ID.nl logo
Dit zijn de beste alternatieven voor de Raspberry Pi
© Reshift Digital
Huis

Dit zijn de beste alternatieven voor de Raspberry Pi

De Raspberry Pi is voor heel veel hobbyprojecten de ideale singleboardcomputer. Snel, veelzijdig en bovenal heel goed gedocumenteerd en ondersteund. Maar helaas zijn alle modellen ook heel slecht verkrijgbaar! Daarom laat ID.nl je zien wat de beste alternatieven zijn voor de Raspberry Pi en geven we je tips hoe je je favoriete toepassingen op die systemen kunt installeren.

Wie zoekt naar singleboardcomputer voor een hobbyproject zal al snel bij de Raspberry Pi uitkomen. Niet gek, de Raspberry Pi is snel, veelzijdig en bovendien goed gedocumenteerd. Eén probleem: de Raspberry Pi is ook moeilijk verkrijgbaar. Gelukkig zijn er ook andere opties, in dit artikel maakt ID.nl jou bekend met de beste alternatieven. We behandelen het volgende:

Home Assistant OS is hier in een virtuele machine in Proxmox VE geïnstalleerd. We zijn fan van de Raspberry Pi en zullen niet aarzelen de singleboardcomputer te adviseren voor uiteenlopende zelfbouwprojecten. Maar er is wél een probleem: hij is het afgelopen jaar vaak lastig te verkrijgen of alleen tegen een forse meerprijs. Daarom ben je helaas, als jouw project het toelaat, meestal beter af met een van de alternatieven. Dat is niet altijd makkelijk. De Raspberry Pi is namelijk ontzettend goed gedocumenteerd en wordt ondersteund tot de vroegste versies aan toe. Bovendien heeft het Raspberry Pi-ecosysteem veel fans. Dit alles maakt het interessant om voor het platform te ontwikkelen. De uitstekende beschikbaarheid van opensource-drivers maakt dit ook veel makkelijker dan bij veel alternatieven. Sommige projecten zijn zelfs vernoemd naar de Pi, zoals Pi-hole en RetroPie. Gelukkig is het in de meeste gevallen geen probleem om je project op andere hardware te draaien. Daarom gaan we op zoek naar aantrekkelijke alternatieven voor de Pi. In het tweede deel van deze basiscursus laten we zien hoe je ze voor jouw favoriete projecten kunt inzetten. Je zult zien dat je indien nodig prima zonder de Pi kunt! 

©Jatuporn Tansirimas

De Raspberry Pi is populair in allerlei knutselprojecten, maar helaas al langere tijd heel slecht verkrijgbaar. 

Beschikbaarheid Raspberry Pi 

De Raspberry Pi is al meer dan een jaar heel slecht verkrijgbaar. De oorzaak ligt bij wereldwijde chiptekorten in combinatie met een sterk toegenomen vraag. Wat wel op de markt komt is snel weg, omdat er immers nog veel orders openstaan. Ook worden ze soms massaal opgekocht om elders tegen woekerprijzen weer op te duiken. Wat het niet beter maakt, is dat het gros van de productie nog altijd naar grote bedrijven en de industrie gaat, die er ook hard om zitten te springen. Het gaat om alle reguliere modellen zoals Pi 4 model B, de Compute Module 4 en de Pi Zero 2 W. De microcontrollers van de fabrikant, de Pico en Pico W, zijn wel eenvoudiger te verkrijgen. Wanneer de problemen zijn opgelost is niet bekend. 

©Guillaume - stock.adobe.com

Wie een hele stapel Raspberry Pi’s nodig heeft, zoals voor een clusterproject, heeft het met de huidige verkrijgbaarheid en woekerprijzen nog moeilijker. 

Platforms 

• Singleboardcomputer 

De Raspberry Pi is een singleboardcomputer en heeft in dat segment niet heel veel concurrentie. Het beste alternatief is momenteel de Odroid N2+ met Amlogic S922X (ARM) van het Zuid-Koreaanse Hardkernel, verkrijgbaar met 2 of 4 GB. De verkrijgbaarheid is prima (zie kader ‘Verkrijgbaarheid Odroid N2+’), maar de prijzen lopen wel flink uiteen. Het bordje heeft vier rappe Cortex A73-cores en twee energiezuinige Cortex A53-cores. De kloksnelheid ligt hoger dan bij de eerdere versie van de N2. Wel vraagt het stevige koellichaam om een ventilator als je hem langere tijd volledig gaat belasten. 

De N2+ loopt overigens met gemak een Pi 4 voorbij. In verschillende benchmarks, waaronder Dhrystone-2, is het apparaat meer dan twee keer zo snel. Ook grafisch levert het uitstekende prestaties. Je hoeft ook niet meer met een soms kwetsbare SD-kaart te werken, omdat er plek is voor een snellere en betrouwbaardere eMMC-module. Verder kunnen de onlangs geïntroduceerde Odroid H3 en H3+ met Jasper Lake-processor (x86) van Intel nog een interessante optie zijn. Al gaan die veel meer richting een mini-pc zoals de Intel NUC. Je zult ze eerder als zuinige server of eenvoudige desktop gebruiken. Verder heb je de Tinker Board-reeks van Asus, al zijn deze wat minder populair en vaak ook duurder. 

De Odroid N2+ is een stuk krachtiger dan de Raspberry Pi 4. 

• Verkrijgbaarheid Odroid N2+ 

De Odroid N2+ vind je bij een handjevol Nederlandse winkels. Als je over de grens gaat kijken, komen er nog heel wat meer opties bij. Bekende opties voor Nederlandse shoppers zijn Reichelt en Conrad, maar daar liggen de prijzen over het algemeen wel wat hoger. De prijzen lopen flink uiteen: voor de 4 GB zagen we prijzen tussen 109 en 195 euro. 

Let op dat je ook de nodige extra’s nodig hebt. Je hebt in ieder geval een voeding nodig (12 volt met 2 ampère). Ook handig zijn een CR2032-batterij voor de RTC (realtime clock), een passende behuizing, een 80mm-ventilator (optioneel) en eMMC-module (optioneel) voor opslag. 

• Microcontroller 

Microcontrollers zijn populair en vaak heb je er genoeg aan voor IoT-projecten of als je met elektronica gaat knutselen. Populaire opties zijn de ESP8266 en ESP32 of de Pico (W) van de Raspberry Pi Foundation. Verder heb je het brede aanbod van Arduino. Het is heel makkelijk om aan zulke microcontrollers te komen en de meeste kosten minder dan een tientje. Ze zijn minder krachtig dan de Pi, maar wel veel zuiniger en doorgaans rijkelijk voorzien van allerlei aansluitingen voor sensors, schakelaars, lampen, camera’s of kleine displays. Er zijn ook microcontrollers met gespecialiseerde hardware voor bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie. In vergelijking met de Pi hebben ze geen volwaardig besturingssysteem. Je kunt ze programmeren met bijvoorbeeld Arduino. Met wat voorbeelden en geholpen door bibliotheken kun je vrij snel iets maken. Je hoeft niet altijd te programmeren. In het artikel Maak je eigen luchtkwaliteitsmonitor kun je bijvoorbeeld lezen hoe je met ESPHome op een ESP8266- of ESP32-module met enkele sensors een luchtkwaliteitsmonitor kunt maken. De basis daarvan is een configuratiebestand. En met de WLED-software (zie het kader ‘WLED op een ESP32’), kun je eenvoudig je ledstrips aansturen. 

©wittayayut - stock.adobe.com

Een microcontroller is vaak al genoeg voor knutselprojecten rondom IoT. 

• NAS 

Op een NAS kun je rechtstreeks toepassingen installeren, maar dat is soms wel iets complexer. Handiger en veiliger is het gebruik van Docker. Dat kan bij veel modellen van Synology en QNAP. Ze bieden daarvoor ook een heel gebruiksvriendelijke interface. Het is, als je die mogelijkheid hebt, slim om het geheugen uit te breiden naar bijvoorbeeld 8 of 16 GB. Dat komt de prestaties ten goede als je wat meer gaat doen. Soms kun je in plaats van een Docker-container ook een virtuele machine maken. De prestaties liggen dan meestal wel lager. 

Op een NAS kun je meestal met Docker werken voor het draaien van allerlei applicaties in een zogenoemde container. 

• Pc of server 

Een pc of server is een ideale optie als je wat meer rekenkracht nodig hebt dan een singleboardcomputer zoals de Pi je biedt. We noemen ze ook wel x86-systemen, als tegenhanger voor de op ARM-gebaseerde Raspberry Pi en de meeste Odroids. Je kunt eenvoudig een pc of oude laptop inzetten die je niet meer gebruikt. 

De Intel NUC is ook een populaire optie als thuisserver. Dergelijke systemen zijn relatief zuinig en afhankelijk van de uitvoering vaak ook behoorlijk krachtig. Let wel op dat het energieverbruik natuurlijk wel hoger is in vergelijking met de Pi. Het kan nog wel iets zuiniger als je de componenten daar specifiek op uitzoekt. Zo heeft een ASRock DeskMini 310 met een 6-core i5-9400-processor een verbruik in rust van ongeveer 16 watt. Dat is met beperkte taken, maar in de praktijk doen servers de meeste tijd vrijwel niets tot weinig. Hoewel je veel software rechtstreeks kunt installeren in bijvoorbeeld Linux, ook wel ‘bare-metal’ genoemd, is het meestal handiger om virtualisatie toe te passen (zie kader ‘Virtualisatie met pc of server’). 

Een Intel NUC zou je als energiezuinige server kunnen inzetten. 

🟢 **Virtualisatie met pc of server **

Via virtualisatie kun je een server eenvoudig voor uiteenlopende toepassingen inzetten, die onafhankelijk van elkaar opereren. Een populaire optie is Docker, waarin je containers voor je favoriete toepassingen kunt starten. Op een wat krachtiger systeem is het opensource Proxmox VE een aanrader. Daarin kun je met lichtgewicht Linux-containers (LXC) werken met bijvoorbeeld Ubuntu. Ook kun je volledige virtuele machines maken (Kernel-based Virtual Machine ofwel KVM). Daarin kun je van alles installeren. Bijvoorbeeld de servereditie van Ubuntu, een volwaardige desktopomgeving met Linux of Windows (met toegang via remote desktop), of de op FreeBSD-gebaseerde router/firewallsoftware pfSense. Je kunt daarbij ook nog met Docker werken, dat je zowel in een virtuele machine als in een Linux-container kunt installeren. Dan kun je er écht alle kanten mee op. Je hebt naast Proxmox VE ook andere goede virtualisatieopties zoals TrueNAS en Unraid. 

Binnen Proxmox VE kun je onder andere virtuele machines aanmaken.

Installatietips 

• Thuisautomatisering 

Voor thuisautomatisering worden vooral Home Assistant, Domoticz en openHAB veel gebruikt. Zowel Domoticz als openHAB kun je op een Raspberry Pi installeren, maar ook onder Windows, Linux en macOS. Ook kun je ze in een Docker-container draaien of op een NAS van bijvoorbeeld Synology. Soms zijn er dan wel wat extra configuratiestappen. Home Assistant is óók flexibel op verschillende systemen te installeren. Deze software komt elders in dit nummer uitgebreider aan bod. 

Wil je het heel praktische Home Assistant OS als basis gebruiken, dan is de Odroid N2+ 4 GB tegenwoordig het aanbevolen systeem. Deze singleboardcomputer maakte ook deel uit van de hardware-kit Home Assistant Blue (zie kader ‘Home Assistant Blue’). Je kunt Home Assistant OS overigens ook uitstekend draaien in een virtuele machine binnen bijvoorbeeld Proxmox VE. Dan profiteren ook andere toepassingen van de (gedeelde) kracht van de server. Om het je gemakkelijk te maken, kun je een installatiescript gebruiken, je vindt dat via https://tteck.github.io/Proxmox/

Home Assistant OS is hier in een virtuele machine in Proxmox VE geïnstalleerd. 

🟢 Home Assistant hardware-kits 

Home Assistant brengt zo nu en dan zelf hardware-kits op de markt. Deze bieden veel gemak. Meestal hoef je de hardware alleen aan te sluiten op stroom en het netwerk. Zo lanceerde het ongeveer twee jaar geleden de Home Assistant Blue. De basis voor deze Blue is een Odroid N2+ met 4 GB geheugen en een 128 GB eMMC-geheugenkaart waarop de software al aanwezig is. Daarnaast bevat de kit een mooie aluminium behuizing met het bekende logo. De Blue werd in een beperkte oplage uitgegeven en is inmiddels niet meer te koop.    Binnenkort wordt wel de Home Assistant Yellow verwacht. Deze hardware-kit heeft een Raspberry Pi Compute Module 4 als basis en ondersteunt onder andere ZigBee en een NVMe-ssd via een M.2-poort.    Kun of wil je daar niet op wachten? Je kunt ze natuurlijk eenvoudig zelf nabouwen. De Blue is het makkelijkst, want de onderdelen voor dit model zijn goed leverbaar. Je moet wel zelf de software installeren. Je kunt een passende behuizing zoeken, maar ook de behuizing uit de kit namaken in plastic met een 3D-printer. Het 3D-model is vrij beschikbaar op Thingiverse. De Yellow zou je ook na kunnen bouwen, vooropgesteld dat je aan de Compute Module 4 kunt komen. Voor een beschrijving van de onderdelen raden we je aan de crowdfunding-pagina te bezoeken. 

Met een 3D-printer kun je een behuizing voor een nagebouwde Home Assistant-kit zelf maken. 

• Energieverbruik monitoren 

Om het energieverbruik in huis te monitoren via je slimme meter is P1 Monitor voor de Raspberry Pi 4 een heel mooie toepassing. Meer daarover lees je ook in het artikel Zo kun je je slimme meter uitlezen met een Raspberry Pi. Maar als er in je meterkast al een server staat te draaien (zoals in onze situatie), is dat wel een beetje zonde. Gelukkig kun je P1 Monitor tegenwoordig ook via Docker installeren. Hiervoor installeer je zowel Docker als Docker Compose. Maak dan een nieuwe map op dat systeem met een docker-compose.yml-bestand waarin je de configuratie zet. Zie ook https://github.com/intelwolf/p1monitor voor een voorbeeld en meer informatie. Een update installeren is vervolgens reuze eenvoudig, omdat alleen de toepassingscontainer hoeft te worden vervangen. Alle relevante data worden lokaal opgeslagen. Heb je P1 Monitor nu draaien op een Pi? Exporteer dan eerst alle gegevens via de instellingen (onder in- export) voordat je de Pi afkoppelt. Je kunt alle gegevens weer in je nieuwe installatie importeren (eveneens via de gebruikersinterface) voor een nagenoeg naadloze overgang. 

Voor het beheren van je energieverbruik kun je P1 Monitor binnen Docker installeren, in plaats van op een losse Raspberry Pi. 

• Elektronica 

Wil je knutselen met elektronica via bijvoorbeeld GPIO-pinnen? De modellen van Odroid bieden je daarvoor vergelijkbare opties als een Raspberry Pi. Soms is een ESP8266- of ESP32-module echter al toereikend. Je kunt deze microcontrollers programmeren met de Arduino IDE in C++, maar ook met het populaire Python. Hiervoor kun je de MicroPython- of CircuitPython-firmware installeren. Je schrijft met bijvoorbeeld Thonny IDE je Python-programma gewoon onder Windows en zet hem dan over naar de microcontroller. Voor deze kleine Python-releases zijn ook uiteenlopende bibliotheken beschikbaar, zodat je snel veel gedaan kunt krijgen. Zo stuur je met de NeoPixel-bibliotheek eenvoudig individueel adresseerbare ledstrips aan. Met een paar regels heb je al een werkende opstelling. Een alternatief voor dit doel is de WLED-software waarbij je helemaal niets hoeft te programmeren (zie kader ‘WLED op een ESP32’). 

MicroPython is een speciale uitvoering van Python voor microcontrollers. 

• WLED op een ESP32 

Wil je ledstrips aansturen zonder te programmeren, dan is het programma WLED op bijvoorbeeld een ESP32-module een aanrader. Hier schreven we reeds over in het artikel Ledstrips voor buiten: aan de slag met programmeerbare buitenverlichting (https://id.nl/zekerheid-en-gemak/slim-huis/slimme-verlichting/ledstrips-voor-buiten-aan-de-slag-met-programmeerbare-buitenverlichting). Je hoeft WLED slechts eenmalig op de ES32-module te flashen. Daarna log je via een app of browser in eerste instantie in op de wifi-hotspot, waarna je je eigen wifi-netwerk configureert. Vervolgens kun je de ledstrips instellen, allerlei kleuren en effecten kiezen, of de ledstrips in segmenten indelen. Het laat goed zien wat er met een relatief eenvoudige microcontroller mogelijk is. 

• Netwerkspeler voor muziek 

Een singleboardcomputer is zo compact dat je hem handig als netwerkspeler voor muziek kunt inzetten. Het geluid kun je digitaal doorgeven via bijvoorbeeld HDMI of s/pdif, al kun je een versterker met luidsprekers ook gewoon analoog aansluiten. Nu heeft de Raspberry Pi wel een analoge audiopoort, maar de kwaliteit van de ingebouwde DAC (digitaal-naar-analoog converter) is nogal matig. Daarom is een goede externe DAC aan te raden. Bij andere singleboardcomputers ligt dat soms anders. Zo heeft de Odroid N2+ zowel hoorbaar als meetbaar een veel betere geluidskwaliteit, waardoor het inpluggen van een 3,5mm-audiojack voor de meeste gebruikers volstaat. Als software kun je bijvoorbeeld het bekende programma Volumio gebruiken. Desgewenst kun je altijd nog later een externe DAC aansluiten. 

Volumio kun je op uiteenlopende systemen installeren. 

• Andere toepassingen 

Wil je andere toepassingen installeren, dan is DietPi een handige optie. DietPi is een zeer lichte Debian-installatie van waaruit je eenvoudig talloze toepassingen kunt installeren. Het is behalve voor de Pi ook geschikt voor bijvoorbeeld de modellen van Odroid. Je kunt wat inspiratie opdoen als je de softwarelijst bekijkt. 

Vanuit DietPi kun je eenvoudig toepassingen op je singleboardcomputer installeren. 

Veel toepassingen kun je natuurlijk ook rechtstreeks installeren. Een goed voorbeeld is Pi-Hole waarmee je advertenties in je netwerk kunt blokkeren nog voordat ze je pc hebben bereikt. Het werkt op basis van een lokale DNS-server met filters. Je kunt het bijvoorbeeld binnen Debian of Ubuntu installeren of een Docker-container opzetten. 

Voor RetroPie, waarmee je een retro gameconsole bouwt, zien we dezelfde installatieopties. Op een Odroid N2+ raden we de fork The Retro Arena aan. 

Wil je een mediaspeler voor het streamen van video? Dan is CoreELEC een voor de hand liggende optie. De Odroid N2+ heeft hier zeker een meerwaarde: het apparaatje levert uitstekende prestaties bij het decoderen van audio in video, met ondersteuning voor onder meer 4K, H.265, diverse HDR-formaten en bekende audioformaten als DTS-HD en Dolby Atmos. 

Pi-Hole voor het blokkeren van advertenties werkt niet alleen op de Pi. 

▼ Volgende artikel
Review JBL Grip – Klein van stuk, groots in geluid
© JBL
Huis

Review JBL Grip – Klein van stuk, groots in geluid

Bluetooth-speakers zijn er in overvloed, waardoor fabrikanten zich maar moeilijk kunnen onderscheiden. Met zijn kersverse Grip doet JBL een dappere poging. Volgens het Amerikaanse merk is deze draadloze luidspreker met ingebouwde verlichting erg krachtig. Bijzonder, want de behuizing is niet veel groter dan een colablikje. Maakt JBL zijn belofte waar?

Goed
Conclusie

Als je een compacte luidspreker met IP68-certificering wilt kopen, is de JBL Grip het overwegen waard. Je haalt voor amper honderd euro een degelijke speaker in huis die in alle weersomstandigheden blijft doorspelen. Overige pluspunten zijn de respectabele accuduur en geïntegreerde verlichting. Voor audiopuristen is de aanwezigheid van één actieve driver een nadeel. Dat geeft op audiovlak namelijk beperkingen. Zoek je een bluetooth-speaker die alle muziekstijlen op een hoog volumeniveau zonder vervorming laat horen, dan is de Grip niet de beste keuze.

Plus- en minpunten
  • Betaalbaar
  • Licht en compact
  • Valbestendig
  • IP68-gecertificeerde behuizing
  • Behoorlijke accuduur
  • Kan luid spelen
  • Sfeerverlichting
  • Uitgebreide app
  • Geen usb-c-kabel bijgesloten
  • Geen volwaardig 360 graden-geluid
  • Slechts één actieve audiodriver

De Grip is een begrijpelijke toevoeging binnen het uitgebreide gamma van de bekende audiofabrikant. Ten opzichte van de goedkopere GO 4 en Clip 5 is dit nieuwe model weliswaar iets groter, maar je krijgt daar een voller geluid voor terug. Vergelijken we de Grip met de iets duurdere Flip 7, dan is de cilindervormige behuizing van 6,4 × 15,3 × 6,5 centimeter juist weer iets compacter. Logischerwijs zag JBL dus een kans om dit gat in zijn assortiment te vullen. De speaker heeft een adviesprijs van 99,99 euro.

©Maikel Dijkhuizen

Het scheelt weliswaar niet veel, maar de JBL Grip is net iets forser dan een blikje frisdrank.

Luistertijd en bouwkwaliteit

Wie de JBL Grip koopt, moet zelf voor een usb-c-kabel zorgen, want deze kabel zit niet in het productdoosje. Eenmaal opgeladen gaat de accu van 2600 mAh op een gemiddeld volumeniveau ongeveer veertien uur mee. Normaal gesproken hebben JBL-speakers een stevige constructie. Dat is bij de Grip ook het geval, al kunnen we de behuizing op bepaalde plekken diep indrukken. Gelukkig veren het textiel en kunststof soepel terug. Wellicht verklaart het flexibele materiaal het lichte gewicht van 385 gram. Toch gaat deze luidspreker naar verwachting niet zo gauw stuk. JBL claimt dat de Grip een val van één meter hoogte op beton moeiteloos overleeft. Bovendien voldoet dit product aan de eisen van de IP68-norm. Het speakerkastje is dus volledig dompel- en stofdicht. Zeker voor luistersessies in de buitenlucht is dat natuurlijk een pluspunt. Dankzij de geïntegreerde lus hang je de Grip makkelijk ergens aan op.

©Maikel Dijkhuizen

Zelfs in een tropisch aquarium speelt deze volledig waterdichte bluetooth-speaker vrolijk door.

Muziek luisteren

Zodra de Grip met een bluetooth-bron is verbonden, bedien je de muziekweergave eenvoudig vanaf de speaker. Boven het JBL-logo vind je twee volumeknoppen en een play/pauze-toets. Door tweemaal op laatstgenoemde knop te drukken, kun je nummers skippen. Bovenop is er nog een optie om een andere geschikte JBL-speaker draadloos te koppelen. Je profiteert dan van een grootser geluid. Hoewel veel cilindervormige luidsprekers een zogeheten 360 graden-geluid ondersteunen, is dat bij dit exemplaar helaas niet het geval. De achterkant klinkt beduidend minder dan de voorkant.

Bij eenvoudige muziekcomposities, podcasts en luisterboeken is de geluidskwaliteit goed. Het is nogal verrassend hoeveel volume dit kleine apparaatje kan produceren. Met name bij opzwepende genres als dance en hiphop komt dat goed van pas. Verder zijn mensen duidelijk te verstaan, zodat je bijvoorbeeld een radioshow of audioboek makkelijk kunt volgen. Bij bombastische muziekstukken met veel instrumenten schiet de Grip iets tekort. Denk bijvoorbeeld aan genres als rock, metal en klassiek. Logisch, want het is ondoenlijk om de benodigde audiofrequenties uit een enkele fullrange-audiodriver te persen. Zeker op een wat hoger volumeniveau klinken dergelijke nummers ietwat chaotisch. Geen schande, want dat is vrijwel bij alle bluetooth-speakers met slechts één actieve audiodriver het geval.

©Maikel Dijkhuizen

Voor een betere geluidskwaliteit draai je de luidspreker bij voorkeur even om.

Sfeerverlichting en app

Op de achterkant zit een ledstrip van zo'n 6,5 centimeter. Dat geeft met name in het donker een leuk effect. Druk meermaals op de bijbehorende lichtknop voor verschillende thema's. Via de JBL Portable-app pas je optioneel de lichtintensiteit en kleur aan. Ook om andere redenen loont het de moeite om deze app op je smartphone te installeren. Je zet hiermee onder andere diverse equalizerinstellingen naar je hand. Kies bijvoorbeeld voor Chill, Vocal of Energetic. Tot slot stelt JBL vanuit de app regelmatig software-updates beschikbaar.

©Maikel Dijkhuizen

De JBL Portable-app telt een aantal nuttige functies.

JBL Grip kopen?

Als je een compacte luidspreker met IP68-certificering wilt kopen, is de JBL Grip het overwegen waard. Je haalt voor amper honderd euro een degelijke speaker in huis die in alle weersomstandigheden blijft doorspelen. Overige pluspunten zijn de respectabele accuduur en geïntegreerde verlichting. Voor audiopuristen is de aanwezigheid van één actieve driver een nadeel. Dat geeft op audiovlak namelijk beperkingen. Zoek je een bluetooth-speaker die alle muziekstijlen op een hoog volumeniveau zonder vervorming laat horen, dan is de Grip niet de beste keuze.

▼ Volgende artikel
Test: 9 goedkope smartphones voor minder dan 300 euro
© www.peopleimages.com
Huis

Test: 9 goedkope smartphones voor minder dan 300 euro

Hoeveel smartphone krijg je voor een scherpe prijs? In deze uitgebreide test vergelijken we negen populaire smartphones die tussen de 200 en 300 euro kosten. Uit die ervaringen blijkt dat een budgetsmartphone in heel wat gevallen voldoende kan zijn, maar er ook duidelijk argumenten zijn om door te sparen voor een duurder model.

We testen voortdurend smartphones in allerlei prijsklassen, waaronder het goedkope segment tot 300 euro. Heb je interesse in een budgetsmartphone, dan kun je bij veel merken terecht. Uiteraard van bekende namen als Samsung en Motorola en de Chinese grootmachten als Xiaomi en Oppo. Nieuwere merken zoals HMD en Nothing willen ook een puntje van de taart claimen. In deze test bespreken we – in willekeurige volgorde – smartphones van Samsung, Motorola, Xiaomi, Poco, Nothing, Oppo en HMD.

Testverantwoording

We hebben negen budgetsmartphones getest. In dit geval zijn dit toestellen die bij bekende (web)winkels tussen de 200 en 300 euro kosten. We hebben bij het selecteren van de geteste smartphones gekeken naar de straatprijzen van bekende aanbieders in november 2025. We nemen dus niet de adviesprijzen van fabrikanten, want die zijn veelal hoger. De straatprijzen geven het meest realistische beeld van de smartphones die je voor een bepaald budget kunt kopen.

Bij het testen van een toestel letten we onder andere op de bouw- en schermkwaliteit, aanvullende technische functies als de mate van repareerbaarheid en in hoeverre het apparaat bestand is tegen stof en water. We noteren ook hoe een smartphone bevalt in het dagelijks gebruik, van de snelheid en de accuduur tot hoe snel het opladen verloopt en of het opladen ook draadloos kan. Natuurlijk maken we ook de nodige foto’s en video’s met een smartphone, zowel overdag als in het donker. We nemen verder de geïnstalleerde softwareschil en het beloofde updatebeleid onder de loep. Zo kun je ook vergelijken tot wanneer je een smartphone comfortabel en veilig kunt gebruiken. Tot slot besteden we aandacht aan eventuele onderscheidende functies van een smartphone. Die zijn er namelijk, ook in het budgetsegment.

©Livinsky Alex

Ook budgetsmartphones zijn tegenwoordig voorzien van een usb-c-aansluiting.

CMF Phone 2 Pro

De CMF Phone 2 Pro is een toestel van techbedrijf Nothing, en de tweede smartphone in de CMF-lijn. De telefoon heeft een industrieel ontwerp dat duidelijk opvalt ten opzichte van de concurrentie en is geschikt voor los verkrijgbare accessoires van Nothing.

Nothing brengt een magnetische kaarthouder uit die je op de achterkant kunt plakken, een setje cameralenzen om meer functies aan de camera’s toe te voegen en een nekkoord. Enkel het nekkoord werkt ook met de vorige CMF-smartphone, waar overigens na de initiële drie accessoires geen nieuwe extra’s voor zijn uitgebracht. Nothings modulaire strategie weet ons daarom nog niet te overtuigen.

De CMF Phone 2 Pro doet dat als telefoon beter. Het 6,77inch-oledscherm (120 Hz) ziet er erg goed uit, onder de motorkap draait een prima MediaTek-processor met 8 GB werkgeheugen en de opslagcapaciteit bedraagt 128 GB. Blij zijn we met de hoofdcamera en de zoomcamera. De groothoekcamera is kwalitatief minder goed. De 5000mAh-batterij gaat zonder zorgen een lange dag mee. ‘s Nachts opladen is aan te bevelen. Dat kan met maximaal 33 watt via usb-c. De CMF Phone 2 Pro draait op Android 15, krijgt drie Android-upgrades en zes jaar beveiligingsupdates. De softwareschil voegt visueel toffe functies toe en is vrij van bloatware.

Uitstekend
Plus- en minpunten
  • Onderscheidend uiterlijk
  • Optionele accessoires
  • Lang updatebeleid
  • Accessoire-strategie is onduidelijk
  • Matige groothoekcamera

Samsung Galaxy A36

Als je een betaalbare, moderne Samsung-smartphone zoekt, kun je bijvoorbeeld de Galaxy A26 overwegen. In deze test bespreken we beide modellen, te beginnen met de A36. Die weet ons niet helemaal te overtuigen. Ja, het toestel is waterdicht, kan tegen stof en heeft een prachtig 6,7inch-oledscherm met 120Hz-verversingssnelheid. Ook de accuduur is ruimschoots voldoende, wat knap is omdat de 5000mAh-accu niet bijzonder groot is. Opladen kan de smartphone met maximaal 45 watt en dat is ook lekker rap.

Samsungs updatebeleid is met zes jaar Android- én beveiligingsupdates ook erg goed. Veel fabrikanten van budgetsmartphones kunnen hier nog een voorbeeld aan nemen. Maar die merken focussen zich weer op betere specificaties en op dat punt laat Samsung steken vallen met de A36. Het toestel is simpelweg traag in gebruik, zowel bij het navigeren door de softwareschil als bij het gebruiken van apps en games. De foto- en videokwaliteit valt ons ook tegen. Voor sociale media is de kwaliteit op zich prima, maar het moge duidelijk zijn dat je in dit prijssegment smartphones kunt kopen die realistischere plaatjes schieten. Door de zwakke prestaties vragen we ons ten zeerste af of de A36 na jarenlang gebruik én allemaal software-updates nog wel mee kan komen.

Goed
Plus- en minpunten
  • Goed scherm
  • Lang updatebeleid
  • Te traag
  • Tegenvallende foto's en video's

Motorola Edge 50 Neo

Motorola biedt heel wat betaalbare smartphones aan in zijn Moto G- en Edge-series. De nieuwe Edge 60-serie is nog aan de dure kant en verderop in deze test bespreken we een Moto G-model. We zijn ook in de Edge 50 Neo gedoken, die nu bijna een jaar op de markt is. Dit toestel is met name interessant voor wie veel functies in een compacter toestel zoekt. De Edge 50 Neo weegt namelijk slechts 171 gram en is met zijn 6,4inch-scherm ook wat handzamer dan veel concurrenten. Het 120Hz-oledscherm laat een goede indruk achter. De gebruikte MediaTek-processor is niet de snelste, maar dat wordt deels gecompenseerd door liefst 12 GB werkgeheugen. Helemaal royaal is de opslagcapaciteit van 512 GB. Ook aanwezig zijn functies als e-sim, wifi 6E en draadloos opladen (met maximaal 15 watt). Dat laatste is best zeldzaam in dit prijssegment. Via de usb-c-poort kan de smartphone laden met maximaal 65 watt, al dien je zelf de juiste adapter te regelen. Het toestel heeft drie prima camera’s achterop, waarvan de hoofdcamera en groothoeklens optische beeldstabilisatie (OIS) hebben. Motorola geeft de Edge 50 Neo vijf jaar Android-upgrades en beveiligingsupdates. Dat is netjes en – verwarrend – langer dan de meeste duurdere Motorola-smartphones.

Fantastisch
Plus- en minpunten
  • Compact ontwerp
  • Functies
  • Niet de snelste
  • Verwarrend toestel

Xiaomi Redmi Note 14 Pro 5G

Let goed op, want Xiaomi’s Redmi Note 14-serie bestaat uit een handvol toestellen. Die hebben onder andere Pro- en Pro Plus-aanduidingen en zijn er soms ook al 4G- en 5G-versies, met iets uiteenlopende specificaties. Wij hebben de Note 14 Pro 5G onder handen genomen, die net onder de prijsgrens van deze test valt. Het toestel komt luxe over met zijn stevige behuizing, die ook een IP68-certificering bevat tegen water en stof. De smartphone heeft een groot 6,67inch-oledscherm (120 Hz) met scherpe resolutie van 2712 × 1220 pixels, dat een genot is om naar te kijken.

De prestaties zijn dankzij de vlotte MediaTek-processor ook dik in orde, geholpen door 8 GB werkgeheugen. Met 256 GB is de opslagcapaciteit van gebruikelijke grootte. Dankzij de 5110mAh-accu kun je de smartphone meer dan een dag gebruiken. Opladen gaat snel via de usb-c-poort (maximaal 45 watt) en we worden blij van de goede hoofdcamera. De extra camera’s vallen ons kwalitatief helaas tegen. Xiaomi’s softwareschil MIUI bevalt ook minder goed dan de andere geteste softwareschillen. MIUI bevat heel veel extra apps en onnodige functies en toont bovendien reclames. Het updatebeleid is met drie Android-upgrades (waarvan Android 15 er al één was) en vier jaar beveiligingsupdates ook wat benedengemiddeld.

Uitstekend
Plus- en minpunten
  • Snel
  • Lange accuduur
  • Drukke software vol reclames
  • Sommige camera’s vallen tegen

Samsung Galaxy A26 5G

Iets eerder in dit artikel hierboven bespraken we de Galaxy A36 van Samsung, die wat duurder is dan de A26 die we nu toelichten. Wat direct opvalt, is dat Samsung nog meer compromissen moest sluiten om tot de lagere prijs te komen. Zo heeft de Galaxy A26 een usb 2.0-poort en is het sterk verouderde wifi 5 de hoogste wifistandaard. In de praktijk vallen ook de macrocamera en groothoekcamera erg tegen en heeft de gebruikte processor ook moeite om ons bij te benen. Het snelheidsverschil met sommige andere geteste telefoons is duidelijk merkbaar.

Het roept twijfels op over de prestaties van de A26 na een paar jaar gebruik. Op papier kan de smartphone lang mee. Samsung garandeert namelijk zes jaar updates, wat gelet op de scherpe prijs een erg sterk updatebeleid is. De A26 scoort ook pluspunten met zijn accuduur van ruim een dag, zijn goede hoofdcamera en zijn mooie oledscherm met 120Hz-verversingssnelheid. Dat scherm is 6,7 inch groot en heeft een wat ouderwetse waterdruppel-inkeping bovenin voor de selfiecamera. Moderner is de IP67-certificering, die aangeeft dat het toestel bestand is tegen stof en water. Ten opzichte van sommige andere geteste smartphones vinden we dat de Galaxy A26 meer duidelijke aandachtspunten heeft.

Goed
Plus- en minpunten
  • Goed scherm
  • Krijgt lang updates
  • Oude processor
  • Achterhaalde functies

Poco X7 Pro

Op de valreep kan hij mee, deze 8/256GB-versie van de Poco X7 Pro. Het zustermerk van Xiaomi verkoopt ook een 12/512GB-variant, die duurder is. Wat opvalt aan deze Poco X7 Pro is allereerst zijn ontwerp. Dit toestel is duidelijk gemaakt voor wie aandacht wil trekken. Spreekt het hippe ontwerp je niet aan, dan biedt een hoesje uitkomst. De smartphone is waterdicht en stofbestendig en heeft een groot 6,67inch-oledscherm. Met een resolutie van 2712 × 1220 pixels oogt het beeld erg scherp. Een 120Hz-verversingssnelheid maakt het scherm soepel in gebruik.

Ook soepel zijn de prestaties: dankzij de MediaTek-processor en 8 GB werkgeheugen is de telefoon erg snel. Van de camera’s zijn we minder onder de indruk, al kun je er prima mee uit de voeten. Vrolijker worden we van de accuduur. De 6000mAh-accu is op papier bovengemiddeld groot en gaat in de praktijk ook uren langer mee dan veel andere smartphones. Opladen kan vlot via de usb-c-poort. Poco levert de X7 Pro met Android 15 en garandeert drie Android-upgrades en vier jaar beveiligingsupdates. Dat is aardig, maar korter dan heel wat concurrenten. Jammer is dat Poco zijn softwareschil volstopt met commerciële apps en games, al kun je een deel zelf verwijderen.

Uitstekend
Plus- en minpunten
  • Razendsnel
  • Lange accuduur
  • Ondermaatse camera’s
  • Veel bloatware

Oppo A5 Pro 5G

Heb je behoefte aan een erg stevige smartphone, dan lijkt de Oppo A5 Pro (5G) een boeiende kandidaat. Dit toestel is IP66-, IP68- en IP69-gecertificeerd. Wat wil zeggen dat het toestel bestand is tegen stof, een val in het water en een harde waterstraal. Oppo zegt ook dat de smartphone geen schade oploopt door extreme temperaturen en dat er extra stevig glas voor het beeldscherm geplaatst is. Prettig is dat het stevige karakter van het Oppo-toestel helemaal niet opvalt. Er zit geen klepje voor de usb-c-poort, het toestel is met 194 gram niet bovengemiddeld zwaar en voelt ook aan als een reguliere telefoon. De prijs vinden we erg vriendelijk, zeker als je weet dat Oppo drie Android-upgrades en zes jaar beveiligingsupdates garandeert.

De fabrikant heeft een extra grote accu (5800mAh-capaciteit) in zijn budgetsmartphone gestopt. Wij kunnen dan ook twee dagen vooruit met de A5 Pro (5G), al komt dat ook deels omdat het HD-scherm minder stroom verbruikt dan de Full-HD-schermen in concurrerende telefoons. Het HD-scherm oogt duidelijk minder scherp en is een stevige compromis. Op alle andere vlakken presteert de Oppo A5 Pro prima, zonder onderscheidend te zijn. Van Oppo’s drukke softwareschil vol bloatware zijn we minder gecharmeerd.

Uitstekend
Plus- en minpunten
  • Extra stevig in normale behuizing
  • Accuduur
  • Heeft slechts een HD-scherm
  • Software erg druk

Motorola Moto G75 (Redactietip)

De Motorola Moto G75 is één van de vele Moto G-smartphones. Een ietwat verwarrende strategie van het merk, maar goed om te weten is dat de G75 een van de betere keuzes is. Niet alleen ten opzichte van zijn broers, maar ook in vergelijking met de concurrerende smartphones in deze test. Dat begint bij de buitenkant. De Moto G75 draagt een MIL-STF-810H-certificering, wat inhoudt dat hij een val van 1,2 meter hoogte moet overleven en IP68-gecertificeerd is. De smartphone kan dus tegen stof en water. Ook ondersteund zijn e-sim en draadloos opladen (met maximaal 15 watt), twee functies die we op maar weinig andere budgettelefoons terugzien.

Daar staat tegenover dat die smartphones veelal een oledscherm hebben en de Moto G75 het moet doen met een iets minder mooi lcd-scherm. Dat scherm meet maar liefst 6,78 inch, toont een Full-HD-resolutie en heeft een 120Hz-verversingssnelheid. Onder de motorkap draait een aardige processor met 8 GB werkgeheugen, maar er zijn snellere geteste smartphones. De opslagcapaciteit is met 256 GB wel van gebruikelijke grootte.

Motorola maakt een goede sier met zijn goede hoofdcamera en groothoekcamera – die ook een nauwkeurige macromodus heeft. Ook het updatebeleid is positief verrassend. De Moto G75 krijgt vijf Android-upgrades en zes jaar beveiligingsupdates. Motorola’s softwareschil is lekker rustig.

Uitstekend
Plus- en minpunten
  • Compleet in functies
  • Lang updatebeleid
  • Lcd-scherm
  • Relatief langzaam
Goed om te weten

In deze vergelijkende test worden budgetsmartphones van bekende en minder bekende merken bekeken, zodat we een goede afspiegeling van de markt kunnen geven. Die markt is natuurlijk nog veel groter. Zoals je in dit artikel kunt lezen, verkopen onder meer Motorola en Xiaomi veel smartphones in het goedkopere prijssegment. De merken concurreren dus niet alleen met elkaar, maar hun toestellen concurreren ook onderling. Toestellen die qua prijs en software(beleid) veel op elkaar lijken, kunnen verschillen in uiterlijk en specificaties.

Een alternatief toestel dat niet in deze test is meegenomen, wellicht dus meer bij je wensen aansluiten – zonder dat je meer hoeft te betalen. Wellicht vind je dat alle besproken budgetsmartphones te veel compromissen sluiten. In dat geval kun je beter doorsparen voor een midrange-smartphone, dus een model van circa 300 tot 500 euro. Dergelijke smartphones hebben doorgaans krachtiger specificaties, betere camera’s en kunnen vaak sneller opladen via usb-c.

Een deel van de mid-range smartphones krijgt bovendien zeven jaar updates, waardoor dergelijke toestellen langer prettig en veilig te gebruiken zijn. Als je van plan bent om jaren met je nieuwe smartphone te doen, kan het zeker de moeite waard zijn om eenmalig tientallen tot een paar honderd euro meer uit te geven aan je toestel.

HMD Fusion

De HMD Fusion is misschien wel de opvallendste smartphone in deze vergelijkende test. Dat komt door twee uiterlijke aspecten. Enerzijds is de Fusion zo ontwikkeld dat je hem met behulp van gereedschap en handleidingen van reparatiebedrijf iFixit zelf grotendeels uit elkaar kunt halen. Daarna kun je onderdelen vervangen. iFixit biedt onder meer een nieuw batterij, scherm en achterkant aan. De prijzen bedragen enkele tientjes per onderdeel. We waarderen deze duurzame aanpak van HMD.

Ook interessant zijn de pogo-pinnetjes op de achterkant van de smartphone, waar je speciale HMD-hoesjes aan kunt bevestigen. Zo’n hoesje biedt bijvoorbeeld een flitser aan de voorkant (voor betere selfies in het donker), de mogelijkheid om de smartphone draadloos op te laden of te veranderen in een handheld. De prijzen van de hoesjes vallen ons ook mee.

Toch kunnen we de HMD Fusion moeilijk aanraden. Als smartphone valt hij ons namelijk nogal tegen. Het HD-scherm ziet er niet zo fraai uit, door de eenvoudige Snapdragon-processor is de telefoon – nu al – vrij traag en HMD belooft slechts twee Android-upgrades en drie jaar beveiligingsupdates. Een telefoon uitbreiden met toffe hoesjes en onderdelen vervangen willen wij pas doen als de basis goed is. De HMD Fusion weet daar niet in te overtuigen.

Oké
Plus- en minpunten
  • Zelf te repareren
  • Optionele hoesjes met extra functies
  • Matige specificaties
  • Mager updatebeleid

Conclusie

Na het testen van negen budgetsmartphones, hebben we – niet voor het eerst – gemerkt dat er veel verschil zit in de totale gebruikservaring van goedkope toestellen. Natuurlijk, ten opzichte van bijvoorbeeld drie jaar geleden krijg je nu sowieso een betere telefoon voor hetzelfde geld. De geteste budgetsmartphones hebben allemaal een stevig ontwerp, voldoende werkgeheugen en opslagcapaciteit. Er is ook ruimte gekomen voor innovatie, zo laten Nothing en HMD zien met hun modulaire toestellen. Sommige merken geven hun budgetsmartphones ook een serieus updatebeleid. Met name Samsung en Motorola scoren goed op dit vlak. Deze test maakt ook duidelijk dat elk merk – nog steeds – compromissen moet sluiten om een prima budgettelefoon uit te brengen. Zo kiezen HMD en Oppo voor een HD-scherm, heeft een Samsung-model wifi5-ondersteuning en stopt Xiaomi zijn software vol reclames.

Onder de streep zijn we aangenaam verrast door veel smartphones, de Motorola Edge 50 Neo voorop. Die biedt een heel fijn totaalpakket voor een scherpe prijs. Dit toestel krijgt dan ook het predicaat Best getest. Onze Redactietip blijkt na grondig nadenken óók een Motorola-smartphone, namelijk de Moto G75. Die is nog goedkoper maar bevalt ook hartstikke goed, te danken aan prettige specificaties en rustige software die zes jaar updates krijgt.

1761730234-overzicht-smartphones-id-2025.pdf