ID.nl logo
Usb-soorten: Alles over poorten, aansluitingen en hubs
© PXimport
Huis

Usb-soorten: Alles over poorten, aansluitingen en hubs

Een computer zonder usb-aansluiting is ondenkbaar. Die poorten op je pc zijn heel erg handig, maar tegelijkertijd is er nog altijd veel onduidelijk over de verschillende standaarden, connectoren en versies. In dit artikel lees je alles over usb, wat de verschillen zijn tussen usb-soorten en dus waarom de ene usb-kabel de andere niet is.

Usb is een zegen voor de computerliefhebber. Voordat de standaard Universal Serial Bus bestond, was er een wildgroei aan connectoren, technologieën en standaarden op de pc. Printers sloot je aan via parallelle poorten, muizen en toetsenborden moest je in de PS/2-poorten steken en andere apparaten moest je via uitbreidingskaarten op SCSI-, seriële- en games-poorten aansluiten. 

In 1995 bundelden Compaq, Microsoft, IBM, Intel, DEC, Nortel en NEC hun krachten en begonnen aan de ontwikkeling van een standaard om allerlei apparaten via één aansluiting op pc’s aan te kunnen sluiten. Een jaar later werd usb 1.0 al geïmplementeerd in de eerste computers. De connector die we daarvoor kregen, bestaat nog steeds en is 26 jaar na dato nog steeds op vrijwel alle pc’s terug te vinden.

Die mag dan nog steeds hetzelfde zijn, de snelheid waarmee data doorgevoerd kan worden met deze verbinding is ondertussen exponentieel gestegen. Usb 1.0 had een doorvoersnelheid van maximaal 1,5 Mbit/s, usb 1.1 verhoogde dit naar 12 Mbit/s. Usb 2.0 kwam in 2000 op de markt en kon 480 Mbit/s doorvoeren. Hiermee werd het interessant om harde schijven via een usb-aansluiting met de pc te verbinden. 

Usb 3.0 werd acht jaar later uitgebracht en had al een snelheid van 4,8 Gbit/s, usb 3.1 kan zelfs 10 Gbit/s door de kabel en connector pompen, een enorm verschil dus. De nieuwste standaard, usb 4.0, zal de komende jaren op computers te vinden zijn, en komt met een snelheid van maximaal 40 Gbit/s.

©PXimport

Oude apparatuur

Heb je oude apparatuur die bijvoorbeeld nog een sata-aansluiting heeft, dan kun je die gelukkig nog wel gewoon op je huidige pc aansluiten. Sata-naar-usb-adapters vind je genoeg in de online winkels. Let er bij oude apparaten wel op dat er nog een driver voor beschikbaar is en ze ondersteund worden door je besturingssysteem.

Data overzetten

Verschillende type data kunnen via usb van het ene naar het andere apparaat gestuurd worden. Zo kun je gegevens van een opslagmedium via usb op een pc bekijken en ook data van de pc via usb op het opslagmedium zetten. Ook kun je midi-data van een muziekinstrument naar je pc sturen. Of apparaten opladen middels een usb-kabel. 

Het opladen van apparaten via usb was al vanaf het begin af aan mogelijk, al gebeurde dat lange tijd maar met een vermogen van 500 mAh. De nieuwste usb-versies kunnen dit met een vermogen van 2000 mAh.

©PXimport

Usb-connectoren

Usb kan verschillende gedaantes aannemen, een van de meest bekende is die van een platte connector met voor de helft een sleuf, dit is een usb-a-connector. Deze connector vind je nog wel terug op computers. Een usb-a-kabel heeft aan de andere kant vaak een usb-b-connector. Dit is een bijna vierkante stekker met twee afgeronde hoeken. Dit soort aansluitingen vind je vaak op grote apparaten die je met een pc wilt verbinden, aangezien de stekker best wat ruimte inneemt. Voorbeelden zijn bijvoorbeeld een printer of een grote externe harde schijf. 

Kleinere apparaten hebben een mini-b-connector, deze zijn qua grootte ongeveer de helft van een normale b-stekker. De micro-b-stekker is de kleinste optie en vind je op smartphones, powerbanks en e-readers, maar tegenwoordig wel telkens minder. 

Voor de snellere usb3-standaard zijn nieuwe connectoren bedacht, omdat deze verbinding wezenlijk sneller is dan usb 1 en usb 2. Het is dan ook belangrijk de juiste kabels te gebruiken als je gebruik wilt maken van de hogere snelheid. De a-stekker ziet er hetzelfde uit als bij usb 1 en 2, met het verschil dat de binnenkant meestal blauw is. 

De usb3-b-connector ziet eruit alsof er een b- en micro-b-aansluiting op elkaar zijn geplaatst. De usb3-micro-b-connector lijkt op een normale micro-b-stekker met een tweede micro-connector ernaast. Vrijwel altijd zijn deze usb3-stekkers blauw. Usb2-kabels zijn meestal zwart vanbinnen, usb1-kabels meestal wit. Sommige fabrikanten houden zich echter niet aan deze conventies, check dus altijd welke usb-standaard een connector ondersteunt.

©PXimport

Usb-c

Sinds een paar jaar is er een nieuwe usb-connector, genaamd usb-c. Deze connector is plat en heeft afgeronde hoeken. Beide kanten van de connector zijn hetzelfde, het maakt dus niet uit welke kant je waar insteekt. Ook maakt het niet uit hoe je de kabel in de poort steekt, een probleem dat bij een normale usb-a-stekker er weleens voor zorgde dat je een poort vernielde door de kabel er verkeerdom in te steken. 

Usb-c kan naast data ook stroom, video en audio doorvoeren en biedt ook ondersteuning voor technologieën als Thunderbolt, DisplayPort, HDMI, VGA en DVI. Stroom kan ook door een usb-c-poort lopen, tot wel 100 watt, genoeg om een laptop mee op te laden. Je ziet dan ook steeds vaker laptops die een usb-c-aansluiting hebben om de laptop mee op te laden.

Thunderbolt

Een misverstand is dat Thunderbolt en usb-c dezelfde dingen zijn. Je moet usb-c zien als een verbindingsformaat waardoor verschillende soorten data kunnen lopen. Thunderbolt, ooit bedacht door Intel en Apple, is een specifieke technologie om snel data te kunnen versturen tussen twee apparaten. De technologie (althans versie 3 van Thunderbolt) maakt gebruik van usb-c-connectoren, maar een Thunderbolt-poort wordt vrijwel altijd aangeduid met een bliksemschicht boven de poort of op de connector. 

Als er geen bliksemschicht bij een type c-poort staat, kun je ervan uitgaan dat het geen Thunderbolt-signalen kan doorgeven. Thunderbolt 1 en 2 werken overigens niet met usb-c-connectoren.

©PXimport

Usb-hubs

Als je niet genoeg usb-poorten op je pc hebt, maar toch vijf of zes apparaten aan wilt sluiten, dan heb je een hub nodig. Deze apparaatjes zijn vanaf een tientje te koop, maar er zijn ook docks te koop van honderden euro’s.

De eerste vraag die je jezelf moet stellen is of je een powered hub nodig hebt. Een powered hub sluit je aan op netstroom en kan stroom leveren aan de aangesloten apparaten. Dit heb je nodig als je apparaten aan wilt sluiten die veel stroom verbruiken, zoals printers, externe harde schijven en scanners. De usb-poort op je pc is niet sterk genoeg om al deze apparaten van stroom voorzien als ze op een hub zijn aangesloten. 

Sommige hubs bieden ook andere poorten aan, zoals een sleuf voor een SD-kaartje. De goedkoopste hubs hebben vaak een usb-a-stekker, hubs met een usb-c-aansluiting zijn in veel gevallen iets duurder. Als je voor een usb-c-hub kiest, dan hebben ze soms ook HDMI-poorten of bieden ze Power Delivery (zie de volgende tip) aan. 

Bedenk je van tevoren wat je allemaal op een hub wilt aansluiten, want sommige apparaten vragen veel van je usb-poort en dan is het niet verstandig die poort te delen met allerlei andere apparaten. In de handleiding van een bepaald apparaat is meestal wel te vinden of je het wel of niet op een hub aan kunt sluiten.

Een powered hub sluit je aan op netstroom en kan stroom leveren aan de aangesloten apparaten

-

Stroom via usb-c

Als je wilt dat een hub of usb-poort ook gebruikt kan worden om apparaten op te laden, dan moet je controleren of de poort hiervoor geschikt is en tot welk wattage. Dit wordt aangegeven met Power Delivery of PD. De meeste hubs leveren gemakkelijk een wattage van 60 watt, maar er zijn poorten en hubs die tot wel 100 watt kunnen leveren. 

Vergeet ook niet te kijken of het wattage verdeeld wordt over meerdere poorten (bij een hub) of dat het om een speciale PD-poort gaat die alleen zelf dat wattage levert. In het eerste geval kun je waarschijnlijk niet je laptop ermee opladen. Poorten met PD herken je vaak aan het icoontje van een bliksemschicht dat erbij staat.

©PXimport

Versies combineren

Omdat er zo veel verschillende usb-standaarden en -aansluitingen bestaan, kan het lastig zijn de juiste adapterkabel te vinden voor jouw specifieke geval. Het belangrijkste is dat je een kabel of adapter kiest die niet te langzaam is voor waarvoor jij hem wilt gebruiken. 

Stel, je wilt een harde schijf met een usb2-connector aan een pc met een usb2-poort aansluiten. Zou je hier een usb1-kabel voor gebruiken omdat je die toevallig nog in huis hebt liggen, dan benut je niet de maximale doorvoersnelheid van usb 2.

De doorvoersnelheid en performance geldt uiteraard ook voor de aangesloten apparaten. Als je een harde schijf met een usb2-poort op een laptop met een usb3-poort aansluit met een usb3-kabel, kan de doorvoersnelheid nooit meer zijn dan 480 Mbit/s (de maximale snelheid van usb 2). Usb3-kabels zijn – zoals we in tip 3 al vertelden – te herkennen aan de blauwe binnenkant, maar hebben ook vaak SS op de connector staan, wat staat voor SuperSpeed. 

©PXimport

Compatibiliteit

De standaard usb-poorten zijn backwards compatibel, dit betekent dat je prima een usb-a-kabel van twintig jaar oud op een nieuwere usb3-poort met type a-connector kunt aansluiten en vice versa. Wees je er alleen van bewust dat je dan niet de snelste snelheden zult halen.

Denk er bovendien aan dat usb-kabels niet te lang mogen zijn, de aanbevolen maximumlengte van een usb3-kabel is bijvoorbeeld maar drie meter. Je kunt een usb-kabel wel verlengen, daar heb je dan een actieve verlengkabel voor nodig. Je kunt zo een usb3-kabel tot wel 18 meter verlengen. 

Wel hangt het ervan af wat je met die kabel aansluit. Een lange kabel om een muis of toetsenbord aan te sluiten, is vaak geen probleem, maar wil je veel data of stroom door een lange kabel laten stromen, dan is dat over het algemeen geen goed idee.

Tip 09: Data en/of stroom

Je hebt het waarschijnlijk weleens gehad: je wilt data van je pc naar een smartphone, e-reader of ander apparaat sturen, maar Windows herkent het aangesloten apparaat niet. Het kan zijn dat je usb-kabel stuk is, maar een logischere verklaring is dat je een oplaadkabel probeert te gebruiken voor het kopiëren van data. Er bestaan namelijk usb-kabels die alleen geschikt zijn om apparatuur mee op te laden. 

Een usb-connector heeft vier polen, je kunt ze zien als je de connector van een usb-a-kabel eens goed inspecteert. De twee buitenste polen zijn voor het opladen van apparatuur, de binnenste twee zijn voor het doorvoeren van data. Bij een kabel die alleen kan opladen, zijn de binnenste twee polen niet met draden verbonden.

Vaak kun je van de buitenkant niet zien of dit zo is, maar als het snoer van je kabel erg dun is, kun je ervan uitgaan dat er maar twee draadjes door het snoer lopen en het dus slechts een oplaadkabel is.

©PXimport

Dongles

Er zijn talloze dongles op de markt waarmee je andere apparaten op een usb-poort aan kunt sluiten. Draadloze muizen werken vaak via een dongle die je dan in een vrije usb-poort van je pc steekt. Ook bepaalde software kan via een kopieerbeveiliging-dongle werken, al zien we dat gelukkig tegenwoordig steeds minder vaak. 

Heb je een oude laptop zonder moderne bluetooth-versie, dan kun je via zo’n dongle toch bluetooth 5.0-apparaten op je pc aansluiten.

De toekomst van usb

Usb is here to stay! En dat is maar goed ook, want het heeft ons leven een stuk eenvoudiger gemaakt. Waar we vroeger met allerlei systemen en bijbehorende kabels werden opgescheept, werkt nu vrijwel alles via usb. Toch blijkt uit dit artikel al dat de ene usb-poort de andere niet is. De toekomst van usb ziet er rooskleurig uit. We hadden het in tip 3 al even kort over usb 4, de nieuwe standaard die mondjesmaat in nieuwe pc’s wordt geïmplementeerd. Heeft je laptop een 11de generatie Tiger Lake-processor, dan is de kans groot dat je laptop een usb4-poort heeft.

Ook de nieuwe M1-laptops van Apple hebben usb 4 aan boord. De connector is hetzelfde als die van usb 3 en dus kun je gewoon de type c-poort gebruiken voor stroomtoevoer en dataoverdracht. De maximale doorvoersnelheid is 40 Gbit/s, maar er is ook een variant met een maximale snelheid van 20 Gbit/s. Kijk bij de specificaties van het product welke snelheid wordt ondersteund. Ook op de connector zou dit duidelijk moeten zijn door een logo met het cijfer 20 of 40 erop. 

Usb 4 is ook backwards compatibel, waardoor je een apparaat met een usb4-aansluiting prima op een usb-a-poort kunt aansluiten. De snelheid hangt dan uiteraard wel af van de usb-versie van de usb-a-poort.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Voorjaarsklus: verzakt terras of pad zelf herstellen? Zo doe je dat!
© Irina Zharkova
Huis

Voorjaarsklus: verzakt terras of pad zelf herstellen? Zo doe je dat!

Het is lente, en dat is hét moment om allerlei klusjes in de tuin aan te pakken. Heb je een terras of pad dat in de loop van tijd wat is verzakt? Daarvoor hoef je geen stratenmaker in te huren, dat kun je prima zelf weer herstellen. Hoe je dat doet, lees je in deze uitgebreide handleiding.

In dit artikel lees je: • Waardoor bestrating verzakt en hoe je dat voorkomtHoe je verzakte plekken herkent en beoordeeltHoe je stenen of tegels veilig verwijdertHoe je het zandbed ophoogt en de bestrating weer vlak maaktHoe je opsluitbanden opnieuw plaatst of verstevigtWat je kunt doen bij schade door wortelsHoe je verzakking door mollen voorkomt en herstelt

Lees ook: Zo leg je zelf een terras aan

Het gebeurt regelmatig dat (sier)bestrating verzakt. Vaak ligt dat aan een instabiele ondergrond, slechte afwatering, zand dat is weggespoeld door regen of een te zware belasting. Door hier bij de aanleg of tijdens het herstel al rekening mee te houden, voorkom je veel problemen. Denk bijvoorbeeld aan voldoende ophoogzand, goede opsluitbanden en een slimme afwatering.

Probleemplekken identificeren

Je ziet het meestal snel als een pad of terras verzakt is. Zeker als regenwater blijft staan op plekken waar het niet weg kan. Vaak ligt dat aan een deel van de bestrating dat letterlijk is ingezakt. Ook als stenen zijn gaan schuiven of er kieren ontstaan, heb je waarschijnlijk te maken met verzakking. Dat gebeurt vaak wanneer opsluitbanden niet stevig genoeg geplaatst zijn en langzaam naar buiten zijn gedrukt of gekanteld.

©MG | ID.nl

👷 Dit heb je nodig voor je klus


• Goede werkhandschoenen

Waterpas

• Metseldraad

• Balk of lat


Rubberen hamer

• Bats of spade

• Ophoogzand

Tegels wippen

Zelfs de kleinste verzakking kan er al voor zorgen dat er water blijft liggen, omdat water nu eenmaal de weg van de minste weerstand kiest, dus het is belangrijk dat je goed in kaart brengt waar bij jou alle verzakkingen zitten. Leg een lange, rechte lat over het deel dat is weggezakt of gebruik een waterpas . Zo zie je hoe scheef het ligt. Een lange lat werkt het best als je die op zijn smalle kant neerlegt. Leg je hem plat, dan buigt hij makkelijk door en geeft hij een vertekend beeld.

NK Tegelwippen 2025

Doet jóúw woonplaats al mee?

Heb je duidelijk welk stuk verzakt is en dus opgehoogd moet worden, dan haal je daar de tegels of stenen weg. Bij randen zonder opsluitband lukt dat meestal met je handen of een klein schepje. Zit het probleem ergens in het midden van het terras, dan heb je er iets meer werk aan.

©MG | ID.nl

Doe dat wel voorzichtig: je wilt schade aan de tegels natuurlijk zoveel mogelijk voorkomen. Ga dus niet wrikken met een spade of schep. Beter gebruik je twee platte schroevendraaiers. Zet ze aan weerszijden van de steen en wip deze voorzichtig los. Geen oude schroevendraaiers bij de hand? Dan kun je ook lange, dikke spijkers of schroeven gebruiken. Draag daarbij wel handschoenen.

Stenen 'opzuigen'
Er bestaan ook zuignapsystemen voor bestrating, vergelijkbaar met zuignapsystemen om bijvoorbeeld grote glasplaten te plaatsen. Deze apparaten zijn te huur bij specialistische bedrijven, maar zijn eigenlijk vooral geschikt voor zeer grote, zware tegels. De de huurprijs kan liggen tussen de 20 en 30 euro per dag.

Is de eerste steen eruit, dan volgen de andere meestal vanzelf. Haal ze als het kan met de hand eruit, zo blijft het zandbed eronder zoveel mogelijk intact.

Hoogte bepalen

Ligt het verzakte deel open, dan kun je het zandbed ophogen. Gebruik een rechte lat of metseldraad om de juiste hoogte af te stemmen op de rest van het terras. De lat of het draad laat je dan van links naar rechts lopen vanaf de hoogte van de niet-verzakte bestrating. Vervolgens schep je er ophoogzand bij en controleer je – door een tegel of steen neer te leggen – of het zandbed op de goede hoogte is gebracht. Vergeet niet dat je ongeveer 3 tot 5 millimeter hoger legt dan de rest van de bestrating. De tegel of steen sla je er immers nog een stukje in.

©MG | ID.nl

Ligt alles op zijn plek? Leg dan een stevige balk of plank (die je op op z'n kant legt) op de nieuwe bestrating en tik er met een rubberen hamer op. Zo werk je kleine hoogteverschillen weg.

©MG | ID.nl

Tot slot veeg je overtollig straatzand in de voegen. Je kunt ook inveegzand gebruiken dat onkruidwerend is. Dat werkt vooral goed bij nieuw aangelegde terrassen die nog onkruidvrij zijn, dus voornamelijk bij nieuw aan te leggen terrassen.

Lees ook: Het belang van goede tuindrainage

Opsluitbanden (her)plaatsen

Zijn de randen van je terras verzakt of verschoven en heb je daar opsluitbanden liggen? Dan zijn die waarschijnlijk gaan kantelen of wijken ze naar buiten uit. Dat zie je vaak bij opritten die hoger liggen dan de omliggende grond. Zit er aan de buitenzijde te weinig grond, dan geven die opsluitbanden niet genoeg tegendruk.

In zo’n geval kun je proberen de banden opnieuw in te graven. Lukt dat niet, maar wil je ze wel verstevigen? Zet ze dan – nadat je ze natuurlijk in de hoogte ook waterpas hebt gezet – vast in beton. Dat kan gewoon met kant-en-klare betonmortel uit de bouwmarkt. Alleen wat water erbij en het hardt vanzelf uit.

©Bron: YouTube / Papaklust

Beschadigde bestrating door wortels

Wortels van bomen en struiken kunnen ervoor zorgen dat je bestrating niet verzakt, maar juist omhoog komt. Je ziet dan een bult in het terras en losse tegels. In dat geval moet je eerst de wortels aanpakken. Daarnaast moet je extra zand aanbrengen om de vrijgekomen ruimte op te vullen.

©MG | ID.nl

Wortels kunnen ervoor zorgen dat de bestrating omhoog komt.

Verwijder uitgelopen wortels zo veel mogelijk buiten de bestrating zelf: het heeft geen zin om wortels vlak vóór of in het bestratingsdeel af te zagen of af te steken. Binnen enkele maanden zullen ze namelijk weer voor hetzelfde probleem zorgen. Helemaal tegenhouden lukt niet, maar je kunt wel voorkomen dat ze omhoog komen. Gebruik daarvoor worteldoek. Dat stuurt de wortels onder je bestrating horizontaal verder.

Zoeken naar worteldoeken

Bescherm je terras tegen wortels en onkruid

Let op: worteldoek werkt vooral bij kleinere wortels. Grote wortels kunnen alsnog schade veroorzaken. Een bijkomend voordeel van worteldoek is dat het onkruidgroei tegengaat. Worteldoek leg je overigens aan bij een compleet nieuw terras of bestrating. Wil je worteldoek gebruiken bij het herstellen van een terras of pad, dan moet je eigenlijk helemaal opnieuw beginnen, omdat het worteldoek onder de gehele bestrating en onder het niveau van het straatzand komt te liggen.

Mollen

Mollen maken niet alleen je gazon kapot, ze kunnen ook zorgen voor verzakking van je bestrating. Door gangen onder je terras te graven, ontstaat er instabiliteit. Storten die gangen in, dan zakken de tegels weg. Bij dit soort verzakkingen heb je vaak veel zand nodig voor herstel.

Lees ook: Acht manieren om je tuin te beschermen tegen ongedierte

©MG | ID.nl

Mollen graven gangen en die kunnen ervoor zorgen dat je bestrating verzakt.

Mollen zijn lastig te weren, maar je kunt het ze wel moeilijker maken. Hoe diverser je beplanting, hoe minder aantrekkelijk je tuin is voor mollen: wortels vormen obstakels. Wil je specifiek je terras beschermen, dan kun je een mollennet plaatsen. Dat graaf je verticaal in langs de randen van je terras, tot zo'n 70 cm diep. Deze klus kun je prima uitvoeren na het ophogen, want je hoeft alleen de zijkanten aan te pakken.

Vraag een offerte aan voor hovenier:

▼ Volgende artikel
Review Ninja Foodi Dual Zone-airfryer – Toegankelijke alleskunner
© Shark Ninja
Huis

Review Ninja Foodi Dual Zone-airfryer – Toegankelijke alleskunner

Steeds meer airfryers hebben twee manden. Handig, want je bakt hele gerechten in één apparaat – die ook nog eens tegelijkertijd klaar zijn. Ninja heeft in het assortiment onder meer de Foodi Dual Zone-airfryer, die met 7,6 liter inhoud en zes verschillende opties een ideaal keukenhulpje zou kunnen zijn. ID.nl testte hem uitvoerig.

Fantastisch
Conclusie

Dit is een degelijke airfryer die goed presteert, zeker als je regelmatig meerdere onderdelen van een maaltijd tegelijk wilt klaarmaken. Houd wel rekening met het formaat, het geluidssignaal en een paar praktische aandachtspunten tijdens het gebruik.

Plus- en minpunten
  • Veel mogelijkheden
  • Wordt snel warm
  • Verschillende gerechten tegelijk klaar
  • Makkelijk schoon te maken
  • Hinderlijk harde piep op allerlei momenten
  • Vlekt makkelijk aan de buitenzijde
  • Crisp-platen lastig te verwijderen

Functies en mogelijkheden

Ninja heeft meerdere modellen airfryers in het assortiment. Eerder bespraken we al de Ninja Double Stack, een zeer uitgebreid model om tot vier verschillende maaltijdcomponenten te bereiden. Lees de review voor uitgebreide informatie. Een nadeel van de Double Stack was het enorme formaat. De Ninja Foodi Dual Zone 7,6 liter-airfryer is bescheidener van formaat en gewicht, maar geldt dat ook voor de mogelijkheden en het resultaat?

Zo werkt deze airfryer

Deze airfryer van Ninja is voorzien van twee naast elkaar geplaatste bakken, waarin onderin twee uitneembare Crisp-platen op kleine pootjes zitten om de hete lucht door de mand te laten circuleren. In het binnenwerk zitten boven de mandjes de twee hitte-elementen. Dat is dus een andere constructie dan het eerder besproken model, de Dual Stack. Daarbij zaten de mandjes boven elkaar, met de warmte die via een element aan de achterzijde kwam.

Doordat de warmte bij de Foodi van boven komt, wordt het eten egaal gaar en krokant, iets wat bij het andere model ook wel lukte, maar waarvoor je heel vaak de inhoud van het mandje moest schudden. In deze Ninja is schudden ook relevant, maar minder vaak nodig, zo wijst de praktijk uit.

Zes functies: wat zijn de verschillen?

De airfryer heeft zes functies, die in de basis vooral van elkaar verschillen door de mogelijkheden rondom temperatuur. Zo kan de standaardfunctie Air Fry een temperatuur aan tussen de 150 en 210 graden, en is dat bij Max Crisp beperkt tot 240 graden, waarbij je de baktijd zelf wel kunt aanpassen.

Verder zitten er knoppen op voor Roast, Bake, Reheat en Dry. Elke functie is bedoeld voor een andere bereiding, al gebruik je de standaardfunctie Air Fry waarschijnlijk het meest omdat die prima voldoet voor uiteenlopende gerechten.

Watch on YouTube

Instructies en handleidingen

De Foodi wordt geleverd met een instructieboekje, een uitgebreide handleiding en wat voorbeeldrecepten om te maken. Deze zijn bedoeld ter inspiratie, maar er zijn online voldoende andere voorbeelden om de startende gebruiker op weg te helpen. Het enige recept dat ik uit het boekje heb geprobeerd (de chocoladebrownies) is helaas jammerlijk mislukt, maar zoals je verderop leest, was dat niet representatief voor de gehele ervaring.

©Saskia van Weert

Vermogen en afmetingen

Het vermogen bedraagt 2400 watt bij gebruik van één mand, 1200 bij gebruik van twee, en het apparaat weegt 8,2 kilo. Qua formaat is hij vergelijkbaar met andere dubbele airfryers: 31,5 centimeter hoog, 38 cm breed en 26,5 cm diep. Je moet hem ergens neerzetten waar je aan alle kanten 15 centimeter vrij hebt, zodat de Foodi zijn warmte goed kwijt kan. Binnen het segment van airfryers zijn het gangbare afmetingen, maar het blijven forse apparaten waar je echt plek voor moet hebben op het aanrecht.

Mogelijkheden voor het gebruik

Er zijn verschillende mogelijkheden voor het gebruik. Zo kun je één of beide mandjes tegelijk gebruiken – los van elkaar met verschillende temperatuur en tijd, of identiek aan elkaar via de Match-functie. Met de Sync-functie zorgt de airfryer ervoor dat beide mandjes tegelijk klaar zijn met bakken. In de praktijk betekent dit dat het gerecht met de kortste bereidingstijd als tweede van start gaat, terwijl het andere mandje al even bezig is.

Bedieningsgemak

De eerder besproken Ninja-airfryer bediende je deels met een draaiknop. Dit model bedien je met tiptoetsen. Er zit bovendien een aan-uitknop op, wat ik erg prettig vond, want die ontbrak op al mijn eerdere Philips-airfryers. Je selecteert welk mandje je wilt instellen, drukt op de knop van de gewenste functie en stelt met de tiptoetsen de temperatuur en de tijd in – en eventueel de Match- of Sync-optie. Met een druk op Start-Stop begint het apparaat te werken.

©Saskia van Weert

De bediening is gebruiksvriendelijk, maar vraagt wel wat gewenning. Zo is het tijdens de testperiode meerdere keren gebeurd dat ik beide mandjes liet opwarmen voor een gerecht en daarna maar één van beide aanzette voor het feitelijke bakwerk. Ook heb ik wat lopen stoeien met het tussentijds uitzetten van een mandje, als de inhoud eerder klaar is dan gedacht. Je kiest hiervoor eerst de betreffende mand en moet wachten tot de instellingen ervan in het display komen staan, tot je hem kunt uitschakelen. Een aantal keren ging dat niet goed en gingen beide mandjes uit.

Bij gebruik van beide mandjes kun je tussentijds de tijd of temperatuur ook aanpassen, op een soortgelijke manier. Daar zit iets van wachttijd op, wat onlogisch aanvoelt. Tussentijds een andere functie kiezen, bijvoorbeeld van Air Fry overschakelen naar Max Crisp, kan niet. Dan moet je het bakproces stoppen en handmatig de andere optie kiezen. Dat is even wennen.

Het bakresultaat

De afgelopen weken zijn er hier in huis ontzettend veel gerechten klaargemaakt in de airfryer. Hierbij heeft het apparaat zich een alleskunner betoond. Of het nu een kroket was, een zak friet, verse zalm op de huid, een vleesvervanger krokant bakken, broodjes oppiepen of het dagelijkse worstenbroodje van het kind des huizes: het ging prima. Zeker door wat te spelen met de instellingen was het resultaat zeer goed te noemen. Daarbij is de functie Max Crisp het vermelden waard: zeker snacks uit de diepvries, zoals loempia's of fish cakes, worden lekker krokant door de extra hoge temperatuur.

©Saskia van Weert

De brownies uit het receptenboekje waren geen succes. De mix moest onder in de mand worden gegoten, zonder Crisp-plaat. Ondanks verlenging van de baktijd bleef de mix ongaar – waarschijnlijk omdat de hete lucht van boven komt en de onderzijde van de brownies niet goed genoeg werd verhit.

Over voorverwarmen: fabrikanten stellen vrijwel altijd dat dit niet nodig is. Echter, voor het beste resultaat doe je dat wel – een minuut of vier op de gewenste temperatuur. Het resultaat is aanmerkelijk beter dan zonder voorverwarmen, zeker bij snacks en eten dat krokant moet worden.

Schoonmaken

Na gebruik moeten de mandjes en platen worden schoongemaakt. Dat gaat prima onder de kraan in een sopje, en de vaatwasser doorstaan ze ook goed. De ervaring met airfryers leert dat er uiteindelijk toch vaak ingebrand vet op de platen opduikt. Het is goed dat in de gaten te houden en de Crisp-platen periodiek met een ovenreiniger te lijf te gaan. Een oude tandenborstel komt dan goed van pas.

Airfryer gebruikt en crispplaat vies?

Laat ovenreiniger even intrekken en spoel de plaat weer blinkend schoon!

Zijn er geen minpunten?

Hoewel de bediening en het resultaat echt dik in orde zijn, kent deze airfryer van Ninja een paar minpuntjes. Zo klinkt er bij elke start, stop, pauze en herstart een nogal luide piep, die echt te hard is om in een gehorig huis 's nachts nog wat te bereiden. De buitenzijde is gevoelig voor vetvlekken en vingerafdrukken, dus als je een schoon uiterlijk belangrijk vindt, moet er vaak een doekje overheen.

De Crisp-platen zitten nogal stevig in de mand geklemd, waardoor ik me bezeerde bij het verwijderen ervan om alles schoon te maken. Door de openingen van de plaatjes kan er ook eten onder vallen, dus zorg dat je hem met een siliconen tang even oplift bij het serveren – om ook bijvoorbeeld broccoli-roosjes of dunne frietjes onder de plaat vandaan te halen.

©Saskia van Weert

Conclusie: Ninja airfryer kopen?

De Ninja Foodi Dual Zone-airfryer is een veelzijdige airfryer met handige functies voor wie graag efficiënt kookt. De mogelijkheid om twee mandjes tegelijk te gebruiken – al dan niet met verschillende instellingen – werkt goed en levert in veel gevallen een mooi bakresultaat op. Snacks, vis, vleesvervangers en zelfs broodjes komen er prima uit.

De bediening is over het algemeen gebruiksvriendelijk, al vraagt het apparaat soms wat aandacht, vooral bij het tussentijds aanpassen van instellingen. Ook het schoonmaken is eenvoudig, al kunnen de Crisp-platen wat lastig loskomen.

Al met al is dit een degelijke airfryer die goed presteert, zeker als je regelmatig meerdere onderdelen van een maaltijd tegelijk wilt klaarmaken. Houd wel rekening met het formaat, het geluidssignaal en een paar praktische aandachtspunten tijdens gebruik.