ID.nl logo
HELP! Mijn slimme huis is down, wat nu?
© koldunova
Zekerheid & gemak

HELP! Mijn slimme huis is down, wat nu?

Het is natuurlijk erg handig als je allemaal slimme spullen in huis hebt die zowel comfort als gemak brengen. Maar dat gemak is vaak ver te zoeken bij een ‘ramp’, zoals een stroomonderbreking of het wegvallen van de internetverbinding.

In dit artikel leggen we uit wat je kunt verwachten als bijvoorbeeld je slimme apparatuur hapert of je internetverbinding wegvalt. Ook geven we tips hoe je veel problemen kunt voorkomen, zoals:

  • Back-uppen!
  • Geen SD-kaart maar een SSD

Lees ook dit artikel om inspiratie op te doen voor je slimme huis:💡 5 dingen waar je een slimme stekker voor kunt gebruiken

Het gaat misschien wat ver om het een ramp te noemen, maar je zult vast herkennen hoe machteloos je je kunt voelen als bijvoorbeeld de stroom uitvalt of je internetverbinding het af laat weten. Voor enkelen geldt dat in nog veel grotere mate, bijvoorbeeld als je vanwege een handicap afhankelijk bent van automatiseringen. Nu werkt slimme apparatuur in het ideale geval (ook) lokaal, wat voor je privacy toch al een goed streven is, maar er zijn veel uitzonderingen. En het probleem ligt niet altijd extern: een groep in je meterkast kan uitvallen, de aardlekschakelaar kan eruit klappen of je netwerkswitch kan roet in het eten gooien.

Stroom en internet Het uitvallen van de stroom, werpt je gevoelsmatig ver terug in te tijd. Maar ook het wegvallen van internet geeft veel uitdagingen. Hoewel slimme apparaten idealiter ook via je lokale netwerk werken, is dat niet altijd het geval. Neem bijvoorbeeld Google Home. Lange tijd was het volledig afhankelijk van een internetverbinding. Tegenwoordig kunnen apparaten ook via je lokale netwerk worden bestuurd. Maar het hangt er wel van af of de fabrikant hier een voorziening voor heeft ingebouwd. Als dat niet zo is, zal alsnog een verbinding met een externe server – via internet – nodig zijn. Dat is wel iets om bij aanschaf al op te letten!

Systemen

Systemen voor het automatiseren van je huis leunen in sommige gevallen sterk op de cloud. Dat is lastig als je internetverbinding eruit ligt. Slimme apparaten die Zigbee of Z-wave gebruiken worden in principe lokaal aangestuurd. De Hue Bridge, de app op je smartphone en je sensoren en schakelaars blijven bijvoorbeeld gewoon werken. Veel systemen, zoals SmartThings en Homey, laten het toch afweten, omdat ze voor de aansturing of automatiseringen op de cloud leunen. Ook stembediening, zoals via Amazon Alexa of Google Assistant, vertrouwt vrijwel altijd op externe diensten. De cloud biedt natuurlijk ook voordelen, zoals de mogelijkheid om apparaten te bedienen als je niet thuis bent. Het kan prima gecombineerd worden, door eerst een lokale aansturing te proberen, en daarna terug te vallen op de cloud als dat niet lukt. Nieuwe standaarden als Thread en Matter zullen helpen om lokale aansturing makkelijker en gangbaarder te maken. Ook werkt Home Assistant aan een lokaal te gebruiken stembediening. Over deze standaarden en systemen voor thuisautomatisering lees je in dit artikel meer.

Voor stembediening is vrijwel altijd een internetverbinding nodig.

Stroomvoorziening singleboardcomputer

Een singleboardcomputer zoals de Raspberry Pi of Odroid N2+ zal na een stroomuitval normaliter direct weer starten als de stroomvoorziening is hersteld. Maar een abrupte uitschakeling is niet ideaal voor de software en de levensduur van je geheugenkaartje. Er zijn eventueel uitbreidingen met een kleine batterij die het systeem netjes afsluiten bij stroomuitval. Gebruik je een pc of server voor je thuisautomatisering, dan kun je vaak in het BIOS instellen dat het na een stroomonderbreking automatisch weer start. Je zou eventueel een uninterruptable power supply ofwel ups als back-upbatterij kunnen gebruiken om bepaalde systemen netjes af te sluiten of zelfs je complete ‘slimme huis’ in de lucht te houden. Maar bedenk dat je dan ook een noodvoeding nodig hebt voor andere onderdelen waar je slimme huis afhankelijk van is, bijvoorbeeld een modem/router, belangrijke switches, eventuele losse accesspoints en misschien ook wel bepaalde hubs of bridges. Dat is al bijna niet te doen.

©Kamlangniyom, MayKLM

Je kunt apparaten tijdelijk van stroom voorzien met een noodvoeding.

Slimme stekker

Gebruik je een slimme stekker om apparaten aan of uit te zetten? Of misschien juist om het stroomverbruik bij te houden, bijvoorbeeld van een wasmachine of de vriezer? Controleer dan vooraf hoe die stekker zich gedraagt als de stroom tijdelijk uitvalt. Het zou jammer zijn als je pas laat ontdekt dat bijvoorbeeld een vriezer niet meer aan is gegaan omdat de tussenstekker niet standaard actief wordt na een stroomonderbreking. Bij slimme stekkers kun je soms instellen wat ze moeten doen. Bij de Shelly Plug S vind je op de configuratiepagina, op het tabblad Settings, de optie Power On Default Mode. Je kunt hier kiezen of de schakelaar bij het terugkeren van de stroom aan of juist uit moet gaan, of de oude status moet aannemen. Dit laatste is vaak de handigste keuze.

Bij slimme stekkers kun je soms het gedrag na een stroomonderbreking instellen.

Verlichting

Bij stroomuitval zul je uiteraard eerder op zoek gaan naar kaarsen dan een lichtknop. Maar als de stroom weer terugkomt, is het wel prettig als het soepel verloopt. Wees niet verrast als na een stroomuitval opeens alle lampen in huis aangaan op volle sterkte! Bij Philips Hue was dit lange tijd de standaardinstelling. Dat kan best een dure grap zijn als je net op vakantie bent. Sinds een update in 2018 kun je bij Philips Hue zelf kiezen wat er moet gebeuren na een stroomonderbreking. Open hiervoor de Hue-app, ga naar Instellingen en kies de lamp waarvan je het gedrag wilt aanpassen. Druk op Inschakelen en stel in wat er moet gebeuren. Staat de lamp continu onder stroom omdat er geen schakelaar (meer) tussen zit? Kies dan Herstel na stroomuitval. Dan wordt de laatste staat hersteld. Ook bij bijvoorbeeld de Trådfri-bridge kun je tegenwoordig kiezen wat een lamp na stroomuitval moet doen.

Bij Philips Hue-lampen kun je instellen wat een lamp na stroomherstel moet doen.

Lampen met accu en bluetooth? Sommige slimme lampen, zoals de Philips Hue Go, werken onafhankelijk van stroom dankzij een ingebouwde accu. En de nieuwere modellen kun je zoals veel Hue-lampen ook via bluetooth bedienen, zodat je evenmin afhankelijk bent van de beschikbaarheid van je netwerk. In sommige gevallen kan dat erg praktisch zijn. En ze komen daardoor natuurlijk ook op de tuintafel of de camping van pas.

©Frank Gaertner - www.facebook.com/franky242

Veel Philips Hue-lampen kun je via een smartphone met bluetooth bedienen.

Verwarming

Bij stroomuitval werkt een cv-ketel meestal niet meer. Het wegvallen van je internetverbinding zal meestal geen probleem zijn. Maar bij een slimme thermostaat loop je opvallend vaak wél tegen beperkingen aan. In principe kun je ze niet meer via de app gebruiken. De aansturing gebeurt in de regel namelijk via een clouddienst. Wel kun je vaak de unit nog bedienen als een handmatige thermostaat, zoals bij de Nest en Tado. Er is wel een verschil: de Nest blijft in tegenstelling tot de Tado je temperatuurschema volgen. De Tado leunt ook daarvoor op de cloud.

De slimme Tado-thermostaat volgt zonder internet niet meer het ingestelde schema.

Bij thuiskomst een warm huis?

Een slimme thermostaat is de oplossing

Kleine sensoren

Veel deur- en raamsensoren werken op een batterij. Die van Aqara gebruiken bijvoorbeeld een kleine knoopcelbatterij die ongeveer twee jaar mee moet gaan. Het is handig om een paar reserve-exemplaren in huis te hebben. Temperatuursensoren gebruiken vaak penlites. Heb je meerdere sensoren van hetzelfde type, dan kun je overwegen om periodiek alle batterijen preventief te vervangen. Bedrijfszekerheid is voor temperatuursensoren vaak iets minder belangrijk, tenzij je bijvoorbeeld voor een vorstwaarschuwing op de temperatuur vertrouwt. Je kunt onder andere in Home Assistant altijd nog aanvullend met virtuele sensoren werken (zie kader ‘Virtuele sensoren in Home Assistant’). Een verminderd bereik kan bij kleine sensoren wel een probleem zijn. Bij Zigbee en Z-Wave kun je dat vaak oplossen door een apparaat (zoals een slimme stekker die het signaal versterkt) in dezelfde ruimte te plaatsen.

Deur- en raamsensoren werken doorgaans op een knoopcelbatterij.

Virtuele sensoren in Home Assistant Je kunt in Home Assistant handig gebruikmaken van virtuele sensoren. Zo zijn er vaak wel enkele weerstations in de buurt waarvan je de data kunt gebruiken. Je bent dan niet afhankelijk van lokale sensoren. Je zou ook een sensor kunnen toevoegen die controleert of jouw internetverbinding actief is, bijvoorbeeld door de dns-server van Google te pingen. Ook handig is de Speedtest.net-integratie die de download- en uploadsnelheid test en óók zo’n ping doet. Bij een trage of haperende internetverbinding kun je eventueel een automatisering in werking stellen met bijvoorbeeld een bepaalde routine of waarschuwing.

Back-ups maken

Het ligt voor de hand, maar als je Home Assistant of iets vergelijkbaars gebruikt voor het automatiseren van je huis, zorg er dan voor dat je een niet al te oude back-up hebt. Vaak heb je er veel tijd in gestoken om alles naar je hand te zetten. Het zou zonde zijn als je er door een falend of haperend systeem helemaal opnieuw in moet duiken. Ook als zo’n fout op een later moment opeens optreedt, bijvoorbeeld door een haperende SD-geheugenkaart. Bij Home Assistant is het maken van een back-up erg eenvoudig (zie het kader ‘Back-up maken van Home Assistant’).

©onephoto - stock.adobe.com

Zorg dat je een back-up hebt van de gebruikte software.

Back-up maken van Home Assistant Het is raadzaam om af en toe een back-up van Home Assistant te maken. Als je Home Assistant Operating System gebruikt, is een back-upvoorziening al geïntegreerd. Hiervoor ga je naar Instellingen / Systeem / Back-ups. Kies dan Maak back-up. Dubbelklik vervolgens op de back-up en kies via het menu in het venster de optie Download back-up. Hiermee kun je het bestand veiligstellen op je pc. Op een later moment kun je hiermee alle instellingen terugzetten.

Alternatieve opslag

Veel mensen installeren software voor thuisautomatisering op een SD-geheugenkaart. Dat is zeker op een singleboardcomputer zoals de Raspberry Pi het meest gangbaar, maar niet het meest betrouwbaar. Over het algemeen is dit type geheugenkaart niet geschikt voor continue lees- en schrijfacties. Bovendien dalen de schrijfprestaties als het kaartje vol raakt. Het helpt als je voor een betrouwbaar merk kiest. Wat ook helpt, is het gebruik van een goede en stabiele voedingsadapter, bijvoorbeeld de officiële adapter.

Maar beter kun je voor betrouwbaardere opslag kiezen. Een emmc-module is bijvoorbeeld al wat betrouwbaarder. Diverse singleboardcomputers, waaronder de populaire Odroid N2+, ondersteunen deze modules. Nog beter is een via usb aangesloten ssd. Wil je toch een SD-geheugenkaart gebruiken, dan kun je proberen de schrijfacties te beperken (zie kader) of een duurzamer exemplaar kiezen. We zullen enkele opties hieronder nader toelichten.

©Daniel CHETRONI

Een SD-geheugenkaart is het meest gangbaar, maar niet het meest betrouwbaar.

Schrijfacties beperken Home Assistant bewaart onder andere de status van sensoren, bijvoorbeeld je energieverbruik, in een SQLite-database. Hiervoor gebruikt het de integratie genaamd recorder. Dit zorgt voor veel schrijfacties. Lang niet altijd zul je van alle sensoren de historie nodig hebben. Je kunt daarom via enkele instellingen beperken voor welke sensoren gegevens moet worden opgeslagen (via in- en uitsluitingen) en hoe frequent (in seconden). Bij een beperkte opslagcapaciteit is het ook raadzaam te beperken hoelang gegevens moeten worden bewaard (in dagen). Het opslaan van de SQLite-database in het geheugen is ook mogelijk, om de SD-geheugenkaart te ontlasten, maar wordt sinds versie 2022.5 afgeraden. In combinatie met MariaDB kan dit nog wel (hier bestaat een uitbreiding voor). Beter kun je MariaDB op een heel ander systeem hosten (zoals een echte server), waar je dan in je configuratie in Home Assistant naar verwijst. Dan gebeuren lees- en schrijfacties via je netwerk. Zo kun je vaak probleemloos een gewone SD-geheugenkaart blijven gebruiken.

Beter een ssd dan een sd-kaart

Talloze modellen en varianten vind je op Kieskeurig.nl

Duurzame SD-kaart

Het gebruik van een duurzame SD-geheugenkaart zoals de Samsung Pro Endurance en SanDisk Max Endurance helpt soms om de betrouwbaarheid te vergroten. Ze zijn veel duurzamer en weerstaan naast constante lees- en schrijfacties ook veel hogere temperaturen. Daarom worden ze vaak aanbevolen voor bewakingscamera’s en dashcams. Fabrikanten stellen dat je dat je meer dan 15 jaar achtereen opnames kunt maken. Een nadeel is dat deze SD-kaartjes in vergelijking met de gangbare exemplaren mindere prestaties bieden. Ze worden evengoed met succes ingezet voor Home Assistant en zelfs als bootdrive voor een Linux-server, als alternatief voor een usb-flashdrive.

Samsung heeft extra duurzame geheugenkaartjes op de markt gebracht.

Boot vanaf ssd

Wil je een hoge betrouwbaarheid én snelheid voor je singleboardcomputer zoals de Raspberry Pi? Dan is een externe ssd die je via usb aansluit sterk aanbevolen. Dit geeft je vaak óók veel meer opslagcapaciteit. Via een adapter kun je eventueel een ongebruikte m.2 NVMe-ssd of 2,5 inch SATA-ssd geschikt maken voor usb. Ze werken niet allemaal en hangt af van de gebruikte chipset. Gebruik je recht op retour bij problemen! Ook nu is een goede voedingsadapter belangrijk, die genoeg stroom moet kunnen leveren om óók de ssd te voeden.

Als je een wat minder recente Pi hebt, zul je deze overigens eerst geschikt moeten maken voor het booten vanaf usb. Hiervoor gebruik je een SD-kaart die je vanuit Raspberry Pi Imager eenvoudig kunt flashen met een speciale image in het menu Misc utility images. Daarna kun je, met diezelfde software, je ssd voorzien van Home Assistant. Wil je overstappen naar een ssd? Maak dan een back-up in Home Assistant, die je vervolgens in je verse omgeving kunt terugzetten.

Via een speciale image maak je de Raspberry Pi geschikt voor booten vanaf usb.

Home Assistant delen op een server Je kunt Home Assistant prima op een server installeren. Die server kun je bovendien ook (tegelijkertijd) voor andere toepassingen gebruiken. Zo kun je bijvoorbeeld Home Assistant op de kale machine installeren en daarbinnen talloze uitbreidingen installeren. Een alternatief is het gebruik van Docker, waarbij je Home Assistant in een container draait. Nog mooier is een installatie van Proxmox VE op de kale server. Binnen dit virtualisatieplatform kun je het volledige Home Assistant Operating System in een virtuele machine installeren. Voor de installatie kun je eventueel het helper script op https://tteck.github.io/Proxmox/ gebruiken. Proxmox VE geeft je ook een extra back-upmogelijkheid: via de beheerdersinterface kun je handmatig of op gezette tijden een back-up van de volledige virtuele machine maken. Al kun je ook de back-upvoorziening van Home Assistant zelf gebruiken.

🔒Breng je slimme woning naar een hoger niveau met een beveiligingssysteem!

Vraag een offerte aan voor inbraakbeveiliging:

▼ Volgende artikel
10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen
© Mustafa_Art
Huis

10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen

Een robotstofzuiger scheelt flink wat werk, maar alleen als je hem goed gebruikt. Wie er net een in huis heeft, merkt al snel dat hij niet alles vanzelf doet. En ook als je al langer een robotstofzuiger gebruikt, valt er vaak nog winst te halen. Met deze tien praktische tips werkt je robotstofzuiger beter – en hoef jij minder te doen!

In het kort

Een robotstofzuiger kan je flink wat werk uit handen nemen, maar alleen als je hem goed gebruikt. Met deze 10 slimme tips werkt hij beter, blijft hij langer mee gaan en past hij zich aan jouw huishouden aan. Van zones instellen tot onderhoud: zo maak je er écht een huishoudhulp van.

Lees ook: Hier moet je op letten wanneer je een robotstofzuiger wilt kopen

1. Laat hem eerst je huis leren kennen

Veel robotstofzuigers kunnen een plattegrond van je woning maken. Dat kost eenmalig wat tijd, maar levert daarna veel gemak op. Tijdens zo'n verkenningsronde reinigt hij meestal nog niet, maar scant hij alleen. Geef hem de ruimte en zorg dat er geen spullen over de vloer slingeren. Als de kaart eenmaal is aangemaakt, kun je zones instellen, schoonmaakschema's maken en no-go-gebieden markeren.

2. Zorg voor voldoende licht

Robotstofzuigers met optische sensoren hebben licht nodig om goed te navigeren. Als je hem 's avonds laat rijden terwijl de lampen uit zijn, herkent hij obstakels minder goed. Plan het schoonmaken liever overdag of laat een lamp aan in de ruimte waar hij aan het werk is. Als het apparaat regelmatig moeite heeft om meubels of muren goed te herkennen, komt dat mogelijk door te weinig licht.

Licht, laser & optische sensoren

De lichtbehoefte van robotstofzuigers verschilt sterk per navigatiesysteem. Modellen met LiDAR-technologie (lasernavigatie) werken uitstekend in het donker omdat ze zelf licht uitstralen om obstakels te detecteren. Camera-gebaseerde robots daarentegen zijn afhankelijk van omgevingslicht om hun omgeving te kunnen 'zien' en hebben problemen in donkere ruimtes. Goedkopere modellen met alleen infrarood- of aanrakingssensoren navigeren weliswaar zonder licht, maar werken veel minder nauwkeurig en rijden vaker tegen obstakels aan.

3. Stel schoonmaakzones en kamers in

In de app van de meeste modellen kun je na de kaartopbouw aangeven welke kamers of delen van het huis wanneer moeten worden schoongemaakt. Dat is handig als je bijvoorbeeld elke ochtend de gang en keuken wilt laten doen, maar de slaapkamers alleen op zaterdag. Door het schoonmaken slim te verdelen, werkt de robotstofzuiger efficiënter en hoeft hij tussendoor minder vaak op te laden.

©Wesley Akkerman | ID.nl

4. Gebruik virtuele afbakeningen waar nodig

Veel modellen bieden de mogelijkheid om virtuele grenzen aan te maken: gebieden waar de robotstofzuiger niet mag komen. Denk aan een speelkleed met speelgoed, een losse kabel achter de bank of een plek waar de vloer nat kan zijn. In plaats van zo'n verboden plek elke keer handmatig af te schermen, door er bijvoorbeeld iets voor te zetten, stel je die zones gewoon één keer digitaal in. Het apparaat houdt daar vanaf dan automatisch rekening mee en weet dat hij daar niet meer mag komen.

5. Dweilen? Wees voorzichtig met schoonmaakmiddelen

Kan jouw robotstofzuiger ook dweilen? Gebruik dan alleen het aanbevolen reinigingsmiddel of gewoon water. Veel gewone schoonmaakmiddelen zijn te sterk of laten resten achter, waardoor leidingen of sproeiers kunnen verstoppen. Sommige robotstofzuigers hebben een speciaal reservoir voor schoonmaakmiddel, maar dat geldt niet voor elk model. Iets om naar te kijken voordat je een robotstofzuiger gaat kopen.

6. Maak borstels, wieltjes en sensoren regelmatig schoon

Haren, stof en vuil hopen zich snel op rond de draaiende onderdelen van de robotzuiger. Vooral huisdierharen kunnen oor problemen zorgen. Maak elke week de hoofdborstel los, controleer de zijborstels en veeg vuil weg met een droge doek of meegeleverd hulpstuk. Vergeet ook de val- en navigatiesensoren niet: die kunnen door stof minder goed functioneren, wat de navigatie beïnvloedt.

©Vershinin Evgenii

7. Leeg het stofreservoir af en toe ook zelf

Veel robotstofzuigers hebben een zelflegende functie. Handig, maar ook dan is het slim om af en toe zelf te controleren of alles goed blijft werken. Het stofreservoir is meestal klein en raakt sneller verstopt dan je denkt. Leeg het na een paar schoonmaakbeurten, zeker als je merkt dat hij minder vuil opzuigt of als hij zelf aangeeft dat het reservoir leeg is, maar je toch nog stof en kruimels op de vloer ziet liggen.

8. Zet het laadstation op een vaste plek

Een robotstofzuiger onthoudt zijn omgeving en zoekt na elke beurt zijn laadstation op. Verplaats je dat station naar een andere plek, dan moet hij opnieuw leren waar hij zich bevindt. Zet het station dus op een centrale, bereikbare plek waar voldoende ruimte is en laat het daar staan. Zo voorkom je dat hij de weg kwijt raakt of fouten maakt bij het navigeren.

9. Pas op bij huisdieren

Een ongelukje van een huisdier kan vervelende gevolgen hebben als de stofzuiger erdoorheen rijdt. Laat hem daarom liever schoonmaken op momenten dat je huisdieren buiten zijn of je zeker weet dat de vloer schoon is. Zo voorkom je niet alleen vieze sporen, maar ook schade aan het apparaat en extra schoonmaakwerk achteraf.

©Надія Коваль - stock.adobe.com

10. Automatiseer waar het kan, maar houd controle

Robotstofzuigers zijn bedoeld om werk uit handen te nemen. Toch blijft het verstandig om regelmatig de app te openen, meldingen te controleren en updates uit te voeren. Soms kun je met een kleine aanpassing – zoals het verplaatsen van een kabel, het instellen van een extra schoonmaakbeurt op vrijdag – het resultaat flink verbeteren.

Robotstofzuiger klaar? Zuigen maar!

Het is simpel: hoe beter je robotstofzuiger weet wat hij moet doen, hoe beter hij zijn werk doet. Met deze tips zorg je ervoor dat dat het geval is. En ja, je moet zelf ook af en toe nog wat doen, zoals het stofreservoir controleren of dierenhaar uit de wieltjes te peuteren, maar dat kost hooguit een paar minuutjes van je tijd. Want je weet nu hoe je ervoor zorgt dat de omstandigheden zo goed mogelijk zijn én hoe je hem 'traint'. En daarmee komt hij dicht in de buurt van je ideale huishoudhulp!


🤖 🧹 Accessoires voor je robotstofzuiger?

Je vindt ze

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.