je hem niet gebruikt, ben je nog voordeliger uit.