ID.nl logo
Huis

Alles over de techniek achter wifi-standaard WPA3

Sinds de eerste wifi-standaard uit 1997 is wifi voorzien van versleuteling, zodat het draadloze verkeer niet afgeluisterd kan worden. Oorspronkelijk werd de beveiliging wep gebruikt die vervolgens vervangen werd door wpa en wpa2. Sinds kort bestaat ook wpa3 als opvolger. Wat is er verbeterd?

In 2003 werd het onveilige en gekraakte wep (Wired Equivalent Privacy) vervangen door tussenoplossing wpa (Wi-Fi Protected Access), en in 2004 werd de echte opvolger van wep vastgesteld in de vorm van wpa2. Lange tijd leek wpa2 veilig te zijn, maar in 2017 bleek met de onthulling van KRACK (Key Reinstallation Attack) dat wpa2 niet langer gegarandeerd veilig meer is.

Het is na veertien jaar de hoogste tijd voor een bijgewerkte beveiliging en die is er in de vorm van wpa3. Net als bij voorganger wpa2 wordt er bij wpa3 onderscheid gemaakt tussen een personal- en enterprise-variant. In wpa3-enterprise is weinig veranderd ten opzichte van wpa2-enterprise, al zijn de richtlijnen om de beveiliging goed te implementeren strikter geworden. Wel is er een extra sterke optionele 192bit-versleuteling toegevoegd voor instellingen of ondernemingen met hoge veiligheidseisen zoals de overheid of defensie.

Thuis zul je doorgaans gebruikmaken van de personal-variant van wpa waarin je een wachtwoord gebruikt om toegang te krijgen tot een netwerk. Juist die personal-variant is met wpa3 een stuk veiliger geworden.

WPA3-encryptie

Wep is gebaseerd op 64- of 128bit-rc4-versleuteling met een vaste sleutel. Dat zorgde ervoor dat wep eenvoudig bleek te kraken. Stoplap wpa gebruikt dezelfde rc4-versleuteling, maar in combinatie met Temporal Key Integrity Protocol (TKIP) zodat dynamische sleutels gebruikt worden. Het gebruik van dezelfde rc4-versleuteling als basis zorgde ervoor dat apparatuur met ondersteuning voor wep eenvoudig bijgewerkt kon worden naar het veiligere wpa.

De echte oplossing was wpa2, dat gebruikmaakt van CCMP (Counter Mode CBC-MAC Protocol) op basis van betere 128bit-aes-versleuteling. De beveiliging van wpa2 werkt op basis van de zogenoemde pre-shared key (psk) oftewel het wifi-wachtwoord. De sleutel zelf wordt niet in eenvoudig leesbare tekst door de lucht gegooid. Op basis van een ‘four-way handshake’ bewijzen client en accesspoint door middel van versleutelde berichten aan elkaar dat ze op basis van dezelfde psk werken. Wanneer dat bewezen is, wordt er een daadwerkelijke encryptiesleutel uitgewisseld.

Sinds 2006 is wpa2 een verplicht onderdeel van nieuwe apparatuur. De kwetsbaarheid van wpa2 zit hem in de psk die in de four-way handshake als basis voor een deel van de communicatie gebruikt wordt. Die communicatie kan worden opgenomen en zo offline gekraakt worden om toegang tot het netwerk te krijgen. Hierbij kan een client van het netwerk afgegooid worden zodat de four-way handshake opnieuw wordt uitgevoerd.

©PXimport

De verbetering van wpa3 zit hem in de manier waarop de encryptiesleutel wordt uitgewisseld. Wpa3 is net als wpa2 gebaseerd op aes-versleuteling, maar maakt gebruik van Simultaneous Authentication of Equals (SAE) dat de pre-shared key vervangt. SAE gebruikt iets dat Dragonfly heet om de encryptiesleutel tussen client en netwerk uit te wisselen. Het wifi-wachtwoord wordt hierbij gebruikt om voor iedere nieuwe client een unieke sleutel, de Pairwise Master Key (PMK), uit te wisselen die vervolgens als basis voor de encryptie wordt gebruikt.

Vervolgens wordt net als bij wpa2 de four-way handshake gebruikt. Zelfs als het wifi-wachtwoord uitlekt, is het niet mogelijk om de unieke sleutel te achterhalen en de encryptie te breken. Het is ook niet langer mogelijk om de four-way handshake op te nemen om deze offline te kraken.

Overgangsperiode

Maar als je router of accesspoint geschikt is voor wpa3, betekent dat niet dat al je clients ook met wpa3 kunnen omgaan. Een router of accesspoint met ondersteuning voor wpa3 krijgt daarom een WPA3-Personal Transition Mode. Hierbij wordt voor apparaten die dat ondersteunen verplicht wpa3 gebruikt, terwijl voor oudere apparaten wpa2-personal beschikbaar blijft. Wpa3 en wpa2 kunnen zo door elkaar gebruikt worden waarbij ook hetzelfde wifi-wachtwoord gebruikt wordt.

Er wordt wel aangeraden om de Transition Mode zodra het kan uit te schakelen en enkel ondersteuning voor wpa3 in te schakelen. Overigens is wpa2 ook direct de enige alternatieve beveiliging die toegestaan wordt, het normale wpa wordt dus niet langer ondersteund.

Easy Connect

Wifi heeft in de vorm van wps een manier om apparaten eenvoudig toe te voegen aan een beveiligd netwerk zonder dat de beveiligingssleutel hoeft te worden ingetikt. Voor het koppelen via wps volstaat het indrukken van knopjes of een pincode. Helaas is wps ook niet veilig en kun je de ondersteuning beter uitschakelen op je router of accesspoint. Met Easy Connect voegt de WiFi Alliance een nieuwe methode toe aan wifi waarmee apparaten zonder beveiligingssleutel met het netwerk verbonden kunnen worden.

Zo kan een apparaat toegevoegd worden via het scannen van een qr-code met een smartphone. Via een beveiligde verbinding worden vervolgens de gegevens van het netwerk uitgewisseld. Als alternatief voor de qr-code kan ook een code worden ingetikt. Hoewel het tegelijkertijd met wpa3 is aangekondigd, is Easy Connect geen onderdeel van wpa3, en kan het ook geïmplementeerd worden in combinatie met wpa2.

Ontwikkelingen wifi-beveiliging 1997 Wep: rc4-encryptie met vaste sleutel. 2001 Wep gekraakt. 2003 Wpa: rc4-encryptie met wisselende sleutel. 2004 Wpa2: aes-encryptie met wisselende sleutel. 2006 Wps: eenvoudig verbinding maken. 2011 Wps blijkt onveilig. 2017 Kwetsbaarheden gevonden in wpa2. 2018 Wpa3: aes-encryptie met verbeterde sleutel. 2018 Easy Connect: eenvoudig verbinding maken. 2018 Enhanced Open: betere beveiliging open netwerken.

Hoewel officieel ook geen onderdeel van wpa3, worden open netwerken in de toekomst onder de naam Wi-Fi Enhanced Open beter beveiligd. In de basis komt het erop neer dat wanneer een gebruiker met een open netwerk zonder wachtwoord verbinding maakt, er toch versleuteling wordt gebruikt. Zo kan het draadloze verkeer dat door de lucht gaat niet langer afgeluisterd worden. Een kanttekening is wel op zijn plaats: hoewel iedere vorm van beveiliging natuurlijk is meegenomen, beschermt Enhanced Open je uiteraard niet tegen valse accesspoints.

De toekomst

Ondersteuning vanuit draadloze routers of accesspoints is één ding, ook de clients moeten om kunnen gaan met wpa3. Moderne draadloze netwerken zullen in het begin zowel wpa2 als wpa3 door elkaar heen gebruiken en vermoedelijk zal het minimaal een paar jaar duren voordat wpa2 in de praktijk niet meer gebruikt wordt.

Ook zal er enige tijd verwarring zijn over welke beveiligingsmethoden precies ondersteund worden, omdat wpa3, Easy Connect en Wi-Fi Enhanced Open drie verschillende certificeringsprogramma’s zijn. Een router met wpa3 ondersteunt dus niet zonder meer Easy Connect of Wi-Fi Enhanced Open. Je moet dus goed opletten of je nieuwe router of accesspoint daadwerkelijk alle beveiligingsmethodes ondersteunt die je wilt hebben.

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.