ID.nl logo
Eén apparaat om heel je slimme huis mee aan te sturen? Het kan!
© Mohammad - stock.adobe.com
Huis

Eén apparaat om heel je slimme huis mee aan te sturen? Het kan!

Home Assistant is populaire opensource-software om je slimme huis aan te sturen. Je installeert het op een Raspberry Pi of NAS, en beheert het via een handige webinterface of mobiele app. Het ondersteunt duizenden apparaten en integraties met andere smarthomesystemen.

In dit artikel tonen we je hoe je met Home Assistant aan de slag gaat en zo al je slimme apparaten vanuit één systeem aanspreekt. We voeren de volgende stappen uit:

  • Home Assistant installeren en instellen
  • Nieuwe apparaten configureren
  • Automatiseringen aanmaken
  • Home Assistant uitbreiden met add-ons

Lees zeker ook: Automatisch energie besparen met Home Assistant

Veel fabrikanten van smarthome-apparaten proberen je op te sluiten in hun eigen ecosysteem. Op die manier proberen ze je nog meer apparaten of diensten te verkopen. Wil je apparaten van verschillende fabrikanten combineren, dan wordt het je doorgaans knap lastig gemaakt. Er bestaan wel standaardprotocollen zoals Zigbee, Z-Wave en het recentere Matter. Maar als je in één huis producten wilt combineren die elk een ander protocol ondersteunen, moet je nog altijd meerdere basisstations draaien. Home Assistant biedt één oplossing aan die duizenden apparaten en diensten ondersteunt.

Een andere trend in smarthomes is dat veel producten alleen werken via servers van de fabrikant. Die cloudverbinding is onhandig: als je internetverbinding bijvoorbeeld uitvalt, kun je je lampen niet meer in- en uitschakelen. Bovendien komt de fabrikant allerlei privacygevoelige informatie over je te weten, zoals wanneer je thuis bent. Home Assistant bewaart jouw data daarentegen lokaal, doordat je het op een Raspberry Pi of andere computer in je eigen huis installeert.

Lees ook: HELP! Mijn slimme huis is down, wat nu?

 Home Assistant installeren

In dit artikel installeren we Home Assistant op een Raspberry Pi 4. In het kader ‘Andere hardware’ vind je enkele alternatieven. Sluit je Raspberry Pi altijd aan op de officiële voedingsadapter van de Raspberry Pi Foundation of een voeding met dezelfde specificaties. Verder heb je nog een microSD-kaartje nodig, bij voorkeur van Application Class 2 en met een capaciteit van 32 GB of hoger. Bovendien moet je tijdens de installatie je Raspberry Pi via ethernet op je netwerk aansluiten. Daarna kun je overschakelen naar wifi, maar ethernet blijft aanbevolen omdat het betrouwbaarder is.

Download en start het programma balenaEtcher en klik op de optie Flash from URL. Zoek dan op de installatiepagina van Home Assistant naar de url voor je model van de Raspberry Pi (3 of 4), kopieer die en plak hem in het tekstveld dat balenaEtcher toont. Klik op OK en dan op Select target. Steek je microSD-kaart in je kaartlezer en selecteer hem in de lijst met verwijderbare opslagapparaten. Bevestig je keuze en klik dan rechts op Flash. Nadat de microSD-kaart is beschreven, haal je hem uit de kaartlezer en steek je hem in het kaartslot van je Raspberry Pi.

Schrijf het installatie-image van Home Assistant naar een microSD-kaart met balenaEtcher.

Initiële configuratie

Sluit nu je Raspberry Pi via ethernet op je lokale netwerk aan en steek dan de voedingsadapter in het stopcontact. Wacht enkele minuten tot Home Assistant is opgestart. Ga daarna in je browser naar http://homeassistant.local:8123. Als dat niet werkt, zoek dan het ip-adres van je Raspberry Pi op in de webinterface van je router: je vindt het daar bij de DHCP-leases. Surf dan naar http://IP:8123 met in plaats van IP het ip-adres van je Pi.

Home Assistant leidt je nu in enkele pagina’s door de initiële configuratie. Op de eerste pagina vul je je naam, gebruikersnaam en wachtwoord in waarmee je later zult aanmelden. Op de volgende pagina geef je je installatie een naam (bijvoorbeeld Thuis) en kies je je locatie. Die locatiegegevens zijn nodig om te bepalen wanneer de zon opkomt en ondergaat, waarmee bijvoorbeeld verlichting op basis van de schemering werkt. Klik op Detecteren om je locatie automatisch te bepalen. De hoogte van je locatie vind je op deze website.

Sesam open u!

Gordijnen die automatisch openen en sluiten, zo gepiept!

Op de volgende pagina kies je welke informatie je eventueel wilt doorsturen naar de makers van Home Assistant om hen te helpen bij de ontwikkeling. Standaard staat er niets ingeschakeld. Op de laatste pagina toont Home Assistant welke apparaten het al heeft ontdekt, waarna je op Voltooien klikt.

Stel bij de initiële configuratie van Home Assistant je locatie in.

Andere hardware Home Assistant draait niet alleen op een Raspberry Pi, maar ook op heel wat andere hardware. In principe kun je de software gewoon op elke computer met Windows, macOS of Linux installeren, maar dat is doorgaans niet aan te raden als die niet continu ingeschakeld is.

Een andere oplossing is om het op een NAS te draaien, bijvoorbeeld in een virtuele machine of Docker-container. Als je toch al permanent een NAS hebt draaien en geen extra apparaat wilt beheren, is dat een goede oplossing.

Wil je Home Assistant op een energiezuinig computerbordje draaien, maar heb je geen Raspberry Pi, dan zijn er ook alternatieven, zoals een Odroid of ASUS Tinker Board. Tot slot bieden de makers van Home Assistant ook hun eigen computerbordje aan: de Home Assistant Yellow. Alle mogelijkheden vind je op de installatiepagina.

In dit artikel: Dit zijn de beste alternatieven voor de Raspberry Pi vind je uitgebreidere informatie over de verschillende alternatieven voor een Raspberry Pi.

Nieuwe apparaten

Het dashboard dat je nu te zien krijgt, toont twee widgets: één met de locatie van jou als persoon (Onbekend) en een tweede met het weerbericht van de locatie die je voor je huis hebt ingesteld. Links onderaan zie je ook het onderdeel Notificaties, waar normaal al een oranje bolletje te zien is met een melding. Klik je hierop, dan krijg je te zien dat Home Assistant nieuwe apparaten heeft ontdekt. Klik op Check it out om ze te bekijken.

De pagina die je nu te zien krijgt, kun je op elk moment bekijken met een klik op Instellingen linksonder en dan Apparaten & Diensten. Je ziet dat hier enkele integraties standaard zijn ingeschakeld. Een integratie is alles wat Home Assistant toelaat om met hardware of een ander platform te spreken. Zo zijn er al integraties ingeschakeld om de voedingsspanning van je Raspberry Pi te monitoren, om de stand van de zon te bepalen, om het weerbericht op te vragen en voor de bluetooth-chip van je Raspberry Pi.

Standaard schakelt Home Assistant al enkele integraties in en ontdekt het ook allerlei apparaten.

Apparaten configureren

Op de integratiepagina toont Home Assistant ook de apparaten die het heeft ontdekt, maar die nog extra configuratie nodig hebben voordat je ze kunt gebruiken. Dat zijn bijvoorbeeld bluetooth-sensoren, ESPHome-apparaten of je printer. Elk van deze apparaten krijgt een kadertje met de tekst Ontdekt in een blauwe titelbalk en een knop Configureer. Klik je op deze knop, dan krijg je een configuratievenster te zien waarvan de inhoud afhangt van het type apparaat.

In veel gevallen beperkt de configuratie zich tot het bevestigen dat je het apparaat in Home Assistant wilt kunnen benaderen. Klik dan op Opslaan, ken het apparaat eventueel aan een ruimte toe (bij deze keuze kun je ook een nieuwe ruimte aanmaken) en klik op Voltooien. Daarna verdwijnt het blauwe kader en de blauwe knop en is het apparaat bij je ingeschakelde integraties te zien. Bij sommige integraties moet je nog enkele extra stappen doorlopen, zoals het invoeren van een url of encryptiesleutel.

Configureer de apparaten die Home Assistant heeft gedetecteerd.

Apparaten bekijken

Nu je alle door Home Assistant ontdekte apparaten hebt geconfigureerd, kun je ze bekijken in het tabblad Apparaten. Klik je daar op een van de apparaten, dan krijg je alle informatie te zien die Home Assistant over het apparaat kent, zoals de gemeten sensorwaardes of het batterijpercentage. Elk van deze stukjes informatie is in Home Assistant bekend als een entiteit. En bij een lamp of schakelaar zie je een schuifschakelaar om het apparaat in en uit te schakelen.

Rechts toont Home Assistant een logboek van alle relevante gebeurtenissen, zoals wanneer je een lamp hebt in- of uitgeschakeld. En in het blokje Apparaat info krijg je informatie zoals de firmware- of hardwareversie te zien. Als het apparaat een webinterface aanbiedt voor het beheer, staat de link ernaar ook hier, waarmee je rechtstreeks de webserver van het apparaat bezoekt. Daar kun je dan bijvoorbeeld een imagebestand uploaden om de firmware te updaten.

Home Assistant toont alle informatie die het van een apparaat kent bij elkaar.

Dashboard

Als je nu in de linkerzijbalk op Overzicht klikt, krijg je het dashboard van Home Assistant te zien. Vlak na de installatie was dat nog vrij leeg, maar nu zijn al je toegevoegde apparaten hier zichtbaar. Per ruimte zie je een kadertje waarin de entiteiten staan van de apparaten die je aan deze ruimte hebt toegekend. Entiteiten zonder ruimte komen in een kader per type, bijvoorbeeld Sensor.

Schakelaars, zoals van een lamp, kun je hier eenvoudig verschuiven om het apparaat in en uit te schakelen. Klik op de naam van de entiteit voor meer mogelijkheden, zoals het met een kleurenwiel instellen van de lichtkleur van een lamp of het kiezen van een bepaald effect uit een lijst. Bij sensoren zie je de huidige waarde in het kader en een grafiekje van de historische waarden als je op de naam klikt.

Meer over het dashboard, lees je in het artikel: Zo maak je een dashboard voor Home Assistant

In het dashboard van Home Assistant vraag je eenvoudig grafieken van sensormetingen op.

Handmatig apparaten toevoegen Home Assistant detecteert veel apparaten automatisch, zodat je maar hoeft te kijken welke nieuwe apparaten er verschijnen bij de notificaties, om deze dan te configureren. Maar dat werkt niet zo met alle apparaten of diensten. Soms moet je handmatig een integratie toevoegen. Ga daarvoor naar Instellingen / Apparaten & Diensten en klik rechts onderaan op de blauwe knop Integratie toevoegen. Hier vind je een lange lijst met integraties voor alle mogelijke apparaten en diensten. Heb je op een van de diensten geklikt, dan moet je doorgaans nog informatie invullen zoals een url, API-sleutel of andere authenticatiegegevens.

Home Assistant ondersteunt talloze integraties met apparaten of diensten.

Automatiseringen aanmaken

In een slim huis wil je natuurlijk niet alleen sensordata kunnen bekijken en knopjes bedienen. Als het daartoe beperkt zou blijven, zou Home Assistant alleen maar een moderne bedieningsinterface voor al je apparaten zijn. Je wilt dat er ook zo veel mogelijk automatisch gebeurt. Dat is in Home Assistant vrij eenvoudig te realiseren. Die functionaliteit heet Automatiseringen en die heb je vast al hebben gezien op de pagina van een apparaat.

Stel dat je een lamp wilt laten aangaan wanneer een PIR-sensor beweging in de gang detecteert. Open dan de apparaatpagina van je sensor en klik op de plusknop van het kader Automatiseringen. Je krijgt enkele suggesties van wat je kunt doen. Klik bijvoorbeeld op motion.

Home Assistant maakt het eenvoudig om automatisch te reageren op veranderingen van een sensor.

ALARM!

Met één sensor is dat zo geregeld

Triggers, voorwaarden en acties

Je krijgt nu de pagina voor een nieuwe automatisering te zien. Een automatisering bestaat uit drie onderdelen: een of meer triggers, een of meer optionele voorwaarden, en een of meer acties. De trigger heb je al ingevuld door de suggestie motion te kiezen, maar je kunt deze hier nog aanpassen. Je kunt ook een tijdsduur invullen, maar die hebben we hier niet nodig. Zoiets is bijvoorbeeld nuttig als je alleen wilt dat een automatisering start als een contactsensor van een deur of raam minstens tien seconden open is.

Onder de triggers zie je Voorwaarden staan. Triggers en voorwaarden lijken op elkaar, maar het verschil is belangrijk. Bij een trigger vul je in wat de automatisering in gang zet. Een voorwaarde legt extra beperkingen op waaraan moet zijn voldaan om de actie uit te voeren. Wil je bijvoorbeeld de lamp alleen inschakelen als er 's nachts beweging wordt gedetecteerd, dan is de trigger de detectie van beweging. De voorwaarde is dat het tussen zonsondergang en zonsopgang is. Na een klik op Voorwaarde toevoegen kies je een type voorwaarde, zoals Zon, en vul je je beperkingen in.

Uiteindelijk eindigt je automatisering met een actie: iets wat Home Assistant moet doen na de triggers wanneer aan de voorwaarden is voldaan. Klik op Voeg actie toe en kies Apparaat. Selecteer dan het apparaat waarmee je iets wilt doen uit de lijst, zoals je lamp. Selecteer daaronder de actie, zoals Zet Staanlamp Switch aan. Klik tot slot op Opslaan en geef je automatisering een naam en optionele beschrijving. Wanneer de PIR-sensor beweging detecteert tussen zonsondergang en zonsopgang, gaat je lamp aan.

Een automatisering in Home Assistant bestaat uit een of meer triggers, een of meer optionele voorwaarden en een of meer acties.

Add-ons

Home Assistant biedt van huis uit al veel functionaliteit, maar die kun je nog uitbreiden met add-ons. Ga daarvoor naar Instellingen / Add-ons en klik rechts onderaan op Add-on winkel. Je hebt nu de keuze uit een lijst met officiële add-ons en community-add-ons. Bij elk van die add-ons gaat het om externe software die op deze manier eenvoudig naast Home Assistant te installeren is en met het smarthomesysteem wordt geïntegreerd.

Zo is er een officiële add-on Samba share om de mappen van Home Assistant binnen je netwerk te delen om er eenvoudiger toegang tot te krijgen, en RPC Shutdown om vanuit Home Assistant je Windows-pc’s op afstand uit te schakelen. Bij de community-add-ons vind je AdGuard Home om advertenties op je netwerk te blokkeren, motionEye om bewegingsdetectie aan je ip-camera’s toe te voegen en Node-RED om op een grafische manier zaken te automatiseren. Wanneer je de geavanceerde modus in je profiel (na een klik op je naam helemaal linksonder) inschakelt, krijg je toegang tot nog meer add-ons.

De functionaliteit van Home Assistant is eenvoudig uit te breiden met allerlei add-ons.

En verder

Home Assistant is een opensource-project, maar de hoofdontwikkelaars worden betaald door het bedrijf Nabu Casa, dat zijn inkomsten haalt uit het aanbieden van Home Assistant Cloud. Dit is een abonnementsdienst waarvoor je 7,50 euro per maand betaalt. Je krijgt dan een veilige tunnel naar je Home Assistant-installatie die je van over de hele wereld kunt bereiken, zonder dat je zelf dynamische DNS, een TLS-certificaat en portforwarding in je modem hoeft te regelen.

Verder biedt de documentatie van Home Assistant een kijkje in de geavanceerde mogelijkheden. En loop je tegen problemen aan, dan kun je hulp vragen op het forum. De Home Assistant-community is enorm gegroeid de laatste jaren, waardoor je niet alleen staat in het automatiseren van je huis.

Home Assistant Cloud van Nabu Casa biedt je overal ter wereld veilige toegang tot je slimme huis.

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!