ID.nl logo
Van downloads tot diskettes: op deze plekken vind je oude software
© Stavros - stock.adobe.com
Huis

Van downloads tot diskettes: op deze plekken vind je oude software

Je vindt in Nederland archieven vol boeken, tijdschriften en muziekstukken die de afgelopen decennia in ons land zijn geproduceerd. Op diezelfde manier wordt ook steeds vaker software voor het nageslacht bewaard. Dat gebeurt alleen nog niet zo goed als bij de andere media. Toch kun je al heel wat van je oude favorieten terugvinden.

Fan van vroeger? Op deze drie plekken kun je software van weleer vinden:

  • Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid
  • Home Computer Museum
  • Internet Archive

Ook leuk om te lezen: Vroeger was alles beter! Met deze tools waan je je weer even in het verleden

Films, cd’s en boeken hebben culturele waarde. Bij software is dat niet altijd even duidelijk. Toch zijn er applicaties die een belangrijke rol speelden of nog spelen in ons leven. Neem de oude versies van MSN Messenger als voorbeeld. Die laten zien hoe aan het begin van de 21ste eeuw miljoenen mensen met elkaar communiceerden. Agenda-apps vertellen over hoe wij onze levens organiseren. Tekstverwerkers zitten vol knopjes die verklappen hoe software vandaag de dag wordt ontworpen. De programma’s die we dagelijks gebruiken, vertellen dus een verhaal over ons als mensheid. Dat verhaal wordt alleen soms pas decennia later duidelijk.

Oude programma’s

Nederlandse softwaremakers zijn verantwoordelijk voor veel programma’s waarover hetzelfde kan worden gezegd. Davilex maakte bijvoorbeeld begin jaren negentig de eerste Nederlandse Windows-apps voor boekhouding. Daarna schoten de ontwikkelstudio’s in ons land als paddenstoelen uit de grond. De apps die zij maakten, bepaalden voor een groot deel hoe wij de afgelopen decennia onze computers hebben gebruikt. Diezelfde apps zijn alleen ook weer grotendeels vergeten. Die staan op cd-roms en diskettes. Onze computers kunnen deze niet meer lezen. Je moet dan ook een groot aantal stappen zetten om een oud programma weer zoals vroeger te kunnen gebruiken.

Gelukkig zijn er instanties die daarom helpen om software te archiveren voor het nageslacht. Zowel online als in de echte wereld vind je (virtuele) archiefkasten vol oude software. Deze programma’s zijn te bekijken voor iedereen die dapper genoeg is om daar nog eens in te duiken. Zo compleet als bij muziek, films en boeken is het archief in Nederland niet. Wel zijn er drie plekken waar je naartoe kunt om je oude favorieten nog eens terug te vinden.

Dit oude boekhoudprogramma van Davilex is misschien geen cultureel erfgoed, maar toch is voor sommigen het behoud ervan belangrijk.

Je boekhouding fysiek bijhouden?

Een budgetplanner komt hierbij goed van pas

Oude opslagmedia gebruiken

Software werd vroeger vooral verkocht op onder meer diskettes, floppy’s en cd-roms. Dat lijkt een veilige manier om een programma lang te bewaren. Alleen dat is niet waar: oude opslagmedia vergaat namelijk na een tijd.

Diskettes houden het bijvoorbeeld van enkele jaren tot een aantal decennia vol. Dit is afhankelijk van hoe goed de magnetische dragers zijn in de diskette. Floppy’s kunnen het beste worden bewaard op een koele en droge plek. Houd ze weg bij magneten. Als je de ring aan de binnenkant aanraakt, kan hij kapotgaan.

Cd-roms houden het langer vol. Bedrijven beloven een levensduur van vijftig tot honderd jaar en bij de herschrijfbare exemplaren twintig tot vijftig jaar. Die belofte is geen garantie: ongeveer vier procent van alle cd-roms werkt na tien jaar niet meer.

Cd’s kun je het beste bewaren in een donkere ruimte, afgesloten van ultraviolet licht. Een gamecartridge houdt het gemiddeld twintig jaar vol. Dat is vrij kort. Dat komt door de vele complexe onderdelen die erop zitten. Heb je een game waarop je jouw voortgang kunt opslaan? Dat gebeurt met een ingebouwde batterij, die in tien tot vijftien jaar leeg raakt. Games met een ingebouwde klok hebben na zeven tot tien jaar een lege accu.

Beeld en Geluid

Bij het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid worden de televisieprogramma’s van de nationale televisiezenders al jarenlang voor het nageslacht gearchiveerd. Dit instituut is en een serieuze organisatie die door de overheid wordt gefinancierd. Het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid denkt goed na over de opslag op de lange termijn. Dat is ook nodig, want filmrollen uit de jaren zestig worden bijvoorbeeld na een tijdje broos en uiteindelijk zelfs onbruikbaar. Al het materiaal moet daarom zorgvuldig worden gedigitaliseerd om het voor langere tijd beschikbaar te houden.

Binnen het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid wordt dit sinds enkele jaren ook gedaan met videogames. Hier bij is het inzichtelijk houden extra complex. Naast dat cartridges en cd-roms vergaan, zijn games ook nog eens gemaakt om op een specifieke console of besturingssysteem te draaien. Er wordt bij het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid daarom veelvuldig gebruikgemaakt van emulatiesoftware. Daarmee kan een computer doen alsof het een machine van jaren of zelfs decennia geleden is.

“Toen met games begonnen werd, was dat omdat er werd ingezien dat games waardevol cultureel erfgoed zijn”, vertelt Kiki Lennaerts. Zij is adviseur nieuwe media conservering bij het instituut. Lennaerts is vooral gespecialiseerd in ‘interactieve en immersieve ervaringen’, oftewel games en software. “Het ligt ook in lijn met wat Beeld en Geluid van oudsher bewaard: mediaproducties.”

Wat is emulatie? Software en games zijn meestal gemaakt voor specifieke apparaten en besturingssystemen. Een oude DOS-app voor een 386-processor kan niet probleemloos worden gedraaid op je moderne pc met Windows 11 en de nieuwste Intel-chip. Dat maakt het lastig om oude software nu nog te bekijken.

In veel gevallen kun je deze programma’s alsnog openen met behulp van een emulator. Dit is in feite een soort vertaalmachine: de emulator doet alsof hij een oude computer is die alle signalen kan afvangen die zo’n programma nodig heeft. Vervolgens vertaalt hij deze naar iets dat een moderne computer begrijpt, zodat het goed wordt afgespeeld.

Emulatie is een uitstekende manier om oude software vandaag de dag draaiend te krijgen, maar is niet perfect. Het vertalen van die oude signalen lijkt soms op dat oude kinderspelletje waarbij je in een kring steeds bij de ander een woord influistert. Met andere woorden: net als bij dat spelletje verlies je wel eens wat informatie. Inmiddels zijn er ook zogeheten FPGA-chips die op hardwareniveau oude computers kunnen imiteren. Ze kunnen dus de software accurater afspelen. Deze chips zijn alleen vrij gespecialiseerd en daardoor niet heel goedkoop.

Uit de archiefkast

Bij Beeld en Geluid wordt alles in een fysiek archief bewaard. Wil je een oude game inzien, dan moet deze uit de kluis worden gehaald. Dit wordt vaak alleen tegen betaling gedaan. Het archief is een goede tijdcapsule van alles wat in de afgelopen decennia is gemaakt, maar tegelijkertijd is het lastig om de inhoud ervan eventjes in te zien.

Nog een nadeel: je vindt naast games geen andere software bij het instituut. “Dat we geen software doen, is vrij complex”, aldus Lennaerts. “Want wat is nu eigenlijk de definitie van een mediaproductie?” Zolang dat nog ter discussie staat, durft ze nog niet andere software dan games in het archief toe te voegen. Pas als software als mediaproductie wordt gezien, kan worden overwogen om dit alsnog te doen. Het is aan de conservatoren om dat te beslechten.

In de archiefkasten van Beeld en Geluid worden veel games bewaard. Je kunt ze alleen lastig inzien.

Home Computer Museum

Wie een selectieve greep uit oude software wil meekrijgen, kan in Nederland naar het Home Computer Museum. In het hartje van Helmond zit dit museum verstopt. In de collectie zijn tientallen computers van de afgelopen eeuw opgenomen. Veel daarvan staan ook aan, waardoor je met gemak op een oude Mac, Commodore 64 of Atari 2600 kunt prutsen.

Als museum is dit strikt gezien geen archief. Je vindt hier dan ook geen alomvattende verzameling van alle belangrijke software. Maar de computers die aanstaan, laten je wel makkelijk aan de slag gaan met een selectie aan oude programma’s. Het is vooral een soort tijdcapsule, waar je zonder veel gedoe nog even met de apparatuur van vroeger een aantal programma’s kunt uitproberen.

Daarnaast draagt het museum een steentje bij aan het archiveren van oude software. Sinds 2020 is het Home Computer Museum onderdeel van het Netwerk Digitaal Erfgoed. Daarmee dragen ze bij aan het digitaliseren van oude software en het bewaren ervan op moderne systemen. Het museum is daar natuurlijk de uitgelezen plek voor: hun oude computers kunnen tenslotte diskettes, cd-roms en cassettebanden gewoon lezen.

Het Home Computer Museum staat vol oude computers waarop originele software draait.

Lees ook: Retro-gaming op een moderne Windows-pc: zo werkt 86Box

Internet Archive

Misschien wel de meest uitgebreide collectie van oude software vind je op de website Internet Archive. Deze dient als online archief voor allerlei soorten media, waaronder ook boeken, films en zelfs oude versies van webpagina’s. De archiefsite heeft verder een grote verzameling software, waarin je 1,1 miljoen oude programma’s vindt. Het gaat hierbij om voornamelijk een internationaal aanbod. Je vindt hier en daar ook Nederlandse titels.

Internet Archive lijkt in opzet erg op Wikipedia: de site draait op vrijwilligers, is reclameloos en is vooral afhankelijk van donaties van reguliere gebruikers. Dat is hard nodig, want op het moment van schrijven vind je op de servers van de site meer dan 99 petabyte (99.000 terabyte) aan data. De site bestaat al sinds 1996 en werkt inmiddels samen met bibliotheken wereldwijd.

In je webbrowser

Je kunt via de site oude software downloaden op je pc, zodat je daarna kunt uitzoeken hoe je dit vervolgens draaiend krijgt. Oude programma’s voor bijvoorbeeld DOS en Windows-computers kun je rechtstreeks in de webbrowser draaien. De site gebruikt dan de emulator DOSBOX om het programma werkend te krijgen. Je hoeft daarmee niet zelf allerlei complexe emulatiesoftware bij elkaar te sprokkelen. Zo kun je bijvoorbeeld een oude editie van Windows 3.11 in je browser draaien, om te ervaren hoe computers in de jaren negentig werden gebruikt.

Bij boeken richt de site zich vooral op publieke werken die niet auteursrechtelijk zijn vastgelegd. Je vindt er daarom vooral oudere werken of publicaties die in het publiek domein zijn vrijgegeven. Bij het software-archief lijkt de site iets minder secuur: vaak geldt het auteursrecht hierbij nog, wat het strikt gezien illegaal maakt om dit materiaal zomaar te downloaden. In Nederland is piraterij verboden, zelfs als je ergens nog een originele kopie hebt liggen.

Bij Internet Archive draait oude software rechtstreeks in je webbrowser.

Verlaten software

Moreel ligt het bij oude software vaak anders. Heeft een ontwikkelaar jarenlang niks gedaan met een oud programma, dan wordt vaak gesproken van zogeheten ‘abandonware’. Oftewel: een applicatie die is achtergelaten door zijn originele maker. Daar kunnen allerlei oorzaken voor zijn. Er is bijvoorbeeld geen reden meer om de betreffende software nog uit te baten, omdat het besturingssysteem niet meer wordt ondersteund. Of de studio die de software maakte, is failliet gegaan, waardoor de rechten in handen van een uitgever zijn gekomen die er totaal geen plannen mee heeft. Strikt genomen schend je bij het downloaden het auteursrecht van de originele ontwikkelaar. Maar in de praktijk maakt het dat oude team vaak niets meer uit.

Op dat principe leunt het archief van Internet Archive, en ook de softwarelijst die je vindt op www.myabandonware.com. Op die site vind je meer dan 20.000 oude games die als abandonware worden gezien. Het gaat daarbij vooral om oude DOS-titels uit de jaren tachtig en negentig. Makers kunnen de site mailen als ze vinden dat hun materiaal niet mag worden gedeeld. Maar dat lijkt zelden te gebeuren.

In het archief van Myabandonware vind je vooral oude klassiekers voor de pc.
Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.