ID.nl logo
Embedded Linux: Dit OS infiltreert al je apparaten
© Reshift Digital
Huis

Embedded Linux: Dit OS infiltreert al je apparaten

De kans is groot dat je zonder dat je het weet thuis talloze apparaten met Linux hebt draaien. Je internetmodem, je draadloos toegangspunt, je nas, je smart-tv en zelfs je smartphone, ze draaien allemaal vaak ‘embedded Linux’. Hoog tijd om hier eens uitgebreid bij stil te staan.

Niet alle computers zijn dozen onder je bureau of laptops op je schoot. Heel wat computers maken onderdeel uit van een groter systeem, zien er niet als een computer uit en zitten vaak verborgen. We spreken dan van een ‘embedded system’, of in het Nederlands ingebed systeem / geïntegreerd systeem.

Enkele voorbeelden maken duidelijk waar het om gaat. Een barcodescanner in de supermarkt, allerlei controlesystemen in fabrieken, de motorbesturing in je auto, je magnetron thuis, je internetmodem, je draadloos toegangspunt, je nas, maar ook alle ‘slimme’ apparaten zoals smartphones, smartwatches, smart-tv’s en de tegenwoordig zo populaire IoT-apparaten (Internet of Things) zijn embedded systems.

De essentie van een embedded system is dat het om een combinatie van hardware en software gaat die samen een product met een specifieke taak vormen. Net zoals een ‘personal computer’ heeft een embedded system invoer en uitvoer, maar in tegenstelling tot een toetsenbord en scherm is dat vaak iets toepassingsspecifieks, zoals sensoren en actuatoren (bijvoorbeeld een motor).

Wat is embedded Linux?

Als we over Linux spreken, bedoelen we meestal het hele besturingssysteem, terwijl Linux strikt gezien alleen de kernel is. Zo ook met embedded Linux: meestal wordt met die term het hele besturingssysteem bedoeld dat op het apparaat draait. Vaak is het een op maat gemaakt Linux-besturingssysteem of een embedded Linux-distributie die specifiek ontworpen is voor embedded systems.

Linus Torvalds begon aan de ontwikkeling van zijn Linux-kernel omdat hij een GNU-besturingssysteem op zijn pc wilde draaien, maar ondertussen ondersteunt de kernel ook vele andere platforms. Er bestaat niet zoiets als een embedded Linux-kernel. Er is één broncode van de Linux-kernel, en die draait op alle mogelijke systemen, van smartphones tot supercomputers. Het enige verschil is dat je specifieke opties of modules tijdens het compileren van de kernel in- of uitschakelt, afhankelijk van wat je nodig hebt, en drivers toevoegt voor specifieke hardware.

Ook tussen embedded systems bestaan er grote verschillen. Een Raspberry Pi, die je ook als een embedded system kunt beschouwen als je er een product mee maakt, is heel wat krachtiger dan je internetmodem. De Linux-kernel heeft in beide systemen waarschijnlijk een heel andere configuratie.

©PXimport

Waarom zou een ontwikkelaar van een embedded system Linux gebruiken? Een van de voordelen noemden we al: de Linux-kernel is uiterst modulair en configureerbaar, waardoor je een kernel kunt compileren die geoptimaliseerd is voor je toepassing. Zeker op embedded systems met een zwakke processor en/of een beperkte hoeveelheid RAM en opslagruimte is dat heel handig: je verwijdert eenvoudig alle ballast.

Die modulariteit en configureerbaarheid zie je ook in het hele besturingssysteem. Een Linux-distributie is een samenraapsel van de kernel, een C-bibliotheek, bestandssysteem en allerlei software. Voor elk van die componenten kun je keuzes maken om je Linux-systeem op maat van je toepassing te ontwikkelen. Zo wordt de C-bibliotheek glibc in veel embedded systems vervangen door het lichtere uClibc en allerlei Unix-opdrachten door BusyBox.

Veel vrijheid

De meeste software die je nodig hebt om een embedded Linux-systeem op te bouwen, is opensource. Dat betekent dat de broncode beschikbaar is onder een vrije licentie zoals de (L)GPL of BSD-licentie. Je hoeft dus helemaal niets te betalen, een licentie te kopen of je te registreren voor een demo om het systeem te evalueren: je kunt er als ontwikkelaar van een embedded system onmiddellijk mee aan de slag. Dat wil overigens niet zeggen dat alles mag. Je dient je nog altijd aan de licentievoorwaarden te houden.

Doordat je toegang tot de broncode hebt en de licentievoorwaarden redelijk vrij zijn, hang je voor embedded Linux niet van één leverancier af. Als je dus een embedded system met behulp van Linux wilt ontwikkelen, heb je de keuze uit talloze leveranciers. Die verkopen je geen software (want die is vrij beschikbaar), maar leveren wel ondersteuning en maatwerk zoals het ontwikkelen van drivers of toevoegen van ondersteuning voor specifieke processoren.

Als je niet meer tevreden bent over één leverancier, kun je bovendien eenvoudig naar een andere overschakelen. Heb je voldoende expertise in huis, dan kun je zelfs besluiten om de integratie van de software die je nodig hebt volledig zelf te doen en je Linux-systeem dus zelf op te bouwen. Dat is een enorm verschil met bedrijfseigen embedded besturingssystemen, waarbij je volledig afhankelijk bent van de leverancier.

Hardware- en softwareondersteuning

De hardwareondersteuning van Linux is immens. De kernel ondersteunt niet alleen de x86-architectuur van onze pc’s, maar ook ARM (gebruikt in veel smartphones, IoT-apparaten en de Raspberry Pi), MIPS, PowerPC en het nieuwe RISC-V. Ondersteuning voor een nieuwe processorarchitectuur of specifieke processor toevoegen, heet ‘porten’ (porting in het Engels). Het voordeel van Linux is: zodra iemand de kernel en wat andere software onder de motorkap, zoals de C-library en de compiler, naar een nieuwe architectuur of processor geport heeft, hoef je zelf dat werk niet meer te doen.

Er draait ook heel veel (opensource-)software op Linux. Voor zowat alle mogelijke netwerkfunctionaliteit bijvoorbeeld bestaat er wel software die op embedded Linux draait. Bovendien werkt software die op één processorarchitectuur draait normaal ook probleemloos op een andere: de meeste Linux-software is immers heel ‘portable’. Schakel je als ontwikkelaar over van één processor naar een andere, dan hoef je je aan de softwarekant doorgaans niet veel zorgen te maken over die overstap.

©PXimport

Hoewel de Raspberry Pi strikt gezien geen embedded system is, geeft de gpio-header van het processorbordje je wel talloze mogelijkheden om sensoren, leds, motorcontrollers en allerlei andere hardware aan te sluiten. Het resultaat kan een (heel krachtig) embedded system zijn. Tegenwoordig is de eerste kennismaking van velen met embedded Linux dan ook de Raspberry Pi. Je installeert dan Raspbian Lite, een minimale Linux-distributie gebaseerd op Debian. Daarop installeer je vervolgens een van de vele beschikbare programma’s of je programmeert je eigen software, bijvoorbeeld in Python.

Draai je Raspbian op je Raspberry Pi en sluit je een toetsenbord, muis en beeldscherm aan, dan is het mogelijk om er een desktopsysteem van te maken, zeker met de Raspberry Pi 4. Maar de flexibiliteit van het computerbordje komt pas tot zijn recht als je het als embedded system inzet. En er bestaan ook gespecialiseerde besturingssystemen zoals LibreELEC, waarmee je van je Raspberry Pi een mediaspeler maakt.

Embedded Linux updaten

Een echt embedded system dient eigenlijk onzichtbaar te zijn. De eindgebruiker hoort er geen omkijken naar te hebben. Belangrijk daarvoor zijn ota-updates (‘over-the-air’): het systeem krijgt dan automatisch updates die beveiligingslekken en andere fouten dichten.

Bij een klassieke Linux-distributie zoals Raspbian werkt dat anders. Daar dien je zelf expliciet op updates te controleren en de beschikbare updates te installeren, met de commando’s sudo apt update en sudo apt upgrade. Er bestaan wel oplossingen om dat te automatiseren (onder Raspbian installeer je er een met sudo apt install unattended-upgrades), maar Debians pakketbeheerder apt mist een belangrijke eigenschap: atomiciteit.

Een update zou ofwel uitgevoerd moeten worden ofwel niet, maar niet half. Als je apt in Raspbian uitvoert (al dan niet automatisch), loop je altijd het risico dat een update om welke reden dan ook (bijvoorbeeld een tijdelijke netwerkstoring) maar half uitgevoerd is. Het besturingssysteem bevindt zich dan in een ongedefinieerde toestand en je embedded system werkt mogelijk niet meer.

Eén oplossing voor ota-updates van embedded Linux-systemen is Mender. Hiermee draai je een managementserver (of maak je gebruik van de managementserver van het bedrijf Mender), die via het netwerk updates naar je embedded systems verstuurt.

©PXimport

Een update wordt niet onmiddellijk in het draaiende systeem geïnstalleerd. Je embedded system heeft bij deze aanpak namelijk twee systeempartities: een actieve en een passieve.

De actieve systeempartitie bevat het besturingssysteem dat momenteel draait. Updates worden in de passieve systeempartitie geïnstalleerd, en daarna herstart je systeem. Als de update mislukt blijkt te zijn, draait het systeem die volledig terug en blijf je de huidige actieve systeempartitie gebruiken. Als de update lukt, wordt de passieve systeempartitie actief gemaakt en gebruik je dus de partitie met updates. Mender is een opensource-oplossing en ondersteunt meer dan 30 processorbordjes, onder andere de Raspberry Pi met Raspbian.

Ubuntu Core en Yocto Project

Canonical biedt met Ubuntu Core een andere oplossing: een minimale Linux-distributie met atomaire updates. Ubuntu Core draait op de Raspberry Pi 2 of 3, Intel Joule, Qualcomm Dragonboard, Nvidia Jetson en nog enkele andere processorbordjes. Alle software wordt in de vorm van ‘snaps’ verdeeld. Een snap is een programma met alle bijbehorende softwarebibliotheken, afgescheiden van andere snaps om compatibiliteitsproblemen te vermijden. Als je een snap updatet, gebeurt dat atomair: bij een mislukte update wordt er niets geïnstalleerd en blijf je gewoon de vorige versie gebruiken. Elke snap draait bovendien in een eigen ‘sandbox’, wat de beveiliging ten goede komt.

Die atomaire updates gelden niet alleen voor de software, maar ook voor de kernel en het besturingssysteem. Als er bij een update iets misloopt, draait het systeem die automatisch terug naar de laatste werkende toestand. Op de achtergrond werkt dat net zoals bij Menders oplossing ook met een actieve en passieve systeempartitie. Ubuntu Core installeert updates overigens automatisch. Dankzij de atomaire updates is dat niet zo’n groot risico als bij een klassieke pakketbeheerder.

©PXimport

Maar het belangrijkste project in de wereld van embedded Linux is geen embedded Linux-distributie, maar software waarmee je zo’n distributie kunt maken: Yocto Project. Dit project van de Linux Foundation biedt een framework aan om zelf je eigen embedded Linux-distributie te bouwen.

Yocto Project wordt relatief veel gebruikt in de embedded wereld en de IoT-industrie. Het ondersteunt Intel/AMD, ARM, MIPS en PowerPC en biedt een referentiedistributie, Poky, die als voorbeeld dient voor een minimaal embedded Linux-systeem dat je naar wens kunt aanpassen. De ontwikkeling doe je rechtstreeks op een Linux-desktop, of op Windows en macOS via de ontwikkelomgeving CROPS die gebruikmaakt van Docker. Er is ook een webgebaseerde interface, Toaster, voor basisfunctionaliteit. Maar als je echt aan de slag wilt met Yocto, zul je moeten gaan programmeren.

Linux op je router

De beste manier om kennis te maken met een embedded system dat niet zo krachtig is als een Raspberry Pi, is waarschijnlijk het installeren van Linux op een router. OpenWrt en DD-WRT zijn de populairste Linux-gebaseerde besturingssystemen voor draadloze routers en toegangspunten. Je moet dan wel een ondersteund model hebben: zowel OpenWrt als DD-WRT bieden een lijst van apparaten aan. Hou er ook rekening mee dat OpenWrt 19.07 de laatste versie is die nog apparaten met slechts 4 MB flash en 32 MB RAM ondersteunt.

Krijgt je draadloze toegangspunt geen updates meer van de leverancier, dan kun je de levensduur in veel gevallen nog verlengen door een van deze opensourcebesturingssystemen te installeren. Met wat geluk kun je gewoon een firmware-image downloaden en via de webinterface van het standaard besturingssysteem van je toegangspunt installeren, maar in andere gevallen verloopt de installatie omslachtiger. Bij sommige modellen dien je zelfs de behuizing open te doen en pinnetjes op het moederbord te solderen om een seriële kabel aan te sluiten. De wiki’s van OpenWrt en DD-WRT bieden gelukkig voor elk ondersteund model installatie-instructies.

Apparaatspecifieke aanpassingen

Dat je voor elk model specifieke installatie-instructies dient te volgen, komt doordat er voor embedded systems – in tegenstelling tot bijvoorbeeld pc’s – geen algemeen aanvaarde standaarden bestaan. Embedded systems zijn veel heterogener, met allerlei verschillende processorarchitecturen, chipsets, randapparatuur enzovoort. Bovendien passen veel ontwikkelaars van draadloze toegangspunten de Linux-kernel en andere opensourcesoftware aan om hun hardware te ondersteunen, zonder die aanpassingen aan deze projecten bij te dragen.

Een project zoals OpenWrt is dan ook verplicht om al die aanpassingen (‘patches’) te verzamelen (de leverancier van het apparaat is verplicht om die te publiceren als het om software gaat die de GPL als licentie gebruikt, zoals de Linux-kernel) en toe te passen om een firmware-image voor dat specifieke model te bouwen. Gelukkig zijn er ook routers die standaard al met een op OpenWrt gebaseerd besturingssysteem verkocht worden, zoals de Omnia en de MOX van het Tsjechische bedrijf Turris.

©PXimport

En nu zelf!

Embedded Linux-systemen zijn heel interessante systemen om mee te experimenteren. Je kennis van Linux op de desktop komt daarbij van pas, maar je dient ook heel wat andere kennis op te doen omdat alles toch net iets anders werkt. Je krijgt met een andere processorarchitectuur te maken (doorgaans ARM in plaats van Intel), een andere bootloader (U-Boot in plaats van GRUB), andere opslagmedia (flashgeheugen of een sd-kaart in plaats van een ssd of harde schijf) enzovoort.

Op de Embedded Linux Wiki vind je een schat aan informatie. Handig voor als je hier dieper op in wilt gaan, maar hou er rekening mee dat veel pagina’s op deze wiki verouderd zijn. Wat kennis van shellscripting en van programmeren, bijvoorbeeld in Python, komt ook van pas. Maar wie echt aan de ontwikkeling van embedded software wil beginnen, ontkomt er niet aan om de programmeertaal C te leren. Die laat je toe om nog ‘dichter tegen de hardware’ te programmeren.

▼ Volgende artikel
Gourmetten zonder stank: 10 ideeën die écht werken
© NilsZ - stock.adobe.com
Huis

Gourmetten zonder stank: 10 ideeën die écht werken

Gourmetten is misschien wel dé nationale volkssport tijdens de feestdagen. Maar hoe leuk de avond ook is, de ochtend erna is vaak minder feestelijk. Die doordringende vetlucht die in je gordijnen, bank en kleding is getrokken, ben je liever kwijt dan rijk. Met deze tien tips – verdeeld over wat je eet en wat je doet – blijft je huis een stuk frisser!

Dit gaan we doen

Stankvrij gourmetten is een kwestie van goede voorbereiding én de juiste nazorg. We splitsen de tien tips daarom op. We beginnen bij de basis: ingrediënten en spullen die nauwelijks rook veroorzaken. Vervolgens geven we je praktische hacks om, mocht er toch wat gourmetlucht blijven hangen, die direct weer uit je woonkamer te krijgen, zodat je de volgende ochtend wakker wordt in een fris huis.

Lees ook: Gourmetten nieuwe stijl: topfavoriet met een eigen twist

Ingrediënten & materialen

De meeste stank ontstaat niet door het gourmetstel zelf, maar door wat we erop leggen. Verbrande boter, karamelliserende suikers en spetterend vet zijn de grote boosdoeners. Met een paar slimme aanpassingen aan je boodschappenlijstje ben je de rookwolken voor.

Tip 1: Investeer in hittebestendige olie

De fout die bijna iedereen maakt: bakken in roomboter of standaard olijfolie. Deze vetten verbranden snel bij de hoge temperaturen van het gourmetten, wat zorgt voor die zware, scherpe walm. Kijk in de supermarkt eens schuin boven de olijfolie; daar vind je rijstolie of arachideolie. Deze oliesoorten hebben een veel hoger rookpunt en blijven stabiel als ze heet worden. Wil je het jezelf helemaal makkelijk maken? Koop dan een bakspray. Daarmee nevel je de pannetjes of de plaat licht in, waardoor je nooit te veel gebruikt en het vet niet onnodig staat te walmen.

Tip 2: Laat de kant-en-klare marinades staan

Die voorgemarineerde schotels uit de supermarkt zijn makkelijk, maar funest voor de luchtkwaliteit. De marinades zitten namelijk vaak vol suiker en water. Zodra dat de hete pan raakt, verbrandt de suiker en verdampt het vocht, met veel rook tot gevolg. Je kunt beter ongemarineerd vlees of vis kopen. Wil je toch smaak? Gebruik dan een dry rub (een droog kruidenmengsel) om het vlees vooraf te kruiden. Als je echt van sausjes houdt, kun je die beter koud op je bord toevoegen dan warm in het pannetje.

Tip 3: Kies voor 'droger' vlees en meer groente

Hoe meer vet er in het vlees zit, hoe meer het spettert en rookt. Hamburgers, worstjes en speklapjes zijn in feite kleine rookbommen. Kies liever voor magere opties zoals biefstuk, kipfilet, kalkoen of witvis. Daarnaast kun je de geuroverlast flink beperken door de verhouding vlees/groente om te draaien. Plakjes courgette, paprika, champignons en aubergine bakken vrijwel geurloos. Met een goede mandolineof groentesnijder maak je in een handomdraai dunne plakjes die snel gaar zijn, waardoor je minder lang hoeft te bakken.

Tip 4: Vervang die oude, bekraste pannetjes

Kijk voordat je begint eens kritisch naar je huidige gourmetstel. Zitten de pannetjes vol krassen en is de antiaanbaklaag versleten? Dan koekt je eten sneller aan, wat zorgt voor verbrandingsluchtjes die je de dag erna nog ruikt. Het is vaak helemaal niet nodig om een compleet nieuw apparaat te kopen; veel fabrikanten verkopen losse pannetjes of nieuwe bakplaten. Voor een paar tientjes bak je weer op een glad oppervlak, heb je minder olie nodig en ben je niet de hele avond bezig aangekoekte resten weg te schrapen.

Tip 5: Gebruik een gourmetstel met keramische coating

Ben je toch toe aan een heel nieuw apparaat? Let dan goed op de coating. Tegenwoordig zijn er gourmetstellen met een keramische bakplaat. Deze kunnen vaak hogere temperaturen aan zonder dat de laag beschadigt en ze zijn veel makkelijker schoon te maken.

Watch on YouTube

Zo ga je de strijd aan met de luchtjes in huis

Zelfs met de beste ingrediënten ontkom je niet aan enige baklucht. Gelukkig zijn er genoeg manieren om te voorkomen dat die geur permanent blijft hangen.

Tip 6: Zet een aromadiffuser aan

Een geurkaars maskeert de lucht vaak alleen maar, waardoor je een weeïge mengeling krijgt van lavendel en hamburger. Een betere optie is een elektrische aromadiffuser (ook wel vernevelaar genoemd). Dit apparaat verspreidt via koude waterdamp een constante, frisse geur naar keuze door de kamer, zonder dat er verbranding aan te pas komt. Kies voor essentiële oliën die bekend staan om hun verfrissende werking, zoals citroengras, eucalyptus of dennen. De waterdamp helpt bovendien meteen tegen de droge lucht in huis als de verwarming hoog staat.

Tip 7: Laat de luchtreiniger draaien

Misschien heb je er al eentje staan, en anders is dit het moment: de luchtreiniger. Let er bij aanschaf op dat het apparaat een koolstoffilter heeft, want alleen HEPA is niet genoeg voor kookluchtjes. Een koolstoffilter absorbeert gassen en geuren. Zet het apparaat niet pas aan als je naar bed gaat, maar laat hem al draaien zodra het gourmetstel aangaat. Heb je een modern exemplaar met een app? Zet hem dan alvast op de hoogste stand voordat de eerste walm ontstaat.

Tip 8: Ventileer flink

Ramen openzetten klinkt logisch, maar doe het wel slim. Eén raampje op een kier doet weinig. Je hebt trek nodig. Zet aan weerszijden van de woning een raam of rooster open zodat de luchtstroom de damp direct meeneemt. Vind je het te koud worden? Zet de verwarming gerust tijdelijk wat hoger; de kosten daarvan wegen niet op tegen de stomerijkosten van je gordijnen. Plaats eventueel een simpele tafelventilator in de buurt van het gourmetstel (niet erop gericht, maar richting het open raam) om de rook een handje te helpen de juiste kant op te gaan.

Tip 9: Azijn & koffie

Het is een klassieker uit grootmoeders tijd, maar hij werkt nog steeds: azijn neutraliseert. Je kunt bakjes azijn neerzetten, maar voor het zware werk kun je na het eten beter even een pannetje water met een flinke scheut schoonmaakazijn op het fornuis koken. Laat de afzuigkap uit en laat de damp door de kamer trekken. Vind je de azijnlucht zelf te heftig? Gooi er dan wat citroenschillen, een kaneelstokje of kruidnagel bij. Zo ruikt je huis direct weer naar winterse gezelligheid in plaats van naar een snackbar. Wat ook kan, is koffie. Zet na het eten een paar schaaltjes met gemalen koffie (snelfiltermaling) in de woonkamer. De koffie neutraliseert de zware baklucht en vervangt deze door een neutraal, aards aroma. Voor een nog sterker effect kun je wat koffiebonen op een warme onderzetter leggen; door de restwarmte verspreiden ze een subtiele geur die de gourmetlucht naar de achtergrond verdrijft.

Tip 10: Maak meteen met schoon

Het is verleidelijk om na het eten uit te buiken op de bank en de ravage te laten voor wat het is. Doe het niet. Zolang het gourmetstel vet en warm in de kamer staat, blijft het geur verspreiden. Haal direct na het eten een stuk keukenrol over de plaat. Gebruik daarna een sopje van afwasmiddel en warm water om de plaat en de tafel (want ja, vetnevel komt overal) af te nemen. Geloof ons, door hier na het eten even een paar minuten tijd voor vrij te maken, bespaar je jezelf de volgende ochtend een hoop gourmetluchtfrustratie!

▼ Volgende artikel
Slimme stekker voor kerstverlichting: hier moet je op letten
© detry26 - stock.adobe.com
Zekerheid & gemak

Slimme stekker voor kerstverlichting: hier moet je op letten

Er zijn weinig dingen zo gezellig als kerstverlichting. Maar laten we eerlijk zijn: elke avond achter de bank of onder de boom kruipen (🤬 naalden in je knieën) om de stekker eruit te trekken: kan dat niet handiger? Zeker wel: met een slimme stekker maak je in één klap je 'domme' lichtsnoeren slim.

In dit artikel

Kerstverlichting slim maken hoeft niet ingewikkeld te zijn. In dit artikel lees je waar je op let bij het kiezen van een slimme stekker voor de feestdagen, welke modellen in Nederland goed scoren en hoe je een handig tijdschema instelt. Ook leggen we uit wat wel en niet kan met slimme stekkers, bijvoorbeeld als je verlichting wilt laten meebewegen met muziek.

Lees ook: Slimme stekkers: welke modellen zijn echt zuinig?

Met een slimme stekker, ook wel smart plug genoemd, stuur je de kerstverlichting aan via je telefoon, stel je tijdschema's in of roep je simpelweg naar je slimme speaker dat de kerstboom aan moet. Maar waar moet je op letten bij de aanschaf en welke stekkers zijn nu echt handig voor die specifieke kerstsituatie? Wij leggen het uit.

Waar moet je op letten bij een slimme stekker voor kerst?

Niet elke slimme stekker is even geschikt voor de decembermaand. Het eerste waar je goed op moet letten is het formaat van de stekkerbehuizing. Kerstverlichting zit namelijk vaak met meerdere adapters en stekkers in één verdeeldoos. Veel oudere modellen slimme stekkers zijn vrij breed, waardoor ze onbedoeld de stopcontacten links en rechts ervan blokkeren. Zoek daarom specifiek naar een compact of smal ontwerp, zodat je geen kostbare stroompunten verliest rondom de kerstboom.

Daarnaast is de manier waarop de stekker verbinding maakt, het zogenaamde protocol, een belangrijke keuze. De meest laagdrempelige optie is een wifi-stekker. Deze werkt direct samen met je router zonder dat je extra kastjes nodig hebt, wat het ideaal maakt voor beginners. Heb je echter al slimme verlichting zoals Philips Hue of IKEA Tradfri, dan is een stekker met het Zigbee-protocol vaak slimmer. Deze stekkers vormen samen een eigen netwerkje, waardoor je wifi niet overbelast raakt als je veel lampjes ophangt. Tegenwoordig zie je ook steeds vaker 'Matter' op de verpakking staan; dit is de nieuwe standaard die garandeert dat de stekker moeiteloos samenwerkt met zowel Apple, Google als Amazon.

Vergeet ook de locatie van je verlichting niet. Wil je lampjes in de heg, aan de schutting of langs de gevel slim maken, gebruik dan nooit een binnenstekker. Voor buitengebruik is een model met een IP44-certificering nodig. Dat betekent dat de behuizing beschermd is tegen spatwater, zoals regen of opspattend water, en geschikt is voor normaal gebruik buitenshuis. Let wel op: IP44 is niet waterdicht. De stekker mag dus niet onder water liggen en ook niet langdurig in een plas staan. Een plek waar water kan blijven staan, bijvoorbeeld op de grond zonder goede afwatering, is daarom minder geschikt. Je kunt dan beter een stekker met IP65 of hoger kiezen.

Tot slot kan een slimme stekker waarbij je het energieverbruik kunt aflezen in de app (zoals de TP-Link Tapo P115)  een fijne extra optie zijn. Zeker oudere kerstverlichting kan ongemerkt veel stroom verbruiken. Een stekker die het verbruik meet, geeft je inzicht en helpt je grip te houden op de energierekening in december.

©ID.nl

Lees ook: Kerstsfeer in huis? Dit kun je allemaal met Philips Hue

Zo stel je het perfecte tijdschema in

Het grote voordeel van een slimme stekker is dat je hem één keer instelt en er vervolgens niet meer naar om hoeft te kijken. Maar wat is nu een handig schema? Wij raden aan om te werken met een schema dat gebaseerd is op jouw leefritme én de stand van de zon.

Een ideaal weekschema voor werkende mensen begint vaak 's ochtends vroeg. Stel de stekker zo in dat de kerstverlichting rond 06:30 of 07:00 uur aangaat. Er is niets fijner dan opstaan in een donker huis waar de kerstboom al gezellig staat te branden. Laat de verlichting automatisch weer uitgaan rond 09:00 uur, wanneer je naar je werk vertrekt of het daglicht fel genoeg is.

Voor de avondinstelling is de 'zonsondergang-functie' (astro-timer) de beste optie. Bijna elke app van slimme stekkers heeft deze functie. Hiermee gaan de lampjes automatisch aan zodra het buiten donker wordt, wat in december al rond 16:30 uur kan zijn. Zo kom je nooit thuis in een donker huis. Stel als eindtijd een vast moment in waarop je meestal naar bed gaat, bijvoorbeeld 23:30 uur. Zo voorkom je dat de boom de hele nacht stroom staat te verbruiken voor de kat of de inbrekers. Heb je vakantie? Gebruik dan een aangepast schema. Laat de verlichting bijvoorbeeld pas om 09:30 uur aanspringen (lekker uitslapen!), zet hem uit tussen 11:30 en 16:00 uur (wanneer je veel daglicht hebt), laat hem daarna weer aanspringen en stel in dat alles weer uitgaat wanneer jij naar bed gaat.

FAQ: Kan ik mijn kerstboom laten knipperen op Spotify-muziek?

Een veelgestelde vraag is of je met een slimme stekker je kerstverlichting kunt laten meebewegen op de maat van je favoriete kerstplaylist op Spotify. Het korte antwoord is: nee, dat is met een slimme stekker helaas niet mogelijk en zelfs af te raden.

Een slimme stekker is namelijk een mechanische schakelaar. Als je die heel snel achter elkaar aan en uit zou laten gaan om een 'disco-effect' te creëren, hoor je de stekker niet alleen constant klikken, maar zal hij door de slijtage ook binnen de kortste keren kapotgaan. Bovendien zit er vaak een kleine vertraging op het wifi-signaal, waardoor het licht nooit strak in de maat zou lopen.

Wil je toch een lichtshow op 'All I Want for Christmas is You'? Dan heb je geen slimme stekker nodig, maar slimme verlichting. Kijk hiervoor bijvoorbeeld naar de speciale kerstverlichting van het merk Twinkly of de Festavia-snoeren van Philips Hue. Deze systemen zijn digitaal en kunnen via hun app (en een koppeling met Spotify of de microfoon van je telefoon) wél vloeiend van kleur veranderen en knipperen op de beat, zonder dat er iets slijt. Gebruik de slimme stekker dus puur voor het aan- en uitzetten van je traditionele 'domme' verlichting.

Watch on YouTube

Koopgids: 5 slimme stekkers voor je kerstverlichting

Philips Hue Smart Plug: voor iedereen die al slimme lampen van Philips Hue in huis heeft, is de Philips Hue Smart Plug veruit de meest logische keuze. Deze stekker integreert naadloos met je bestaande Hue Bridge en app. Het grote voordeel hiervan is dat je kerstboom direct onderdeel wordt van je lichtscènes. Als je via je slimme speaker het commando geeft om de 'Kerstsfeer' te activeren, gaat zowel je boom als je normale sfeerlicht in de juiste dimstand aan. Hij werkt via Zigbee, maar ondersteunt ook bluetooth voor directe aansturing.

Lees ook: Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst

TP-Link Tapo P115: als je zoekt naar een betaalbare en zeer compacte oplossing, dan is de TP-Link Tapo P115 een goede kandidaat. TP-Link staat bekend om betrouwbare smarthome-producten voor een zachte prijs en dit model is zo klein ontworpen dat hij in een stekkerdoos geen andere stopcontacten blokkeert. De stekker werkt direct op je wifi-netwerk, dus je hebt geen extra hub nodig. Een prettige bijkomstigheid is dat dit kleine apparaatje ook nog eens nauwkeurig je stroomverbruik meet via de bijbehorende app.

Hombli Smart Outdoor Socket: wie lampjes wil in de voortuin of op het balkon, kan niet om de Hombli Smart Outdoor Socket heen. Hombli is een Nederlands merk dat bekendstaat om gebruiksvriendelijkheid en deze stekker is speciaal gebouwd voor buiten. Hij is robuust, heeft een IP44-classificatie en een stevig klepje dat het stopcontact beschermt tegen vocht en vuil. Via de app stel je eenvoudig in dat de buitenverlichting automatisch aangaat bij zonsondergang en weer uitgaat wanneer jij naar bed gaat.

Innr Smart Plug (SP 240): wil je wel gebruikmaken van het stabiele Zigbee-netwerk, bijvoorbeeld in combinatie met een Homey of Hue Bridge, maar vind je de originele Philips-stekker aan de prijzige kant? Dan is de Innr Smart Plug het perfecte alternatief. Innr specialiseert zich in producten die compatibel zijn met grote systemen, maar dan voor een lagere prijs. De SP 240 is slank vormgegeven en werkt in vrijwel alle gevallen vlekkeloos samen met je bestaande Zigbee-setup. Let er wel op dat deze stekker, wanneer gekoppeld via de Hue Bridge, niet zichtbaar is in Apple HomeKit.

Eve Energy: voor de Apple-gebruiker die zijn hele huis bedient via de Woning-app op de iPhone, is de Eve Energy de beste keuze. Deze robuuste stekker ondersteunt de moderne standaarden Matter en Thread. Dit zorgt ervoor dat het apparaat razendsnel reageert en het bereik van je smarthome-netwerk vergroot zonder je wifi te belasten. Handig: de app geeft uiterst gedetailleerde grafieken over je stroomverbruik en de geschatte kosten. 

©Philips

Kerstverlichting

Vrolijke lichtjes in de tuin