ID.nl logo
Embedded Linux: Dit OS infiltreert al je apparaten
© PXimport
Huis

Embedded Linux: Dit OS infiltreert al je apparaten

De kans is groot dat je zonder dat je het weet thuis talloze apparaten met Linux hebt draaien. Je internetmodem, je draadloos toegangspunt, je nas, je smart-tv en zelfs je smartphone, ze draaien allemaal vaak ‘embedded Linux’. Hoog tijd om hier eens uitgebreid bij stil te staan.

Niet alle computers zijn dozen onder je bureau of laptops op je schoot. Heel wat computers maken onderdeel uit van een groter systeem, zien er niet als een computer uit en zitten vaak verborgen. We spreken dan van een ‘embedded system’, of in het Nederlands ingebed systeem / geïntegreerd systeem.

Enkele voorbeelden maken duidelijk waar het om gaat. Een barcodescanner in de supermarkt, allerlei controlesystemen in fabrieken, de motorbesturing in je auto, je magnetron thuis, je internetmodem, je draadloos toegangspunt, je nas, maar ook alle ‘slimme’ apparaten zoals smartphones, smartwatches, smart-tv’s en de tegenwoordig zo populaire IoT-apparaten (Internet of Things) zijn embedded systems.

De essentie van een embedded system is dat het om een combinatie van hardware en software gaat die samen een product met een specifieke taak vormen. Net zoals een ‘personal computer’ heeft een embedded system invoer en uitvoer, maar in tegenstelling tot een toetsenbord en scherm is dat vaak iets toepassingsspecifieks, zoals sensoren en actuatoren (bijvoorbeeld een motor).

Wat is embedded Linux?

Als we over Linux spreken, bedoelen we meestal het hele besturingssysteem, terwijl Linux strikt gezien alleen de kernel is. Zo ook met embedded Linux: meestal wordt met die term het hele besturingssysteem bedoeld dat op het apparaat draait. Vaak is het een op maat gemaakt Linux-besturingssysteem of een embedded Linux-distributie die specifiek ontworpen is voor embedded systems.

Linus Torvalds begon aan de ontwikkeling van zijn Linux-kernel omdat hij een GNU-besturingssysteem op zijn pc wilde draaien, maar ondertussen ondersteunt de kernel ook vele andere platforms. Er bestaat niet zoiets als een embedded Linux-kernel. Er is één broncode van de Linux-kernel, en die draait op alle mogelijke systemen, van smartphones tot supercomputers. Het enige verschil is dat je specifieke opties of modules tijdens het compileren van de kernel in- of uitschakelt, afhankelijk van wat je nodig hebt, en drivers toevoegt voor specifieke hardware.

Ook tussen embedded systems bestaan er grote verschillen. Een Raspberry Pi, die je ook als een embedded system kunt beschouwen als je er een product mee maakt, is heel wat krachtiger dan je internetmodem. De Linux-kernel heeft in beide systemen waarschijnlijk een heel andere configuratie.

©PXimport

Waarom zou een ontwikkelaar van een embedded system Linux gebruiken? Een van de voordelen noemden we al: de Linux-kernel is uiterst modulair en configureerbaar, waardoor je een kernel kunt compileren die geoptimaliseerd is voor je toepassing. Zeker op embedded systems met een zwakke processor en/of een beperkte hoeveelheid RAM en opslagruimte is dat heel handig: je verwijdert eenvoudig alle ballast.

Die modulariteit en configureerbaarheid zie je ook in het hele besturingssysteem. Een Linux-distributie is een samenraapsel van de kernel, een C-bibliotheek, bestandssysteem en allerlei software. Voor elk van die componenten kun je keuzes maken om je Linux-systeem op maat van je toepassing te ontwikkelen. Zo wordt de C-bibliotheek glibc in veel embedded systems vervangen door het lichtere uClibc en allerlei Unix-opdrachten door BusyBox.

Veel vrijheid

De meeste software die je nodig hebt om een embedded Linux-systeem op te bouwen, is opensource. Dat betekent dat de broncode beschikbaar is onder een vrije licentie zoals de (L)GPL of BSD-licentie. Je hoeft dus helemaal niets te betalen, een licentie te kopen of je te registreren voor een demo om het systeem te evalueren: je kunt er als ontwikkelaar van een embedded system onmiddellijk mee aan de slag. Dat wil overigens niet zeggen dat alles mag. Je dient je nog altijd aan de licentievoorwaarden te houden.

Doordat je toegang tot de broncode hebt en de licentievoorwaarden redelijk vrij zijn, hang je voor embedded Linux niet van één leverancier af. Als je dus een embedded system met behulp van Linux wilt ontwikkelen, heb je de keuze uit talloze leveranciers. Die verkopen je geen software (want die is vrij beschikbaar), maar leveren wel ondersteuning en maatwerk zoals het ontwikkelen van drivers of toevoegen van ondersteuning voor specifieke processoren.

Als je niet meer tevreden bent over één leverancier, kun je bovendien eenvoudig naar een andere overschakelen. Heb je voldoende expertise in huis, dan kun je zelfs besluiten om de integratie van de software die je nodig hebt volledig zelf te doen en je Linux-systeem dus zelf op te bouwen. Dat is een enorm verschil met bedrijfseigen embedded besturingssystemen, waarbij je volledig afhankelijk bent van de leverancier.

Hardware- en softwareondersteuning

De hardwareondersteuning van Linux is immens. De kernel ondersteunt niet alleen de x86-architectuur van onze pc’s, maar ook ARM (gebruikt in veel smartphones, IoT-apparaten en de Raspberry Pi), MIPS, PowerPC en het nieuwe RISC-V. Ondersteuning voor een nieuwe processorarchitectuur of specifieke processor toevoegen, heet ‘porten’ (porting in het Engels). Het voordeel van Linux is: zodra iemand de kernel en wat andere software onder de motorkap, zoals de C-library en de compiler, naar een nieuwe architectuur of processor geport heeft, hoef je zelf dat werk niet meer te doen.

Er draait ook heel veel (opensource-)software op Linux. Voor zowat alle mogelijke netwerkfunctionaliteit bijvoorbeeld bestaat er wel software die op embedded Linux draait. Bovendien werkt software die op één processorarchitectuur draait normaal ook probleemloos op een andere: de meeste Linux-software is immers heel ‘portable’. Schakel je als ontwikkelaar over van één processor naar een andere, dan hoef je je aan de softwarekant doorgaans niet veel zorgen te maken over die overstap.

©PXimport

Hoewel de Raspberry Pi strikt gezien geen embedded system is, geeft de gpio-header van het processorbordje je wel talloze mogelijkheden om sensoren, leds, motorcontrollers en allerlei andere hardware aan te sluiten. Het resultaat kan een (heel krachtig) embedded system zijn. Tegenwoordig is de eerste kennismaking van velen met embedded Linux dan ook de Raspberry Pi. Je installeert dan Raspbian Lite, een minimale Linux-distributie gebaseerd op Debian. Daarop installeer je vervolgens een van de vele beschikbare programma’s of je programmeert je eigen software, bijvoorbeeld in Python.

Draai je Raspbian op je Raspberry Pi en sluit je een toetsenbord, muis en beeldscherm aan, dan is het mogelijk om er een desktopsysteem van te maken, zeker met de Raspberry Pi 4. Maar de flexibiliteit van het computerbordje komt pas tot zijn recht als je het als embedded system inzet. En er bestaan ook gespecialiseerde besturingssystemen zoals LibreELEC, waarmee je van je Raspberry Pi een mediaspeler maakt.

Embedded Linux updaten

Een echt embedded system dient eigenlijk onzichtbaar te zijn. De eindgebruiker hoort er geen omkijken naar te hebben. Belangrijk daarvoor zijn ota-updates (‘over-the-air’): het systeem krijgt dan automatisch updates die beveiligingslekken en andere fouten dichten.

Bij een klassieke Linux-distributie zoals Raspbian werkt dat anders. Daar dien je zelf expliciet op updates te controleren en de beschikbare updates te installeren, met de commando’s sudo apt update en sudo apt upgrade. Er bestaan wel oplossingen om dat te automatiseren (onder Raspbian installeer je er een met sudo apt install unattended-upgrades), maar Debians pakketbeheerder apt mist een belangrijke eigenschap: atomiciteit.

Een update zou ofwel uitgevoerd moeten worden ofwel niet, maar niet half. Als je apt in Raspbian uitvoert (al dan niet automatisch), loop je altijd het risico dat een update om welke reden dan ook (bijvoorbeeld een tijdelijke netwerkstoring) maar half uitgevoerd is. Het besturingssysteem bevindt zich dan in een ongedefinieerde toestand en je embedded system werkt mogelijk niet meer.

Eén oplossing voor ota-updates van embedded Linux-systemen is Mender. Hiermee draai je een managementserver (of maak je gebruik van de managementserver van het bedrijf Mender), die via het netwerk updates naar je embedded systems verstuurt.

©PXimport

Een update wordt niet onmiddellijk in het draaiende systeem geïnstalleerd. Je embedded system heeft bij deze aanpak namelijk twee systeempartities: een actieve en een passieve.

De actieve systeempartitie bevat het besturingssysteem dat momenteel draait. Updates worden in de passieve systeempartitie geïnstalleerd, en daarna herstart je systeem. Als de update mislukt blijkt te zijn, draait het systeem die volledig terug en blijf je de huidige actieve systeempartitie gebruiken. Als de update lukt, wordt de passieve systeempartitie actief gemaakt en gebruik je dus de partitie met updates. Mender is een opensource-oplossing en ondersteunt meer dan 30 processorbordjes, onder andere de Raspberry Pi met Raspbian.

Ubuntu Core en Yocto Project

Canonical biedt met Ubuntu Core een andere oplossing: een minimale Linux-distributie met atomaire updates. Ubuntu Core draait op de Raspberry Pi 2 of 3, Intel Joule, Qualcomm Dragonboard, Nvidia Jetson en nog enkele andere processorbordjes. Alle software wordt in de vorm van ‘snaps’ verdeeld. Een snap is een programma met alle bijbehorende softwarebibliotheken, afgescheiden van andere snaps om compatibiliteitsproblemen te vermijden. Als je een snap updatet, gebeurt dat atomair: bij een mislukte update wordt er niets geïnstalleerd en blijf je gewoon de vorige versie gebruiken. Elke snap draait bovendien in een eigen ‘sandbox’, wat de beveiliging ten goede komt.

Die atomaire updates gelden niet alleen voor de software, maar ook voor de kernel en het besturingssysteem. Als er bij een update iets misloopt, draait het systeem die automatisch terug naar de laatste werkende toestand. Op de achtergrond werkt dat net zoals bij Menders oplossing ook met een actieve en passieve systeempartitie. Ubuntu Core installeert updates overigens automatisch. Dankzij de atomaire updates is dat niet zo’n groot risico als bij een klassieke pakketbeheerder.

©PXimport

Maar het belangrijkste project in de wereld van embedded Linux is geen embedded Linux-distributie, maar software waarmee je zo’n distributie kunt maken: Yocto Project. Dit project van de Linux Foundation biedt een framework aan om zelf je eigen embedded Linux-distributie te bouwen.

Yocto Project wordt relatief veel gebruikt in de embedded wereld en de IoT-industrie. Het ondersteunt Intel/AMD, ARM, MIPS en PowerPC en biedt een referentiedistributie, Poky, die als voorbeeld dient voor een minimaal embedded Linux-systeem dat je naar wens kunt aanpassen. De ontwikkeling doe je rechtstreeks op een Linux-desktop, of op Windows en macOS via de ontwikkelomgeving CROPS die gebruikmaakt van Docker. Er is ook een webgebaseerde interface, Toaster, voor basisfunctionaliteit. Maar als je echt aan de slag wilt met Yocto, zul je moeten gaan programmeren.

Linux op je router

De beste manier om kennis te maken met een embedded system dat niet zo krachtig is als een Raspberry Pi, is waarschijnlijk het installeren van Linux op een router. OpenWrt en DD-WRT zijn de populairste Linux-gebaseerde besturingssystemen voor draadloze routers en toegangspunten. Je moet dan wel een ondersteund model hebben: zowel OpenWrt als DD-WRT bieden een lijst van apparaten aan. Hou er ook rekening mee dat OpenWrt 19.07 de laatste versie is die nog apparaten met slechts 4 MB flash en 32 MB RAM ondersteunt.

Krijgt je draadloze toegangspunt geen updates meer van de leverancier, dan kun je de levensduur in veel gevallen nog verlengen door een van deze opensourcebesturingssystemen te installeren. Met wat geluk kun je gewoon een firmware-image downloaden en via de webinterface van het standaard besturingssysteem van je toegangspunt installeren, maar in andere gevallen verloopt de installatie omslachtiger. Bij sommige modellen dien je zelfs de behuizing open te doen en pinnetjes op het moederbord te solderen om een seriële kabel aan te sluiten. De wiki’s van OpenWrt en DD-WRT bieden gelukkig voor elk ondersteund model installatie-instructies.

Apparaatspecifieke aanpassingen

Dat je voor elk model specifieke installatie-instructies dient te volgen, komt doordat er voor embedded systems – in tegenstelling tot bijvoorbeeld pc’s – geen algemeen aanvaarde standaarden bestaan. Embedded systems zijn veel heterogener, met allerlei verschillende processorarchitecturen, chipsets, randapparatuur enzovoort. Bovendien passen veel ontwikkelaars van draadloze toegangspunten de Linux-kernel en andere opensourcesoftware aan om hun hardware te ondersteunen, zonder die aanpassingen aan deze projecten bij te dragen.

Een project zoals OpenWrt is dan ook verplicht om al die aanpassingen (‘patches’) te verzamelen (de leverancier van het apparaat is verplicht om die te publiceren als het om software gaat die de GPL als licentie gebruikt, zoals de Linux-kernel) en toe te passen om een firmware-image voor dat specifieke model te bouwen. Gelukkig zijn er ook routers die standaard al met een op OpenWrt gebaseerd besturingssysteem verkocht worden, zoals de Omnia en de MOX van het Tsjechische bedrijf Turris.

©PXimport

En nu zelf!

Embedded Linux-systemen zijn heel interessante systemen om mee te experimenteren. Je kennis van Linux op de desktop komt daarbij van pas, maar je dient ook heel wat andere kennis op te doen omdat alles toch net iets anders werkt. Je krijgt met een andere processorarchitectuur te maken (doorgaans ARM in plaats van Intel), een andere bootloader (U-Boot in plaats van GRUB), andere opslagmedia (flashgeheugen of een sd-kaart in plaats van een ssd of harde schijf) enzovoort.

Op de Embedded Linux Wiki vind je een schat aan informatie. Handig voor als je hier dieper op in wilt gaan, maar hou er rekening mee dat veel pagina’s op deze wiki verouderd zijn. Wat kennis van shellscripting en van programmeren, bijvoorbeeld in Python, komt ook van pas. Maar wie echt aan de ontwikkeling van embedded software wil beginnen, ontkomt er niet aan om de programmeertaal C te leren. Die laat je toe om nog ‘dichter tegen de hardware’ te programmeren.

▼ Volgende artikel
Vermijd pottenkijkers: zo beveilig je je camera of deurbel optimaal
Huis

Vermijd pottenkijkers: zo beveilig je je camera of deurbel optimaal

Misschien heb je er wel een: een beveiligingscamera of videodeurbel waarmee je je woning via een online-verbinding in de gaten kunt houden. Dat kan handig zijn, maar er zijn ook privacyrisico's. Als je niet voorzichtig bent, kunnen onbevoegden namelijk toegang krijgen tot jouw camerabeelden. In dit artikel geven we wat tips om dat te voorkomen.

In dit artikel bespreken we manieren waarop je kunt voorkomen dat mensen je zomaar in je tuin of huiskamer kunnen begluren via je videodeurbel of IP-camera. We gaan daarbij in op de volgende aspecten:

  • De keuze van de camera 
  • Het instellen van een (uniek) wachtwoord
  • Het (zo veel mogelijk) voorkomen van hacks

Ook lezen: 5 fouten met je beveiligingscamera die je hierna nooit meer maakt

Kies een betrouwbaar merk

Er zijn natuurlijk heel veel soorten beveiligingscamera's voor consumenten, maar de privacyrisico's die wij bespreken spelen zich vooral af bij videodeurbellen en zogenoemde IP-camera's. Deze hebben als overeenkomst dat ze de opgenomen beelden online opslaan, zodat je via een website of app altijd toegang hebt tot de camerafeeds.

Mocht je op zoek zijn naar zo'n apparaat, zorg er dan voor dat het merk betrouwbaar en privacyvriendelijk is. Zo adviseren experts om op te passen met Chinese merken als Dahua en Hikvision, en Chinese smarthomeplatformen als Tuya (waar onder meer de camera's van Action, Woox en Marmitex gebruik van maken). Hoewel het niet is bewezen, is het goed mogelijk dat de software een achterdeurtje bevat waardoor de fabrikant met de beelden kan meekijken. De lokale wetgeving dwingt fabrikanten namelijk om data te verzamelen en af te staan aan de overheid.

Ook andere bekende merken hebben in het verleden te maken gehad met beveiligingsproblemen. Zo belandden in 2019 duizenden inloggegevens van Ring-klanten op het darkweb en hadden Amazon-medewerkers jarenlang toegang tot de camerafeeds. Verder kwam Wyze vorig jaar in opspraak doordat sommige klanten ineens de camerabeelden van anderen in hun app te zien kregen.

De LSC Smart Connect-beveiligingscamera van de Action maakt gebruik van Chinese software.

Stel een eigen wachtwoord in

Het klinkt misschien als een open deur, maar het niet instellen van een eigen wachtwoord is de meest voorkomende oorzaak waardoor onbevoegden kunnen meekijken met camerabeelden. Veel fabrikanten leveren hun camera’s met een standaardgebruikersnaam en -wachtwoord, zoals 'admin' of '1234'. Er bestaan zelfs complete websites waarop lijsten circuleren met de standaardinloggegevens van tientallen cameramerken.

Hoewel het niet legaal is, kunnen pottenkijkers zo met wat trial-and-error relatief makkelijk toegang krijgen tot camerabeelden. Er zijn zelfs websites die deze onbeveiligde feeds verzamelen en openbaar op hun website plaatsen. Een bekend voorbeeld hiervan is Insecam, die hier in 2014 wereldwijd het nieuws mee haalde.

Na alle ophef heeft die website alle privacy-schendende streams van bijvoorbeeld deurbelcamera's of webcams in woningen verwijderd, maar er zijn nog andere plekken online waarop zulke beelden wél te zien zijn. Toegegeven, deze websites zijn niet makkelijk te vinden (het delen van deze beelden is immers illegaal), maar als je een beetje weet waar je moet zoeken, kom je ze zeker tegen.

Er zijn gelukkig steeds meer camerafabrikanten die klanten verplichten een uniek wachtwoord te gebruiken, waaronder Panasonic, maar als dat niet het geval is, is het dus ten zeerste aan te raden om meteen een nieuw wachtwoord te verzinnen en (mits die mogelijkheid er is) tweestapsverificatie te activeren.

Insecam stond tien jaar geleden vol met links naar onbeveiligde webcams.

Voorkom hacks

Hoewel het veel minder vaak voorkomt, is het mogelijk om beveiligingscamera's te 'hacken' en op die manier bij de beelden te komen. Voor sommige IP-camera's moet je namelijk bepaalde TCP-poorten op je router/modem openzetten, zoals 80 of 443, om van buitenaf met deze camera's te kunnen verbinden.

Als je dat handmatig (en zorgvuldig) doet, hoeft dat geen probleem te zijn. Het wordt pas echt gevaarlijk als je de camera deze poorten zelfstandig laat openzetten via uPnP (Universal Plug and Play). Deze functie vereist geen enkele vorm van authenticatie. Onbevoegden kunnen met malware daardoor eenvoudig allerlei poorten openen. Je kunt dus beter ver uit de buurt van uPNP blijven.

Zorg er tot slot ook voor dat je de firmware van de camera regelmatig bijwerkt, voor het geval er een kritieke kwetsbaarheid is gedicht. Malware als Mirai heeft in het verleden veel schade aangericht door kwetsbaarheden van slecht beveiligde camera's te misbruiken. Het is daarom ook een risico om je camera's en deurbellen met het internet te (laten) verbinden als de fabrikant geen updates meer uitbrengt.

Beelden lokaal opslaan

Als je het risico op pottenkijkers helemaal wilt voorkomen, kun je er in sommige gevallen (zoals bij de camera's van UniFi) ook voor kiezen om de camerabeelden uitsluitend lokaal op te slaan. In plaats van in de cloud, worden de beelden dan bijvoorbeeld op een SD-kaartje of basisstation opgeslagen. Dat gaat ten koste van het gemak, omdat je dan zelf ook niet meer eenvoudig op een website of app kunt inloggen om je beelden te bekijken, maar het is natuurlijk wel privacyvriendelijker.

▼ Volgende artikel
Verminder je telefoongebruik: zo automatiseer je taken op je smartphone
© iDoPixBox - stock.adobe.com
Huis

Verminder je telefoongebruik: zo automatiseer je taken op je smartphone

Nederlanders besteden elke dag gemiddeld bijna 3,5 uur aan hun telefoon. Daarmee kun je gerust stellen dat smartphones een heel belangrijk onderdeel zijn van het dagelijks leven. Door meer taken te automatiseren kun je jezelf mogelijk wat tijd besparen.

In dit artikel laten we zien hoe je veelgebruikte handelingen op je smartphone automatiseert, zodat je tijd en moeite bespaart:

  • Gebruik Google Assistent-routines om meerdere acties met één commando uit te voeren
  • Automatiseer taken op specifieke locaties of tijden met Google Pixel-regels of Bixby-routines
  • Stel Snelle instellingen en focusmodi in voor directe toegang en minder afleiding
  • Automatiseer handelingen op iPhone met de Opdrachten-app en eigen workflows
  • Stel meldingen, herinneringen of acties in met triggers zoals spraak, locatie of netwerken

Lees ook: Snak je naar een smartphonevrij leven? Deze tips helpen!

Als je merkt dat je veel tijd op je telefoon doorbrengt en minder afhankelijk wilt zijn, kun je schermtijd beperken, pushmeldingen verminderen en bewust telefoonvrije momenten in je routine inplannen. Gratis apps als StayFree kunnen je hierbij ondersteunen. In dit artikel focussen we op een andere aanpak: het automatiseren van taken met ingebouwde functies en tools, zodat je daar minder tijd aan kwijt bent. We bekijken de belangrijkste mogelijkheden binnen Android en iOS (iPhone).

Google Assistent instellen

In afwachting van het moment waarop Google Gemini alle functies van Google Assistent overneemt, laten we zien hoe je met Google Assistent meerdere acties kunt koppelen en deze met een stemcommando of op een bepaald tijdstip activeert. Google Assistent is beschikbaar voor Android en iOS en apparaten als Google Nest (Hub).

Open de app (de eerste keer) en spreek Assistent instellingen in, of ga naar Instellingen / Apps / Assistent. Bij Voice Match kun je de app trainen op je stem en de functie Hey Google inschakelen, zodat de app reageert zodra je Hey Google zegt. Bij Languages kun je meerdere talen selecteren die assistent moet ondersteunen. Met Lock Screen zorg je dat de app ook bij een vergrendeld scherm reageert op je stem. Je kunt bij deze instellingen trouwens ook altijd schakelen tussen Gemini en Google Assistent. Test de werking met instructies als Welk weer wordt het morgen, Speel mijn afspeellijst op Spotify of Wat staat er op mijn agenda.

Ga na of alle opties van Google Assistent optimaal zijn ingesteld.

Specifieke apparaten

Afhankelijk van het merk en model van je Android-telefoon zijn er vaak extra automatiseringsopties beschikbaar. Op de meeste Samsung Galaxy-modellen vind je Bixby-routines (via Instellingen / Geavanceerde functies). Hiermee kun je triggers koppelen aan locatie, tijd of apparaatstatus, zodat bijvoorbeeld Spotify automatisch start zodra je telefoon via bluetooth aan de autoradio is gekoppeld. Op Google Pixel-toestellen kun je instellingen aanpassen op basis van locatie of een wifi-netwerk (via Instellingen / Systeem / Regels). Zo kun je bijvoorbeeld instellen dat je telefoon stil wordt zodra je verbinding maakt met het wifi-netwerk van kantoor.

Google Pixel bevat een eigen functie voor het instellen van regels.

Krachtige routines

Een krachtige functie van Google Assistent zijn routines, waarmee je met één gesproken instructie meerdere acties achter elkaar kunt activeren. Open de app, ga naar Instellingen en kies Routines. Hier vind je suggesties om direct uit te proberen. Wil je een eigen routine maken, tik dan op +Nieuw en selecteer Persoonlijk (alleen jij kunt details beheren) of Huishouden (gezinsleden kunnen details bekijken en aanpassen). Kies Huishouden bijvoorbeeld voor acties waar ook huisgenoten mee te maken hebben, zoals het inschakelen van de lamp bij de voordeur bij beweging of het aanpassen van de helderheid en kleur van smartlampen wanneer de televisie aangaat. Geef daarna je routine een naam, bijvoorbeeld Thuiskomen.

Geef je nieuwe routine een zinvolle naam.

Start … en actie

Tik op +Starter toevoegen en kies uit vier opties: Als ik het de Google Assistent vraag, Op een specifieke tijd, Bij zonsopkomst of zonsondergang, of Als ik aankom op een locatie of deze verlaat. Voor dit voorbeeld selecteren we de laatste optie. Je moet hierbij de voorgestelde machtigingen aan de Google-app geven, zoals Locatie: Altijd toestaan en Exacte locatie gebruiken. We beantwoorden de vraag Wil je een Hele dag-routine plannen met Ja. Tik vervolgens op Selecteer een locatie en kies een bestaande locatie uit Mijn plaatsen of voeg er een toe via +Nieuwe plaats toevoegen. Stel de Straal in (in meters) en bevestig met Starter toevoegen.

Ga daarna naar het tweede deel: +Actie toevoegen. Kies uit opties zoals Informatie en herinneringen, Media afspelen en bedienen, Telefooninstellingen aanpassen, Smarthome-apparaten beheren (zoals lampen, stekkers, thermostaten of Google Chromecast) en Je eigen opdrachten uitvoeren. Voeg één of meerdere acties toe, bevestig met Klaar en vervolgens Opslaan. De routine verschijnt nu bij Je routines, waar je deze kunt (de)activeren en bewerken. Let op dat routines beperkt kunnen worden door Digitaal welzijn, bijvoorbeeld via filters of via de functie Time-out of Niet storen.

Je kunt ook slimme apparaten aansturen met een Google Assistent-routine.

Andere automatiseringen

Android biedt nog wel enkele standaardfuncties om taken te automatiseren of minstens te versnellen. Zo kun je via Instellingen / Digitaal welzijn en ouderlijk toezicht (Android 15) specifieke apps blokkeren binnen bepaalde tijdstippen. Selecteer Focusmodus, kies de storende apps die je wilt verbergen en tik op +Een schema instellen om de modus automatisch te starten en te stoppen.

Via Snelle instellingen (veeg naar beneden en tik op het potloodicoon) kun je tegels voor specifieke acties toevoegen en positioneren voor directe toegang. Voorbeelden zijn Zaklamp, Niet storen, QR-code scannen, Batterijbesparing en andere circa vijftig opties.

Een kleine greep uit het beschikbare arsenaal aan snelle tegels in Android.

Externe apps

Zoek je krachtiger automatiseringsopties, dan is een dienst als IFTTT geschikt (te vinden in de officiële appstores voor Android en iOS). We geven een eenvoudig voorbeeld in Android: je wilt een melding ontvangen zodra je apparaat verbinding maakt met een specifiek wifi-netwerk.

Meld je aan via de app. Tik op de plusknop Create en kies Add bij If this. Selecteer Android Device en Connects to a specific WiFi network. Vul de exacte Network name in en tik op Continue. Tik daarna op Add bij Then That, kies Notifications en selecteer Send a notification from the IFTTT app. Vul bij Message bijvoorbeeld Verbonden met {{SSID}} in. Bevestig met Continue (2x) en Finish. Verleen de nodige toestemmingen en zorg dat Verbonden is ingeschakeld.

Voor Android kun je ook de app Tasker gebruiken. Hiermee kun je uiteenlopende, complexere taken automatiseren, al vereisen sommige acties wel extra machtigingen.

Ook met IFTTT kun je (met behulp van je smartphone) heel wat taken automatiseren.

Voorbeelden van opdrachten

Vanaf iOS 12, iPadOS 13, macOS Monterey en watchOS 7 is de app Opdrachten (Shortcuts) beschikbaar. Hiermee kun je meerdere stappen in één taak automatiseren, vergelijkbaar met Google Assistent Routines. De app is standaard geïnstalleerd, maar indien nodig te downloaden via de App Store.

Bij het opstarten vind je al enkele voorbeeldopdrachten. Tik op de drie puntjes bij een voorbeeld om de onderliggende taakopbouw te bekijken. Elke opdracht bestaat namelijk uit een of meer taken. Zo bestaat de opdracht Stuur laatste afbeelding als tekstbericht uit: Haal nieuwste [1 foto] op, Inclusief schermafbeeldingen, Stuur [Laatste foto] naar [Ontvangers] en Toon bij Uitvoeren (om de ontvangers direct in te voeren).

De opdracht Neem een pauze is complexer. Deze vraagt invoer van een getal voor de minuten dat de niet-storen-functie actief moet blijven. Een als-dan-regel controleert of het getal kleiner is dan één. In dat geval vraagt de app opnieuw om invoer. Deze kennis komt wellicht goed van pas bij het maken van je eigen opdrachten.

De logica achter de standaardopdracht ‘Neem een pauze’, inclusief een voorwaardelijke actie.

Nieuwe opdrachten

Stel, je wilt een ingegeven tekst opslaan als herinnering en tevens naar jezelf sturen als bericht, bijvoorbeeld om een taak of idee niet te vergeten. Open de app Opdrachten en tik op het plusteken bij Starteropdrachten. Typ Vraag om invoer in de zoekbalk Zoek taken en selecteer deze actie. Tik op instructie en typ een tekst als Wat wil je opslaan en versturen? Het onderdeel Tekst kun je laten staan, omdat je geen specifiek type invoer nodig hebt, zoals getal, url, datum of tijd.

Zoek vervolgens Herinneringen in Zoek taken en kies Voeg nieuwe herinnering toe. Tik op Herinnering en veeg de optiebalk boven het toetsenbord naar links tot je Vraag om invoer ziet. Selecteer deze en tik op Gereed. Via het pijlknopje bij de taak kun je nog extra opties instellen, zoals de Prioriteit of een Vlag.

Typ daarna Berichten in de zoekbalk Zoek taken en kies Verstuur bericht. Pas indien nodig de inhoud aan door Vraag om invoer te selecteren. Tik op Ontvangers en zoek naar je eigen telefoonnummer of een andere gewenste ontvanger. Tik op Gereed en vervolgens op het pijlknopje bij deze taak. Schakel desgewenst Toon bij uitvoeren uit.

Tik op Gereed om de opdracht af te ronden. Wil je de taak hernoemen, tik dan op de drie puntjes, gevolgd door het pijlknopje naast de opdrachtnaam. Kies in het menu Wijzig naam of selecteer (ook) andere opties, zoals Kies symbool of Zet op beginscherm. Je kunt de opdracht ook starten via Siri door de naam uit te spreken, bijvoorbeeld: Hé Siri, onthoud dit!

Controleer de logica achter je opdrachten.

Focus-modi

Net als Android biedt Apple een flexibele focusfunctie. Ga naar Instellingen en open Focus. Kies een bestaande focus, zoals Werk, of tik op de plusknop om een eigen modus te maken. Bij een aangepaste focus kun je aangeven waarop je wilt focussen, zoals Lezen of Gamen, en deze een naam en kleur geven.

Stel vervolgens de focus naar wens in. Bepaal bijvoorbeeld van welke personen of apps je geen meldingen wilt ontvangen, hoe je toegangsscherm of beginscherm eruit moet zien en hoe specifieke apps of je systeem zich moeten gedragen. Zo kun je instellen welke inkomende mails je wilt zien in Mail, of je de energiebesparingsmodus wilt activeren enzovoort. Tot slot kun je een tijdsschema instellen voor automatische activering van de focusmodus.

Je kunt diverse focusfilters inschakelen.

Watch on YouTube