ID.nl logo
Zo maak je je laptop klaar voor thuiswerken
© PXimport
Huis

Zo maak je je laptop klaar voor thuiswerken

Moet je ook noodgedwongen thuiswerken door Corona? Of je nu gaat thuiswerken op je eigen laptop of op een laptop die je van de systeembeheerder op het werk mee krijgt. Je moet hem nog wel even inrichten om er thuis productief mee aan de slag te kunnen. Denk daarbij aan je positionering op de werkplek, maar ook aan de software en instellingen van je laptop. Zo maak je je laptop klaar om thuis te werken.

Fysieke werkplek

Waarschijnlijk ben je snel geneigd je laptop te gebruiken zoals je dat thuis ook doet: op de bank met de benen gestrekt. Maar je zult merken dat dit ergonomisch gezien niet de beste oplossing is. Verplaatsen naar de eettafel helpt iets, maar het is nog altijd geen plek waar je een gezonde werkhouding vindt. Om de hele dag een goede werkhouding aan te kunnen houden en geen fysieke ongemakken op te lopen op lange termijn is het aan te raden gewoon aan een bureau met een goede bureaustoel te werken.

Meer tips voor de inrichting van een goede thuiswerkplek lees je op Thuiswerken wegens Corona? De beste spullen voor je werkkamer.

©PXimport

Wellicht helpt de systeembeheerder je aan een laptop voor thuiswerken. Maar mogelijk moet je op zoek naar een eigen laptop, als je zelfstandige bent of de laptop van jezelf of je werkgever niet volstaat. Onze keuzehulp laptops helpt je met de keuze voor een geschikte laptop.

Bij een laptop ben je snel geneigd naar voren te leunen.

-

Tweede scherm met laptop

Alsnog ben je snel geneigd bij een laptop aan een bureau naar voren te leunen. Dat komt omdat het relatief kleine scherm van je laptop wel gekanteld kan worden, maar niet op ooghoogte staat. Dat laatste is nodig om gedurende de werkdag rechtop te kunnen zitten.

Door een monitor te gebruiken als een tweede scherm voor je laptop, heb je wel een scherm dat op ooghoogte staat. Bovendien kun je een monitor in hoogte verstellen, zodat je een goede werkhouding vindt op je werkplek. Het scherm sluit je aan via de video-aansluiting op je laptop. Oude laptops hebben een (meestal blauwe) VGA-aansluiting, maar ook DVI komt nog regelmatig voor. Nieuwere laptops beschikken over HDMI-aansluitingen, of kleinere uitvoeringen in de vorm van mini-HDMI en micro-HDMI. Moderne laptops zijn voorzien van een usb-c-aansluiting, die voor meer doeleinden van beeldoverdracht gebruikt wordt. Let erbij op dat je bij het verbinden van je laptop met je monitor een kabel (en mogelijk een adapter) nodig hebt om de (mogelijk andere) aansluiting van je monitor aan je laptop te koppelen. Alles over de aansluitingen lees je in ons artikel Werken met twee schermen.

Een tweede scherm opent tal van deuren als het op thuiswerken aankomt. Je kunt beide schermen dupliceren. Maar het is ook mogelijk het beeld uit te breiden naar het tweede scherm of en je aangesloten monitor het ‘hoofdscherm’ te maken. Meer over de mogelijkheden van een extra beeldscherm lees je in het artikel Extra beeldscherm toevoegen aan je laptop.

©PXimport

Docking station

De kans zit er dik in dat je systeembeheerder je naast een laptop ook voorziet van een docking station. Handig om in een keer je laptop te koppelen aan al je apparatuur, zoals je toetsenbord, scherm, muis, enzovoort. Er zijn zelfs hele docking stations die je laptopscherm in een ergonomische positie brengen. Hierbij moet je natuurlijk wel een docking station hebben dat gemaakt is voor jouw specifieke laptopmodel. Andere docking stations sluit je aan via de usb-c- of usb-poort van je laptop.

Thuisnetwerk voor thuiswerken

Je thuisnetwerk moet natuurlijk ook ingericht zijn voor thuiswerken. Welke internetsnelheid je nodig hebt, is natuurlijk afhankelijk van het werk dat je doet. Komt het vooral neer op Excel en Outlook, dan heb je niet veel nodig, en is een stabiele wifi-verbinding nodig. Ben je een video-editor die veel highres-videomateriaal gebruikt, dan bespaart een kabel-of glasvezelverbinding, die van je router bekabeld naar je laptop loopt je een hoop tijd besparen.

Een stabiele internetverbinding is cruciaal om goed te kunnen thuisnetwerken, al is het maar om je Skype-verbinding niet te laten hikken. Kies er dus bij voorkeur altijd voor om je laptop via ethernet aan te sluiten. Maak je toch liever gebruik van de wifi-verbinding, dan kun je met een mesh-netwerk, powerline of access points ervoor zorgen dat je bereik alsnog goed genoeg is op je werkplek.

©PXimport

VPN

Doorgaans gebruiken we een VPN om je internetverkeer te beschermen. Maar ook voor werk wordt VPN vaak gebruikt, bijvoorbeeld wanneer er met persoonsgegevens of andere bedrijfsgevoelige informatie om wordt gegaan. Op deze manier bescherm je het bedrijf tegen mogelijke datalekken, die enorm in de papieren kunnen lopen. Hiervoor moet je geen betaalde VPN-dienst afnemen, maar via een VPN-verbinding connectie maken met het bedrijfsnetwerk. De systeembeheerder voorziet je van de aanmeldgegevens, die je in Windows 10 kunt ingeven door naar Instellingen / Netwerk en internet / VPN te gaan. Door op het plusje bij Een VPN-verbinding toevoegen te drukken kun je de aanmeldgegevens invoeren die je van je werkgever hebt gekregen.

Wil je meer weten over wat een VPN is? Lees dan ons artikel Wat is VPN?

Werken vanuit de cloud

Wanneer je aan het werk bent, wil je natuurlijk zowel thuis als op kantoor verder kunnen werken aan dezelfde bestanden. Via de bovengenoemde VPN-verbinding is het mogelijk om toegang te verkrijgen tot het bedrijfsnetwerk, om daar verder te werken aan je bestanden. Wanneer je thuiswerkt met gevoelige bedrijfsinformatie is dat wellicht de enige manier. Wanneer je werkt in bestanden die minder gevoelig zijn, dan kun je overwegen om via online opslag (cloudopslag) te werken. Niet alleen heb je dan de bestanden direct beschikbaar op je laptop, werkstation, smartphone, tablet… of eigenlijk ieder apparaat met een browser, ook beschikken veel cloudopslagdiensten over versiebeheer, zodat je oudere versies van bestanden nog op kunt duiken, mochten er verkeerde wijzigingen zijn aangebracht. Toegankelijke clouddiensten zijn OneDrive, Box en Google Drive.

Bedenk echter wel dat de cloud een mooi marketingsynoniem is voor de systemen van anderen. Je werkbestanden bevinden zich op servers van bedrijven die erg hongerig zijn naar data. Er zijn natuurlijk ook andere manieren om je bestanden beschikbaar te houden. Gebruik je dezelfde laptop thuis als op het werk? Dan is het probleem niet zo groot, hoewel je wel altijd een actuele back-up nodig hebt. Je kunt ook een externe schijf of usb-stick gebruiken, maar let wel op dat deze kwetsbaar zijn en makkelijk te verliezen zijn. Sla dus de gegevens versleuteld op en zorg, wederom, voor een back-up.

Bedenk je wel dat de cloud een mooi marketingsynoniem is voor de systemen van anderen.

-

Office

De kans zit er dik in dat je Office-programma’s als Word, Excel en Outlook gebruikt voor werk. Bij Office365 kun je dit echter met je account op meerdere apparaten zetten. Als je met je werk-aanmeldgegevens inlogt op office.com, dan kun je de Office-suite downloaden en op je laptop installeren. Zonder dat dit iets kost. Zo heb je ook OneDrive en je mail via Outlook direct beschikbaar. Nadeel is wel dat alleen het hele Office-pakket zich laat installeren. Je kunt dus niet ervoor kiezen om bijvoorbeeld alléén Word en Excel op je pc te zetten.

Maakt je bedrijf geen gebruik van Office365, of heb je geen zin in al die Office-programma’s op je pc, dan kun je er ook voor kiezen LibreOffice te gebruiken. Een goed alternatief voor Outlook is Mozilla’s Thunderbird.

Overige software

De kans zit er dik in dat je ook andere programma’s gebruikt. Bijvoorbeeld de Adobe Suite. Als je werkgever niet de juiste licentie heeft en je zelf niet zit te wachten op de hoge maandlasten hiervan, kun je gratis alternatieven vinden in Gimp (Photoshop), Rawtherapee (Lightroom), InkScape (Illustrator) en Scribus (InDesign).

Om contact te houden met collega’s heb je ook messenger-programma’s als Slack en Microsoft Teams. Ook kun je WhatsApp gebruiken, dat je ook gewoon op je pc of laptop installeert. Ook zijn er natuurlijk programma's als Skype en Zoom om contact te houden met je collega's.

©PXimport

Thuiswerken vanwege Corona?

Vanwege het Coronavirus moeten veel werknemers en zelfstandigen noodgedwongen thuis werken. Heb je nog meer tips nodig om efficiënt te kunnen thuiswerken? Bekijk dan ons dossier Alles over thuiswerken: tips en trucs.

▼ Volgende artikel
10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen
© Mustafa_Art
Huis

10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen

Een robotstofzuiger scheelt flink wat werk, maar alleen als je hem goed gebruikt. Wie er net een in huis heeft, merkt al snel dat hij niet alles vanzelf doet. En ook als je al langer een robotstofzuiger gebruikt, valt er vaak nog winst te halen. Met deze tien praktische tips werkt je robotstofzuiger beter – en hoef jij minder te doen!

In het kort

Een robotstofzuiger kan je flink wat werk uit handen nemen, maar alleen als je hem goed gebruikt. Met deze 10 slimme tips werkt hij beter, blijft hij langer mee gaan en past hij zich aan jouw huishouden aan. Van zones instellen tot onderhoud: zo maak je er écht een huishoudhulp van.

Lees ook: Hier moet je op letten wanneer je een robotstofzuiger wilt kopen

1. Laat hem eerst je huis leren kennen

Veel robotstofzuigers kunnen een plattegrond van je woning maken. Dat kost eenmalig wat tijd, maar levert daarna veel gemak op. Tijdens zo'n verkenningsronde reinigt hij meestal nog niet, maar scant hij alleen. Geef hem de ruimte en zorg dat er geen spullen over de vloer slingeren. Als de kaart eenmaal is aangemaakt, kun je zones instellen, schoonmaakschema's maken en no-go-gebieden markeren.

2. Zorg voor voldoende licht

Robotstofzuigers met optische sensoren hebben licht nodig om goed te navigeren. Als je hem 's avonds laat rijden terwijl de lampen uit zijn, herkent hij obstakels minder goed. Plan het schoonmaken liever overdag of laat een lamp aan in de ruimte waar hij aan het werk is. Als het apparaat regelmatig moeite heeft om meubels of muren goed te herkennen, komt dat mogelijk door te weinig licht.

Licht, laser & optische sensoren

De lichtbehoefte van robotstofzuigers verschilt sterk per navigatiesysteem. Modellen met LiDAR-technologie (lasernavigatie) werken uitstekend in het donker omdat ze zelf licht uitstralen om obstakels te detecteren. Camera-gebaseerde robots daarentegen zijn afhankelijk van omgevingslicht om hun omgeving te kunnen 'zien' en hebben problemen in donkere ruimtes. Goedkopere modellen met alleen infrarood- of aanrakingssensoren navigeren weliswaar zonder licht, maar werken veel minder nauwkeurig en rijden vaker tegen obstakels aan.

3. Stel schoonmaakzones en kamers in

In de app van de meeste modellen kun je na de kaartopbouw aangeven welke kamers of delen van het huis wanneer moeten worden schoongemaakt. Dat is handig als je bijvoorbeeld elke ochtend de gang en keuken wilt laten doen, maar de slaapkamers alleen op zaterdag. Door het schoonmaken slim te verdelen, werkt de robotstofzuiger efficiënter en hoeft hij tussendoor minder vaak op te laden.

©Wesley Akkerman | ID.nl

4. Gebruik virtuele afbakeningen waar nodig

Veel modellen bieden de mogelijkheid om virtuele grenzen aan te maken: gebieden waar de robotstofzuiger niet mag komen. Denk aan een speelkleed met speelgoed, een losse kabel achter de bank of een plek waar de vloer nat kan zijn. In plaats van zo'n verboden plek elke keer handmatig af te schermen, door er bijvoorbeeld iets voor te zetten, stel je die zones gewoon één keer digitaal in. Het apparaat houdt daar vanaf dan automatisch rekening mee en weet dat hij daar niet meer mag komen.

5. Dweilen? Wees voorzichtig met schoonmaakmiddelen

Kan jouw robotstofzuiger ook dweilen? Gebruik dan alleen het aanbevolen reinigingsmiddel of gewoon water. Veel gewone schoonmaakmiddelen zijn te sterk of laten resten achter, waardoor leidingen of sproeiers kunnen verstoppen. Sommige robotstofzuigers hebben een speciaal reservoir voor schoonmaakmiddel, maar dat geldt niet voor elk model. Iets om naar te kijken voordat je een robotstofzuiger gaat kopen.

6. Maak borstels, wieltjes en sensoren regelmatig schoon

Haren, stof en vuil hopen zich snel op rond de draaiende onderdelen van de robotzuiger. Vooral huisdierharen kunnen oor problemen zorgen. Maak elke week de hoofdborstel los, controleer de zijborstels en veeg vuil weg met een droge doek of meegeleverd hulpstuk. Vergeet ook de val- en navigatiesensoren niet: die kunnen door stof minder goed functioneren, wat de navigatie beïnvloedt.

©Vershinin Evgenii

7. Leeg het stofreservoir af en toe ook zelf

Veel robotstofzuigers hebben een zelflegende functie. Handig, maar ook dan is het slim om af en toe zelf te controleren of alles goed blijft werken. Het stofreservoir is meestal klein en raakt sneller verstopt dan je denkt. Leeg het na een paar schoonmaakbeurten, zeker als je merkt dat hij minder vuil opzuigt of als hij zelf aangeeft dat het reservoir leeg is, maar je toch nog stof en kruimels op de vloer ziet liggen.

8. Zet het laadstation op een vaste plek

Een robotstofzuiger onthoudt zijn omgeving en zoekt na elke beurt zijn laadstation op. Verplaats je dat station naar een andere plek, dan moet hij opnieuw leren waar hij zich bevindt. Zet het station dus op een centrale, bereikbare plek waar voldoende ruimte is en laat het daar staan. Zo voorkom je dat hij de weg kwijt raakt of fouten maakt bij het navigeren.

9. Pas op bij huisdieren

Een ongelukje van een huisdier kan vervelende gevolgen hebben als de stofzuiger erdoorheen rijdt. Laat hem daarom liever schoonmaken op momenten dat je huisdieren buiten zijn of je zeker weet dat de vloer schoon is. Zo voorkom je niet alleen vieze sporen, maar ook schade aan het apparaat en extra schoonmaakwerk achteraf.

©Надія Коваль - stock.adobe.com

10. Automatiseer waar het kan, maar houd controle

Robotstofzuigers zijn bedoeld om werk uit handen te nemen. Toch blijft het verstandig om regelmatig de app te openen, meldingen te controleren en updates uit te voeren. Soms kun je met een kleine aanpassing – zoals het verplaatsen van een kabel, het instellen van een extra schoonmaakbeurt op vrijdag – het resultaat flink verbeteren.

Robotstofzuiger klaar? Zuigen maar!

Het is simpel: hoe beter je robotstofzuiger weet wat hij moet doen, hoe beter hij zijn werk doet. Met deze tips zorg je ervoor dat dat het geval is. En ja, je moet zelf ook af en toe nog wat doen, zoals het stofreservoir controleren of dierenhaar uit de wieltjes te peuteren, maar dat kost hooguit een paar minuutjes van je tijd. Want je weet nu hoe je ervoor zorgt dat de omstandigheden zo goed mogelijk zijn én hoe je hem 'traint'. En daarmee komt hij dicht in de buurt van je ideale huishoudhulp!


🤖 🧹 Accessoires voor je robotstofzuiger?

Je vindt ze

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.