ID.nl logo
Meerdere besturingssystemen op één pc met Workstation Pro
© monticellllo - stock.adobe.com
Huis

Meerdere besturingssystemen op één pc met Workstation Pro

Er zijn verschillende manieren om meerdere besturingssystemen op één pc te installeren en een multiboot-configuratie is er daar een van. Zo’n opzet is helaas complex, lastig en weinig flexibel. Met een virtualisatietool als Workstation Pro werkt dit eleganter en het is nu bovendien helemaal gratis voor persoonlijk gebruik.

In dit artikel leggen we uit hoe je meerdere besturingssystemen kunt draaien op één computer met behulp van VMware Workstation Pro:

  • Download VMware Workstation Pro
  • Zorg ervoor dat hardwarevirtualisatie ingeschakeld is
  • Installeer en configureer Workstation Pro
  • Creëer een virtuele machine met een bestaand vmdk-bestand of een iso-bestand
  • Optimaliseer en beheer je VM met snapshots, gedeelde mappen, en andere functies

Of ga aan de slag met de concurrent: Experimenteren zonder risico's: aan de slag met een virtuele machine

Wil je graag met een of meer Linux-distributies aan de slag of experimenteren met bijvoorbeeld een Windows-servereditie, dan zijn er verschillende mogelijkheden. Als het gebruik van meerdere computers geen optie is en de installatie van verschillende besturingssystemen elk op een aparte fysieke partitie (dual- of multiboot) je onaantrekkelijk lijkt – dat is begrijpelijk – dan is virtualisatie een logische keuze. Hierbij installeer je elk besturingssysteem in een afzonderlijke virtuele machine (VM), samen met de gewenste applicaties. Deze VM gebruikt de fysieke bronnen van je pc (het hostsysteem). Een VM beschikt over virtuele apparaten met vergelijkbare functionaliteit als fysieke hardware, maar biedt betere portabiliteit, beheersbaarheid en veiligheid.

Dankzij virtualisatie draai je eenvoudig meerdere besturingssystemen naast elkaar.

1 Hypervisors

De software die een VM beheert, heet een VM-manager of hypervisor. We onderscheiden twee hoofdtypes: type 1 (native of bare-metal) draait rechtstreeks op de hardware van de host, terwijl type 2 (hosted) boven op een bestaand besturingssysteem draait. Bekende type1-hypervisors zijn VMware ESXi (niet langer gratis) en Microsoft Hyper-V (ingebouwd in Windows Professional en hoger). Populaire type2-hypervisors zijn Oracle VM VirtualBox en (voor macOS) Parallels Desktop.

Toegegeven, type1-hypervisors gaan efficiënter om met de beschikbare bronnen en presteren beter doordat ze directe toegang tot de hardware hebben. Minder tussenlagen betekent ook minder aanvalsvectoren, wat de veiligheid ten goede komt. De installatie en het beheer zijn helaas complexer, wat deze hypervisors vooral geschikt maakt voor bedrijfsomgevingen. In dit artikel focussen we ons uitsluitend op een type2-hypervisor, omdat deze eenvoudiger te installeren en te gebruiken is.

Een type1-hypervisor (rechts) draait rechtstreeks op de hardware, zonder tussenliggend besturingssysteem.

2 Workstation Pro

Oracle VM VirtualBox is waarschijnlijk de populairste type2-hypervisor, omdat deze gratis en opensource is. Ook gratis voor persoonlijk gebruik is VMware Workstation Player, maar producent VMware (onderdeel van Broadcom) heeft dit onlangs vervangen door het meer professionele Workstation Pro, dat je voor niet-commercieel gebruik nu zonder beperkingen gratis kunt gebruiken. Voor macOS is er een vergelijkbare applicatie, VMware Fusion Pro, die nu eveneens gratis is voor persoonlijk gebruik.

In dit artikel richten we ons op het krachtige en flexibele Workstation Pro (versie 17.x). Extra functies die niet beschikbaar waren in Workstation Player zijn onder meer: meerdere VM’s tegelijk draaien, snapshots maken, VM’s klonen en virtuele netwerken configureren. Redenen genoeg dus om kennis te maken met Workstation Pro.

Workstation Pro: een krachtige hypervisor, nu ook gratis voor persoonlijk gebruik.

3 Systeemeisen

Workstation Pro is beschikbaar voor Linux en Windows. Wij installeerden dit op zowel Windows 11 Home als Pro, maar het kan ook op Windows 10 64 bit.

Voldoende geheugen is in elk geval nodig voor een vlotte werking: reken op minimaal 8 GB intern geheugen op de host. Tevens moet hardwarevirtualisatie zijn ingeschakeld. Dit controleer je snel vanuit het Taakbeheer (druk op Ctrl+Shift+Esc): ga naar Prestaties, klik op Processor in de linkerzijbalk en check of er Ingeschakeld staat bij Virtualisatie. Zo niet, dan moet je dit nog inschakelen in het UEFI/BIOS, bij een instelling als Intel VT-x, AMD-V, Virtualization Technology of Advanced CPU Configuration. Raadpleeg indien nodig je systeemhandleiding. Heb je dit voor elkaar, dan kun je in principe aan de slag.

Zorg dat hardware virtualisatie is ingeschakeld op je systeem.

4 Registratie

Om de gratis versie van Workstation Pro te downloaden en gebruiken, moet je je registreren op https://support.broadcom.com. Dit heeft de eerste keer wel wat voeten in de aarde: klik rechtsboven op Register, vul je e-mailadres en de captcha in, druk op Next en voer de verificatiecode uit het ontvangen e-mailbericht in. Klik op Verify & Continue en vul de gevraagde gegevens in, zoals naam en wachtwoord. Bevestig met Create Account. Klik rechtsboven op Login om je aan te melden met je e-mailadres en wachtwoord.

Klik vervolgens linksboven op Software / VMware Cloud Foundation / My Downloads. Vul in de zoekbalk workstation in en klik op VMware Workstation Pro. Selecteer VMware Workstation Pro 17.0 for Personal Use (Windows) en kies de recentste release, in ons geval 17.5.2. Selecteer I agree to terms and conditions en klik op het wolkicoontje om het exe-bestand (618 MB) te downloaden.

De eerste keer vraagt de dienst om extra informatie, zoals je adresgegevens. Vul deze in (met echte dan wel nepgegevens), selecteer I Agree en klik op Submit. Mogelijk moet je nu nogmaals de gewenste software selecteren, waarna je via het wolkicoontje de download eindelijk kunt voltooien.

Zorg dat je de juiste software en versie downloadt.

5 Installatie

Start de installatie met een dubbelklik op het gedownloade exe-bestand. Een wizard verschijnt. Druk op Next, accepteer de licentieovereenkomst en druk opnieuw op Next. Afhankelijk van je systeeminstellingen kan er een bericht verschijnen dat het Windows Hypervisor Platform moet worden ingeschakeld. Gebruik je Hyper-V-functies in Windows en wil je mogelijke compatibiliteitsproblemen vermijden, dan zet je best een vinkje bij Install Windows Hypervisor Platform (WHP) automatically. In het andere geval haal je het vinkje weg. Klik op Next, zodat je het installatiepad kunt instellen.

Eventueel plaats je een vinkje bij Enhanced Keyboard Driver, wat in sommige gevallen een betere toetsenbordmapping en -integratie oplevert. Laat het andere vinkje gerust staan en klik op Next. In het daaropvolgende venster kun je het vinkje weghalen bij Join the VMware Customer Experience Improvement Program. Klik op Next (2x) en rond af met Install en Finish. Wellicht is nu een herstart van je systeem vereist.

Voor compatibiliteit tussen Workstation Pro en Hyper-V-functies installeer je ook WHP: het Windows Hypervisor Platform.

6 Voorkeuren

De eerste keer dat je Workstation Pro opstart, verschijnt een venster waarin je een licentiesleutel kunt invullen, maar wij kiezen hier voor Use VMware Workstation 17 for Personal Use. Klik op Continue en Finish, waarna het hoofdvenster van de applicatie verschijnt, standaard met het tabblad Home geopend.

Hoewel de knop Create a New Virtual Machine verleidelijk oogt, is het goed om eerst Edit / Preferences te openen. Hier vind je veel opties. In de rubriek Workspace bepaal je via Browse waar je de virtuele machines standaard wilt installeren. Kies een locatie met voldoende vrije schijfruimte (een enkele VM kan snel tientallen GB in beslag nemen) en uit prestatie-overwegingen bij voorkeur niet op een netwerkshare. De optie Default hardware compatibility staat standaard ingesteld op Workstation 17.5.x, wat je het best zo laat, tenzij je bijvoorbeeld VM’s van een oudere installatie gebruikt.

We raden je aan alvast door alle rubrieken te bladeren, hoewel niet alle opties meteen relevant zullen zijn. Bij Hot Keys bijvoorbeeld kun je de sneltoetsen aflezen (en desgewenst aanpassen) waarmee je uit de omgeving van een VM ontsnapt (standaard Ctrl+Alt) en waarmee je in volledig scherm kunt werken (standaard Ctrl+Alt+Enter). Bevestig eventuele aanpassingen met OK.

Bekijk alvast welke opties je zoal kunt instellen. Dit komt naderhand zeker nog van pas.

7 Schijf voorbereiden

Tijd om een eerste VM te installeren. We gebruiken hiervoor een bestaand virtueel hardeschijfbestand, zoals deze vaak online te vinden zijn. Zo’n bestand (extensie .vmdk in VMware) bevat gegevens zoals het besturingssysteem, applicaties en gebruikersgegevens. Afhankelijk van de configuratie kan een virtuele schijf overigens meerdere vmdk-bestanden bevatten.

Een handige site met virtuele hardeschijfbestanden is www.osboxes.org. Klik op VM IMAGES en selecteer VMware Images. Hier kun je uit meer dan zestig Linux-distributies kiezen. Kies de gewenste distributie en release uit en download het bijbehorende VMware-schijfbestand. Zodra je het archief uitpakt, verschijnt het vmdk-bestand.

Om dit bestand om te zetten in een volwaardige VM heb je ook een configuratiebestand nodig (extensie .vmx). Dit bestand bevat instellingen zoals geheugen, aantal virtuele cpu’s, netwerkconfiguratie en informatie over welke virtuele schijf (vmdk-bestanden) de VM gebruikt. Dit verkrijg je als volgt: klik in Workstation Pro op Create a New Virtual Machine en selecteer Typical (recommended). Druk op Next en kies I will install the operating system later, zodat de VM initieel met een lege virtuele harde schijf wordt aangemaakt. Klik op Next en kies Linux bij Guest operating system. Bij Version selecteer je de juiste distributie, zoals CentOS 64-bit of Ubuntu 64-bit. Druk op Next, vul een Virtual machine name in en stel een geschikte locatie in. Klik op Next, stel Maximum disk size (GB) tijdelijk in op 1, kies Store virtual disk as a single file en bevestig met Next. Rond af met Finish.

De lege tijdelijke schijf van 1 GB vervangen we later door het echte vmdk-bestand.

8 Schijf koppelen

De VM verschijnt nu bovenaan de lijst, maar zonder de gegevens in het vmdk-bestand valt er niets mee aan te vangen. We koppelen de VM daarom aan het gedownloade vmdk-bestand. Selecteer de VM en klik op Edit virtual machine settings. Kies Hard Disk (SCSI) en verwijder de lege tijdelijke schijf door op Remove te klikken. Klik daarna op Add, kies Hard Disk en druk op Next. Laat het aanbevolen schijftype (waarschijnlijk SCSI) staan en klik opnieuw op Next. Selecteer Use an existing virtual disk, klik op Next en verwijs via Browse naar het gedownloade vmdk-bestand. Bevestig met Openen en Finish.

In het volgende venster kies je Keep Existing Format indien gevraagd. Sluit het configuratievenster af met OK, selecteer je VM en klik op Power on this virtual machine. Als alles goed is, verschijnt even later het Linux-aanmeldvenster met osboxes.org als gebruikersnaam (het standaardwachtwoord is eveneens osboxes.org, in qwerty-lay-out). Met Ctrl+Alt geef je de controle weer terug aan je hostsysteem.

Ubuntu is met succes virtueel geïnstalleerd.

9 Iso-bestand

Vanaf de volgende paragraaf vertellen we hoe je een VM daadwerkelijk gebruikt en beheert. Eerst leggen we uit hoe je een VM maakt zonder een kant-en-klaar vmdk-bestand. In dit geval start je met een schijfkopiebestand (meestal met extensie .iso). Dit bestand is een exacte kopie van een (optische) installatieschijf, en bevat alle gegevens en de structuur van de originele schijf, zoals mappen, bestanden en bestandssysteeminformatie. Zulke iso’s zijn onder meer te vinden op de officiële websites van Linux-distributies of op verzamelsites zoals www.distrowatch.com. Windows-iso’s (zonder activering beperkt in tijd) vind je op de Microsoft-website.

Distrowatch staat vol met allerlei schijfkopiebestanden van Linux-distributies.

10 Windows-installatie

Wij nemen hier Windows 11 als voorbeeld. Kies Create a New Virtual Machine en selecteer Typical (recommended). Kies Installer disc image file (iso). Verwijs met Browse naar het gedownloade iso-bestand en klik op Next. Stel de gewenste naam en locatie in en klik weer op Next. Bij Choose Encryption Type selecteer je gerust Only the files needed to support a TPM are encrypted […].

Vul een wachtwoord in (2x). Laat het vinkje bij Remember this password on this machine in Credential Manager staan. Klik op Next en stel de virtuele schijfgrootte in op bijvoorbeeld 80 GB. Zorg dat er geen vinkje staat bij de optie Allocate all disk space now om te vermijden dat deze ruimte meteen volledig wordt gereserveerd. Selecteer wel Store virtual disk as a single file. In het volgende venster verwijder je het vinkje bij Power on this virtual machine after creation en rond af met Finish.

Je VM wordt nu toegevoegd aan je VM-bibliotheek. Klik met rechts op de VM en kies Settings om te controleren of alle onderdelen correct zijn ingesteld. Je ziet hier onder meer opties als Network Adapter (NAT) en Trusted Platform Module.

Als alles er goed uitziet, klik dan op Power on this virtual machine. Zodra Press any key to boot from CD or DVD verschijnt, druk je snel op enkele willekeurige toetsen om de Windows-installatieprocedure te starten. Eventueel kies je hier Ik heb geen productcode. Na afloop en enkele automatische reboots kun je met je virtuele Windows-machine aan de slag.

Links: de setup van de virtuele Windows; rechts: de virtuele hardware van de vm.

11 VM-gebruik

Zoals aangegeven kun je meerdere VM’s tegelijk starten, zolang er voldoende systeembronnen op je host beschikbaar zijn. Elke VM opent dan op een apart tabblad. Een VM laat zich bedienen zoals een fysieke installatie, maar er zijn enkele extra functies beschikbaar. Vanuit de knoppenbalk bovenaan via het menu VM of vanuit het contextmenu van een actieve VM kun je je VM afsluiten (Power / Power off) of de huidige sessie stopzetten (Suspend) en later weer hervatten.

Met Capture Screen stuur je een schermafbeelding van het virtuele systeem naar het klembord van je host. Er is ook een knop waarmee je de toetscombinatie Ctrl+Alt+Del naar het virtuele systeem kunt sturen.

Bij virtuele Windows-installaties kun je de prestaties en sommige muis- en videofuncties optimaliseren. Meld je aan bij je virtuele systeem, klik met rechts op de VM-naam en kies Install VMware Tools. Gebeurt er niets, druk dan in je VM op Windows-toets+R, voer D:\setup.exe uit en volg de verdere instructies. Dit proces kan even duren.

Je kunt een virtuele machine pauzeren, afmelden en (netjes of abrupt) afsluiten.

12 VM-beheer

Een VM is ideaal voor experimenten zonder risico het systeem te beschadigen. Maak dan eerst een snapshot van het systeem. Vanuit het VM-menu kies je Snapshot / Take snapshot, vul een naam en beschrijving in, en bevestig met Take snapshot. Je kunt later meer snapshots nemen of dit automatiseren via Settings van je VM, op het tabblad Options bij AutoProtect. Om terug te keren naar een specifiek snapshot kies je in het menu VM de optie Snapshot / Snapshot Manager, selecteer je het gewenste snapshot en kies je Go To. Bevestig met Yes.

In het tabblad Options van het venster Virtual Machine Settings vind je nog andere nuttige functies, zoals Shared Folders, die je kunt inschakelen na de installatie van VMware Tools. Via de Add-knop kun je specifieke locaties op je hostsysteem toegankelijk maken voor je VM, maar je doet dit op eigen risico.

Je kunt ook een kloon maken van een (afgesloten) VM om deze makkelijk naar Workstation Pro op een andere fysieke machine te verplaatsen. Open het menu VM en kies Manage / Clone. Kies Volgende en geef aan of je de huidige status van je VM of een te selecteren snapshot wilt klonen. Je kiest het best Create a full clone en geeft dan een naam en locatie op. Dit creëert een vmdk-bestand dat je elders kunt gebruiken.

Voor nog geavanceerdere mogelijkheden van Workstation Pro kun je de pdf-handleiding van 369 pagina’s raadplegen.

Als het moet, kun je mappen op de host ook vanuit je virtuele machine benaderen.

Watch on YouTube

▼ Volgende artikel
Bouw een slim en energiezuinig e-ink-scherm voor je smarthome
Huis

Bouw een slim en energiezuinig e-ink-scherm voor je smarthome

Je smarthome hangt vol met slimme apparatuur en sensoren die je van alles over je huis vertellen, waardoor het haast zonde is dat je deze data alleen vanaf je smartphone of computer kunt aflezen. Een tablet aan de muur hangen kan een oplossing zijn, maar het kan nog een beetje moderner. In dit artikel lees je hoe je zelf een e-ink-scherm bouwt dat je overal in huis kunt neerzetten of ophangen.

In dit artikel laten we zien hoe je zelf een e-ink-scherm bouwt en gebruikt voor je smarthome:

  • Ga voor de Home Assistant Green of installeer Home Assistant op een Raspberry Pi
  • Kies voor een e-ink-scherm van WaveShare
  • Verbind het scherm met een ESP32-microcontroller en programmeer deze met ESPHome
  • Configureer een YAML-bestand om data als temperatuur en luchtvochtigheid weer te geven
  • Plaats het scherm in een fotolijstje of 3D-geprinte behuizing

Wat er nog meer in huis slim kan? Zo maak je van je doorsnee huis een slim, comfortabel en veilig huis

Er zijn meerdere redenen om e-ink te gebruiken om informatie over je smarthome te tonen. Ten eerste zijn deze schermen niet voorzien van achtergrondverlichting, waardoor ze geen baken van licht in je kamer worden. Zo’n scherm is net zo subtiel als een foto aan de muur en kan bij het juiste formaat zelfs in een fotolijstje worden gestopt. Ten tweede is e-ink zeer energiezuinig: het scherm verbruikt alleen stroom als deze het de inhoud ververst. Laat jouw scherm de temperatuur in een kamer zien en blijft die urenlang stabiel? Dan wijzigt het scherm niet en verbruikt het bijna geen energie.

Compatibiliteit

Uiteraard is niet ieder smarthomesysteem compatibel met zelfgebouwde e-ink-schermpjes. In dit artikel gaan we uit van een smarthome met Home Assistant, een populair opensource-platform van Nederlandse makelij. Omdat Home Assistant opensource is, werkt het met tal van extra toepassingen en apparaten – waaronder de zeer flexibele ESP32-microcontroller. Dit zijn kleine apparaatjes die je met allerlei apparatuur kunt verbinden en vervolgens programmeert om door Home Assistant als slim thuisapparaat te worden gezien.

Home Assistant

Home Assistant is op allerlei soorten apparaten te installeren. Het bedrijf achter het systeem verkoopt de Home Assistant Green voor pakweg 130 euro. Dat is de simpelste oplossing, maar wie een ongebruikte Raspberry Pi in de kast heeft liggen, kan daar ook de Home Assistant-software op installeren. Een Raspberry Pi 3 is bruikbaar, maar een Pi 4 of 5 wordt geadviseerd. Groot voordeel van een Pi is dat Home Assistant in de officiële configuratiesoftware van de fabrikant zit verwerkt.

Je downloadt de Raspberry Pi Imager van www.raspberrypi.com/software. Bij het voorbereiden van je microSD-kaart kies je Other specific-purpose OS gevolgd door Home assistants and home automation. In de getoonde lijst selecteer je de software voor Home Assistant.

De Home Assistant Green is een alles-in-één-oplossing voor wie zijn smarthome op Home Assistant wil aansluiten.

Configuratie

Staat de software op je microSD-kaart, dan kun je deze in je Pi steken, de stroom aansluiten bij voorkeur een ethernetkabel aansluiten. In de browser van je computer open je dan http://homeassistant.local:8123 om het smarthomesysteem naar wens te configureren.

Je kunt binnen Home Assistant nagenoeg al je gebruikte slimme gadgets toevoegen, zoals de lampen van Hue, sloten van Nuki en verwarmingsknoppen van Tado. Voor apparaten die niet officieel worden ondersteund zijn er bijna altijd wel door fans gemaakte integraties die met het systeem communiceren. Over alle apparaten die gekoppeld zijn aan Home Assistant koppelt kun je later informatie laten weergeven op je e-ink-scherm.

Drie stukjes van de puzzel

Voor de bouw van je e-ink-display heb je drie zaken nodig. Ten eerste is er het scherm zelf. Hier gaan we uit van een 4,2inch-display van WaveShare. Deze is in meerdere webwinkels te koop voor rond de 35 euro. Andere schermen zouden ook moeten werken, maar van dit WaveShare-scherm is bekend dat meer mensen ze succesvol met Home Assistant hebben verbonden. Omdat je later afhankelijk bent van een stukje code, is het gunstig om een beproefde optie te kiezen.

Dit beeldscherm van WaveShare gebruikt e-paper, waardoor informatie net als bij een e-reader wordt getoond. Zeer zuinig en goed af te lezen in fel zonlicht.

Vergeet je HAT niet

Let er bij je aanschaf goed op dat je scherm voorzien is van een zogeheten E-Paper Driver HAT. Bij WaveShare zit dit er standaard op. HAT staat voor Hardware Attached on Top, een printplaatje dat extra functionaliteit aan je onderdeel geeft. In dit geval kun je de Driver HAT met een standaard ribbonkabel met het scherm verbinden, waarna je allerlei kleine pinnetjes hebt om snoertjes op aan te sluiten om weer met een andere device te verbinden. Snoertjes die je nodig hebt voor het laatste stuk van onze puzzel.

Met de speciale E-Paper Driver HAT kun je het beeldscherm aansluiten op andere apparaatjes, zoals de ESP32.

Microcontroller aansluiten

Als laatste hebben we een ESP32-microcontroller nodig. Door de kabels van de E-Paper Driver HAT te verbinden met de ESP32, kan het scherm met wifi verbinden en data ontvangen van Home Assistant. Bijna iedere ESP32 werkt, maar zorg er wel voor dat je model kleine cirkelgaatjes aan de zijkanten heeft. Deze heb je later nodig om te solderen. Dit vergt enige ervaring met een soldeerbout. Hoewel de HAT snoertjes heeft die je kunt vastpluggen, moet je de uiteindes vastsolderen aan verbindingspoortjes van de ESP32-module.

©Tomasz - stock.adobe.com

Deze ESP32 is een zogeheten microcontroller. Programmeer hem met de juiste firmware en hij kan ieder apparaat met Home Assistant verbinden.

Welke kabel naar welke GPIO-pin?

Je kunt de kabels van je HAT uiteraard niet zomaar solderen. Hier een overzicht van welk snoer je waarmee verbindt:

  • BUSY-kabel aan de GPIO27-pin
  • RST-kabel aan de GPIO33-pin
  • DC-kabel aan de GPIO25-pin
  • CS-kabel aan de GPIO26-pin
  • CLK-kabel aan de GPIO18-pin
  • MOSI-kabel aan de GPIO23-pin
  • GND-kabel aan de GND-pin
  • 3.3V-kabel aan de 3.3V-pin

Deze pins gelden voor de configuratie met het door ons gebruikte 4,2inch-display. Wees voorzichtig en kijk vooraf goed wat voor aansluitingen worden gebruikt bij een configuratie voor jouw beeldscherm, soms kan dat namelijk verschillen.

ESPHome

Zijn je schermpje, de HAT en de ESP32 allemaal met elkaar verbonden? Dan is het tijd om de ESP32 te programmeren. Dat doen we met behulp van ESPHome, wat op zijn beurt weer in Home Assistant kan worden geïnstalleerd. Open in een browser het webadres van jouw Home Assistant en ga in de linkerbalk onderaan naar Instellingen / Add-ons. Druk rechtsonder op de knop voor de add-on-winkel, zoek ESPHome en installeer dat.

Druk na installatie op de knop Start. Klik daarna op Open Web UI te klikken. Je ziet het ESPHome Dashboard. Hier kun je de ESP32 configureren zonder geavanceerde programmeerkennis. Verbind je installatie met een usb-kabel aan Home Assistant en tik op New Device. Volg hierna de geboden stappen.

ESPHome is gebruiksvriendelijk vanwege het dashboard met alle opties.

YAML-configuratie

Wordt er om een YAML-configuratie gevraagd, plak dan de code getoond op de pagina die je vindt via www.kwikr.nl/epaperyaml. Voer de gegevens van je wifi-netwerk in. Dit configuratiebestand zorgt ervoor dat de ESP32 weet met welke pins hij voor je scherm moet communiceren en wat voor data er op het display getoond moeten worden. Standaard heeft dit bestand een configuratie met een plantensensor, koolmonoxidemeter, de huidige temperatuur en luchtvochtigheid in de ruimte. Door deze apparaten te vervangen door andere apparatuur die aan jouw Home Assistant is verbonden, kun je de inhoud van het display naar eigen smaak veranderen.

Updates of wijzigingen doorvoeren

Bij het instellen van de ESP32-module wordt speciale firmware naar de hardware geschreven. Dat kan bij de eerste installatie alleen als hij met een usb-kabel met je Home Assistant-apparaat is verbonden. Als je later updates of wijzigingen wil doorvoeren, kun je de gadget met het ESPHome-dashboard verbinden.

In een fotolijstje

Nu zou je e-inkscherm het moeten doen. Dan rest ons nog maar één ding: de gadget ergens in je huis neerzetten of ophangen. Met een beetje geluk kun je een fotolijstje vinden dat ruimte biedt aan het scherm, de HAT en de ESP32. Het 4,2inch-display is aan de buitenkant 103 bij 78,5 millimeter groot, waardoor hij ruim past in een lijstje voor een foto van klein formaat, 100 bij 150 millimeter.

Heb je een 3D-printer? Op www.printables.com vind je allerlei 3D-behuizingen voor de e-ink-schermen van WaveShare, van simpele standaarden tot aan elegante lijstjes voor aan de muur. Groot voordeel aan deze oplossingen is dat ze vaak gemaakt zijn om de ESP32 en HAT ook te integreren, waardoor alles mooi in één pakketje kan worden weggestopt.

Er zijn online tal van 3D-printbare hoesjes speciaal voor dit project te vinden, waaronder deze op printables.com van gebruiker G00TH.

Stroom gewenst, maar optioneel

Het scherm gebruikt nagenoeg geen stroom, maar de ESP32 wel. De microcontroller heeft meerdere processorkernen en een wifi-module die continu verbinding moeten maken.

Wil je het scherm ergens ophangen zonder stroomvoorziening, dan zijn er verschillende oplossingen. Het beeldscherm toont informatie tot er nieuwe informatie moet worden weergegeven, zelfs als de stroomtoevoer niet beschikbaar is. Je zou dus het scherm bijvoorbeeld op een plek kunnen hangen waar slechts eens per dag nieuwe informatie getoond hoeft te worden. Denk aan de agendapunten van die dag of het weerbericht. Je kunt dan aan het begin van je dag even een powerbank aan de ESP32 hangen. Het apparaatje start dan op, haalt zijn nieuwe informatie op en toont dit op het scherm. Daarna kan de stroom er weer af.

▼ Volgende artikel
Hoe privacyvriendelijk zijn op privacy gerichte browsers?
© BillionPhotos.com- stock.adobe.com
Huis

Hoe privacyvriendelijk zijn op privacy gerichte browsers?

Als je het belangrijk vindt dat je niet gevolgd wordt tijdens het internetten, kun je beter geen standaardbrowser als Microsoft Edge en Google Chrome gebruiken. Er zijn verschillende browsers die beweren speciaal te zijn ontworpen om je online sporen zo veel mogelijk te verbergen. In dit artikel bespreken we vier zelfbenoemde privacybrowsers en kijken we of ze hun beloftes waarmaken.

In dit artikel bespreken we Brave, DuckDuckGo, LibreWolf en TOR. Dit zijn alle vier internetbrowsers die ingericht zijn op privacyvriendelijkheid.

Gebruik je toch liever een bekendere browser, maar wil je je online privacy wel zoveel mogelijk waarborgen? In dit artikel bespreken we hoe populaire browsers omgaan met je privacy.

Brave

De op Chromium gebaseerde Brave-browser zorgt er (zonder dat je aan de instellingen hoeft te komen) voor dat de identificeerbare informatie die je browser naar websites en adverteerders stuurt (oftewel je 'fingerprint'), iedere keer weer compleet willekeurig is, zodat je niet betrouwbaar kunt worden geïdentificeerd. Volgens de website Cover Your Tracks worden vrijwel alle trackers geblokkeerd door de browser.

Desondanks vertrouwen sommige gebruikers Brave niet meer, doordat de browser verschillende controverses op zijn naam heeft staan. Zo kwam Brave in 2016 met een (optionele) functie die advertenties op websites blokkeerde, maar vervolgens verving door eigen reclames. Gebruikers kregen dus alsnog advertenties te zien, maar nu streek de browser daar zelf de inkomsten voor op.

Vier jaar later verving Brave zonder het te melden URL's naar sommige cryptosites door affiliatelinks (waar de browser geld mee verdient) en in 2023 kwam de browser in opspraak omdat het zijn VPN-dienst standaard installeerde bij gebruikers. Brave beweert overigens dat dit allemaal fouten betrof en heeft de controversiële veranderingen inmiddels teruggedraaid.

DuckDuckGo

De zelfbenoemde 'Private Browser' DuckDuckGo belooft net als de andere browsers in dit artikel dat je tijdens het surfen niet kan worden getraceerd. Toch scoort de browser op basis van de uitslagen van PrivacyTests.org minder goed dan andere privacybrowsers. Er worden met de standaardinstellingen maar iets meer trackers geblokkeerd en fingerprintgegevens verborgen dan bij reguliere browsers. In een recent onderzoek werd dan ook geconcludeerd dat DDG direct na de installatie 'middelmatige privacybescherming' biedt, terwijl de andere in dit artikel besproken browsers volgens de onderzoekers een hoge mate van privacybescherming bieden. Wel kun je je privacy via de instellingen opkalefateren.

DuckDuckGo maakt (net als veel andere privacybrowsers) standaard gebruik van zijn gelijknamige zoekmachine waarmee je incognito surft. Hoewel de zoekmachine de zoekindex van Microsofts Bing gebruikt, kan Microsoft hierdoor niet zien waar je naar zoekt. Deze zoekdeal met Microsoft zorgde in 2022 wel voor wat controverse, aangezien toen bleek dat DDG hierdoor de trackers van Microsoft niet mocht blokkeren. Kort nadat dit ontdekt werd, liet DuckDuckGo weten dat het de trackers van het bedrijf toch wel gaat blokkeren.

Zere vingers gekregen van je touchpad?

Dan wordt het tijd voor een goede muis!

LibreWolf

LibreWolf is een aangepaste versie van Firefox die standaard een stuk meer privacyfuncties en een robuustere beveiliging biedt. Net als Brave komt de browser feilloos door de trackingtests van PrivacyTests.org heen, al laat je volgens Cover Your Tracks wel nog enkele vingerafdrukgegevens achter in LibreWolf.

Standaard worden alle gebruikersgegevens en cookies gewist na het sluiten van de browser, wat lang niet iedereen handig zal vinden, maar dat kan via de instellingen ongedaan gemaakt worden. Ook zijn de standaardinstellingen mogelijk dusdanig streng dat sommige websites onbruikbaar worden en er andere problemen ontstaan, zoals het niet kunnen inschakelen van de donkere modus. Volgens de ontwikkelaar kun je de meeste problemen verhelpen door de optie Resist Fingerprinting in de instellingen uit te schakelen, maar dat gaat natuurlijk wel ten koste van de privacy.

TOR

Als je écht zo anoniem mogelijk wil internetten, is TOR waarschijnlijk de beste keus. Voordat je een website bezoekt, wordt je 'bezoekaanvraag' eerst door meerdere lagen versleuteling gehaald voordat de pagina in kwestie wordt geladen. TOR anonimiseert alle fingerprints en blokkeert alle reclames en trackingscripts, waardoor het bijna onmogelijk wordt om iemands locatie of identiteit (bijvoorbeeld door middel van het IP-adres) te achterhalen. Niet zo gek, dus, dat TOR de populairste manier is om verborgen .onion-adressen (ook wel het darkweb genoemd) te bezoeken.

Deze verregaande privacyfocus gaat wel ten koste van de gebruiksvriendelijkheid. TOR is merkbaar langzamer dan reguliere browsers, omdat al je verzoeken eerst meerdere keren omgeleid worden zodat je onnavolgbaar blijft. Ook worden alle cookies na iedere sessie standaard gewist, waardoor je telkens met 'schone lei' begint en je veelgebruikte webadressen, inloggegevens en dergelijke steeds weer handmatig moet invullen. Doordat TOR álle trackers blokkeert, functioneert een groot aantal websites bovendien niet goed in deze browser, blijkt uit onderzoek van The Markup.

Lees ook: Hoe gaan populaire browsers om met je privacy?