ID.nl logo
Welke ssd's bestaan er en welke wil je?
© PXimport
Huis

Welke ssd's bestaan er en welke wil je?

Al jaren verkondigen we dat een ssd een onmisbare schakel in je computer is. Gelukkig wordt het elk jaar lastiger om nog desktops of laptops te vinden waar geen ssd in zit, en voor de prijs hoef je het vaak ook niet te laten. Toch blijken ssd’s nog flink van elkaar te verschillen, zowel in prestaties als in prijs. Welke ssd's bestaan er?

Niets heeft zo’n positieve invloed gehad op de snelheid die we ervaren bij het computeren als de komst van de ssd. Deze impact is groter geweest dan welke processor- of geheugenupgrade dan ook. Met een ssd start de pc veel sneller op en reageert hij rapper op letterlijk alles wat je van hem vraagt. Bovendien is de kans op storingen kleiner dan bij gebruik van een mechanische harde schijf met bewegende en kwetsbare onderdelen.

Ook de prijs is al enige tijd geen argument meer om nog voor een mechanische harde schijf te kiezen. Een goede 1TB-ssd kost pak ’m beet 100 euro en biedt voor de meeste gebruiksdoeleinden voldoende opslag. Alleen gebruikers die vele terabytes aan data willen opslaan, geven harde schijven nog enig bestaansrecht.

Lees ook: Zo upgrade je van hdd naar ssd

Van SATA naar M.2

Een ssd sluit je normaliter aan op een SATA- of M.2-poort op je moederbord. SATA is een bejaarde aansluiting waarmee we al jaren onze mechanische harde schijven aan de computer koppelen, en was ook de aansluiting die gebruikt werd door de eerste generatie ssd’s.

Maar ssd’s lopen al enkele jaren tegen de beperkingen van die SATA-poort aan. Daardoor wonnen M.2-PCIe-ssd’s sinds circa 2014 aan populariteit. Die waren niet beperkt tot de bescheiden snelheidslimieten van de SATA-poort (grofweg 550 à 600 MB per seconde). Bovendien waren ze kleiner en lichter. En omdat ze direct op het moederbord van je pc of laptop zitten, zijn er ook geen extra kabels voor nodig.

 In die eerste dagen waren M.2-ssd’s duurder dan SATA-ssd’s, maar dat is nu verleden tijd.

NVMe-ssd

Recente laptops en de betere computers van de afgelopen vijf à zes jaar hebben meestal wel een M.2-sleuf aan boord. Maar om zeker te weten of jouw pc ook daadwerkelijk ruimte heeft voor zo’n ssd, moet je je computer even controleren. Bij laptops geldt hetzelfde: sommige laptops hebben ruimte voor twee of zelfs drie M.2-ssd’s, maar lang niet allemaal. Controleer dus of er plek is alvorens je iets aanschaft. In sommige ultracompacte laptops kun je de opslag enkel uitbreiden door de fabrieks-ssd eruit te halen.

Heeft jouw systeem een M.2-aansluiting, dan moet je nog even checken welk communicatieprotocol gebruikt wordt. Praktisch alle M.2-aansluitingen ondersteunen zogeheten NVMe-ssd’s. Deze uitvoeringen zijn flink sneller dan SATA-ssd’s. Maar er bestaan ook M.2-aansluitingen die alleen overweg kunnen met M.2-SATA-ssd’s, al zijn die wel vrij zeldzaam. In deze test kijken we alleen naar snellere NVMe-ssd’s.

©PXimport

SLC, MLC, TLC en QLC

Lange tijd was de hoeveelheid bit aan data per cel de beste graadmeter voor kwaliteit en duurzaamheid. Als vuistregel gold: hoe minder data per cel, des te minder slijtage. Ssd’s die één bit per cel opsloegen (SLC), waren dus duurzamer dan ssd’s die twee of drie bit per cel opsloegen.

Tegenwoordig bestaan SLC-ssd’s voor consumenten niet meer vanwege de onredelijk hoge kosten, en ook 2bit-ssd’s zijn vanwege de kosten op hun retour. Het gros van de moderne ssd’s slaat drie bit data per cel op (3bit-MLC of -TLC), en een aantal uitzonderingen doet vier bit (4bit-MLC of -QLC). Dit kan helpen kosten te besparen, maar maakt ook grotere capaciteiten mogelijk. Zo zijn de enige twee QLC-ssd’s in deze test (Corsair MP400 en Sabrent Rocket Q) ook leverbaar met een capaciteit van 8 TB.

In de basis is een lager bitaantal beter, maar let op: sommige ssd’s passen handige technieken toe om ze in de praktijk alsnog sneller te maken. Staar je dus niet volledig blind op hoeveel bit er in een geheugencel past.

PCIe-gen4-ssd’s

Omdat de ontwikkelingen op het gebied van ssd’s elkaar rap opvolgden, werd al snel de volgende bottleneck bereikt: de PCIe-gen3-aansluiting die M.2-ssd’s in de periode 2014-2019 gebruikten. Deze interface had een overdrachtslimiet van zo’n 3500 MB per seconde en je kon er dus in iets meer dan een seconde een hele dvd mee wegschrijven, maar de overige ssd-componenten waren al tot veel meer in staat. 

Dankzij de introductie van de vierde generatie PCIe-aansluiting in 2019, met een theoretische doorvoer van circa 7000 MB per seconde, was er weer wat ruimte voor vooruitgang. Dat maakte de weg vrij voor de komst van zogeheten PCI Express gen 4.0 NVMe M.2-ssd’s, of kortweg gen4-ssd’s.

Wanneer heb je nu écht zo’n rappe gen4-ssd nodig? Als je een high-endsysteem hebt waarop je zware applicaties uitvoert (denk aan videobewerking), dan profiteer je zonder twijfel. Als je slechts een lichte pc-gebruiker bent (denk aan een beetje browsen of wat tikwerk), dan heeft gen 4 welgeteld nul meerwaarde.

Maar het mooie van technologische ontwikkelingen is dat ze heel snel op de prijs werken. Het gevolg is dat je vandaag de dag al rappe gen4-ssd’s kunt vinden voor de prijs van oudere SATA- of gen3-ssd’s. Op dit moment is het antwoord dan ook eenvoudig: waarom niet een sneller product kopen voor hetzelfde geld als een tragere variant?

©PXimport

Compatibiliteit

De meeste moderne systemen (vanaf 2019) kunnen profiteren van de extra snelheid van gen4-ssd’s. Dit geldt voor zowel AMD- als Intel-systemen, en voor zowel laptops als desktops.

Bovendien zijn deze ssd’s ook backward compatible, waardoor ze net zo goed bruikbaar zijn in minder moderne computers met wat oudere M.2-sloten. Omdat ssd’s normaliter vele jaren meegaan (de meeste hebben een garantieperiode van vijf jaar), haal je met deze ssd’s dus een product in huis dat prima een pc-upgrade of twee meekan.

Tot slot bestaan er tegenwoordig ook nog externe ssd's. Net zoals draagbare harde schijven sluit je die simpelweg via usb op je pc of laptop aan, waarbij je het meeste van de extra snelheden profiteert als je de ssd rechtstreeks via usb-c koppelt. Maar ook met een usb-a-aansluiting moet je al verschil merken. 

Voor externe ssd's betaal je wel meer voor minder opslagruimte vergeleken met een harde schijf, hoewel we ook hier zien dat de prijzen telkens verder worden gelijkgetrokken. 

▼ Volgende artikel
Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard
© Wesley Akkerman
Huis

Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard

Op papier (!) voegt de Amazon Kindle Paperwhite niet ontzettend veel toe. Maar de aanpassingen kunnen wel waardevol zijn voor iedereen die al jaren een (verouderde) Kindle-versie heeft. Wat brengt de 2024-variant?

Uitstekend
Conclusie

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen aanraden om over te stappen vanaf het 2021-model – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

Plus- en minpunten
  • Sneller
  • Hoger contrast
  • Groter scherm
  • Geen echte grote stap vooruit
  • Bekende minpunten

We vallen meteen met de deur in huis. Mocht je de 2021-versie van de Amazon Kindle Paperwhite gekocht hebben, dan zal de stap naar de 2024-variant te klein zijn om opnieuw 180 euro uit te geven aan een (eerlijk is eerlijk: voortreffelijke) e-reader. Maar als jouw Kindle uit 2018 of eerder komt, dan is het wél tijd om de overstap te maken. De Amazon Kindle van de twaalfde generatie heeft namelijk twee belangrijke en waardevolle aanpassingen.

Ten eerste is het systeem nu tot 25 procent sneller. Amazon geeft weinig informatie vrij over de processor en andere specificaties; maar als je een oude en nieuwe Kindle naast elkaar houdt, merk je dat verschil. Het menu reageert vlotter op je aanrakingen, waardoor je minder lang hoeft te wachten. Dit is met name merkbaar wanneer je iets moet intypen, als je een boek zoekt bijvoorbeeld.

Daarnaast is het scherm ten opzichte van de 2021-editie is het scherm met een inch gegroeid. Er past nu net wat meer op het scherm: wat ons betreft betekent dat vooral meer leesplezier. Dat hij daardoor een paar gram zwaarder en wat groter is dan de voorgaande Paperwhite mag eigenlijk geen naam hebben. Met een gewicht van 211 gram en een scherm van 7 inch blijft de 2024-variant namelijk nog steeds een e-reader die niet zwaar of ontzettend groot is. Het is nog steeds een compact apparaat dat je vrijwel overal mee naartoe kunt nemen.

©Wesley Akkerman

Kleine frustratie

Het apparaat ligt lekker in de hand, maar is tevens ontzettend glad waardoor we een hoesje eigenlijk verplicht vinden. Zo voorkom je dat je de e-reader stevig vast wilt houden, waardoor je mogelijk met je duim op het e-inkt-scherm tikt.

Tikken op het scherm betekent dat je van pagina wisselt in een boek of comic. Dat wil je natuurlijk niet per ongeluk doen, want dat kan je een beetje uit het lezen halen. Het is geen groot probleem, maar wel een kleine smet op de ervaring. Verder hebben we weinig aan te merken op het ontwerp. Onderop zit de knop waarmee je hem uit de slaapstand haalt. Ook zit hier de usb-c-poort waarmee je hem oplaadt. De accu kan het tot drie maanden uithouden.

©Wesley Akkerman

(Bijna) hetzelfde, verbeterd

Net als bij andere Kindle-modellen kun je de kwaliteit van het scherm aanpassen op je eigen zicht. Zo heb je verschillende niveaus van helderheid, die er zowel in de avond als overdag prima uitzien. Daarnaast ben je in staat de warmte van het scherm te veranderen. Dan maak je de digitale pagina's in feite meer geel dan wit, maar dat vinden we geen groot probleem. Na een seconde is je zicht daaraan gewend en lees je de woorden prettig van het schermpje. Ook de contrastverhouding is nu hoger. Dat zie je voornamelijk wanneer je comics of graphic novels leest. Een verbetering waarvan we zeggen: meer dan welkom. Maar...

©Wesley Akkerman

Oude(re) Kindle vervangen of niet?

...Ondanks de verbeteringen wat betreft snelheid, schermgrootte en de hierboven beschreven contrastverhouding is de sprong tussen de variant uit 2021 en deze uit 2024 ook weer niet zó groot dat we meteen roepen dat je er nu een moet bestellen. Ja, de ervaring is beter – maar ook weer niet zó veel beter.

Daarnaast is het jammer dat Amazon de Amazon Kindle Paperwhite voorziet van slechts 16 GB aan opslagruimte. Nu zal dat voor je verzameling oude en nieuwe boeken en novels meer dan voldoende zijn, maar fans van audioboeken kunnen beter naar een model kijken met iets meer ruimte. De Paperwhite Signature Edition heeft bijvoorbeeld 32 GB aan opslagruimte, maar kost met 199 euro ook meteen twee tientjes meer.

©Wesley Akkerman

Een Kindle zoals verwacht

Het zal niemand verrassen dat de Amazon Kindle Paperwhite presteert zoals verwacht. Zoals altijd kun je heel fijn je boeken lezen op dit apparaat, zonder vermoeide ogen. De interface is toegankelijk en boeken aanschaffen is zo gepiept. Dat kan direct op de e-reader, met een Amazon-account, of via de website. Dan worden ze naar de e-reader gestuurd. Gekochte boeken worden verder netjes gepresenteerd op het thuisscherm van het apparaat. Zoals altijd is het ook mogelijk gratis epubs met een omweg naar het product te sturen.

Het apparaat biedt een aantal opties voor het aanpassen van de tekstgrootte en het lettertype, maar voelt tegelijkertijd ook een beetje beperkt. We zien graag meer opties in het menu staan. Daarnaast is het jammer dat de nieuwe Paperwhite geen koptelefoonaansluiting heeft en dat je voor luisterboeken bent aangewezen op bluetooth – zeggen we in het kader van veelzijdigheid.

©Wesley Akkerman

Amazon Kindle Paperwhite kopen?

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen met een 2021-model aanraden om over te stappen – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

▼ Volgende artikel
Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?
© Hedgehog94
Huis

Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?

Of het nu gaat om pizza's, ijs of zelf ingevroren maaltijden: een goede vriezer is onmisbaar. Maar kies je voor een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie? In dit artikel zetten we de verschillen op een rij, zodat jij de beste keuze kunt maken.

⏱ Dit artikel in het kort:

Een nieuwe vriezer kopen? Bedenk dan goed waar je het meeste aan hebt: een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie. Een vrieskast is een staande vriezer met overzichtelijke lades, die er van buiten uitziet als een koelkast. Een vrieskist is een liggende vriezer met veel opbergruimte (tot wel 600 liter). Een koelvriescombinatie combineert een koelkast en vriezer in één apparaat en heeft vaak een relatief klein vriesgedeelte.

Lees ook: Hier moet je op letten bij de aanschaf van een nieuwe vriezer

Voordat je je zoektocht naar het juiste model vriezer start, is het belangrijk om te bepalen hoeveel vriesruimte je nodig hebt. Het zou zonde zijn als je een duur apparaat in de keuken of schuur hebt staan dat uiteindelijk te weinig opbergruimte blijkt te hebben, of juist een apparaat dat altijd maar tot de helft gevuld is en daardoor onnodig veel energie verbruikt. Of je nu een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie kiest: voor alle modellen geldt dat je zo'n 50 liter vriesruimte per persoon rekent. Bestaat jouw huishouden uit vier mensen, dan heb je dus een vriezer met een inhoud van minstens 200 liter nodig. Met z'n tweeën heb je vaak genoeg aan 100 tot 150 liter.

Vrieskast

Een vrieskast lijkt door zijn verticale model veel op een koelkast, met als verschil dat de gehele kast bedoeld is om te vriezen. De binnenkant van een vrieskast bestaat dan ook uitsluitend uit lades. Het fijne daaraan is dat een vrieskast erg overzichtelijk is: als je ervoor staat, zie je in één oogopslag welke producten waar liggen. Dat is anders bij een vrieskist, waarin diepvriesproducten op elkaar gestapeld liggen in één groot vriesvak. Ook kun je in een vrieskast over het algemeen erg veel producten kwijt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het compacte vriesgedeelte van een koelvriescombinatie. Vrieskasten zijn er ook in tafelmodellen, die ideaal zijn voor kleinere keukens of huishoudens. Een tafelmodel plaats je bijvoorbeeld onder het keukenblad, waardoor hij geen extra ruimte in je keuken inneemt.

©carballo

Vrieskist

Iets minder populair dan de vrieskast en koelvriescombinatie is de vrieskist: een liggende vriezer met een deksel bovenop. Het voordeel van dit type vriezer is ook meteen een nadeel: een vrieskist is erg groot, waardoor hij niet in de gemiddelde keuken past. Vrieskisten scoren ook op esthetisch gebied wat minder hoog, waardoor de meeste mensen dit apparaat sowieso niet snel in de keuken zouden plaatsen. Toch kunnen vrieskisten juist vanwege hun grote formaat ontzettend handig zijn. Bijvoorbeeld als je vaak in bulk koopt, hobbykok bent, een moestuin hebt of in de zomer veel ijsjes of ijsblokjes wilt bewaren. Sommige vrieskisten hebben zelfs een netto inhoud van 600 liter! Als je ruimte overhebt in je schuur of garage en vaak voedsel invriest, is een vrieskist dus zeker het overwegen waard. Vrieskisten zijn daarnaast relatief goedkoop én energiezuinig, omdat de kou na het openen van het deksel direct weer terug in de kist 'valt'. Het apparaat hoeft na openen dus niet extra hard te werken om de vriesruimte weer op de juiste temperatuur te krijgen.

Lees ook: Een vrieskast in de schuur of garage? Een koud kunstje!

©Vinícius Bacarin

Coole tip: invriezen in diepvriesbakjes

Dan kun je lekker stapelen!

Koelvriescombinatie

Veruit de meeste huishoudens hebben een koelvriescombinatie: een koelkast en vriezer ineen. De vriezer bevindt zich meestal boven of onder het koelgedeelte. Zo'n koelvriescombinatie is natuurlijk hartstikke handig, want het bespaart een hoop ruimte in de keuken. Ook is een koelvriescombinatie over het algemeen goedkoper dan een losse koelkast en vriezer. En omdat er maar één compressor hoeft te draaien, is een koelvriescombinatie vaak ook energiezuiniger dan twee losse apparaten bij elkaar. Maar zo'n twee-in-één-apparaat heeft ook een nadeel: je kunt er veel minder diepvriesproducten in kwijt dan in een losse vrieskast of -kist. Vaak beslaat de koelruimte het grootste gedeelte van het apparaat, en blijven er drie tot vijf lades over voor het vriezen. Voor een gemiddeld gezin dat af en toe wat invriest is dat meestal wel voldoende. Heb je meer vriesruimte nodig, bijvoorbeeld omdat je vaak aanbiedingen koopt of aan mealpreppen doet? Dan heb je aan een koelvriescombinatie mogelijk niet genoeg en is een vrieskast of -kist voor jou een beter idee.

©Indofootage

Extra functies

Als je eenmaal besloten hebt voor welk type vriezer je gaat, zou je ook nog kunnen kijken welke functies je wilt dat het apparaat heeft. Veel moderne vrieskasten, -kisten en koelvriescombinaties beschikken over allerlei slimme functies die helpen om voedsel langer vers te houden en het apparaat efficiënt te laten werken. Zo hoef je met No Frost nooit meer te ontdooien, is de snelvriesfunctie handig voor het snel invriezen van nieuwe boodschappen en voorkomt een deuralarm dat warme lucht de vriezer binnendringt. Bij vrieskisten is binnenverlichting extra belangrijk, zodat je niet eindeloos hoeft te graaien als je een product zoekt. Let ook op het energielabel van je nieuwe vriezer, want vriezers vreten behoorlijk wat stroom. Wil je een zo zuinig mogelijk apparaat, ga dan voor een vriezer met energielabel C of hoger (tot A). Je kunt ook het energieverbruik in kWh/jaar gebruiken om apparaten te vergelijken; dit geeft het absolute verbruik van een vriezer aan.