ID.nl logo
Huis

De beste cloudopslag-diensten vergeleken

Om eenvoudig bestanden te kunnen delen of overal bij je gegevens te kunnen, is cloudopslag een goede optie. Ook kan het een ideale manier zijn om je kostbare bestanden te back-uppen. Maar welke aanbieder is de juiste? PCM zet de tien beste cloudopslag-diensten van dit moment op een rij.

iDrive

©PXimport

iDrive zet zichzelf in de markt als een complete back-upoplossing voor al je apparaten. Met de gratis versie krijg je 5 GB tot je beschikking en de mogelijkheid om diverse back-uptools te installeren. De Windows-client is geschikt voor desktop-pc’s én servers, en je kunt geïnstalleerde databases, virtuele machines en Exchange back-uppen. Het maken van een complete schijfimage behoort ook tot de mogelijkheden. Daarnaast zijn er versies voor macOS, iOS en Android.

Met de mobiele versie kun je automatische back-ups laten maken van contacten, sms-berichten, foto’s, video’s en muziek. De back-ups van pc’s en smartphones zijn van elkaar gescheiden, maar delen wel dezelfde beschikbare schijfruimte. Je kunt zelfs back-ups maken van je OneDrive-bestanden door je OneDrive-account te koppelen aan iDrive. Naast het maken van back-ups biedt iDrive nog een gewone synchronisatie-optie voor bestanden en een mogelijkheid om tegelijkertijd aan bestanden te werken via Sync en Docs. Die dienst moet je wel apart via de webinterface inschakelen.

iDrive maakt hiervoor gebruik van een eigen online kantoorsoftwareomgeving. De bestanden die je daarin aanmaakt, zijn overigens wel volledig compatibel met Microsoft Office. Prijzen zijn nog redelijk schappelijk: per jaar betaal je 42 euro voor 2 TB aan opslagruimte.

Google Drive

©PXimport

Met Google Drive concurreert Google direct met Microsofts OneDrive, al krijg je bij Google wel meer gratis opslag: 15 GB. Als je een Android-telefoon hebt, worden je telefoonback-ups en bijvoorbeeld je WhatsApp-archief automatisch opgeslagen in Google Drive. De inhoud van die back-ups kun je alleen niet bekijken in de online omgeving. Er zijn ook losse apps beschikbaar voor Android, iOS en Windows, maar Google Foto’s maakt daar geen onderdeel meer van uit, dat moet je apart downloaden.

Een belangrijk onderdeel van Drive voor Windows-gebruikers is Google Docs. Dat biedt je de mogelijkheid om met meerdere gebruikers samen te werken aan Office- en Google-documenten. De synchronisatie- en back-up-app voor Windows is enkele maanden geleden vervangen door een nieuwe versie. Hiermee kun je nu ook continu back-ups maken van geselecteerde mappen.

Hoewel je van Google misschien scherpe prijzen zou verwachten, valt dat tegen: van de populaire clouddiensten is Google Drive met 19,90 euro per jaar voor 100 GB niet de goedkoopste en voor een abonnement met een maximale opslag van 30 TB zelfs de duurste: daar betaal je bijna 3600 euro per jaar voor.

Strato HiDrive

©PXimport

Strato’s HiDrive-dienst loopt ook al een tijdje mee. Een gratis versie van HiDrive is nog steeds beschikbaar, maar je moet even zoeken; op de homepage van het bedrijf vind je ‘m namelijk niet terug, wel via www.free-hidrive.com. Bij een gratis account krijg je 5 GB opslag, die je kunt verhogen naar 10 GB als je in totaal vijf vrienden uitnodigt (die ook een account moeten aanmaken).

Strato heeft apps voor Windows, macOS, iOS en zelfs voor Synology-nas’en. De app voor Windows biedt de mogelijkheid om een stationsletter te koppelen, waardoor je de dienst als netwerkschijf via WebDAV kunt gebruiken. Met behulp van een lokale synchronisatiemap kun je al je bestanden naar de cloud uploaden. Via de webinterface heb je verschillende mogelijkheden, zoals bestanden en mappen uploaden en bestanden delen met anderen door middel van een link.

Er is een apart onderdeel voor al je foto’s, van waaruit je een grotere versie kunt bekijken en ze links- of rechtsom kunt draaien. Aparte back-ups maken van mappen is ook mogelijk, maar voor die functionaliteit moet je apart betalen; dat zit niet bij het gratis pakket. De online navigatie binnen de cloudomgeving is wat onlogisch en het is niet direct duidelijk waar je cloudbestanden zich bevinden.

TransIP Stack

©PXimport

Hostingprovider TransIP biedt met Stack een eigen gratis clouddienst met maar liefst 1 TB opslag. Iedereen kan zich aanmelden, maar het nadeel is dat accounts niet direct worden geaccepteerd. Hierdoor kan het voorkomen dat je een aantal dagen moet wachten voordat je aan de slag kunt. Stack is de afgelopen jaren echter wel flink uitgebreid, wat het wachten op activatie waard kan zijn. Er zijn nu bijvoorbeeld ook synchronisatie-apps beschikbaar voor Windows, macOS, Linux en de mobiele platforms.

Als je een Stack-account hebt, krijg je ook een webadres dat aan dat account wordt gekoppeld: https://gebruikersnaam.stackstorage.com. Op de achtergrond maakt Stack gebruik van ownCloud, waardoor de app van die dienst ook werkt met Stack. Met WebDAV-ondersteuning kun je je cloudopslag als een stationsletter koppelen in het besturingssysteem. Vanuit de webinterface kun je bestanden openen, downloaden en uploaden, en ook eenvoudig mappen en bestanden delen.

Je kunt zelfs opgeven of iemand ook naar een gedeelde map mag uploaden, en daar is geen account voor nodig. Back-ups maken is met het gratis account ondanks de enorme opslag die je krijgt niet mogelijk. Daarvoor heb je een betaald Stack-account nodig. Er is ook een app voor Android, maar het lukte ons niet om deze werkend te krijgen.

Microsoft OneDrive

©PXimport

Een van de bekendste clouddiensten is ongetwijfeld OneDrive van Microsoft. Iedereen met een Outlook- of Hotmail-account heeft gratis toegang tot 5 GB opslagruimte. Als je een nieuw account aanmaakt bij OneDrive, heb je ook meteen toegang tot mail en alle onlineversies van Office, zoals Word, Excel en PowerPoint, en kun je gebruikmaken van diensten als Skype.

OneDrive is voornamelijk gericht op synchronisatie van al je bestanden op alle apparaten. Er is een Windows-client beschikbaar die zelfs in Windows 10 is ingebakken, en voor Android, iOS en Windows Phone zijn mobiele apps beschikbaar. De mobiele app kan standaard back-ups maken van al je foto’s en video’s, en desgewenst ook van andere locaties op je smartphone. De online OneDrive-omgeving biedt veel mogelijkheden; alle bestanden zijn als preview te bekijken, waarbij je Office-documenten ook online kunt bewerken. Een aparte back-upfunctie is niet aanwezig.

Extra opslag verdienen is niet meer mogelijk met OneDrive. Als je meer opslag wilt, moet je betalen. Sinds enige tijd biedt Microsoft ook een OneDrive-only-abonnement aan. Voor 2 euro per maand mag je 50 GB aan spullen opslaan, maar krijg je geen toegang tot de software van Office 365. Wil je de meeste opslagruimte voor OneDrive, dan betaal je voor een abonnement met 5 TB opslag 99 euro per jaar.

Mega

©PXimport

Mega biedt 50 GB gratis opslag, plus tal van mogelijkheden om je opslagruimte nog eens te vergroten. Dat kan onder meer door de app te installeren en anderen ook een account te laten afsluiten. In totaal kun je tot 45 GB extra gratis opslag verdienen.

Als enige clouddienst in deze test maakt Mega gebruik van een zogeheten overdrachttegoed: je mag maandelijks een bepaald aantal GB’s downloaden, maar dat aantal kun je verhogen door bijvoorbeeld vrienden lid te maken of apps te installeren. Doe je niks, dan heb je standaard een overdrachtslimiet van 40 GB voor een periode van 133 dagen. Dat geldt ook wanneer je vanaf een gedeelde Mega-locatie van andere gebruikers wilt downloaden.

Er zijn apps voor Windows en Android, en de Android-app laat je ook je video’s en foto’s naar de clouddienst back-uppen. De Windows-client kan alleen bestanden synchroniseren. De betaalde versies van Mega zijn relatief goedkoop: voor een jaarbedrag van 299 euro heb je 8 TB opslagruimte.

Livedrive

©PXimport

Bij LiveDrive kun je alleen kiezen tussen een Personal- en Business-abonnement. Het nadeel van LiveDrive is dat er geen goede gratis versie is om de functionaliteit mee uit te proberen. Oké, je kunt een gratis testperiode van veertien dagen aangaan, maar dan moet je al wel je betaalgegevens opgeven en dat kan alleen als je een creditcard hebt. En let op dat je na die twee weken niet al je bestanden alleen bij LiveDrive in de cloud hebt staan, anders kun je er niet meer bij.

Met het Business-abonnement kunnen verschillende personen samenwerken aan documenten in de cloud, en kun je back-ups maken van meerdere pc’s of smartphones (tot vijf apparaten). Bij de Personal-variant is dat beperkt tot één apparaat en kun je geen back-ups maken van je smartphone. In alle gevallen krijg je wel onbeperkte opslag. Het goedkoopste Personal-abonnement kost 6 euro per maand.

Er zijn ook abonnementen met een extra zogeheten ‘Briefcase’-optie, waarbij je bestanden kunt synchroniseren tussen meerdere apparaten. Het grootste voordeel van LiveDrive is de prijs: je betaalt maximaal 204 euro per jaar en dan mag je onbeperkt data opslaan voor vijf apparaten.

HubIC

©PXimport

De afkorting HubiC staat voor Hub in the Cloud, oftewel je verzamelplek in de cloud. Bij een gratis account krijg je 25 GB opslag, maar door vrienden een uitnodiging te sturen (maximaal vijf) kun je die laten groeien tot maximaal 50 GB. Overigens is HubiC de goedkoopste betaalde clouddienst in dit artikel; je betaalt er namelijk maar 50 euro per jaar voor 10 TB opslag.

Ter vergelijking: bij TransIP betaal je voor hetzelfde aantal gigabytes 600(!) euro per jaar. Je kunt HubiC gebruiken als permanent back-upsysteem voor je computer. In het contextmenu van Windows Verkenner verschijnt – na het installeren van de synchronisatie-app – de extra optie Back-up als je met de rechtermuisknop op een map klikt. Je kunt vervolgens opgeven hoe vaak de back-up moet worden gemaakt en hoeveel oudere versies van bestanden bewaard mogen blijven.

De webinterface biedt wat minder opties. Zo kun je van bestanden niet de inhoud bekijken, maar ze alleen downloaden. Ook ontbreekt een zoekfunctie, waardoor het lastiger is om je bestanden terug te vinden. Het delen van bestanden vanuit de webinterface is eenvoudig en je kunt zelf opgeven hoelang een link naar een gedeeld bestand geldig moet blijven: vijf, tien of dertig dagen.

Dropbox

©PXimport

Bij het aanmaken van een Dropbox-account op de site doorloop je eerst een aantal stappen. Geef je bij een van die stappen aan dat je met meerdere mensen wilt samenwerken, dan wordt er een zakelijke variant aangeboden. Even goed opletten dus. Bij Dropbox heb je de beschikking over een synchronisatie-app voor Windows die erg veel lijkt op de OneDrive-app van Microsoft. Gebruikers met wie je een bestand deelt, moeten echter wel een account hebben bij Dropbox.

Als alternatief kun je ook gewoon een link sturen, maar dan kan de persoon het bestand niet bewerken; alleen downloaden is dan nog een optie. Het is dus wat omslachtig om samen te werken met iemand die geen account heeft bij Dropbox. De Windows-app van Dropbox nestelt zich desgewenst als plug-in in Microsoft Office, waardoor je bijvoorbeeld in Word direct een bestand met iemand anders kunt delen.

Gratis opslag is met 2 GB eigenlijk wat te beperkt, maar voor 99 euro per jaar kun je een 1 TB-account nemen. Voor zakelijke gebruikers zijn er verschillende abonnementen, waarvan de goedkoopste maandelijks 10 euro per gebruiker kost.

Memopal

©PXimport

Een relatief onbekende clouddienst is het Italiaanse Memopal. Bij deze dienst krijg je 3 GB gratis cloudopslag en er zijn apps beschikbaar voor Windows, Android en iOS. De mobiele apps maken automatisch back-ups van je foto’s en contacten. Je kunt je niet voor een nieuw account aanmelden op de site; dat moet via een van de apps.

Als je eenmaal een account hebt, kun je wel online inloggen en je bestanden bekijken. Daarnaast heb je de mogelijkheid om tot maximaal drie vrienden uit te nodigen. Bij een succesvolle registratie van de nieuwe accounts krijg je 500 MB per gebruiker, en die 500 MB wordt ook opgeteld bij het account van de nieuwe gebruiker. De Memopal-app voor Windows biedt automatische back-upfunctionaliteit voor pc’s, maar ook een los synchronisatieonderdeel waarmee je bestanden tussen apparaten kunt synchroniseren.

Via de webinterface kun je mappen en bestanden delen met anderen via een gedeelde link, die je wel zelf naar je gebruikers moet sturen – bijvoorbeeld via e-mail. De navigatie van de mobiele app voor Android werkt niet helemaal prettig en je kunt er alleen back-ups van foto’s mee maken.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 in hoogte verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek
© LIGHTFIELD STUDIOS - stock.adobe.com
Huis

Waar voor je geld: 5 in hoogte verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek

Bij ID.nl zijn we gek op producten met een mooie prijs of die iets bijzonders te bieden hebben. Daarom gaan we een paar keer per week op zoek naar zulke deals. Dit keer een bijzondere categorie die nog niet eerder aan bod is geweest: verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek.

Veel mensen die thuiswerken heb niet altijd de mogelijkheid om een apart bureau te gebruiken en ziten bijvoorbeeld vaak aan de eet- of keukentafel. Toch kan het lonen om te investeren in een goed bureau, omdat daarmee - in combinatie met een goede stoel - je werkhouding een stuk beter wordt. Wij bekijken vijf handige bureaus 's die in hoogte verstelbaar zijn.

Casaria 160x75

Het tafelblad van dit bureau uit de Casaria‑lijn is in hoogte verstelbaar van 73 tot 118 cm en beweegt met een snelheid van 2,25 cm per seconde. Je bedient de motor via een lcd‑scherm en kan twee voorkeursstanden opslaan, zodat je met één druk op de knop naar je favoriete werkhoogtes gaat. Er zit ook een herinneringsfunctie in die je eraan herinnert om weer te gaan staan of juist te zitten. Met het robuuste stalen frame en een draagvermogen van 80 kg is het bureau geschikt voor zware monitoren. Handige details zijn de kabelgeleider, beker‑ en koptelefoonhouder en in hoogte verstelbare poten. Het blad van 160 × 75 cm bestaat uit twee delen en is afgewerkt met melamine zodat het tegen een stootje kan. Dit bureau komt inclusief montagebenodigdheden en is verkrijgbaar in verschillende kleurvarianten.

Specificaties

Bladformaat: 160x75cm
Hoogte: 73 tot 118cm
Belastbaar tot: 80kg

Avalo 140x60

Avalo levert dit elektrisch verstelbaar bureau (de P58) met een compact blad van 140 × 60 cm. De hoogte is traploos verstelbaar van 73 tot 117 cm en kun je drie verschillende hoogtestanden opslaan. Dat is handig als je het bureau deelt met collega's of medethuiswerkers, of wanneer je snel wilt wisselen tussen zit‑ en stahouding. De bediening gebeurt via een bedieningspaneeltje aan de voorkant; met één druk op de knop gaat het blad naar de gewenste stand. Het frame is gemaakt van staal, het blad van P2‑melamine en de rand is afgewerkt met hittebestendig ABS. Verder wordt benadrukt dat het bureau plug‑and‑play is: je hoeft alleen de stekker in het stopcontact te steken en kunt meteen aan de slag. Door het smalle ontwerp past het bureau goed in kleinere kamers, maar biedt het toch voldoende ruimte voor een monitor, toetsenbord en documenthouder. Voor wie een elektrische zit‑sta‑oplossing zoekt met geheugenfunctie en solide materialen is dit model een optie.

Specificaties

Bladformaat: 140x60cm
Hoogte:73 t/m 117cm
Belastbaar tot: onbekend

Avalo 120x60

Dit is een kleinere variant van de hierboven besproken Avalo AP58. Dit model heeft een 20 cm minder breed blad, maar uiteraard ook elektrisch verstelbaar. Net als de grotere uitvoering varieert de hoogte van 73 tot 117 cm en kan het bureau drie standen onthouden. Voor het instellen gebruik je een eenvoudige bediening waarbij je een favoriete zit‑ en stahoogte opslaat en later oproept. Het frame bestaat uit staal en het blad uit melamine met een rand van warmtebestendig ABS. D tafel weegt 27 kg en is het daardoor stabiel zonder moeilijk te verplaatsen. Ook deze uitvoering is plug‑and‑play; je hoeft geen ingewikkelde montage uit te voeren. Door de compactere afmetingen is dit model ideaal voor kleinere werkplekken of voor wie extra apparatuur (zoals een printer) op een tweede tafel wil plaatsen. De strakke vormgeving past in verschillende interieurs en de elektrische motor zorgt ervoor dat je eenvoudig van houding wisselt.

Specificaties

Bladformaat: 120x60cm
Hoogte: 73 t/m 110 cm
Belastbaar tot: onbekend

VDD Gaming 118x58cm

Het frame van deze VDD is elektrisch in hoogte verstelbaar van 73 tot 118 cm. Hiermee wissel je gemakkelijk tussen zitten en staan en kun je de juiste houding aannemen voor langdurige sessies. Het witte werkblad van 118 × 58 cm biedt voldoende ruimte voor een monitor en toetsenbord en dankzij de krachtige motor is het maximaal belastbaar tot 60 kg. De tafel wordt geleverd met instructies en alle benodigde onderdelen, waardoor je de montage zelf kunt uitvoeren. Er worden geen extra functies zoals geheugenstanden vermeld, waardoor je elke gewenste hoogte handmatig instelt. Voor wie een elektrisch verstelbaar bureau zoekt dat weinig ruimte inneemt, is dit een praktische optie; vooral gamers zullen baat hebben bij het kunnen aanpassen van de werkhoogte tijdens een sessie.

Specificaties

Formaat: 118x58cm
Hoogte: 73 tot 118cm
Belastbaar tot: 60kg

Schaffenburg Linesto Plus 140x80

Het Schaffenburg Linesto Plus‑bureau is een rechthoekige tafel met een T‑poot. Het frame is zonder gereedschap te monterenen in hoogte verstelbaar met een drukknop tussen 65,5 en 85,5 cm. De maximale belasting bedraagt 70 kg. De hoogtebediening gebeurt via een knop aan het onderstel; er zijn geen geheugenstanden. De tafel is voorzien van een 25mm dik melamine blad, een metalen onderstel en stelvoeten om de tafel waterpas te zetten. Kabelbeheer is mogelijk via accessoires, en er zijn diverse blad‑ en framekleuren beschikbaar. Het Schaffenburg-bureau heeft verder een stalen frame met twee telescoperende buisdelen en een krasvaste coating. Als enige in dit overzicht is deze Linestor geen zit/sta-bureau, maar kan hij in zithoogte tot maximaal 85,5 cm worden gebracht.

Specificaties

Formaat: 140x80cm
Hoogte: 65 tot 85,5 cm
Belastbaar tot: 70kg

▼ Volgende artikel
Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets
Huis

Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets

Sinds juni 2025 is het voor fabrikanten van smartphones verplicht om een energiebabel voor hun apparaten te voeren. De consument kan aan de hand van het energielabel zien hoe energiezuinig een telefoon is, maar ook hoe makkelijk het is om de telefoon te (laten) repareren en wat het updatebeleid voor de software is. Door middel van het nieuwe energielabel kun je dus veel bewuster kiezen voor een bepaalde telefoon.

Het energielabel werd ooit bedacht om apparaten op een uniforme manier te vergelijken, los van marketingclaims. Door elk product in te delen op een schaal van A tot en met G ontstaat ruimte om echte koplopers te herkennen en achterblijvers aan te sporen. Smartphones waren nog niet eerder voorzien van een energielabel, maar hebben dat vanaf juni 2025 wel gekregen. Dat is logisch, want bij smartphones draait energie-efficiëntie niet alleen om het stopcontact, maar vooral om hoe slim hardware en software met de energie van een accu omgaan en hoeveel jaren je uit dezelfde telefoon haalt. Door die informatie eenduidig te tonen, verschuiven de argumenten over de oplaadtijd en de schermgrootte naar hoelang een telefoon meegaat en hoe makkelijk hij te repareren is.

Ter illustratie: het nieuwe energielabel voor smartphones en tablets toont de batterijduur bij gemiddeld gebruik, maar ook of hij valbestendig is en hoe makkelijk hij gerepareerd kan worden.

Energie en duurzaamheid

Een smartphone gaat gemiddeld gezien wel een dagje mee op een enkele acculading, afhankelijk natuurlijk van het gebruik door de eigenaar. Erg veel energie wordt er dus niet verspild, maar de grootste winst wat betreft het klimaat is vooral te behalen uit de levensduur van de smartphone en of deze makkelijk te repareren is. De EU koppelt het nieuwe energielabel aan het eco-design van de telefoon. Het label dat de telefoon krijgt, is afhankelijk van een aantal factoren en is een gemiddelde van de prestaties van al deze factoren. Welk factoren dat zijn, lichten we je hieronder verder toe.

Waar vind je het nieuwe energielabel?

Wanneer je online een nieuwe telefoon koopt, vind je het algemene energielabel doorgaans bij het product zelf. Je ziet echter niet direct de andere onderdelen waarop de telefoon is beoordeeld. In een fysieke winkel is het de bedoeling dat er bij de telefoon een kaartje of bordje is geplaatst, met daarop een QR-code waarmee je direct op de juiste informatiepagina van EPREL komt.

In een webwinkel zul je meestal geen QR-code tegenkomen, maar alleen het energielabel zelf. Vaak kun je – zoals bij Mediamarkt – een productspecificatie-pdf downloaden met de extra informatie, waarin ook weer een QR-code is opgenomen, waarmee je naar de EPREL-site wordt doorgestuurd.

Levensduur accu

Het nieuwe energielabel laat zien wat de gemiddelde levensduur van de accu van de telefoon is. Dat wordt bekeken aan de hand van het aantal laadcycli: hoe vaak kan een telefoon opnieuw worden opgeladen voordat de kwaliteit van de accu achteruit gaat? Daarbij wordt een capaciteitsvermindering van 80 procent aangehouden: na hoeveel keer laden is de capaciteit tot 80 procent gedaald? Hoe hoger dit getal, des te betrouwbaarder is de accu.

Op het uitgebreide energielabel zie je hoe vaak een accu opnieuw kan worden opgeladen totdat de totale capaciteit tot 80 procent daalt.

Uithoudingsvermogen

Uiteraard wordt er ook gekeken naar de gebruiksduur van een telefoon of tablet als deze volledig is opgeladen. Door het uitvoeren van een zogeheten reallife-situatie wordt het gemiddelde gebruik van een smartphone geëmuleerd. Hoeveel uur en minuten je met de smartphone kunt werken op die enkele lading, wordt op het label getoond.

Hoelang houdt de batterij van de telefoon of accu het vol bij gemiddeld gebruik? Ook dat zie je op het energielabel terug.

Vrije val

Een van de andere eigenschappen waarop wordt getest, is de vrije val-test. Hoe snel gaat een telefoon kapot als je deze vanaf een bepaalde hoogte op een harde ondergrond laat vallen? Misschien vraag je je af wat dit met duurzaamheid te maken heeft? Nou, heel veel: als je telefoon snel kapot gaat als je hem laat vallen, moet je al snel een nieuwe. Niet heel duurzaam dus. Op het energielabel vind je de valbestendigheid tussen de A en E. Hoe lager de letter (A), des te beter kan zo'n telefoon een val overleven. De test is gebaseerd op een val van 1 meter boven een verharde ondergrond en wordt met vijf modellen van hetzelfde toestel tot wel 270 keer uitgevoerd.

Valtest vanaf 1 meter, hoe minder snel een telefoon stuk gaat, des te hoger is het label dat hij toegekend krijgt.

Elke keer dat een telefoon is gevallen, wordt gecontroleerd of het scherm nog functioneert en reageert op aanrakingen, of de camera het nog doet, of de mobiele functies als wifi en mobiel nog werken, of de telefoon kan worden opgeladen en of de audio nog goed functioneert. Barsten in het frame of het glas worden wel geaccepteerd, mits de telefoon nog veilig kan worden gebruikt. Bijvoorbeeld als het glas wel gebarsten is, maar geen splinters heeft.

Hoe goed een telefoon beschermd is tegen valschade is ook onderdeel van het energielabel. Het scherm mag daarbij overigens wel gebarsten zijn, het is geen glastest.

Bescherming tegen stof of water

Ook de zogeheten IP-tests (IP = Ingression Protection, of indringbescherming) worden uitgevoerd bij de telefoons en zijn een belangrijk onderdeel van de algehele score die een telefoon krijgt. De apparaten worden getest op het binnendringen van stof en water. De waterbestendigheidstest controleert bijvoorbeeld of een smartphone bestand is tegen spatwater vanuit verschillende richtingen, zonder dat de werking of veiligheid van het toestel wordt aangetast. Hiermee wordt gegarandeerd dat een telefoon in elk geval bestand is tegen vocht, bijvoorbeeld bij het gebruik tijdens een regenbui, het morsen van vloeistof of het gebruik van natte handen.

Of een telefoon waterdicht is, wordt ook getest.

Repareerbaarheid

Een ander duurzaamheidsonderdeel waar de EU goed naar kijkt, is de repareerbaarheid van een smartphone. Dat omvat een groot aantal parameters, zoals welke onderdelen makkelijk te vervangen zijn, in hoeverre een consument bepaalde onderdelen zelf kan vervangen, en hoelang en hoe goed bepaalde onderdelen van de telefoon op voorraad zijn.

Zelf zoeken op de EPREL-site is lastig

Het zelf zoeken van gegevens van smartphones en tablets op de EPREL-site is niet heel eenvoudig. Dat komt omdat de algemene productwebsite gemaakt is om te zoeken op merk of op typenummer. Dat is prima voor wasmachines of koelkasten, die je vaak aantreft als merk+typenummer, maar bij smartphones werkt dat anders. Een model als de Samsung Galaxy S25 bijvoorbeeld zul je niet vinden met een zoekopdracht op 'S25 'of 'Galaxy S25', maar alleen op het typenummer SM-S931B. Dat typenummer wordt echter bijna nergens gecommuniceerd en is ook niet wat Samsung communiceert in bijvoorbeeld marketing-uitingen.

Ook kun je niet zoeken op EAN-code, terwijl die code juist kan worden gebruikt om een exact model van een bepaald product te kunnen vinden. Kortom: wat het zoeken van de gegevens van een smartphone betreft kan de EU nog wel wat verbeteren.

De EU wil dat smartphones langer meegaan en eenvoudiger te herstellen zijn – zowel door professionele reparateurs als (in bepaalde gevallen) door consumenten zelf. De eisen met betrekking tot repareerbaarheid blijven minimaal zeven jaar gelden na het einde van de verkoop van een model.

©WICHAN SHOP

Als het aan de EU ligt, moeten consumenten ook zelf telefoons kunnen repareren.

Een fabrikant van een smartphone moet garanties kunnen geven met betrekking tot de ondersteuning van een telefoon. Als een toestel op de Europese markt wordt uitgebracht, mag de consument verwachten dat een telefoon zeven jaar na het verschijnen van de telefoon op de markt nog steeds gerepareerd kan worden.

Onderdelen

De reparatie- of 'vervangarantie' geldt voor alle essentiële onderdelen van een smartphone of tablet, zoals de accu, camera's, externe poorten voor audio en opladen, de microfoons en luidsprekers, de knoppen en de scharnieren als het een opklapbare telefoon betreft. De fabrikant moet zelfs de schroefjes op voorraad hebben als de originele niet meer kunnen worden gebruikt.

De bovenste onderdelen kunnen door een fabrikant of een telefoonreparateur worden gerepareerd, maar de EU vindt dat ook consumenten zelf onderdelen moeten kunnen bestellen en vervangen, zoals de accu, de achterzijde, de hele beeldschermunit en de oplader. Voor die zelfrepareerbaarheid krijgt een telefoon ook een waardering van A t/m E. De fabrikant is daarnaast verplicht om aan te geven waar reserveonderdelen te verkrijgen zijn, welk gereedschap er nodig is om de reparatie te kunnen uitvoeren en waar je de benodigde handleidingen kunt vinden.

Hoelang de telefoon wordt ondersteund qua software-updates en interne onderdelen wordt ook vermeld en de telefoon krijgt hiervoor een eigen classificatie.

Reparatie-index

Telefoonfabrikanten moeten dus uitgebreide informatie geven over hoe je je smartphone kunt repareren, maar ook over de complexiteit van de reparatie. Zijn de onderdelen die je wilt vervangen bijvoorbeeld makkelijk te bereiken, of moet je eerst andere onderdelen verwijderen om erbij te kunnen? Ook dat wordt allemaal opgenomen in de uiteindelijke classificering van de telefoon: hoe minder stappen er nodig zijn, des te hoger is de score die wordt toegekend.

Hoe makkelijk is een telefoon te repareren en hoelang zijn reserve-onderdelen beschikbaar? Dat geeft dit onderdeel van het energielabel aan.

Tot slot

De Europese Unie heeft met het nieuwe energielabel voor smartphones een goede stap gezet in de richting van duurzaamheid. Het uiteindelijke doel is om ervoor te zorgen dat fabrikanten meer hun best gaan doen om een zo makkelijk mogelijk te repareren telefoon uit te brengen. Deze strengere regels in de EU betekenen ook dat deze toestellen in andere landen buiten de EU makkelijker te repareren zullen zijn, omdat een telefoonfabrikant waarschijnlijk niet compleet verschillende uitvoeringen van een model smartphone gaat maken. Maar of consumenten in landen buiten de EU ook zo makkelijk zelf aan onderdelen kunnen komen, is dan nog maar de vraag; deze mate van tegemoetkoming aan of bescherming van de consument gelden vaak niet in andere landen. Fabrikanten hoeven deze informatie dus niet beschikbaar te stellen in landen buiten de EU.