ID.nl logo
Maak je eigen VPN met WireGuard en Tailscale
© arrow - stock.adobe.com
Huis

Maak je eigen VPN met WireGuard en Tailscale

Bij het opzetten van een VPN-server kun je het jezelf heel makkelijk óf heel moeilijk maken, er is niet echt een tussenweg. Het populaire WireGuard is daarop geen uitzondering.

In dit artikel behandelen we twee toegankelijke installatiemethodes op een VPN op te zetten:

  • WireGuard Easy via Docker
  • Tailscale

Meer weten over Docker? Instapcursus Docker Desktop: geen gedoe met losse applicatiebestanden

Er zijn de laatste jaren veel initiatieven geweest om het opzetten van een VPN-server te vereenvoudigen. Ze besparen je de tijd en moeite van een volledig handmatige configuratie, waarbij je bijvoorbeeld privésleutels en publieke sleutels moet maken en (diep) in de configuratie voor het netwerk en de gebruikers moet duiken. Helaas is met PiVPN zo’n initiatief verdwenen. De tool bood verbindingen via OpenVPN en WireGuard aan met beheer via de Opdrachtprompt, op een Raspberry Pi en onder Debian of Ubuntu. Onlangs werd de ontwikkeling stopgezet, al verschijnen er nog wel kritieke updates. Er zijn gelukkig goede alternatieven. Zo kun je met WireGuard Easy relatief snel een VPN-server in het netwerk opzetten. Daarvoor gebruik je Docker Compose. Heel praktisch is de mogelijkheid om gebruikers via een dashboard in je browser te beheren. En door een QR-code te scannen zet je in een handomdraai een verbinding vanaf een smartphone op. Geholpen door Docker Compose zijn ook andere slimme combinaties mogelijk, bijvoorbeeld met Unbound en Pi-hole. Je hebt dan niet alleen een VPN-server, maar ook een privacyvriendelijke DNS en kunt advertenties blokkeren. Heb je toch nog moeite om alles aan de praat te krijgen, dan kan Tailscale, dat gebruikmaakt van de WireGuard-technologie, redding bieden. Het is een soort ‘cheat code’ voor supereenvoudige verbindingen tussen je apparaten. Het prikt door elke firewall heen, terwijl het op de achtergrond gewoon met WireGuard werkt. We laten aan het einde van dit artikel kort zien hoe je met deze tool kunt werken.

WireGuard-protocol: snel en efficiënt Bij het opzetten van een VPN-verbinding is OpenVPN een van de belangrijkste protocollen. Het opensource WireGuard wint echter snel terrein. Kenmerkend zijn de efficiëntere code, snellere verbindingsopbouw en hogere doorvoersnelheid. Ter illustratie: WireGuard kent maar zo’n 4.000 regels code, tegenover zo’n 600.000 voor OpenVPN met OpenSSL. WireGuard kreeg mede daardoor ook de goedkeuring van Linux-voorman Linus Torvalds, die de codebase in 2018 een ‘work of art’ noemde in vergelijking met de alternatieven. Het is uitgebracht onder GPLv2, dezelfde licentie als Linux. En sinds 2020 maakt het – vanaf versie 5.6 – standaard deel uit van de Linux-kernel. WireGuard bereikt de hoge prestaties onder meer door moderne cryptografie toe te passen. De laatste jaren kiezen steeds meer VPN-providers voor het protocol. Je kunt het ook zelf gebruiken voor een VPN-server in je netwerk. Ook zijn er tools als Tailscale die het opzetten van de verbinding vereenvoudigen, maar op de achtergrond wel gebruikmaken van WireGuard.

1 Wat gaan we doen

WireGuard staat centraal in dit artikel. Je kunt hier op meerdere manieren gebruik van maken. We beginnen met een eigen VPN-server in je netwerk. Daarmee heb je alles onder controle. Op afstand, bijvoorbeeld vanaf je vakantieadres, kun je hiermee verbinden, zodat je veilig kunt internetten of toepassingen op je lokale netwerk kunt gebruiken. We gaan hiervoor met het gebruiksvriendelijke WireGuard Easy aan de slag via Docker Compose. Als alternatief laten we zien hoe je WireGuard als add-on binnen Home Assistant OS kunt installeren. De server willen we via een gemakkelijk te onthouden hostnaam kunnen bereiken, daarvoor gebruiken we Duck DNS. Dat verhelpt ook meteen verbindingsproblemen bij een dynamisch ip-adres. Ook laten we zien hoe je de clients kunt instellen, wat vaak zo makkelijk is als het scannen van een QR-code. Loop je toch nog tegen beperkingen aan, dan kan Tailscale redding bieden. Deze tool behandelen we aan het eind van dit artikel. Alle instructies kun je overigens ook op een VPS-server uitvoeren, waarmee je een alternatief hebt voor een betaalde VPN-dienst.

Voor het opzetten van een VPS-server, lees dit artikel: Zo zet je in een handomdraai je eigen virtual private server op

©FABIO PRINCIPE

2 Wat heb je nodig

Voor de installatie van WireGuard als VPN-server heb je een Linux-server met Docker Compose in je netwerk nodig. Hier worden geen bijzondere eisen aan gesteld. Je zou een recente Raspberry Pi kunnen gebruiken of een eenvoudige Intel Celeron J4125, N100 of N5105. Zulke systemen moeten een 500megabit-verbinding gemakkelijk kunnen verdragen. Bij de juiste instellingen zal de doorvoersnelheid met of zonder VPN zelfs nauwelijks afwijken.

Voor toegang tot je VPN-server is het wel nodig om een poort in je netwerk open te zetten. Ook moet je de clients die verbinding gaan maken vooraf instellen. Het is voor WireGuard belangrijk dat je een ‘echt’ publiek IPv4-adres hebt zonder het zogeheten Carrier-Grade NAT ofwel CGNAT (zie het kader ‘CGNAT verhindert inkomende verbindingen’). Hoewel CGNAT vooral op mobiele netwerken wordt ingezet, passen enkele internetproviders, zoals Delta, het ook op het vaste netwerk toe.

Voor het opzetten van een verbinding via Tailscale is de belangrijkste eis dat de twee apparaten een internetverbinding hebben. Het werkt dus overal door elke firewall heen en heeft ook geen last van CGNAT of vergelijkbare beperkingen.

CGNAT verhindert inkomende verbindingen Bij CGNAT (Carrier-Grade NAT) krijg je geen echt publiek ipv4-adres, maar een privé ipv4-adres. Er zit dus een soort poortwachter tussen. Die zorgt ervoor dat het achterliggende publieke ipv4-adres feitelijk wordt gedeeld met soms wel duizenden anderen. Dit staat het verbinden met je eigen servers vanaf internet in de weg. Delta sluit daarom overigens wel klanten uit die portforwarding benutten.

Je kunt eenvoudig controleren of CGNAT wordt gebruikt. Controleer bijvoorbeeld het privé-ip-adres dat jouw router heeft gekregen. Bij CGNAT komt dit meestal uit het adresblok 100.64.0.0/10 dat hiervoor is gereserveerd. Dit omvat de adressen 100.64.0.0 t/m 100.127.255.255. Vergelijk het met je werkelijke publieke ipv4-adres (raadpleeg bijvoorbeeld www.whatismyip.com). Als dat hetzelfde adres is, wordt er geen CGNAT gebruikt. Als alternatief kun je een traceroute uitvoeren via de Opdrachtprompt in Windows. Geef de opdracht tracert met daarachter het publieke ipv4-adres. Als er maar één knooppunt is, wordt er geen CGNAT gebruikt.

3 WireGuard Easy

WireGuard Easy, gemaakt door een Nederlander (Emile Nijssen), is een van de eenvoudigste methodes voor het opzetten van een VPN-server. Niet alleen kun je het met Docker of via een configuratiebestand voor Docker Compose snel installeren, je krijgt er ook nuttige extra’s bij. Zo kun je via een dashboard gebruikers bekijken, toevoegen, bewerken of verwijderen. Je kunt ook per gebruiker het configuratiebestand downloaden waarmee verbinding kan worden gemaakt of eenvoudigweg een QR-code weergeven voor ditzelfde doel. Tot slot krijg je inzicht in de verbonden gebruikers en het verkeer.

4 Registratie bij Duck DNS

Duck DNS is een dynamische DNS-provider (ook wel DDNS genoemd). Het is een gratis dienst die ervoor zorgt dat je altijd via een eenvoudig te onthouden hostnaam verbinding kunt maken met je internetverbinding thuis. Het werkt met zowel een vast als dynamisch ip-adres. Als het ip-adres wisselt, wordt dit automatisch bijgewerkt via een toepassing in je netwerk (dit activeren we in de volgende stap). Om Duck DNS te gebruiken, ga je naar www.duckdns.org. Maak een account aan door in te loggen met één van de genoemde diensten (zoals Google of GitHub) en volg de instructies. Op het laatste scherm zie je een token die je in de volgende stap nodig hebt voor het bijwerken van je ip-adres. Ook kun je hier tot vijf subdomeinen toevoegen. Vul bij sub domain een eerste subdomeinnaam in en klik op add domain. Als voorbeeld gebruiken we de naam mcvpn waarmee de volledige hostnaam mcvpn.duckdns.org wordt. Welk ip-adres initieel wordt gebruikt, kun je nu aflezen. Ook kun je het controleren door de Opdrachtprompt in Windows te openen en de opdracht ping subdomein.duckdns.org in te voeren. Als het goed is, zie je het ip-adres van jouw internetverbinding.

5 Bijwerken ip-adres

Zeker als je een wisselend ip-adres hebt, is het raadzaam om dit automatisch bij te werken via een toepassing in je netwerk. Op de website van Duck DNS vind je diverse installatiemethodes. Omdat we WireGuard Easy via Docker Compose installeren, ligt het voor de hand om Duck DNS ook via Docker Compose bij te werken.

Je kunt WireGuard optioneel ook als add-on voor Home Assistant installeren (zie het kader ‘WireGuard via Home Assistant’). In dat geval is het slim om ook een add-on voor Duck DNS te gebruiken.

Voor Docker Compose kun je de onderstaande inhoud als uitgangspunt nemen voor het bestand docker-compose.yml. Zet dit bestand liefst in een eigen map voor Duck DNS.

De waardes voor PUID en PGID kun je onder Linux achterhalen met de opdracht id. Dit is vooral belangrijk voor toegang tot het bestandssysteem op de host. Achter TOKEN= vul je de token in uit je account bij Duck DNS. Achter SUBDOMAINS= vul je het subdomein bij Duck DNS in. Start daarna de toepassing met:

docker compose up -d

Daarmee start de container op de achtergrond. Wil je controleren of alles goed staat, dan kun je de eerste keer eventueel starten met:

docker compose up

Stop de container daarna met Ctrl+C en start deze alsnog op de achtergrond.

WireGuard via Home Assistant Je kunt WireGuard ook als add-on installeren binnen Home Assistant OS. Je kunt dan Home Assistant (en andere diensten op je netwerk) op afstand via een beveiligde verbinding gebruiken. De installatie is eenvoudig. Ga naar Instellingen / Add-ons en kies Add-on winkel. WireGuard vind je onder het kopje Home Assistant Community Add-ons. Klik erop en kies Installeer. Ga dan naar het tabblad Configuratie. Onder het kopje server vul je achter host: de hostnaam in (zoals mcvpn.duckdns.org) om mee te verbinden. Onder het kopje peers vul je achter name: een naam voor de gebruiker in. Bewaar de aanpassingen en start de add-on. Kijk onder Logboek of alles goed is gegaan. De handigste verbindingsmethode is ook hier via een QR-code. In de map /ssl/wireguard vind je daarvoor onder de gekozen gebruikersnaam het bestand qrcode.png. Je kunt dit openen met een add-on, zoals File editor. In de configuratie van File editor moet je wel de optie Enforce Basepath uitzetten, anders kun je alleen de configuratiemap /config benaderen. Gebruik je Duck DNS, dan kun je aanvullend nog de add-on installeren om je ip-adres up-to-date te houden voor deze dienst.

6 Installatie WireGuard Easy

We gaan nu WireGuard via Docker Compose installeren. Hierbij nemen dit Docker Compose-bestand als basis. Daarin maken we enkele aanpassingen. Hierna ziet de volledige configuratie er als volgt uit:

Ten opzichte van de standaardconfiguratie veranderen we met LANG=nl de taal voor het dashboard naar Nederlands. Achter WG_HOST hebben we de hostnaam van Duck DNS ingevuld die we in stap 4 activeerden. Als je thuis een vast ip-adres hebt, kun je er ook voor kiezen om eenvoudigweg het ip-adres in te vullen. Ook zou je een (sub)domein via de DNS-instellingen bij je provider kunnen laten verwijzen naar je ip-adres thuis, zodat je dat (sub)domein kunt gebruiken.

7 Extra parameters

Onder environment: kun je eventueel extra of aangepaste parameters opgeven. Voor een volledig overzicht kun je op de GitHub-pagina van het project kijken. Zo wordt als naam voor de ethernetinterface standaard eth0 gebruikt. Dat is gangbaar op Linux-systemen. Controleer dit eventueel voor jouw situatie met ip a. Je kunt het veranderen via de parameter WG_DEVICE=eth0. Standaard wordt de DNS-server van Cloudflare op 1.1.1.1 gebruikt. Dit kun je wijzigen via WG_DEFAULT_DNS=1.1.1.1. Gebruik bijvoorbeeld 8.8.8.8 voor Google. Verder is het raadzaam een wachtwoord in te stellen voor het dashboard. Dat kan met bijvoorbeeld PASSWORD=geheim. Verder kun je met WG_ALLOWED_IPS= beperken welk verkeer vanaf de client over de VPN-tunnel moet worden gestuurd. Standaard gaat al het verkeer door de tunnel.

8 Poort doorsturen

Voordat je WireGuard kunt starten, moet je nog een poort via je router doorsturen naar de server met WireGuard. De procedure verschilt per router. Eventueel kun je de instructies op www.portforward.com raadplegen. Voor het WireGuard-verkeer wordt standaard udp-poort 51820 gebruikt. Je hoeft daarom alleen het udp-verkeer naar poort 51820 door te sturen naar diezelfde poort op de server met WireGuard. De poort ‘aan de buitenkant’ zou je eventueel kunnen veranderen naar een andere poort, als deze bijvoorbeeld door bepaalde netwerken wordt geblokkeerd.

Voor het dashboard gebruikt WireGuard Easy standaard tcp-poort 51821. Voor die poort is geen portforwarding nodig. Het dashboard is dan weliswaar alleen vanaf je lokale netwerk bereikbaar, maar dat is om veiligheidsredenen wel zo verstandig.

Heb je alles aangepast en de poort doorgestuurd, dan kun je WireGuard Easy starten met:

docker compose up -d

9 Gebruikers toevoegen

Het meeste werk is eigenlijk al gedaan. We hoeven alleen nog maar gebruikers toe te voegen. Daarvoor open je je dashboard door je browser te verwijzen naar http://ipadres:51821. Gebruik hiervoor het ip-adres van de server. Als je een wachtwoord hebt ingesteld, moet je dat eerst invullen. Op je dashboard kun je nu een eerste gebruiker toevoegen via Nieuw. Vul een naam in voor de gebruiker en klik op Creëren. Je ziet een schuifje waarmee je de bewuste gebruiker eventueel kunt (de)activeren.

Ook kun je de verbindingsgegevens ophalen. Er zijn twee manieren om een verbinding met je VPN-server op te zetten. Je kunt hier de QR-code weergeven die je kunt scannen met de app op je smartphone. Dit is de makkelijkste optie. Ook kun je het configuratiebestand downloaden. Dit is wat gangbaarder als je een verbinding wilt leggen vanaf een pc of laptop.

10 Verbinding met smartphone

Als voorbeeld zetten we een verbinding op vanaf een Android-smartphone. Dit werkt heel eenvoudig. Installeer allereerst de WireGuard-app. Start de app vervolgens op en klik op het plusteken om een verbinding toe te voegen. Kies dan de optie Scan van QR-code. Maak de QR-code voor de gewenste gebruiker zichtbaar in je dashboard en scan deze vervolgens met de camera van je smartphone. Geef de tunnel een naam. Met een schuifje kun je de verbinding actief maken. Al het verkeer zal dan over de VPN worden gestuurd en je kunt ook alle toepassingen op je thuisnetwerk gebruiken.

WireHole Wie wat meer wil experimenteren kan WireHole overwegen. Dit is een combinatie van WireGuard, Pi-hole en Unbound. Pi-hole zorgt voor het blokkeren van advertentienetwerken, terwijl Unbound helpt bij het cachen van DNS-verzoeken met aanvullende bescherming van je privacy. De gangbare manier om het te installeren is via Docker Compose. De tool biedt ook een dashboard voor WireGuard, maar in dit geval het alternatieve WireGuard-UI. Daarnaast kun je uiteraard de beheerdersomgeving van Pi-hole benaderen.

Bijzonder leuk en handig: Kasm: experimenteren en veilig werken in een geïsoleerde omgeving

11 Tailscale

Tailscale is erg populair. Het is een van de makkelijkste manieren om al je apparaten te bereiken, ongeacht het netwerk waarop die apparaten zich bevinden. Heb je moeite met het verbinden met je VPN-server, bijvoorbeeld door een verkeerde configuratie van je server of router, dan kan Tailscale een goed alternatief zijn. Het is zonder meer handig om in je gereedschapskist te hebben, bijvoorbeeld om (al dan niet tijdelijk) met een nieuw of vreemd systeem te verbinden.

Surf naar de website van Tailscale en kies Get started. Log nu in met een van de getoonde diensten, zoals Google, Microsoft of GitHub. Deze fungeren als identiteitsprovider. In dit voorbeeld gebruiken we Google. Voor extra bescherming raden we aan tweestapsverificatie voor deze accounts in te stellen. Na het inloggen kun je apparaten toevoegen. Daarvoor installeer je Tailscale op die apparaten en log je in met dezelfde identiteitsprovider. Ze verschijnen dan op je dashboard en je kunt verbindingen tussen de apparaten opzetten. We zullen dit voor een Windows-pc en Linux-systeem laten zien.

Na je registratie bij Tailscale kun je 14 dagen lang alle functies uitproberen van het Enterprise-abonnement. Wil je de gratis versie van Tailscale gebruiken, kies dan als je bent ingelogd voor de optie Choose personal plan. Merk op dat je nu beperkt bent tot drie gebruikers en honderd apparaten. Maar dat zal voor de meeste gebruikers geen struikelblok zijn.

12 Windows-pc toevoegen

We beginnen met het toevoegen van een Windows-pc. Installeer hierop Tailscale. Er zijn geen aanvullende instellingen nodig. Na de installatie hoef je slechts de link te volgen. Via een browser kun je vervolgens inloggen met dezelfde identiteitsprovider, zoals Google in ons voorbeeld. Daarna kun je het systeem, in dit geval de Windows-pc, direct toevoegen aan wat ook wel je tailnet wordt genoemd. De naam van het systeem, in dit voorbeeld werk-pc-mini, wordt door Tailscale overgenomen, en kun je eventueel aanpassen. Je kunt nu een verbinding opzetten met de andere apparaten in je tailnet. Bij die verbindingen wordt op de achtergrond gebruikgemaakt van WireGuard. Maar, hiervoor moeten we natuurlijk eerst nog een tweede apparaat toevoegen.

13 Linux-systeem toevoegen

We zullen ook direct een Linux-systeem toevoegen. Dat gaat het gemakkelijkst via een script. Dit vereist de tool curl, die kun je indien nodig installeren met:

sudo apt install curl

Daarna kun je Tailscale installeren via het script:

curl -fsSL https://tailscale.com/install.sh | sh

Na de installatie kun je Tailscale starten met het commando:

tailscale up

Je krijgt nu een link te zien die je moet openen in een browser. Log nu opnieuw met bijvoorbeeld Google in, en ook dit systeem zal worden toegevoegd aan je tailnet. In dit voorbeeld onder de naam ubuntu. Het terminalscherm van je Linux-systeem toont direct een melding wanneer het apparaat is toegevoegd.

14 Tailscale gebruiken

Merk op dat elk systeem een eigen ip-adres heeft gekregen dat begint met 100.x.x.x. Je kunt direct verbinding maken tussen alle apparaten. Je kunt bijvoorbeeld pingen vanaf het Linux-systeem naar de Windows-pc met ping werk-pc-mini. Andersom kun je via de Opdrachtprompt op de Windows-pc het Linux-systeem oproepen met ping ubuntu. Als op dat Linux-systeem ook ssh actief is, kun je inloggen met de opdracht ssh gebruiker@ubuntu, bijvoorbeeld ssh root@ubuntu voor de root-gebruiker.

Je ziet hoe eenvoudig Tailscale werkt. Je hoeft je nooit bezig te houden met lastige configuraties of portforwarding. Er is wel een afhankelijkheid van derde partijen. Vind je dat een zwakte? Dan zou je eventueel Headscale kunnen gebruiken, want dat kun je zelf hosten. Dit neemt dan in feite de rol van de Tailscale-servers over.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Zo zet je Google Gemini en Assistent uit op Android
Huis

Zo zet je Google Gemini en Assistent uit op Android

Als je nu een Android-toestel koopt, dan is de kans groot dat je daar zowel Google Assistent als Google Gemini op aantreft. We kunnen ons voorstellen dat je daar niet altijd op zit te wachten. Daarom leggen we in dit artikel uit hoe je de assistenten uitschakelt.

Dit artikel in het kort:

  • Je kunt beide uitschakelen via de Google-app en de instellingen.
  • Google Gemini wordt eerst uitgeschakeld door naar de Assistent over te stappen en deze daarna te deactiveren.
  • Handmatige stappen omvatten het navigeren in de Google-app en het omzetten van schuifregelaars.
  • Volledig verwijderen van de assistenten is niet mogelijk, maar opnieuw inschakelen kan via de instellingen.

Meer weten over Gemini? Lees dan: Alles over Google Gemini, Googles antwoord op ChatGPT

Laten we wel wezen: chatbots op je smartphone kunnen handig zijn. Zelf kunnen we niet zonder Google Gemini als we Lord of the Rings: The Rings of Power aan het kijken zijn, maar niet iedereen zit op die digitale hulp te wachten.

Buiten dat zitten ze soms in de weg. Als je een verkeerd knopje indrukt of een bepaalde zin uitspreekt, kan het zomaar zijn dat er onder in beeld ineens een pop-up verschijnt met de vraag waar de Assistent of Gemini je mee kan helpen. Nou, met het uitschakelen van je aanwezigheid, wat dacht je daarvan?

Eerste stap: overstappen op Google Assistent

De kans is heel groot dat je Android-toestel standaard Gemini ingeschakeld heeft als stemassistent. Je kunt die chatbot uitschakelen door over te stappen op de Google Assistent, die we daarna uitzetten. Maar eerst moet je het volgende doen:

  • Ga naar de Google-app.

  • Tik op je profielfoto.

  • Selecteer Instellingen.

  • Tik op Gemini.

  • Scrol naar beneden en tik op De digitale assistenten van Google.

  • Selecteer Google Assistent.

  • Bevestig je keuze.

Tweede stap: Google Assistent uitschakelen

Nu hebben we Google Gemini uitgeschakeld. Vervolgens kunnen we de Google Assistent uitschakelen. Volg daarvoor de onderstaande stappen op.

  • Ga naar de Google-app.

  • Tik op je profielfoto.

  • Selecteer Instellingen.

  • Tik op Google Assistent.

  • Zet de schuifregelaar naast Hey Google om (naar uit). Doe hetzelfde voor Tijdens het autorijden.

  • Je kunt tot slot nog eventueel het Voice Match-profiel verwijderen. Daarmee zet je eveneens Hey Google uit.

Je kunt de stemassistenten weer inschakelen door de bovenstaande stappen op te volgen en een andere keuze te maken, of door bijvoorbeeld de powerknop ingedrukt te houden. Het is helaas niet mogelijk de Assistent of Gemini volledig te verwijderen.


▼ Volgende artikel
Batterij leeg? Met deze tips houdt jouw smartphone het de hele dag vol!
© Batorskaya Larisa
Huis

Batterij leeg? Met deze tips houdt jouw smartphone het de hele dag vol!

Is je smartphonebatterij veel te snel leeg of merk je dat bepaalde apps veel van je batterij vragen? Met deze 15 praktische tips voor zowel iOS als Android kun je de batterijduur verlengen.

We geven allerlei tips om slimmer – en daarmee langer – om te gaan met de batterij van je smartphone:

  • Verlaag de helderheid van je scherm
  • Zet de donkere modus aan
  • Beperk de achtergrondactiviteit van apps
  • Schakel de locatieservices uit
  • Zet nutteloze meldingen uit
  • Zet de vliegtuigmodus aan
  • Synchroniseer alleen handmatig
  • Update het besturingssysteem

Lees ook: Je smartphone kan slecht tegen kou: zo bescherm je ‘m in de winter

Let erop dat de menustructuur van jouw Android-smartphone kan afwijken van wat wij beschrijven.

1 Schermhelderheid

Je beeldscherm is een van de grootste stroomverbruikers van je smartphone. Als je de helderheid van je scherm aanpast, kun je aanzienlijk meer tijd doorbrengen op je mobiel. Zet de helderheid zo laag mogelijk of schakel de automatische helderheid in die op basis van het omgevingslicht werkt. Zo zal je scherm niet helderder dan nodig worden verlicht. Vrijwel alle smartphones hebben een instelling om de helderheid handmatig aan te passen in het bedieningspaneel.

In iOS veeg je omhoog om het bedieningspaneel te openen, hier pas je handmatig de helderheid aan.

2 Donkere modus

Op een oledscherm, wat de meeste recente smartphones hebben, vragen donkere kleuren minder van je batterij dan heldere kleuren. Gelukkig kun je zowel in iOS als Android een donkere modus instellen. Op een iPhone ga je naar Instellingen / Beeldscherm en helderheid en kies je voor Donker. Op een Android-toestel ga je naar Instellingen / Scherm en selecteer je Donker thema. Dit vermindert overigens niet alleen het energieverbruik, maar is ook prettiger voor je ogen in slecht verlichte omgevingen.

De donkere modus is niet alleen beter voor het energieverbruik, maar ook voor je ogen.

3 Achtergrondactiviteit

Veel apps blijven je batterij belasten, zelfs als je die apps niet actief gebruikt. Door de achtergrondactiviteit te beperken, kun je de batterijduur verlengen. Controleer in de instellingen van je telefoon welke apps onnodig veel stroom gebruiken en beperk de achtergrondactiviteit. In iOS ga je naar Instellingen / Algemeen / Ververs op achtergrond. In Android ga je naar Instellingen / Wachtwoorden en accounts en schakel je App-gegevens automatisch synchroniseren uit.

Bepaal per app of ze op de achtergrond mogen blijven draaien.

Goed om te weten: Zo doe je jarenlang met je smartphone

4 Locatie uitschakelen

Locatieservices, zoals gps, zijn erg handig, maar vreten heel veel stroom. Bovendien is het helemaal niet nodig dat elke app op elk moment toegang tot je locatie heeft.

Op een iPhone ga je naar Instellingen / Privacy en beveiliging / Locatievoorzieningen. Geef daar bij Bij gebruik aan welke apps toegang tot jouw locatie mogen hebben. Op Android-telefoons ga je naar Instellingen / Locatie en pas je de machtigingen aan, zodat apps alleen toegang tot je locatie hebben wanneer het nodig is. Voor een nog grotere batterijbesparing kun je de locatieservices volledig uitschakelen. Maar wees je ervan bewust dat je dan bijvoorbeeld niet meer kunt navigeren binnen Google Maps.

Continue locatiebepaling kan veel van je batterij vragen.

5 Meldingen uitschakelen

Als je een melding krijgt, dan gebeuren er een aantal dingen: je scherm licht op, je smartphone speelt een geluid af, het vibreert en waarschijnlijk wordt er ook nog een animatie afgespeeld. Niet alle meldingen zijn nuttig, schakel dan ook de meldingen van die apps uit. Dat is niet alleen handig om de batterijduur te verlengen, maar het voorkomt ook dat je voortdurend naar je smartphone kijkt. In iOS vind je de notificaties bij Instellingen / Meldingen, waar je de instellingen per app aanpast. Binnen Android ga je naar Instellingen / Meldingen / App-meldingen.

Van welke apps hoef jij niet per se meldingen te ontvangen?

6 5G uitschakelen

Hoewel 5G-snelheden indrukwekkend zijn, verbruikt het ook meer energie dan oudere netwerktypen. Als je geen gebruik hoeft te maken van de hogere snelheden, overweeg dan om terug te schakelen naar 4G om de batterij te besparen. In iOS vind je dit bij Instellingen / Mobiel netwerk / Opties mobiele data / Gesprekken en data. Binnen Android ga je naar Instellingen / Netwerk en internet / Simkaarten waar je terugschakelt naar 4G.

Schakel terug naar 4G als je de snelheid van 5G niet per se nodig hebt.

7 Vliegtuigmodus aanzetten

Ben je op een plek waar je slecht bereik hebt, zet je telefoon dan op vliegtuigmodus. Heb je namelijk ergens een belabberde ontvangst, dan blijft je smartphone constant naar een sterker signaal zoeken. Dit trekt de batterij snel leeg. Als die locatie wel beschikt over een wifi-netwerk, schakel dan alleen de wifi in. Je smartphone is hierdoor niet bereikbaar voor inkomende belletjes (tenzij je bellen via wifi hebt ingeschakeld) of andere zaken waarvoor het mobiele netwerk of bluetooth nodig is. De vliegtuigmodus vind je in het bedienings- of notificatiepaneel op je smartphone.

De vliegtuigmodus kan veel batterij besparen.

8 Synchronisatie aanpassen

Automatische synchronisatie van e-mails en de agenda kan de batterij sneller leeg laten lopen. Overweeg eens om de synchronisatie-instellingen aan te passen, zodat apps minder vaak worden gesynchroniseerd of zelfs alleen worden gesynchroniseerd als jij dat handmatig aangeeft. In iOS kun je dit voor mails en agenda’s apart instellen. Ga naar Instellingen en kies voor Agenda of Mail. Bij beide opties tik je op Accounts / Nieuwe gegevens en kies je voor een langer interval onder Ophalen. Op een Android-toestel ga je naar Instellingen / Wachtwoorden en accounts en beheer je de synchronisatie-instellingen per account.

Door handmatig apps te synchroniseren, bespaar je batterij.

9 Batterijgebruik inzichtelijk

Dat je batterij snel leeg raakt, kan ook te maken hebben met een bepaalde app die buitengewoon veel energie verbruikt. Om te zien welke apps de meeste energie slurpen, ga je in iOS naar Instellingen / Batterij. Je ziet nu welke apps in de afgelopen 24 uur het meest hebben verbruikt. Door op Toon activiteit te tikken, zie je hoeveel minuten je de app hebt gebruikt. In Android ga je naar Instellingen / Batterij / Batterijverbruik.

Achterhaal welke apps (te) veel gebruikmaken van de batterij.

Nog maar 5% batterij over?

Met een powerbank heb je 'm zo weer opgeladen

10 Batterijcapaciteit controleren

Algemeen bekend is dat een batterij van een smartphone ook gewoon na verloop van tijd slechter wordt. In iOS kun je de batterijgezondheid controleren via Instellingen / Batterij / Batterijconditie en opladen. Achter Maximumcapaciteit zie je wat de status van je batterij is. Bij Apple kun je je batterij laten vervangen tussen de 79 en 109 euro, afhankelijk van je model. Op een Android-smartphone vind je informatie over de capaciteit van je batterij bij Instellingen / Batterij. Een extra app als AccuBattery maakt inzichtelijk in hoeverre je accu versleten is.

Is jouw batterij nog gezond? Deze batterij is aan vervanging toe.

11 Batterijbesparingsmodus

Elke moderne smartphone heeft tegenwoordig een optie om de batterij te ontlasten met een batterijbesparingsmodus. Deze modus beperkt bijvoorbeeld de achtergrondactiviteit van apps, verlaagt de helderheid van je scherm en schakelt animaties uit. Op iOS activeer je dit via Instellingen / Batterij / Energiebesparingsmodus. Binnen Android kun je naar Instellingen / Batterij / Batterijbesparing gaan om deze modus in te schakelen. Het gebruik van deze functie is vooral nuttig wanneer je batterij al bijna leeg is.

De batterijbesparingsmodus is vooral handig als je geen oplader bij de hand hebt en je telefoon bijna leeg is.

12 App-updates beheren

Vergelijkbaar met het beperken van de achtergrondactiviteit, is het voorkomen van automatische app-updates. Ook deze vinden vaak in de achtergrond plaats en belasten de batterij. Om zuiniger met je batterij om te gaan, kun je deze instelling uitschakelen en ervoor kiezen om apps alleen te updaten wanneer je je telefoon oplaadt. In iOS ga je naar Instellingen / App Store en schakel je App-updates uit. Binnen Android open je de Google Play Store, ga je naar Instellingen / Netwerkvoorkeuren / Apps automatisch updaten en kies je Apps niet automatisch bijwerken.

Je kunt ervoor kiezen om apps niet automatisch te laten updaten.

13 OS updaten

Het regelmatig bijwerken van het besturingssysteem is belangrijk om de prestaties te optimaliseren. In elke update worden bugs en foutjes gecorrigeerd die ook voor je batterij gunstig uit kunnen pakken. Op je iPhone controleer je op updates via Instellingen / Algemeen / Software-update. Op je Android-toestel ga je naar Instellingen / Systeem / Systeemupdate. Onder Instellingen / Beveiliging en privacy / Updates kun je ook de status van Google Play-systeemupdates controleren. Zorg ervoor dat je smartphone volledig is opgeladen of opgeladen wordt wanneer je een update uitvoert.

Zorg dat je besturingssysteem up-to-date is.

14 Widgets uitzetten

Widgets en live achtergronden zijn visueel aantrekkelijk, maar ze verbruiken wel constant stroom, doordat ze gegevens verversen en je scherm activeren. In iOS kun je widgets verwijderen door naar het Vandaag-scherm te gaan (één veeg naar rechts), onderin op Wijzig te tikken en ongewenste widgets te verwijderen. Binnen Android kun je door lang te drukken op het startscherm widgets verwijderen. Als je dynamische of live achtergronden hebt ingesteld en je batterij is niet meer zo best, dan kun je beter een statische afbeelding instellen via het instellingenmenu van je smartphone. Dit werkt op elke smartphone net even anders.

Verwijder widgets van je startscherm.

15 Algemene tips

Er zijn een aantal algemene tips wat betreft het opladen en het gebruik van je smartphone. De 20/80-regel betekent dat je je smartphone oplaadt wanneer je rond de 20 procent lading over hebt. Stop vervolgens met opladen als je rond de 80 procent zit. Dit is optimaal voor je batterij. Mede hierom is het niet handig om je smartphone ’s nachts aan de oplader te laten liggen. Doe je dat wel, en heb je een iPhone die beschikt over de functie Geoptimaliseerd opladen, controleer dan of die optie is ingeschakeld. Tot slot: kijk uit met het gebruik van je smartphone in weersextremen, zoals in volle zon of bij hele lage temperaturen.

Laat een smartphone nooit compleet leeglopen voordat je hem weer oplaadt.

Draadloos of met een kabeltje?

De juiste oplader voor jouw telefoon vind je bij bol

Watch on YouTube