ID.nl logo
Maak je eigen VPN met WireGuard en Tailscale
© arrow - stock.adobe.com
Huis

Maak je eigen VPN met WireGuard en Tailscale

Bij het opzetten van een VPN-server kun je het jezelf heel makkelijk óf heel moeilijk maken, er is niet echt een tussenweg. Het populaire WireGuard is daarop geen uitzondering.

In dit artikel behandelen we twee toegankelijke installatiemethodes op een VPN op te zetten:

  • WireGuard Easy via Docker
  • Tailscale

Meer weten over Docker? Instapcursus Docker Desktop: geen gedoe met losse applicatiebestanden

Er zijn de laatste jaren veel initiatieven geweest om het opzetten van een VPN-server te vereenvoudigen. Ze besparen je de tijd en moeite van een volledig handmatige configuratie, waarbij je bijvoorbeeld privésleutels en publieke sleutels moet maken en (diep) in de configuratie voor het netwerk en de gebruikers moet duiken. Helaas is met PiVPN zo’n initiatief verdwenen. De tool bood verbindingen via OpenVPN en WireGuard aan met beheer via de Opdrachtprompt, op een Raspberry Pi en onder Debian of Ubuntu. Onlangs werd de ontwikkeling stopgezet, al verschijnen er nog wel kritieke updates. Er zijn gelukkig goede alternatieven. Zo kun je met WireGuard Easy relatief snel een VPN-server in het netwerk opzetten. Daarvoor gebruik je Docker Compose. Heel praktisch is de mogelijkheid om gebruikers via een dashboard in je browser te beheren. En door een QR-code te scannen zet je in een handomdraai een verbinding vanaf een smartphone op. Geholpen door Docker Compose zijn ook andere slimme combinaties mogelijk, bijvoorbeeld met Unbound en Pi-hole. Je hebt dan niet alleen een VPN-server, maar ook een privacyvriendelijke DNS en kunt advertenties blokkeren. Heb je toch nog moeite om alles aan de praat te krijgen, dan kan Tailscale, dat gebruikmaakt van de WireGuard-technologie, redding bieden. Het is een soort ‘cheat code’ voor supereenvoudige verbindingen tussen je apparaten. Het prikt door elke firewall heen, terwijl het op de achtergrond gewoon met WireGuard werkt. We laten aan het einde van dit artikel kort zien hoe je met deze tool kunt werken.

WireGuard-protocol: snel en efficiënt Bij het opzetten van een VPN-verbinding is OpenVPN een van de belangrijkste protocollen. Het opensource WireGuard wint echter snel terrein. Kenmerkend zijn de efficiëntere code, snellere verbindingsopbouw en hogere doorvoersnelheid. Ter illustratie: WireGuard kent maar zo’n 4.000 regels code, tegenover zo’n 600.000 voor OpenVPN met OpenSSL. WireGuard kreeg mede daardoor ook de goedkeuring van Linux-voorman Linus Torvalds, die de codebase in 2018 een ‘work of art’ noemde in vergelijking met de alternatieven. Het is uitgebracht onder GPLv2, dezelfde licentie als Linux. En sinds 2020 maakt het – vanaf versie 5.6 – standaard deel uit van de Linux-kernel. WireGuard bereikt de hoge prestaties onder meer door moderne cryptografie toe te passen. De laatste jaren kiezen steeds meer VPN-providers voor het protocol. Je kunt het ook zelf gebruiken voor een VPN-server in je netwerk. Ook zijn er tools als Tailscale die het opzetten van de verbinding vereenvoudigen, maar op de achtergrond wel gebruikmaken van WireGuard.

Het snelle en efficiënte WireGuard-protocol wordt steeds meer de standaard.

1 Wat gaan we doen

WireGuard staat centraal in dit artikel. Je kunt hier op meerdere manieren gebruik van maken. We beginnen met een eigen VPN-server in je netwerk. Daarmee heb je alles onder controle. Op afstand, bijvoorbeeld vanaf je vakantieadres, kun je hiermee verbinden, zodat je veilig kunt internetten of toepassingen op je lokale netwerk kunt gebruiken. We gaan hiervoor met het gebruiksvriendelijke WireGuard Easy aan de slag via Docker Compose. Als alternatief laten we zien hoe je WireGuard als add-on binnen Home Assistant OS kunt installeren. De server willen we via een gemakkelijk te onthouden hostnaam kunnen bereiken, daarvoor gebruiken we Duck DNS. Dat verhelpt ook meteen verbindingsproblemen bij een dynamisch ip-adres. Ook laten we zien hoe je de clients kunt instellen, wat vaak zo makkelijk is als het scannen van een QR-code. Loop je toch nog tegen beperkingen aan, dan kan Tailscale redding bieden. Deze tool behandelen we aan het eind van dit artikel. Alle instructies kun je overigens ook op een VPS-server uitvoeren, waarmee je een alternatief hebt voor een betaalde VPN-dienst.

Voor het opzetten van een VPS-server, lees dit artikel: Zo zet je in een handomdraai je eigen virtual private server op

©FABIO PRINCIPE

Een VPN-server kun je onder meer gebruiken tijdens je vakantie.

2 Wat heb je nodig

Voor de installatie van WireGuard als VPN-server heb je een Linux-server met Docker Compose in je netwerk nodig. Hier worden geen bijzondere eisen aan gesteld. Je zou een recente Raspberry Pi kunnen gebruiken of een eenvoudige Intel Celeron J4125, N100 of N5105. Zulke systemen moeten een 500megabit-verbinding gemakkelijk kunnen verdragen. Bij de juiste instellingen zal de doorvoersnelheid met of zonder VPN zelfs nauwelijks afwijken.

Voor toegang tot je VPN-server is het wel nodig om een poort in je netwerk open te zetten. Ook moet je de clients die verbinding gaan maken vooraf instellen. Het is voor WireGuard belangrijk dat je een ‘echt’ publiek IPv4-adres hebt zonder het zogeheten Carrier-Grade NAT ofwel CGNAT (zie het kader ‘CGNAT verhindert inkomende verbindingen’). Hoewel CGNAT vooral op mobiele netwerken wordt ingezet, passen enkele internetproviders, zoals Delta, het ook op het vaste netwerk toe.

Voor het opzetten van een verbinding via Tailscale is de belangrijkste eis dat de twee apparaten een internetverbinding hebben. Het werkt dus overal door elke firewall heen en heeft ook geen last van CGNAT of vergelijkbare beperkingen.

Tailscale heeft geen last van firewalls of andere beperkingen.

CGNAT verhindert inkomende verbindingen Bij CGNAT (Carrier-Grade NAT) krijg je geen echt publiek ipv4-adres, maar een privé ipv4-adres. Er zit dus een soort poortwachter tussen. Die zorgt ervoor dat het achterliggende publieke ipv4-adres feitelijk wordt gedeeld met soms wel duizenden anderen. Dit staat het verbinden met je eigen servers vanaf internet in de weg. Delta sluit daarom overigens wel klanten uit die portforwarding benutten.

Je kunt eenvoudig controleren of CGNAT wordt gebruikt. Controleer bijvoorbeeld het privé-ip-adres dat jouw router heeft gekregen. Bij CGNAT komt dit meestal uit het adresblok 100.64.0.0/10 dat hiervoor is gereserveerd. Dit omvat de adressen 100.64.0.0 t/m 100.127.255.255. Vergelijk het met je werkelijke publieke ipv4-adres (raadpleeg bijvoorbeeld www.whatismyip.com). Als dat hetzelfde adres is, wordt er geen CGNAT gebruikt. Als alternatief kun je een traceroute uitvoeren via de Opdrachtprompt in Windows. Geef de opdracht tracert met daarachter het publieke ipv4-adres. Als er maar één knooppunt is, wordt er geen CGNAT gebruikt.

3 WireGuard Easy

WireGuard Easy, gemaakt door een Nederlander (Emile Nijssen), is een van de eenvoudigste methodes voor het opzetten van een VPN-server. Niet alleen kun je het met Docker of via een configuratiebestand voor Docker Compose snel installeren, je krijgt er ook nuttige extra’s bij. Zo kun je via een dashboard gebruikers bekijken, toevoegen, bewerken of verwijderen. Je kunt ook per gebruiker het configuratiebestand downloaden waarmee verbinding kan worden gemaakt of eenvoudigweg een QR-code weergeven voor ditzelfde doel. Tot slot krijg je inzicht in de verbonden gebruikers en het verkeer.

Voor onze VPN-server werken we met het gebruiksvriendelijke WireGuard Easy.

4 Registratie bij Duck DNS

Duck DNS is een dynamische DNS-provider (ook wel DDNS genoemd). Het is een gratis dienst die ervoor zorgt dat je altijd via een eenvoudig te onthouden hostnaam verbinding kunt maken met je internetverbinding thuis. Het werkt met zowel een vast als dynamisch ip-adres. Als het ip-adres wisselt, wordt dit automatisch bijgewerkt via een toepassing in je netwerk (dit activeren we in de volgende stap). Om Duck DNS te gebruiken, ga je naar www.duckdns.org. Maak een account aan door in te loggen met één van de genoemde diensten (zoals Google of GitHub) en volg de instructies. Op het laatste scherm zie je een token die je in de volgende stap nodig hebt voor het bijwerken van je ip-adres. Ook kun je hier tot vijf subdomeinen toevoegen. Vul bij sub domain een eerste subdomeinnaam in en klik op add domain. Als voorbeeld gebruiken we de naam mcvpn waarmee de volledige hostnaam mcvpn.duckdns.org wordt. Welk ip-adres initieel wordt gebruikt, kun je nu aflezen. Ook kun je het controleren door de Opdrachtprompt in Windows te openen en de opdracht ping subdomein.duckdns.org in te voeren. Als het goed is, zie je het ip-adres van jouw internetverbinding.

Met Duck DNS kun je een gratis DDNS-adres verkrijgen.

5 Bijwerken ip-adres

Zeker als je een wisselend ip-adres hebt, is het raadzaam om dit automatisch bij te werken via een toepassing in je netwerk. Op de website van Duck DNS vind je diverse installatiemethodes. Omdat we WireGuard Easy via Docker Compose installeren, ligt het voor de hand om Duck DNS ook via Docker Compose bij te werken.

Je kunt WireGuard optioneel ook als add-on voor Home Assistant installeren (zie het kader ‘WireGuard via Home Assistant’). In dat geval is het slim om ook een add-on voor Duck DNS te gebruiken.

Voor Docker Compose kun je de onderstaande inhoud als uitgangspunt nemen voor het bestand docker-compose.yml. Zet dit bestand liefst in een eigen map voor Duck DNS.

De waardes voor PUID en PGID kun je onder Linux achterhalen met de opdracht id. Dit is vooral belangrijk voor toegang tot het bestandssysteem op de host. Achter TOKEN= vul je de token in uit je account bij Duck DNS. Achter SUBDOMAINS= vul je het subdomein bij Duck DNS in. Start daarna de toepassing met:

docker compose up -d

Daarmee start de container op de achtergrond. Wil je controleren of alles goed staat, dan kun je de eerste keer eventueel starten met:

docker compose up

Stop de container daarna met Ctrl+C en start deze alsnog op de achtergrond.

Voor het bijwerken van het ip-adres van Duck DNS gebruiken we Docker Compose.

WireGuard via Home Assistant Je kunt WireGuard ook als add-on installeren binnen Home Assistant OS. Je kunt dan Home Assistant (en andere diensten op je netwerk) op afstand via een beveiligde verbinding gebruiken. De installatie is eenvoudig. Ga naar Instellingen / Add-ons en kies Add-on winkel. WireGuard vind je onder het kopje Home Assistant Community Add-ons. Klik erop en kies Installeer. Ga dan naar het tabblad Configuratie. Onder het kopje server vul je achter host: de hostnaam in (zoals mcvpn.duckdns.org) om mee te verbinden. Onder het kopje peers vul je achter name: een naam voor de gebruiker in. Bewaar de aanpassingen en start de add-on. Kijk onder Logboek of alles goed is gegaan. De handigste verbindingsmethode is ook hier via een QR-code. In de map /ssl/wireguard vind je daarvoor onder de gekozen gebruikersnaam het bestand qrcode.png. Je kunt dit openen met een add-on, zoals File editor. In de configuratie van File editor moet je wel de optie Enforce Basepath uitzetten, anders kun je alleen de configuratiemap /config benaderen. Gebruik je Duck DNS, dan kun je aanvullend nog de add-on installeren om je ip-adres up-to-date te houden voor deze dienst.

Met de add-on zet je eenvoudig een WireGuard-tunnel op voor onder meer home Assistant.

6 Installatie WireGuard Easy

We gaan nu WireGuard via Docker Compose installeren. Hierbij nemen dit Docker Compose-bestand als basis. Daarin maken we enkele aanpassingen. Hierna ziet de volledige configuratie er als volgt uit:

Ten opzichte van de standaardconfiguratie veranderen we met LANG=nl de taal voor het dashboard naar Nederlands. Achter WG_HOST hebben we de hostnaam van Duck DNS ingevuld die we in stap 4 activeerden. Als je thuis een vast ip-adres hebt, kun je er ook voor kiezen om eenvoudigweg het ip-adres in te vullen. Ook zou je een (sub)domein via de DNS-instellingen bij je provider kunnen laten verwijzen naar je ip-adres thuis, zodat je dat (sub)domein kunt gebruiken.

De configuratie voor WireGuard Easy voor Docker Compose.

7 Extra parameters

Onder environment: kun je eventueel extra of aangepaste parameters opgeven. Voor een volledig overzicht kun je op de GitHub-pagina van het project kijken. Zo wordt als naam voor de ethernetinterface standaard eth0 gebruikt. Dat is gangbaar op Linux-systemen. Controleer dit eventueel voor jouw situatie met ip a. Je kunt het veranderen via de parameter WG_DEVICE=eth0. Standaard wordt de DNS-server van Cloudflare op 1.1.1.1 gebruikt. Dit kun je wijzigen via WG_DEFAULT_DNS=1.1.1.1. Gebruik bijvoorbeeld 8.8.8.8 voor Google. Verder is het raadzaam een wachtwoord in te stellen voor het dashboard. Dat kan met bijvoorbeeld PASSWORD=geheim. Verder kun je met WG_ALLOWED_IPS= beperken welk verkeer vanaf de client over de VPN-tunnel moet worden gestuurd. Standaard gaat al het verkeer door de tunnel.

Je kunt enkele extra parameters opgeven voor de VPN-server.

8 Poort doorsturen

Voordat je WireGuard kunt starten, moet je nog een poort via je router doorsturen naar de server met WireGuard. De procedure verschilt per router. Eventueel kun je de instructies op www.portforward.com raadplegen. Voor het WireGuard-verkeer wordt standaard udp-poort 51820 gebruikt. Je hoeft daarom alleen het udp-verkeer naar poort 51820 door te sturen naar diezelfde poort op de server met WireGuard. De poort ‘aan de buitenkant’ zou je eventueel kunnen veranderen naar een andere poort, als deze bijvoorbeeld door bepaalde netwerken wordt geblokkeerd.

Voor het dashboard gebruikt WireGuard Easy standaard tcp-poort 51821. Voor die poort is geen portforwarding nodig. Het dashboard is dan weliswaar alleen vanaf je lokale netwerk bereikbaar, maar dat is om veiligheidsredenen wel zo verstandig.

Heb je alles aangepast en de poort doorgestuurd, dan kun je WireGuard Easy starten met:

docker compose up -d
Voor WireGuard moet je een poort doorsturen vanaf je router naar de server.

9 Gebruikers toevoegen

Het meeste werk is eigenlijk al gedaan. We hoeven alleen nog maar gebruikers toe te voegen. Daarvoor open je je dashboard door je browser te verwijzen naar http://ipadres:51821. Gebruik hiervoor het ip-adres van de server. Als je een wachtwoord hebt ingesteld, moet je dat eerst invullen. Op je dashboard kun je nu een eerste gebruiker toevoegen via Nieuw. Vul een naam in voor de gebruiker en klik op Creëren. Je ziet een schuifje waarmee je de bewuste gebruiker eventueel kunt (de)activeren.

Ook kun je de verbindingsgegevens ophalen. Er zijn twee manieren om een verbinding met je VPN-server op te zetten. Je kunt hier de QR-code weergeven die je kunt scannen met de app op je smartphone. Dit is de makkelijkste optie. Ook kun je het configuratiebestand downloaden. Dit is wat gangbaarder als je een verbinding wilt leggen vanaf een pc of laptop.

Via het dashboard kun je gebruikers toevoegen of verbindingsgegevens ophalen.

10 Verbinding met smartphone

Als voorbeeld zetten we een verbinding op vanaf een Android-smartphone. Dit werkt heel eenvoudig. Installeer allereerst de WireGuard-app. Start de app vervolgens op en klik op het plusteken om een verbinding toe te voegen. Kies dan de optie Scan van QR-code. Maak de QR-code voor de gewenste gebruiker zichtbaar in je dashboard en scan deze vervolgens met de camera van je smartphone. Geef de tunnel een naam. Met een schuifje kun je de verbinding actief maken. Al het verkeer zal dan over de VPN worden gestuurd en je kunt ook alle toepassingen op je thuisnetwerk gebruiken.

Vanaf een smartphone kun je heel eenvoudig verbinden met je VPN-server.

WireHole Wie wat meer wil experimenteren kan WireHole overwegen. Dit is een combinatie van WireGuard, Pi-hole en Unbound. Pi-hole zorgt voor het blokkeren van advertentienetwerken, terwijl Unbound helpt bij het cachen van DNS-verzoeken met aanvullende bescherming van je privacy. De gangbare manier om het te installeren is via Docker Compose. De tool biedt ook een dashboard voor WireGuard, maar in dit geval het alternatieve WireGuard-UI. Daarnaast kun je uiteraard de beheerdersomgeving van Pi-hole benaderen.

Bijzonder leuk en handig: Kasm: experimenteren en veilig werken in een geïsoleerde omgeving

11 Tailscale

Tailscale is erg populair. Het is een van de makkelijkste manieren om al je apparaten te bereiken, ongeacht het netwerk waarop die apparaten zich bevinden. Heb je moeite met het verbinden met je VPN-server, bijvoorbeeld door een verkeerde configuratie van je server of router, dan kan Tailscale een goed alternatief zijn. Het is zonder meer handig om in je gereedschapskist te hebben, bijvoorbeeld om (al dan niet tijdelijk) met een nieuw of vreemd systeem te verbinden.

Surf naar de website van Tailscale en kies Get started. Log nu in met een van de getoonde diensten, zoals Google, Microsoft of GitHub. Deze fungeren als identiteitsprovider. In dit voorbeeld gebruiken we Google. Voor extra bescherming raden we aan tweestapsverificatie voor deze accounts in te stellen. Na het inloggen kun je apparaten toevoegen. Daarvoor installeer je Tailscale op die apparaten en log je in met dezelfde identiteitsprovider. Ze verschijnen dan op je dashboard en je kunt verbindingen tussen de apparaten opzetten. We zullen dit voor een Windows-pc en Linux-systeem laten zien.

Na je registratie bij Tailscale kun je 14 dagen lang alle functies uitproberen van het Enterprise-abonnement. Wil je de gratis versie van Tailscale gebruiken, kies dan als je bent ingelogd voor de optie Choose personal plan. Merk op dat je nu beperkt bent tot drie gebruikers en honderd apparaten. Maar dat zal voor de meeste gebruikers geen struikelblok zijn.

Om Tailscale te kunnen gebruiken, moet je inloggen met een van de getoonde diensten.

12 Windows-pc toevoegen

We beginnen met het toevoegen van een Windows-pc. Installeer hierop Tailscale. Er zijn geen aanvullende instellingen nodig. Na de installatie hoef je slechts de link te volgen. Via een browser kun je vervolgens inloggen met dezelfde identiteitsprovider, zoals Google in ons voorbeeld. Daarna kun je het systeem, in dit geval de Windows-pc, direct toevoegen aan wat ook wel je tailnet wordt genoemd. De naam van het systeem, in dit voorbeeld werk-pc-mini, wordt door Tailscale overgenomen, en kun je eventueel aanpassen. Je kunt nu een verbinding opzetten met de andere apparaten in je tailnet. Bij die verbindingen wordt op de achtergrond gebruikgemaakt van WireGuard. Maar, hiervoor moeten we natuurlijk eerst nog een tweede apparaat toevoegen.

De Windows-pc is toegevoegd aan het tailnet.

13 Linux-systeem toevoegen

We zullen ook direct een Linux-systeem toevoegen. Dat gaat het gemakkelijkst via een script. Dit vereist de tool curl, die kun je indien nodig installeren met:

sudo apt install curl

Daarna kun je Tailscale installeren via het script:

curl -fsSL https://tailscale.com/install.sh | sh

Na de installatie kun je Tailscale starten met het commando:

tailscale up

Je krijgt nu een link te zien die je moet openen in een browser. Log nu opnieuw met bijvoorbeeld Google in, en ook dit systeem zal worden toegevoegd aan je tailnet. In dit voorbeeld onder de naam ubuntu. Het terminalscherm van je Linux-systeem toont direct een melding wanneer het apparaat is toegevoegd.

De website toont de systemen die aan je tailnet zijn toegevoegd.

14 Tailscale gebruiken

Merk op dat elk systeem een eigen ip-adres heeft gekregen dat begint met 100.x.x.x. Je kunt direct verbinding maken tussen alle apparaten. Je kunt bijvoorbeeld pingen vanaf het Linux-systeem naar de Windows-pc met ping werk-pc-mini. Andersom kun je via de Opdrachtprompt op de Windows-pc het Linux-systeem oproepen met ping ubuntu. Als op dat Linux-systeem ook ssh actief is, kun je inloggen met de opdracht ssh gebruiker@ubuntu, bijvoorbeeld ssh root@ubuntu voor de root-gebruiker.

Je ziet hoe eenvoudig Tailscale werkt. Je hoeft je nooit bezig te houden met lastige configuraties of portforwarding. Er is wel een afhankelijkheid van derde partijen. Vind je dat een zwakte? Dan zou je eventueel Headscale kunnen gebruiken, want dat kun je zelf hosten. Dit neemt dan in feite de rol van de Tailscale-servers over.

Vanaf de Windows-pc kun je verbinding maken met het Linux-systeem.
Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?
© ER | ID.nl
Huis

Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?

Als je de specificatielijst van een moderne televisie of monitor bekijkt, zie je achter het kopje 'verversingssnelheid' vaak een getal staan gevolgd door 'Hz'. Jarenlang was 50 of 60 Hz de standaard, maar tegenwoordig pronken fabrikanten met 100, 120 of zelfs 144 Hz. Klinkt sneller, en sneller is meestal beter, maar wat betekent het nou eigenlijk voor jouw kijkervaring? Is het een noodzaak voor iedereen, of vooral leuk voor fanatieke gamers?

Om te begrijpen wat die Hertz (Hz) doet, moet je een televisie of monitor niet zien als een statisch schilderij, maar als een soort digitale flipbook. Het beeld dat je ziet, wordt immers continu opnieuw opgebouwd. Een standaard 60Hz-scherm ververst het beeld 60 keer per seconde. Dat is voor het menselijk oog snel genoeg om een vloeiende beweging waar te nemen bij normaal tv-kijken, zoals het nieuws of een dramaserie. Een 120Hz-scherm doet dat dus dubbel zo vaak: 120 keer per seconde.

©DC Studio

Waarom zou je meer beelden per seconde willen?

Het grootste voordeel van een hogere verversingssnelheid is soepelheid. Hoe meer beelden er per seconde worden getoond, hoe vloeiender bewegingen eruitzien. Bij 60 Hz kunnen snelle acties soms wat schokkerig ogen of last hebben van bewegingsonscherpte, ook wel 'motion blur' genoemd. Bij 120 Hz blijven details scherp, zelfs als de camera snel draait of als er bijvoorbeeld een raceauto voorbij raast. Daarnaast voelt de besturing van games directer aan. Tussen het moment dat je een knop indrukt en het moment dat je actie op het scherm ziet, zit minder tijd. Dat verschil in milliseconden lijkt verwaarloosbaar, maar je brein pikt het direct op als een responsievere ervaring.

Het verschil tussen 120 en 144 Hz (en hoger)

Terwijl 120 Hz de nieuwe gouden standaard is voor televisies, zie je bij computermonitors vaak getallen als 144 Hz, 165 Hz of zelfs 240 Hz en hoger. Het principe blijft hetzelfde, maar de toepassing verschilt. 120 Hz is de limiet voor de huidige generatie spelcomputers, zoals de PlayStation 5 en Xbox Series X. Televisies richten zich daarom specifiek op dat getal. Pc-gamers hebben echter vaak krachtiger videokaarten die nóg meer beelden per seconde kunnen produceren. Daarom zie je monitors met 144 Hz of meer.

Is het verschil tussen 120 en 144 Hz zichtbaar? Voor de gemiddelde gebruiker nauwelijks. Waar de stap van 60 naar 120 Hz een wereld van verschil is die bijna iedereen direct ziet, is de stap naar 144 Hz of hoger vooral voer voor professionele e-sporters die elke mogelijke fractie van een seconde winst nodig hebben. Voor de consument die een monitor zoekt voor thuisgebruik en gaming, is alles boven de 120 Hz doorgaans een uitstekende keuze.

©ER | ID.nl

Heb jij het nodig?

Het antwoord op die vraag hangt volledig af van wat je met je scherm doet; of dat nu een tv of een gamemonitor is. Kijk je voornamelijk lineaire televisie, films en series via streamingdiensten? Dan is een 120Hz-scherm geen harde noodzaak, aangezien films doorgaans in 24 beelden per seconde worden geschoten. Toch hebben 100/120Hz-panelen in televisies vaak wel een betere beeldkwaliteit en kunnen ze die films rustiger weergeven dan goedkopere 60Hz-panelen.

Ben je echter een gamer? Dan is het antwoord volmondig ja. De nieuwste spelcomputers en moderne videokaarten zijn gemaakt om die hoge snelheden te benutten. Games spelen soepeler, zien er scherper uit tijdens actiescènes en je reageert sneller op wat er gebeurt. Als je nu een nieuwe tv of monitor koopt met het oog op de toekomst en gaming, is 120 Hz of hoger eigenlijk een vereiste op je wensenlijstje. Let er bij televisies wel op dat je beschikt over een HDMI 2.1-aansluiting, want alleen die kabel kan de enorme hoeveelheid data van 4K-beeld met 120 Hz verwerken.

Drie tv's met 120 Hz of meer

De meeste high-end tv's van dit moment ondersteunen 120 Hz voor spelcomputers (PS5/Xbox Series X) en gaan zelfs tot 144 Hz als je ze aan een krachtige gaming-pc hangt.

Als we kijken naar de huidige generatie televisies, kunnen we niet om de LG OLED evo C5 heen. Dit is de gloednieuwe opvolger van de populaire C4 en wordt gezien als de standaard voor gamers en filmliefhebbers. Hij beschikt over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 144 Hz ondersteunen, wat hem toekomstbestendig maakt voor pc-gamers, terwijl hij naadloos samenwerkt met de PlayStation 5 en Xbox Series X op 120 Hz. Het nieuwe paneel heeft een nog hogere helderheid dan zijn voorganger, waardoor HDR-beelden nog meer impact hebben.

Daarnaast is de Samsung OLED S95F een absolute blikvanger in de winkels. Waar Samsung vorig jaar hoge ogen gooide met de S95D, doet de F-serie er nog een schepje bovenop met een vernieuwde antireflectielaag die nog beter werkt in lichte kamers. Dit model combineert de diepe zwartwaarden van OLED met de intense kleuren van Quantum Dots. Ook dit scherm ondersteunt verversingssnelheden tot 144 Hz en beschikt over de uitgebreide Gaming Hub van Samsung, waarmee je zelfs zonder console games kunt streamen.

Voor wie liever geen OLED wil, is de Samsung Neo QLED QN90F de meest courante keuze in het high-end lcd-segment. Dit 2025-model maakt gebruik van geavanceerde Mini-LED-technologie, waardoor de helderheid veel hoger ligt dan bij OLED-schermen. Dat maakt hem ideaal voor een zonovergoten woonkamer. Met een verversingssnelheid die oploopt tot 144 Hz en een extreem lage invoervertraging, is dit voor veel competitieve gamers de favoriete keuze.

Drie monitors met 120 Hz of meer

Bij monitors ligt de standaard tegenwoordig al hoger dan 120 Hz, omdat snelheid de uitkomst van een potje schieten of racen bepaalt. Deze modellen zijn populair op Kieskeurig.

Op het gebied van monitoren zien we dat 240 Hz langzaam de nieuwe standaard wordt voor de serieuze gamer. Een model dat momenteel erg goed scoort op Kieskeurig is de LG UltraGear 27GR83Q. Dit is een 27-inch IPS-scherm met een razendsnelle verversingssnelheid van 240 Hz. In tegenstelling tot oudere modellen biedt dit scherm een extreem snelle responstijd van 1 milliseconde, waardoor je in snelle shooters geen last hebt van wazige beelden. Het is een van de meest complete monitoren van dit moment die zowel voor pc als console geschikt is.

Zoek je de absolute top in beeldkwaliteit, dan is de Samsung Odyssey G6 (G60SD) een model dat je veel ziet. Dit is een moderne OLED-monitor met een verversingssnelheid van maar liefst 360 Hz. Hoewel dat misschien overkill klinkt, zorgt de combinatie van de OLED-techniek en deze snelheid voor een ongekend vloeiende en scherpe ervaring. Het scherm heeft bovendien een nieuw koelsysteem waardoor de kans op inbranden – een angst bij oudere OLED-monitoren – aanzienlijk is verkleind.

Voor wie een beperkter budget heeft maar wel snelheid wil, is de MSI MAG 27CQ6F een actuele hardloper. Dit is een gebogen scherm (Curved) met een snelheid van 180 Hz, wat net dat beetje extra soepelheid geeft ten opzichte van de standaard 144 Hz-schermen. Het paneel biedt een hoog contrast en is daarmee een uitstekende instapper voor wie zijn game-ervaring wil upgraden zonder direct de hoofdprijs te betalen.

▼ Volgende artikel
Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is
© ID.nl
Huis

Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is

QD-OLED is steeds vaker terug te vinden in gamingmonitoren. Waar deze techniek eerst vooral was voorbehouden aan het hogere segment, zie je steeds vaker in modellen die voor een veel bredere groep gamers betaalbaar zijn. De vraag is natuurlijk of je dat verschil in beeldkwaliteit ook echt merkt tijdens het spelen. In dit artikel lees je hoe QD-OLED werkt en wanneer je het verschil in de praktijk merkt.

In dit artikel

In dit artikel lees je wat QD-OLED precies is en waarom deze schermtechniek vooral bij gamen zichtbaar voordeel biedt. We leggen uit hoe QD-OLED verschilt van traditionele lcd-panelen, wat je merkt bij snelle actie en donkere scènes, en hoe het zit met helderheid, HDR en reflecties. Ook besteden we aandacht aan burn-in en de beschermingsmechanismen die moderne QD-OLED-monitoren gebruiken. Tot slot lees je voor welk type gamer QD-OLED het meest geschikt is en wanneer een Mini-LED-monitor een logisch alternatief kan zijn.

Lees ook: Lcd versus oled: wat is het verschil en welke televisie moet je kiezen?

Wat QD-OLED anders maakt

Een traditioneel LCD-paneel werkt met achtergrondlicht dat door meerdere lagen heen moet voordat je een beeld ziet. Dat kost tijd en maakt dat zwart nooit volledig zwart wordt. QD-OLED laat die tussenlagen achterwege. Elke pixel geeft zelf licht en schakelt onafhankelijk van de rest. Daardoor reageert het beeld direct. De quantum-dot-laag zet het blauwe OLED-licht om in diepe en zuivere kleuren. Het voelt alsof je condens van een raam veegt: zodra de waas verdwijnt, zie je het beeld helder en zonder vertraging.

©ID.nl

Vloeiende beelden bij snelle actie

Die directe pixelreactie merk je vooral wanneer je snelle spellen speelt. Omdat pixels vrijwel meteen overschakelen naar een nieuwe kleurstand, blijven objecten die over het scherm vliegen scherp in beeld. In shooters, racespellen en andere games waarbij snelheid telt, bijvoorbeeld voetbalgames, ontstaat daardoor een rustiger beeld met minder bewegingsonscherpte. Je ogen hoeven zich minder vaak aan te passen. Daardoor raken ze minder snel vermoeid en houd je makkelijker overzicht, ook wanneer je langere tijd achter elkaar speelt.

©ID.nl

Zicht in donkere scènes

QD-OLED blinkt uit in donkere scènes. Pixels die geen licht hoeven te geven, staan volledig uit en leveren een diep zwart dat je bij LCD-panelen zelden ziet. Doordat heldere elementen hier direct naast kunnen staan zonder dat ze licht lekken, ontstaat een sterk contrast dat schaduwen en lichte accenten duidelijker scheidt. Daardoor verdwijnen grijze waasjes in schaduwhoeken en blijven contouren van objecten helder zichtbaar. Vooral in stealth-games, horrorspellen en shooters waarin je tegenstanders soms alleen als silhouet ziet, levert dat een tastbaar voordeel op.

©ID.nl

Kleurrijk zonder overdrijven

De quantum-dot-laag zorgt voor een breed kleurbereik waardoor lichteffecten, huidtinten en subtiele schaduwen goed zichtbaar blijven. Veel QD-OLED-monitoren tonen kleuren standaard wat verzadigd, vooral in de felste modi. In een sRGB- of filmmodus wordt het beeld zachter en natuurgetrouwer, wat beter aansluit bij fotobewerking en dagelijks gebruik. Zodra je de juiste modus gebruikt, lopen kleuren vloeiend in elkaar over en blijven ze gelijkmatig, terwijl uitgesproken elementen zoals neon en magie juist duidelijk opvallen. Dat merk je niet alleen in games, maar ook wanneer je foto's bewerkt of films kijkt.

Helderheid en HDR in perspectief

QD-OLED heeft op het gebied van helderheid flinke stappen gezet ten opzichte van eerdere OLED-generaties. In HDR-games kunnen lichte delen krachtig oplichten zonder dat fel zacht of dof oogt; explosies, glinsteringen op water en fel tegenlicht komen daardoor beter tot hun recht. Toch is het goed om te weten dat deze techniek niet alle beperkingen wegneemt. De helderheid van QD-OLED hangt sterk af van de schermvulling. Bij SDR (standaard dynamisch bereik, het normale helderheidsniveau voor dagelijkse pc-taken) op een volledig wit scherm ligt de helderheid meestal rond de 200 tot 250 nits. Bij kleinere, heldere onderdelen kan dit oplopen richting 400 tot 500 nits. In HDR kunnen pieken van 1000 tot 1300 nits worden bereikt, maar die waarden gelden vooral voor kleine accenten en niet voor het hele scherm. Mini-LED-monitoren houden hogere helderheidsniveaus langer vast, wat in fel verlichte kamers zichtbaar voordeel geeft in extreme highlights. QD-OLED compenseert veel daarvan met perfect zwart, waardoor het contrast wel krachtig blijft (zie ook kader QD-OLED versus Mini-LED) .

Reflecties in daglicht

De meeste QD-OLED-monitoren hebben een glanzende afwerking. Dat helpt bij de kleurweergave en het contrast, maar maakt het paneel gevoeliger voor reflecties bij daglicht. Daarnaast ontbreekt een polarisatiefilter. Daardoor kunnen zwartwaarden in fel licht een paarse of grijze waas krijgen: het diepe zwart wordt zichtbaar opgelicht, meer dan bij een gewone spiegeling. Dat drukt het contrast in een goed verlichte kamer en kan afleiden bij gamen. Gebruik je de monitor vooral in een donkere of gelijkmatig verlichte ruimte, dan speelt dit nauwelijks. In kamers met veel direct zonlicht of grote ramen komt een matte Mini-LED-monitor daarom vaak rustiger over.

©ID.nl

Minimale inputvertraging

Naast de snelle pixelreacties is ook de invoervertraging laag. Moderne QD-OLED-modellen reageren direct op elke muisbeweging en elke controlleractie. Vooral in competitieve shooters is dat een voordeel, omdat elke handeling zonder merkbare vertraging op het scherm verschijnt. 

QD-OLED versus Mini-LED

QD-OLED en Mini-LED worden vaak naast elkaar genoemd, maar het zijn fundamenteel verschillende technieken. QD-OLED is zelflichtend: elke pixel geeft zijn eigen licht en kan volledig uit. Dat levert perfect zwart, zeer snelle pixelreacties en sterk contrast op, wat vooral bij games met veel beweging en donkere scènes zichtbaar voordeel geeft.

Mini-LED is een verfijnde vorm van LCD. Het paneel gebruikt duizenden kleine leds als achtergrondverlichting die in zones worden gedimd. Daardoor kan een Mini-LED-scherm hoge helderheid over grote delen van het scherm vasthouden, wat prettig is in fel verlichte kamers en bij HDR met veel lichtaccenten. Zwart is hierbij wel afhankelijk van lokale dimming en nooit volledig uitgeschakeld zoals bij OLED.

Kort gezegd blinkt QD-OLED uit in contrast, snelheid en beeldrust in donkere omgevingen, terwijl Mini-LED praktischer is bij veel omgevingslicht, wanneer dezelfde elementen of onderdelen langdurig in beeld staat en als hoge helderheid belangrijk is.

Burn-in en levensduur

Burn-in blijft bij elke OLED-variant een punt van aandacht, al zijn moderne QD-OLED-schermen duidelijk verder dan eerdere generaties. Ze gebruiken meerdere beschermingsmechanismen die de belasting door statische beelden beperken. Voor normaal gamegebruik werkt dat in de praktijk goed en blijft het risico klein.

Dat neemt niet weg dat enige nuance op zijn plaats is. Gebruik je een monitor dagelijks vele uren voor taken met veel vaste elementen, zoals spreadsheets, fotobewerkingspanelen of het steeds terugkerende HUD van één game, dan is de kans op inbranden groter dan bij LCD- of Mini-LED-panelen. Afwisseling in wat je op het scherm toont en af en toe even pauze nemen helpt om het paneel langer in goede staat te houden. Even pauze nemen is ook voor jezelf goed trouwens!

Wat voor beschermingstechnieken kun je tegenkomen?

Wat is het?Wat doet het?
Screensaver (schermbeveiliging)Dimt het scherm bij langdurig stilstaand beeld en herstelt de helderheid automatisch zodra er weer beweging is, om inbranden te voorkomen.
Pixel orbiting (pixelverschuiving)Verschuift het beeld continu minimaal op pixelniveau zodat vaste elementen nooit exact op dezelfde plek blijven staan.
Pixel refresh (pixelverversing)Start een onderhoudscyclus waarbij het paneel zichzelf corrigeert om slijtage en beginnende inbranding te verminderen.
Auto Warning (automatische waarschuwing)Geeft na een bepaalde gebruiksduur automatisch een melding om een pixel refresh uit te voeren.
Logos protection (logobescherming)Herkent vaste logo's in beeld en verlaagt daar lokaal de helderheid om inbranden te beperken.
Boundary dimmer (randdimming)Dimt automatisch delen van het scherm met zwarte balken of sterke helderheidsverschillen, bijvoorbeeld bij afwijkende beeldverhoudingen.
Taskbar dimmer (taakbalkdimming)Verlaagt specifiek de helderheid van de taakbalk om langdurige statische weergave op die plek te beperken.
Thermal protection (thermische beveiliging)Past de helderheid automatisch aan wanneer de monitor te warm wordt, om oververhitting en paneelslijtage te voorkomen.

©AGON by AOC

AGON by AOC PRO OLED AG276QKD2

Voorbeeld: bescherming in de praktijk

Veel QD-OLED-monitoren combineren verschillende beschermingsmechanismen om het risico op burn-in te beperken. In onderstaande tabel zie je bijvoorbeeld wat je kunt vinden in een aantal recente modellen uit de AGON PRO line-up van AOC. Je kunt al deze functies zelf in- en uitschakelen en je kunt de intensiteit ervan aanpassen. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen hoe sterk de bescherming is.

Techniek ⬇ / Model ➡AG276QKD2AG276UZDAG346UCDAG276QZD2
Screen saverJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / Fast
Pixel orbitingJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / Strong
Pixel refreshJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Auto WarningJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Logos ProtectionJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2
Boundary dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Taskbar dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Thermal protectionJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / On

Voor wie QD-OLED vooral interessant is

Gamers die veel snelle actie spelen, halen het meeste uit QD-OLED. De voordelen van de techniek zijn in elk genre zichtbaar, maar vallen vooral op in shooters en racespellen, waar tempo en directe reacties tellen. Ook filmische games die sterk leunen op licht-donkercontrasten winnen zichtbaar aan sfeer en detail.

Conclusie

QD-OLED combineert diepe zwartwaarden met snelle pixelreacties en een breed kleurbereik. Dat zorgt voor een vloeiend beeld in snelle games en meer overzicht in donkere scènes. HDR komt overtuigend tot zijn recht, al blijven Mini-LED-schermen beter overeind bij zeer hoge helderheid en fel daglicht. Inbranden blijft een punt van aandacht wanneer hetzelfde element lange tijd in beeld staat, maar moderne modellen beschikken over uitgebreide beschermingsmaatregelen. Voor veel gamers is QD-OLED daarmee een goede keuze: snel, sfeervol en klaar voor de komende jaren.

QD, OLED en QD-OLED

OLED
Elke pixel geeft zelf licht. Daardoor zijn zwartwaarden diep en schakelt het beeld snel. Geschikt voor gaming en films, met aandacht voor burn-in bij langdurig statisch beeld.

QD (Quantum Dots)
Quantum dots zetten licht om in pure, heldere kleuren. Ze worden ingezet om kleurvolume en helderheid te verbeteren.

QD-OLED
Combineert de zelflichtende OLED-pixelstructuur met een quantum-dot-laag. Je krijgt diepe zwarttinten, snelle reactie en een breed kleurbereik. Het is een balans tussen snelheid, helderheid en kleurprecisie die goed aansluit bij moderne games.