ID.nl logo
Gratis video’s monteren met Kdenlive
© PXimport
Huis

Gratis video’s monteren met Kdenlive

Gratis videobewerkers met uitgebreide gereedschappen en een gebruiksvriendelijke werkomgeving liggen helaas niet voor het oprapen. Het veelzijdige Kdenlive is dé uitzondering op de regel. Je kunt er je zelfgemaakte video’s in importeren en daarvan een kant-en-klare film in een hoge kwaliteit creëren.

Tip 01: Kdenlive starten

Kdenlive ondersteunt meerdere besturingssystemen, zoals Windows, macOS en diverse Linux-distributies. In dit artikel gaan we aan de slag met de Windows-editie. Surf naar www.kdenlive.org en klik aan de rechterkant op de blauwe downloadknop met het huidige versienummer. Op het moment van schrijven is dat Kdenlive 20.04.1. Via Install 20.04.1 haal je het installatiebestand binnen. Je voert het exe-bestand uit, waarna je driemaal op Next en Install klikt om de installatie te voltooien. Het programma nestelt zich in het startmenu van Windows. Open Kdenlive en merk op dat er direct een Nederlandstalige gebruikersomgeving voor je klaarstaat. Kijk vrijblijvend even rond en maak alvast kennis met de navigatiestructuur van dit uitgebreide programma.

©PXimport

Tip 02: Videoproject openen

Bij het opstarten van Kdenlive heeft het programma al op eigen houtje een videoproject voor je aangemaakt. Je vindt de kenmerken hiervan in de titelbalk van het programma. Zo bedraagt de resolutie van het project 1080p (1920 × 1080 pixels) en is de framerate 25 beelden per seconde. Deze instellingen zijn voor algemeen gebruik prima, al is dat natuurlijk ook afhankelijk van het gebruikte bronmateriaal. Geef het videoproject via Bestand / Opslaan als een relevante bestandsnaam. Kies hierbij de gewenste opslaglocatie en bevestig met Opslaan. Wil je liever andere projectinstellingen, bijvoorbeeld een hogere of juist lagere resolutie? Geen probleem, want je kunt als alternatief een nieuw project met zelfgekozen eigenschappen openen. Klik daarvoor bovenaan op Nieuw om de projectinstellingen te openen. Kies nu de gewenste resolutie en framerate. Zo kun je bijvoorbeeld de instellingen voor een haarscherpe 4K-film (3840 × 2160 pixels) vastleggen. Besef wel dat het bronmateriaal in dat geval ook 4K dient te ondersteunen. Je keuze is dus afhankelijk van de filmprestaties van de smartphone of videocamera. Sla tot slot het document op.

©PXimport

Tip 03: Video’s importeren

Je kunt eigen video’s aan het programma toevoegen, waaruit je naderhand kunt bepalen welke fragmenten je voor de film wilt gebruiken. Kdenlive ondersteunt allerlei video-indelingen, zodat je probleemloos filmpjes in onder meer avi-, wmv-, mkv-, mp4- en mov-formaat kunt toevoegen. Mediaclips verzamel je aan de linkerkant binnen het deelvenster Projectopslag. Om te voorkomen dat er een haast oneindige lijst met video’s, foto’s en muziek binnen het Projectopslag-venster ontstaat, maak je bij voorbaat verschillende mediamappen aan. Klik op Project / Map aanmaken en typ als mapnaam Video’s. Bevestig daarna met Enter. Creëer op dezelfde wijze de mappen Foto’s en Muziek. Ga nu eigen video’s toevoegen. Klik in het Projectopslag-venster op Video’s om deze map te selecteren en navigeer naar Project / Clip of map toevoegen. Er verschijnt een nieuw venster waarin je de fragmenten kunt selecteren. Blader eerst naar de juiste locatie. Houd dan de Ctrl-toets ingedrukt en klik de gewenste videobestanden aan om ze te selecteren. Je kunt ook de volledige inhoud van de map aanwijzen. Klik hiervoor een willekeurig videobestand aan en druk op de sneltoets Ctrl+A. Bevestig met OK.

©PXimport

Kdenlive ondersteunt de meeste videoformaten waardoor je eenvoudig clips aan je film toevoegt

-

Tip 04: Foto’s en muziek

Je voegt net zo gemakkelijk foto’s en muziek aan het Projectopslag-venster toe. Die kun je gebruiken als je bijvoorbeeld een stilstaand beeld in de film wilt monteren of leuke achtergrondmuziek wenst. Klik op Foto’s en navigeer naar Project / Clip of map toevoegen. Blader naar de map met muziek en voeg bijvoorbeeld meerdere mp3’tjes of flac-bestanden toe. Klik op OK. Voor het toevoegen van afbeeldingen bewandel je dezelfde route, met het verschil dat je binnen het Projectopslag-venster eerst de map Foto’s selecteert. Foto’s hebben over het algemeen een hogere resolutie dan video’s. Mogelijk stelt Kdenlive na het toevoegen van bijvoorbeeld jpg-bestanden voor om de resolutie van het huidige videoproject te verhogen. Ga daar niet mee akkoord. Met de standaardresolutie maak je de film geschikt voor nagenoeg alle (mobiele) schermen en televisies.

©PXimport

Tip 05: Fragmenten afspelen

Voordat je besluit om een fragment wel of niet in de film te gebruiken, is het fijn wanneer je de bewuste video of foto kunt bekijken. Dat doe je rechtstreeks in Kdenlive. Afhankelijk van de grootte van de monitor komt het Projectopslag-venster aan de linkerkant wellicht wat ongelukkig uit. Gelukkig pas je de grootte van dit deelvenster gemakkelijk aan. Beweeg met de cursor naar de scheidslijn tussen het Projectopslag- en Effect/compositiestack-venster. Zie je een dubbele pijl? Houd de linkermuisknop nu ingedrukt en maak het Projectopslag-venster zo nodig breder. Doe datzelfde met de scheidslijn tussen het Projectopslag-venster en de tijdbalk onderaan. Op die manier wijzig je naar eigen wens de indeling van de gebruikersomgeving. Belangrijk is om zo voldoende ruimte voor de inhoud van de mappen Video’s, Foto’s en Muziek te creëren. Wil je een fragment bekijken? Klik op een bestand om een voorbeeldweergave te openen. Bij een video of muziek klik je onder de voorbeeldweergave op de knop Afspelen.

©PXimport

Tip 06: Tijdlijn gebruiken

Nadat je alle benodigde mediabestanden hebt verzameld, kan de montage beginnen. De tijdlijn aan de onderzijde van het programma is hierin leidend. Sleep een videofragment met ingedrukte muisknop naar de tijdlijn. Laat de muisknop vervolgens los. Zoals je merkt, is er nu een video- en audiospoor op de tijdlijn zichtbaar. Het audiospoor bevat het achtergrondgeluid van de bewuste video. Voeg naar eigen inzicht meerdere videoclips aan de tijdlijn toe. De eerste contouren van de film breng je op die manier in beeld. Om een voorproefje van de film af te spelen, klik je linksonder in de voorbeeldweergave op het tabblad Project Monitor en gebruik je de knop Afspelen. Is het tabblad Project Monitor afwezig? Schakel de functie dan eerst in via Beeld / Project Monitor.

©PXimport

In- en uitzoomen

Wanneer je veel met de tijdlijn werkt, is kunnen in- en uitzoomen wel zo prettig. Dor op een bepaald deel van de videoclip in te zoomen, kun je nauwkeuriger werken. Tegelijkertijd is het fijn dat je de volledige film inclusief alle videoclips kunt bekijken. Gebruik hiervoor de schuifregelaar rechts onder de tijdlijn.¬ Als alternatief kun je ook de sneltoetsen Ctrl++ of Ctrl+- gebruiken.

©PXimport

Tip 07: Clips inkorten

Misschien wil je niet de volledige clip in de film gebruiken, bijvoorbeeld wanneer er een saaie passage in voorkomt. Geen probleem, want dit deel kun je gemakkelijk schrappen. Klik boven de tijdlijn op de knop met het schaartje. De kunst is om van het gedeelte dat je wilt schrappen een afzonderlijke clip te maken. Die kun je naderhand namelijk gemakkelijk weggooien. Gebruik zo nodig de voorbeeldweergave om de exacte tijdspanne te bepalen. Schuif hiervan zo nodig de begin- en eindtijd op. Klik nu binnen de tijdlijn op het exacte tijdsmoment. Wil je een deel aan het begin of einde van de videoclip schrappen? Dan hoef je slechts eenmaal te klikken om er een los videofragment van te maken. Als je een gedeelte in het midden van de videoclip wilt weggooien, klik je tweemaal. Probeer met het knipgereedschap het ongewenste gedeelte zo nauwkeurig mogelijk te isoleren. Gebruik zo nodig de sneltoets Ctrl+Z om knipfouten te herstellen. Je hoeft de clip nu alleen nog maar te verwijderen. Klik boven de tijdlijn op de knop met de muisaanwijzer om het selectiegereedschap te activeren. Je klikt daarna met de rechtermuisknop op het ongewenste fragment en kiest ten slotte voor Verwijder geselecteerd item. Er ontstaat nu een gat op de tijdlijn. Versleep naar eigen inzicht met de resterende videoclips om dit gat op te vullen.

©PXimport

Alternatieve inkortmethode

Er bestaat ook nog een alternatieve methode om videoclips in Kdenlive een kopje kleiner te maken. Deze methode werkt alleen wanneer je een fragment aan het begin of einde wilt inkorten. Ga met de muisaanwijzer binnen de tijdlijn precies op de rand van een videoclip staan. Verandert de cursor in een dubbele pijl? Houd de muisknop ingedrukt en beweeg de muis naar rechts of links om de videoclip in te korten. Je ziet precies hoeveel tijd je van de oorspronkelijke videoclip afsnoept. Laat de muisknop los om het fragment definitief in te korten.

©PXimport

Tip 08: Overgangen

Als je meerdere videoclips lukraak achter elkaar plakt, resulteert dat in nogal abrupte overgangen. Voor de kijker is het prettiger wanneer een nieuw fragment iets subtieler wordt ingeleid. Dat doe je door middel van overgangen. In tegenstelling tot andere videobewerkers valt het gebruik van overgangen in Kdenlive helaas niet mee. Neem om die reden even de tijd om deze functie onder de knie te krijgen. Een voorwaarde is om beide videosporen op de tijdlijn te gebruiken, namelijk V1 en V2. Voeg naar eigen inzicht videoclips toe en laat ze gedeeltelijk met elkaar overlappen. In het deelvenster Composities zijn er diverse overgangen beschikbaar, waaronder Vegen. Hiermee gaat het beeld langzaam over in een nieuwe videoclip. Zie je het Composities-venster nergens staan? Navigeer dan eerst naar Beeld / Composities om dit tabblad aan de gebruikersinterface toe te voegen. Zoek onderaan de overgang Vegen op en sleep dit item naar de tijdbalk. De overgang heeft een paarse markering. De kunst is om aan de hand van deze paarse markering beide videoclips op de tijdlijn voldoende te laten overlappen. Met ingedrukte muisknop rek je de overgang eventueel uit, mits je op de rand van de paarse markering gaat staan. Speel hier net zolang mee totdat er een soepele overgang ontstaat. Je controleert het (tussentijdse) resultaat eenvoudig in de voorbeeldweergave.

©PXimport

Tip 09: Opties overgang

Welke overgang je ook kiest, er is altijd een aantal instelmogelijkheden beschikbaar. Klik binnen de tijdlijn op de zojuist toegevoegde overgang Vegen. Als het goed is, komen nu binnen het deelvenster Effect/compositiestack de instellingen van deze overgang tevoorschijn. Is dat niet het geval? Ga dan eerst naar Beeld / Effect/compositiestack. Via de balk Zachtheid stel je de intensiteit van de overgang in. Klik verder op Veegmethode om een ander overgangstype te selecteren. Er is volop keuze, waarbij je met een beetje geduld echt fraaie overgangen kunt realiseren! Tot slot (de)activeer je naar eigen inzicht de opties Omkeren en Terugdraaien.

©PXimport

Het toevoegen van overgangen tussen videoclips valt in Kdenlive niet bepaald mee

-

Tip 10: Effecten

Kdenlive heeft talloze effecten in huis die je op een videoclip kunt loslaten. Hiermee pas je bijvoorbeeld het contrast of de helderheid aan. Voor extra intense kleuren kun je bovendien verzadiging toevoegen. Klik op het tabblad Effecten voor een overzicht van alle mogelijkheden. Als dit deelvenster niet beschikbaar is, klik je eerst op Beeld / Effecten. Vouw het onderdeel Kleur open. Kan de videoclip wel wat contrast gebruiken? Klik op Contrast en sleep dit item met ingedrukte muisknop naar het beoogde videofragment op de tijdlijn. Klik deze videoclip vervolgens aan. Binnen het deelvenster Effect/compositiestack wijzig je naar eigen inzicht het contrast. Het resultaat is direct binnen de voorbeeldweergave te zien. Op soortgelijke wijze voeg je de items Helderheid en Verzadiging aan een videoclip toe. Gebruik wederom de functies binnen het deelvenster Effect/compositiestack om de intensiteit aan te passen. Overigens kun je probleemloos meerdere effecten naar een videoclip slepen. Naast de drie besproken effecten heeft Kdenlive nog veel meer interessante snufjes in petto. Probeer ze gerust allemaal uit!

©PXimport

Tip 11: Titelclip maken

Wellicht wil je de film graag inleiden met een titelclip, bijvoorbeeld een fraaie foto met de titel van de film. Kdenlive bevat weliswaar enkele templates om een titelclip op te maken, maar helaas ogen die nogal oubollig. Daarom kun je beter zelf aan de slag. Open via Project / Titel-clip toevoegen het ontwerpvenster. Gebruik linksboven het poppetje met het plusteken om op de harde schijf een foto te selecteren. Sleep vervolgens de foto met ingedrukte muisknop eenvoudig naar de gewenste plek. Het staat je vrij om meerdere foto’s binnen de titelclip te gebruiken. Verander bovenaan de waarden achter W en H om het formaat van de geselecteerde foto aan te passen. Je kunt hiervoor ook het zoomgereedschap aan de rechterkant gebruiken. Wanneer de foto(’s) de volledige titelclip bedekken, heeft het weinig zin om de zwarte achtergrondkleur te veranderen. Zie je nog wel zwart? Open dan in het rechterdeelvenster het tabblad Achtergrond en zoek een ander kleurtje uit. Bevestig met OK. Uiteraard mag een passende tekst bij een titelclip niet ontbreken. Klik links bovenaan op de T-knop met het plusteken. Klik daarna binnen het ontwerpvenster op de plek waar je tekst wilt toevoegen. Via het deelvenster rechts pas je onder meer het lettertype, de lettergrootte en de kleur aan.

©PXimport

Tip 12: Titelclip toevoegen

Een titelclip is standaard vijf seconden in beeld. Zie je dat liever anders, dan stel je achter Tijdsduur een andere waarde in. Als je tevreden bent met het resultaat, klik je linksboven op het diskettepictogram. Bevestig met Ja en geef de titelclip een relevante naam. Via Opslaan / OK keer je terug naar het hoofdvenster van Kdenlive. De titelclip belandt automatisch in het Projectopslag-venster. Creëer zo nodig aan het begin van de tijdbalk ruimte op de tijdlijn en sleep de zojuist aangemaakte titelclip naar het begin van de tijdlijn. Je kunt de speelduur naderhand nog aanpassen door de rand van de clip met ingedrukte muisknop uit te rekken of juist te verkleinen.

©PXimport

Tip 13: Liedje toevoegen

Bij videoclips zit altijd geluid. Helaas is de kwaliteit hiervan niet altijd even goed. Zo hoor je bij opnames buitenshuis vaak een harde ruis, doordat er wind in de microfoon blaast. Gelukkig bevat Kdenlive een functie om zulke storende achtergrondgeluiden te verdringen. Bovendien kun je ook een mooie soundtrack aan de film toevoegen. Voor laatstgenoemde functie heb je wel een extra audiospoor nodig. Ga achtereenvolgens naar Tijdbalk / Tracks / Track invoegen. Geef vervolgens optioneel een tracknaam op en bevestig met OK. Merk op dat er onderaan een audiospoor met als naam A3 is bijgekomen. Sleep nu een geschikt audiobestand vanuit het deelvenster Projectopslag naar het onderste audiospoor om een soundtrack te integreren. Vanzelfsprekend hoor je nu het liedje en het achtergrondgeluid van de videoclip door elkaar. Om het achtergrondgeluid te dempen, klik je aan het begin van het juiste spoor op het pictogram met het luidsprekertje.

©PXimport

Kdenlive bevat een functie om storende achtergrondgeluiden te verdringen

-

Achtergrondmuziek zoeken

Niet iedereen heeft muziekbestanden op de computer staan. Wil je toch achtergrondmuziek aan je film toevoegen? Neem dan eens een kijkje bij de webdienst Free Music Archive. Deze catalogus staat vol met rechtenvrije muziek die je gratis kunt downloaden. Gebruik de zoekfunctie om passende deuntjes te vinden en sla de bestanden op in mp3-formaat.

©PXimport

Tip 14: Audio mixen

Misschien wil je zowel het achtergrondgeluid van de videoclip als een soundtrack laten horen. Hierbij is het belangrijk dat het volume van ieder audiospoor tot elkaar in verhouding staat. Navigeer naar Beeld / Audiomixer om het volumeniveau van audiosporen te wijzigen. Maak het deelvenster Audiomixer zo nodig iets breder, zodat alle sporen in beeld verschijnen. De werking is eenvoudig. Speel de voorbeeldweergave af en gebruik de schuifknoppen naast de grafiek om het volumeniveau aan te passen. Je merkt direct het verschil. Probeer tussen het achtergrondgeluid en de soundtrack een juiste balans te vinden. Je kunt ook nog geluid over het rechter- en linkerkanaal verdelen. Gebruik hiervoor bovenaan de cirkelvormige schuifknoppen.

©PXimport

Probeer de juiste balans tussen het achtergrondgeluid en de soundtrack te vinden

-

Tip 15: Diashow integreren

Wie weet heb je naast video’s ook prachtige foto’s tot je beschikking. In dat geval is het zinvol om een diashow binnen de film te integreren. Klik op Project / Voeg een dia-show clip toe en bedenk eventueel een relevante naam. Achter Map wijs je op de computer de bestandslocatie met de foto’s aan. Gebruik hiervoor het mappictogram en bevestig met Map selecteren. Geef bij Afbeeldingstype het juiste fotoformaat op. In veruit de meeste gevallen is dat jpg. Standaard staat de framelengte van iedere afbeelding op vijf seconden, maar die kun je eventueel aanpassen. Vink voor een fraaie overgang tussen de beelden de opties Oplossen en Vegen aan.

Onderaan bevinden zich alle bestandsnamen van gevonden kiekjes. Klik op OK om de diashow aan te maken. Deze komt vervolgens in het Projectopslag-venster beschikbaar. Sleep de diashow ten slotte naar de tijdlijn.

©PXimport

Tip 16: Film exporteren

Zodra je de montage hebt afgerond, sla je het project als videobestand op. Je kunt er vervolgens mee doen wat je wilt. Upload het bestand bijvoorbeeld naar een clouddienst en deel de link met bekenden. Je kunt de video ook op Facebook of een ander sociaal platform publiceren. Klik daarvoor bovenaan in de werkbalk op Renderen (omzetten). Beslis allereerst in welk videoformaat je de film wilt bewaren. De mp4-container in combinatie met de h.264-codec liggen voor de hand. Dit gangbare videoformaat kun je tenslotte op veruit de meeste (mobiele) apparaten afspelen. Bij specifieke video-eisen kun je ook voor een andere indeling kiezen. Maak een keuze en bepaal achter Output bestand in welke map op de computer je de film wilt bewaren. Gebruik hiervoor het mappictogram, bedenk een geschikte bestandsnaam en bevestig met Opslaan. Via de schuifregelaar stel je de gewenste kwaliteit in. Hoe hoger de kwaliteit, hoe groter doorgaans het uiteindelijke videobestand. Bovendien duurt het renderen langer. Via Render naar bestand maak je het videobestand aan. Houd er dus rekening mee dat dit karwei veel tijd in beslag neemt.

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!