ID.nl logo
Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast
© FC Federico C ChiccoDodi
Huis

Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Gemiddeld regent het in Nederland op 192 dagen van het jaar. En soms komt het helemaal met bakken uit de hemel. Rioolputten overstromen en straten staan blank. Ook in huis is wateroverlast op zijn zachtst gezegd behoorlijk vervelend. Hoe voorkom je het en wat moet je doen wanneer je toch nattigheid voelt?

Dit artikel in het kort Gemiddeld regent het in Nederland op 192 dagen per jaar. Daarvan zijn er 23 dagen waarop er meer dan 10 millimeter valt. Dat is best een hoop water. In dit artikel leggen we uit hoe wateroverlast ontstaat, wat je zelf kunt doen om schade te voorkomen of beperken door regen en wat je moet doen wanneer je toch de klos bent.

Lees ook: Hoe kun je schade aan je huis door klimaatrampen voorkomen?

Hoe ontstaat wateroverlast?

Wateroverlast ontstaat als het langdurig regent, of als er hoosbuien vallen. Normaal gesproken stroomt het regenwater binnen een paar uur na de regenbui weg via onder andere putten en door infiltratie in de grond. Als het blijft regenen, kan het water niet wegstromen, met alle gevolgen van dien.

Gemeentes en waterschappen zijn verantwoordelijk voor het treffen van maatregelen tegen wateroverlast. Ze brengen zwakke plekken in kaart en zorgen ervoor dat je zo min mogelijk last van overtollig water hebt. Als eigenaar of huurder van een pand heb je zelf ook de verantwoordelijkheid om je pand ertegen te beschermen.

©Mike Watson Images Limited

Wateroverlast door regen

Wateroverlast door regen kan ervoor zorgen dat je lekkages krijgt in huis, dat lagergelegen ruimtes (bijvoorbeeld je kelder of het souterrain) vol water stromen en dat dakgoten en regenpijpen verstopt raken. Gelukkig kun je wel het nodige doen om dit zoveel mogelijk te voorkomen:

🔹 Maak minstens één keer per jaar je dakgoot schoon. Haal bladeren en takjes weg en zorg ervoor dat het water makkelijk weg kan stromen. In het artikel Dakgoot schoonmaken? Zo klaar je deze klus! Lees je hoe je dat het beste aanpakt.
🔹 Valt er snel veel regen? Koppel de regenpijp dan af, waardoor hij niet meer in verbinding staat met het riool. Vang in plaats daarvan het regenwater op in bijvoorbeeld een regenton.
🔹 Richt je huis en tuin slim in. Breng risicozones in kaart. Die zolderkamer met slechte kozijnen? Dat schuurtje dat een meter lager staat dan je terras? Zorg dat daar geen kostbare of belangrijke spullen liggen.
🔹 Controleer of je deuren en ramen waterdicht zijn. Kieren ze? Kijk of je daar iets aan kunt doen. Soms is het opnieuw afhangen van een deur of raam al voldoende. Vind je een plek waardoor het water naar binnen kan komen maar zit vervangen er niet een-twee-drie in? Gebruik dan bijvoorbeeld waterdichte tochtstrips om het risico op wateroverlast te minimaliseren.
🔹 Woon je in een gebied waar de rivieren regelmatig buiten hun oevers treden? Een waterpomp is het overwegen waard. Stroomt je kelder snel vol, dan wil je hem net zo snel weer leeg hebben.

©Budimir Jevtic

Wat te doen bij wateroverlast

Helaas, ondanks al je voorzorgsmaatregelen sta je toch ineens tot je enkels in het water. Wat moet je doen om de schade zoveel mogelijk te beperken?

🔹 Het laatste wat je wilt is kortsluiting. Zorg ervoor dat je eerst de stroom afsluit om beschadigingen aan apparatuur te voorkomen
🔹 Maak dan een rondje door je huis. Zijn alle deuren en ramen dicht? Houd ze in elk geval gesloten zodat er niet nóg meer water naar binnen stroomt.
🔹 Heb je zandzakken in huis of kun je er makkelijk aan komen? Gebruik ze om deuren en ramen te barricaderen.
🔹 Komt het water omhoog via het riool? Sluit dan de afvoer van het toilet en de gootsteen af door er bijvoorbeeld een theedoek in te proppen.
🔹 Staan er waardevolle spullen in huis? Zet die hoog en droog zodat ze niet kunnen beschadigen.
🔹 Heb je last van lekkages? Plaats een emmer onder het lek om het water op te vangen.

Waterschade en je verzekering Is het kwaad al geschied? Kijk dan hoe je de schade kunt beperken. Zorg er in elk geval voor dat je een inboedelverzekering hebt waar je schade kunt declareren. Of je in aanmerking komt voor schadevergoeding hangt af van je verzekeraar en je polis. Meer daarover lees je in het artikel 10 veel gestelde vragen over woonverzekeringen.

©highwaystarz

Drie regen-apps

Het weer in Nederland kan soms van het ene op het andere moment omslaan. Met een goede regenapp weet je in ieder geval vrij zeker wanneer (en soms ook hoeveel) het gaat regenen. Dat geeft je wat tijd om nog extra voorzorgsmaatregelen te nemen.

Buienradar

De Buienradar app opent met een 3-uurs radarverwachting, waarop je kunt zien of het gaat regenen. Onder de radar staat een gedetailleerde regengrafiek die precies laat zien wanneer en hoeveel regen er valt. Je kunt inzoomen op jouw locatie tot op straatniveau. De app heeft ook 8-uurs, 24-uurs en 48-uurs verwachtingen. Naast de radar zijn er ook kaarten voor onder andere motregen, onweer, pollen, UV, muggen en temperatuur.
📲 iOS / Android

Buienalarm

Buienalarm is een weerapp die je waarschuwt voor naderende regenbuien, op basis van jouw locatie. Zo kun je bijvoorbeeld de was binnenhalen of op tijd een droog plekje zoeken op een festival. De app heeft een geanimeerde radarkaart voor de komende twee uur en geeft nauwkeurige neerslagvoorspellingen. Ook zie je het weer per uur en een uitgebreide 14-daagse weersverwachting. De app geeft informatie voor Nederland, Vlaanderen en delen van Duitsland.

📲 iOS / Android

Weeronline

Weeronline is een weerapp die je actuele weersinformatie en weersverwachtingen geeft voor jouw locatie en meer dan 2,3 miljoen andere plaatsen. De app heeft een eigen team van meteorologen die nauwkeurige voorspellingen maken. De app geeft je onder andere buienradar, weersverwachtingen, wind- en zonkracht, allerlei weeradviezen en waarschuwingen. Zo kun je met Weeronline het weer optimaal benutten in je dagelijkse activiteiten.

📲 iOS / Android

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!