ID.nl logo
Node-RED: apparaten en diensten koppelen zonder code
© Reshift Digital
Huis

Node-RED: apparaten en diensten koppelen zonder code

Node-RED is een populair systeem waarmee je apparaten en diensten aan elkaar koppelt zonder code te hoeven intypen. Het programmeren verloopt immers op een grafische manier door nodes in flows met elkaar te verbinden. Er bestaat een bloeiende community rond Node-RED en naast het automatiseren van zaken, kun je er ook dashboards mee maken. Onlangs kwam versie 1.0 van Node-RED uit. De ideale gelegenheid om er eens mee aan de slag te gaan in dit artikel.

Op de website van Node-RED wordt het programma omschreven als ‘low-code programming for event-driven applications’. Dat is een hele mond vol. Low-code programming betekent gewoon dat je geen code hoeft in te typen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een Python-programma. In de plaats daarvan selecteer je in een webinterface componenten uit een gereedschapskist en koppel je die aan elkaar.

Met ‘event-driven applications’ wordt bedoeld dat je met Node-RED toepassingen bouwt die reageren op gebeurtenissen. Zo kan je programma reageren als je een knop indrukt die je op een Raspberry Pi aansluit, of op een bericht dat via MQTT over je thuisnetwerk wordt verstuurd, of op een sensorwaarde die verandert in je Home Assistant-installatie.

01 Systeemvereisten voor Node-RED

Node-RED kun je op Windows, macOS, Linux, op een Raspberry Pi en zelfs in de cloud installeren. Op de pagina Getting started vind je de installatie-instructies voor de verschillende mogelijkheden.

In deze basiscursus gaan we uit van een installatie via Docker op een Raspberry Pi. Maak je een andere keuze, volg dan op de website van Node-RED de specifieke instructies voor jouw systeem. Na de installatie werkt zo goed als alles hetzelfde, ongeacht het systeem waarop je Node-RED draait.

©PXimport

02 Raspbian met Docker

We gaan ervan uit dat je Raspbian Buster Lite op je Raspberry Pi hebt geïnstalleerd, bijvoorbeeld met balenaEtcher. Op je Raspberry Pi inloggen doe je via de opdracht ssh in de Opdrachtprompt of door een toetsenbord en beeldscherm op je Raspberry Pi aan te sluiten.

Installeer dan Docker op de Raspberry Pi, geef de standaardgebruiker pi toegang tot Docker, installeer pip en Docker Compose, en reboot tot slot met deze commando’s:

curl -sSL https://get.docker.com | sh

sudo usermod pi -aG docker

sudo apt install python3-pip

sudo pip3 install docker-compose

sudo reboot

Zodra je weer ingelogd bent, maak je ook een directory aan waarin je de gegevensbestanden van Node-RED opslaat, zoals je flows en de uitbreidingen die je installeert:

mkdir /home/pi/node-red

03 Installeer Node-RED

We installeren Node-RED met behulp van Docker Compose. Maak daarvoor eerst een Docker Compose-bestand aan:

nano docker-compose-node-red.yml

Plaats daarin de volgende regels:

version: '3.7'

services:

node-red:

image: nodered/node-red

container_name: node-red

restart: always

volumes:

- ./node-red:/data

ports:

- "1880:1880"

environment:

- TZ=Europe/Amsterdam

Hierin definiëren we dat we het Docker-image nodered/node-red downloaden en starten, waarbij we de directory node-red in de huidige directory in de Docker-container van Node-RED aankoppelen op de directory /data. We forwarden poort 1880 van de container naar poort 1880 op de Raspberry Pi. Tot slot stellen we ook onze tijdzone in, zodat Node-RED de juiste tijd gebruikt.

Sla het bestand op met Ctrl+O en sluit nano af met Ctrl+X. Daarna starten we Node-RED eenvoudig op met de volgende opdracht:

docker-compose -f docker-compose-node-red.yml up -d

Dat duurt wel even, want Docker gaat nu het image van Node-RED eerst downloaden. Maar als je de Opdrachtprompt weer te zien krijgt, is Node-RED gestart en in je webbrowser bereikbaar op http://IPADRES:1880. Lukt het niet, bekijk dan met docker logs node-red wat er misloopt.

©PXimport

04 Je eerste flow

De webinterface van Node-RED bestaat uit vier onderdelen. Bovenaan heb je de header met rechts een knopje Deploy en helemaal rechts het menu dat je toegang geeft tot allerlei functionaliteit.

Links heb je het palet, waarin je allerlei ‘nodes’ vindt. Die nodes kun je naar het midden slepen, de werkruimte. Die werkruimte bevat aanvankelijk één tabblad met een ‘flow’ met de naam Flow 1. Rechts heb je dan de zijbalk, die je meer informatie geeft over het geselecteerde onderdeel. Momenteel is dat de lege flow, zodat je daar de naam van de flow te zien krijgt.

Laten we eens een eerste flow maken. Sleep een node inject en een node debug naar de werkruimte. De tekst bij die eerste verandert in timestamp en bij die tweede in msg.payload. Verbind het rechtse grijze vakje van de eerste node met het linkse grijze vakje van de tweede node. Klik dan bovenaan rechts op Deploy.

Klik dan op het omgekeerde driehoekje onder het menu en kies Debug messages. Als je daarna op het grote vierkantje links van de node timestamp klikt, verschijnt de tijd (in aantal seconden sinds 1 januari 1970) in de zijbalk.

©PXimport

05 Installeer extra nodes

Dat tijdstip in het debugvenster is niet heel leesbaar. Zouden we dit kunnen omzetten naar een leesbare datum en tijdstip? Uiteraard, en dat kan bijvoorbeeld met een node function waarin je javascript-code kunt opgeven die de opdracht uitvoert. Maar we zijn dit artikel begonnen met de boodschap dat je niet zou hoeven te programmeren in Node-RED (wat wel kan, zie ook het kader ‘Javascript-code in Node-RED’), dus we gaan dit op een grafische manier uitvoeren.

In het palet links zie je een heel aantal nodes die Node-RED standaard al installeert, maar er zit er geen tussen om tijdstippen in leesbaar formaat te tonen. Gelukkig heeft Node-RED een bloeiend ecosysteem van externe nodes, die eenvoudig te installeren zijn. Klik op het menu en dan op Manage palette.

In het tabblad Install zie je dat er meer dan 2400 modules beschikbaar zijn voor installatie. Typ in het zoekveld eens date in. Je krijgt dan alle mogelijke nodes te zien die iets met een datum doen. Let zeker op de datum van de laatste update, want je vindt hier ook heel wat nodes die niet meer onderhouden worden. Bij elke node kun je op het icoontje naast de naam klikken voor meer informatie.

©PXimport

06 Leesbaar tijdstip

Klik op de knop install bij de node node-red-contrib-moment en bevestig met Install. Sluit daarna het venster. Als je nu in het paneel links helemaal naar onderen scrolt, zie je twee nieuwe nodes: moment en humanizer. Klik je op een ervan, dan krijg je in de zijbalk nuttige informatie over het gebruik te zien.

Verbreek de verbinding tussen timestamp en msg.payload door ze te selecteren en op de Delete-toets te drukken. Sleep dan de node moment naar de werkruimte. Ze krijgt dan de naam Date/Time Formatter. Verbind de uitvoer van timestamp met de invoer van deze node, en de invoer van msg.payload met de uitvoer.

Deploy de flow opnieuw en klik weer op de timestamp. In het debugvenster moet nu een tijdstip zoals “2020-02-11T14:15:56.321Z” verschijnen. Indien de tijd verkeerd is, dubbelklik dan op de node en kijk na of je tijdzone correct staat. Indien nodig tel je bij Adjustment een uur op. Vergeet niet na elke aanpassing op Deploy te klikken.

©PXimport

07 Download elke vijf minuten

Node-RED doet nu iets wanneer we op de eerste node klikken, maar we kunnen onze flow ook automatisch laten uitvoeren, bijvoorbeeld elke vijf minuten. Klik op de eerste node, kies bij Repeat voor interval en vul dan every 5 minutes in. Wijzig ook de naam van de node in Elke 5 minuten, zodat de functie duidelijker is. Sla op met Done en klik dan op Deploy. Je krijgt nu in het debugvenster elke vijf minuten de huidige tijd te zien.

Nu we Node-RED om de vijf minuten iets kunnen laten doen, gaan we daar iets nuttigers van maken: weergegevens downloaden. Verwijder de node Date/Time Formatter en zet in de plaats daarvan een node http request. Dubbelklik erop en vul bij de url http://xml.weerslag.nl/xmlfeed.xml in. Geef de node de naam Weerslag.NL.

Als je nu op het vierkantje bij de eerste node klikt (of vijf minuten wacht), wordt het xml-bestand van Weerslag.NL gedownload en de inhoud in het debugvenster getoond. Maar je bent uiteraard alleen geïnteresseerd in het weer bij jou. Open de feed in je webbrowser en zoek naar een weerstation bij je in de buurt. Noteer de stationscode.

©PXimport

08 Filter de xml-code

De xml-code van de feed van Weerslag.NL filter je eenvoudig zodat je alleen de informatie te zien krijgt van het weerstation waarin je geïnteresseerd bent. Plaats daarom een node xml tussen je node http request en de node debug. Deze node zet de xml om in een javascript-object. Bekijk het resultaat eerst maar eens in het debugvenster.

Voeg dan een node change toe tussen xml en debug, en dubbelklik daarop. Verander nu achter to het type uitvoer naar expression (getoond als een gestileerde hoofdletter J). Vul daarachter de volgende expressie in:

payload.**.weerstation[stationcode[0]='11179']

Vervang hierin 11179 door de stationscode van in je buurt. Wil je meer weten over dit soort expressies, lees dan de documentatie van JSONata. Na een deploy en een klik op de eerste node krijg je in het debugvenster alleen de informatie van het ene weerstation te zien.

©PXimport

Javascript-code in Node-RED

Bestaat er geen node die doet wat je nodig hebt, dan kun je nog altijd gaan programmeren. Node-RED is immers in javascript geschreven en ondersteunt via de node function ook javascript-code. Zo zou je de node moment kunnen vervangen door een node function, waarin je javascript-code schrijft die een Date-object aanmaakt op basis van de payload, en de payload vervangt door de stringversie van dat object. Dit is een eenvoudig voorbeeld, maar je kunt nog veel complexere functies schrijven. Zie de online documentatiepagina Writing functions voor meer informatie.

©PXimport

09 Temperatuur en luchtdruk

Tot nu toe toonden we volledige javascript-objecten in het debugvenster, maar we zijn eigenlijk alleen geïnteresseerd in de temperatuur en luchtdruk. De temperatuur filteren we er eenvoudig uit met een node change na de vorige node change. We veranderen het type achter to naar msg en vullen daar in:

payload.temperatuurGC[0]

Hang achter deze node weer een debug-node. Doe nu hetzelfde om de luchtvochtigheid eruit te filteren. Bestudeer in het debugvenster de inhoud van het volledige javascript-object van het weerstation om te zien wat je in de node change dient in te typen.

Als je nu de flow uitvoert, krijgt je de waardes van de temperatuur en luchtvochtigheid in het debugvenster te zien.

©PXimport

10 Dashboard

Het debugvenster is handig als je in Node-RED een flow aan het opbouwen bent, maar zodra die werkt, wil je uiteraard je gegevens wat mooier weergeven. Gelukkig kent Node-RED ook een dashboard. Daarvoor dienen we eerst een extra node te installeren.

Open weer Manage palette in het menu en installeer daar de node node-red-dashboard. Dat voegt maar liefst zestien nieuwe types nodes toe in je palet.

Hang dan een node gauge achter de node voor de temperatuur. Dubbelklik erop en klik naast Group op het icoontje van het potlood. Geef de groep een naam (bijvoorbeeld Temperatuur) en klik naast Tab op het potloodicoontje. Geef het tabblad een naam (bijvoorbeeld Weer), klik op Add en nog eens op Add. Dan ben je weer in de eigenschappen van de node gauge. Vul bij Label een naam zoals Temperatuur in, bij Units de eenheid °C, en bij Range een minimum- en maximumtemperatuur. Klik op Done om de node op te slaan.

Nadat je op Deploy geklikt hebt, klik je op het icoontje van het grafiekje bovenaan rechts (links naast het omgekeerde driehoekje). Klik daarna op het icoontje van het vierkantje met het pijltje eruit. Je krijgt nu je eerste dashboard van Node-RED te zien. Uiteraard is dit nog maar het begin. Het toevoegen van de luchtvochtigheid en van enkele andere interfacecomponenten zoals een lijnplot laten we aan jou als lezer over.

©PXimport

11 Controleer of het vriest

Node-RED kan nog veel meer. Zo kun je bijvoorbeeld waarschuwingen uitsturen als het vriest. Om te weten wanneer het vriest, voeg je een switch toe achter de node voor de temperatuur. Geef die switch de naam Test op vorst en zet de test op <= 0, waarbij je vlak voor de 0 het datatype number kiest.

De node aan de uitgang van de switch wordt nu alleen uitgevoerd wanneer de temperatuur in het weerstation lager dan 0 is. Test dat door een inject-node aan de ingang te koppelen met als waarde -15 met datatype string, en door een debug-node aan de uitgang te koppelen. Als je nu na een deploy op de inject klikt, zie je in het debugvenster de temperatuur -15 graden. En als je de -15 in de inject-node verandert naar 15 en op de inject-node klikt, gebeurt er niets.

©PXimport

12 Vorstwaarschuwing

Dan hoeven we alleen nog maar die laatste debug-node te vervangen door een node die ons waarschuwt. We geven hier het voorbeeld van een waarschuwing met een e-mail. Installeer daarvoor de node node-red-node-email.

Voor je nu die node toevoegt, voeg je een node change toe achter de switch. Geef die de naam E-mail en zet msg.topic op Het vriest. Dit wordt het onderwerp van onze e-mail. Het bericht zelf komt in msg.payload, en dat bevat nog altijd de temperatuur, dus dat houden we.

Voeg dan de node email toe achter de node change. Vul de juiste gegevens in: het e-mailadres van de ontvanger, de smtp-server, poort, gebruikersaccount en wachtwoord. Als je een mailserver met STARTTLS gebruikt, dien je Use TLS? wel aan te vinken, maar Use secure connection niet. En als je tweefactorauthenticatie voor Gmail ingesteld hebt, dien je eerst een app-wachtwoord aan te maken. Als je daarna je flow deployt, krijg je via e-mail een melding wanneer het vriest.

Uiteraard is dit maar een eerste versie. Momenteel zou je elke vijf minuten een e-mail krijgen zolang het vriest. Dat aantal e-mails zou je zeker nog moeten beperken. Maar Node-RED biedt voldoende componenten om deze basisflow verder uit te werken. En als de standaardnodes niet volstaan, installeer je gemakkelijk extra nodes van de community of programmeer je zelf je eigen nodes in javascript.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst
© Rens Blom
Zekerheid & gemak

Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst

De Philips Hue Bridge Pro volgt de tien jaar oude Bridge op en doet dat met verve. Het apparaat biedt nieuwe functies en is toekomstbestendig, wat hem boeiend maakt voor bestaande én nieuwe Philips Hue-gebruikers. In deze review leggen we je uit waarom.

Fantastisch
Conclusie

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.

Plus- en minpunten
  • Werkt via wifi en ethernet
  • Veel krachtiger en dus toekomstbestendiger
  • Kan veel meer lampen, accessoires en lampen aansturen
  • Migreren vanaf reguliere Bridge is zo gepiept
  • Eenmalige meerprijs t.o.v. normale Bridge

Als je thuis slimme verlichting van Philips Hue hebt, is de kans groot dat je gebruikmaakt van de witte Hue Bridge. Dit kleine kastje verbindt met je lampen en bijbehorende accessoires en stelt je in staat om de verlichting ook te bedienen als het internet even is uitgevallen. Na een decennium is er nu een Bridge Pro, goed te herkennen aan zijn zwarte ontwerp. De Bridge Pro kost 90 euro, waar de reguliere Bridge (versie 2.1) circa 50 euro kost. Ja, dat is een relatief forse meerprijs, maar als je het systeem tien jaar wilt gebruiken juist weer een kleine extra investering.

©Rens Blom

De oude, witte bridge naast de nieuwe Bridge Pro.

Veel meer lampen

De Bridge Pro biedt belangrijke voordelen ten opzichte van de normale Bridge, zowel voor bestaande als nieuwe gebruikers. Zo kun je hem nog steeds via ethernet gebruiken, maar is dat niet verplicht. Er is namelijk ook - nieuw - wifi-ondersteuning. De voeding is bovendien geen specifieke stroomkabel meer, maar een usb-c-kabel. Die kun je eenvoudiger vervangen.

©Rens Blom

De belangrijkste vernieuwing? Een compleet nieuwe processor, meer werkgeheugen en meer opslagcapaciteit, waardoor de Hue Bridge Pro veel krachtiger is dan zijn voorganger. Dat is geen mooie marketingpraat, maar goed zichtbaar aan het totaal aantal gadgets dat de bridge kan aansturen. Bij de reguliere Bridge zijn dat 50 lampen en 12 accessoires (zoals draadloze afstandsbedieningen), waar de Bridge Pro 150 lampen en 50 accessoires ondersteunt. Heb je een huis (en misschien ook tuin) vol Hue-producten, dan loop je bij de normale Bridge waarschijnlijk (snel) tegen de limieten aan. Bij de Bridge Pro moet je daar echt je best voor doen.

Je kunt met de Bridge Pro ook veel meer scènes (500) opslaan in de Hue-app dan met de normale Bridge (200), wat voor sommigen handig zal zijn. De Bridge Pro biedt ook nieuwe optionele foefjes, zoals je lampen inzetten als bewegingssensoren om je te attenderen bij beweging in bepaalde kamers. Ook is de Bridge Pro standaard geschikt voor Matter, het nieuwe smarthomeprotocol waar veel merken ondersteuning voor bieden.

©Rens Blom

Overzetten is zo gebeurd

Van oude technologie naar nieuwe technologie overstappen kan soms frustrerend zijn, maar dat geldt zeker niet wanneer je de Bridge verruilt voor de Bridge Pro. De stappen in de Philips Hue-app zijn duidelijk en wij waren binnen tien minuten klaar, waarna de app op de achtergrond veertig minuten nodig had voor de echte migratie.

Al onze instellingen zijn behouden, de accessoires en lampen zijn overgezet en de reguliere Bridge mag na tien jaar met pensioen. Begin je pas met Philips Hue, dan stel je de Bridge Pro vanzelfsprekend in als je eerste bridge. Ook dat is een fluitje van een cent.

©Rens Blom

Conclusie: Philips Hue Bridge Pro kopen?

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.

▼ Volgende artikel
Technische toolkits voor computerproblemen: dit heb je nodig
© fizkes - stock.adobe.com
Huis

Technische toolkits voor computerproblemen: dit heb je nodig

Een computer laat het vaak afweten op het slechtste moment. Of het nu gaat om een zwart scherm, geen internetverbinding of verdwenen bestanden: wie goed voorbereid is, bespaart tijd en ergernis. In dit artikel lees je welke hardware- en softwaretools je het best vooraf klaarzet, voor jezelf of om anderen te helpen – desnoods vanaf afstand.

Wat gaan we doen?

In dit artikel lossen we geen concrete problemen op, maar helpen je goed voor te bereiden op allerlei mogelijke computer­storingen. We leggen uit welke tools je het best altijd in je EHBO-kistje houdt, van hardwaretools tot handige softwareprogramma’s.

Tip 1 - Gerichte aanpak

Een computer en zeker een (thuis)netwerk vormen een complex geheel van componenten, waardoor het lastig kan zijn om snel de juiste oorzaak van een probleem te achterhalen en het op te lossen. Het kan aan hardware liggen (zoals een defecte adapter of slechte kabel), maar ook aan software (zoals een configuratiefout, malware of een incompatibel stuurprogramma). Het is dus verstandig om op zowat alles voorbereid te zijn. Dit vraagt niet alleen kennis en ervaring, maar ook een doordachte aanpak.

Begin met een gerichte observatie van fout­meldingen of gedrag, en voer dan systematisch tests uit. Start bij de eenvoudigste oorzaken, zoals herstarten of bekabeling. Sluit stapsgewijs andere mogelijke oorzaken uit. Noteer wat je test en welk resultaat je krijgt. Bij netwerkproblemen werk je het best van buiten naar binnen: controleer eerst randapparatuur en verbindingen, daarna besturingssysteeminstellingen, en tot slot software of hardware.

Daarvoor heb je natuurlijk ook het juiste ­materiaal nodig, en dat is nu net onze focus. We bekijken eerst welke hardwaretools nuttig zijn, zowel vrij eenvoudige gereedschappen als meer geavanceerde tools. Je kiest uiteraard zelf hoe ver je hierin wilt gaan. Daarna bespreken we handige softwaretools voor diagnose, herstel en reparatie, gebundeld op een multibootstick. Tot slot bekijken we nog enkele opties voor hulp op afstand.

©Angela - stock.adobe.com

Netwerkproblemen? Het kan ook zo simpel zijn als een kapotte netwerkkabel.

Tip 2 - Basisgereedschap

We starten met het basisgereedschap. Kleine dingen die je weleens over het hoofd kunt zien, maar die soms goed van pas komen! We denken bijvoorbeeld aan plakband of ducttape (bijvoorbeeld voor het (tijdelijke) herstel van een gescheurde kabel) en labeltape of markeerstickers om bepaalde (te verplaatsen) onderdelen duidelijk te identificeren. Enkele fijne permanente kleurmarkers kunnen hiervoor ook nuttig zijn. Zorg ook dat je een pincet of fijn tangetje bij de hand hebt, evenals een usb-lampje of een mini-zaklamp (eventueel gebruik je de led van je smartphone). Schroevendraaiers mogen uiteraard evenmin ontbreken: zowel kruiskopschroevendraaiers (Phillips PH0, PH1, PH2), als sleufschroevendraaiers, als torx-modellen (vooral T5 tot T10). Eventueel stop je er ook een paar drie- en zeskantige schroevendraaiers bij, evenals pentalobe-modellen (zoals voor Apple-laptops). Het is wel zo makkelijk als je schroevendraaiers magnetisch zijn om kleine schroefjes (in de systeemkast) niet te verliezen. Let wel op dat je hiermee geen elektronische onderdelen aanraakt. Een handige allround-oplossing is een precisie-schroevendraaierset met magnetische houder en verwisselbare bits.

Voor het schoonhouden van je apparatuur heb je ook altijd een spuitbus met perslucht in de buurt, evenals een luchtblazer (rubberen balgpompje), enkele watten- of schuimstaafjes en een paar micro­vezeldoekjes. Voor het reinigen van contactpunten, sockets, toetsenborden en behuizingen is een goed afsluitbare fles isopropyl-alcohol handig (liefst minimaal 99,9 procent). Zorg ook voor een anti­statische polsband of mat om elektrostatische schade te voorkomen. Denk verder ook aan een usb-stick, usb-hub (met eigen voeding) en een paar netwerk-patchkabels (bij voorkeur CAT 6). Bij elkaar kost dit hele setje basisgereedschap zo’n 160 euro.

©Nikolay - stock.adobe.com

Met een precisieset met verwisselbare bits kun je al je apparatuur openmaken.

Tip 3 - Extra gereedschap

Kant-en-klare netwerkkabels hebben onze voorkeur, maar soms is een zelfgemaakte kabel op maat handiger. Daarvoor heb je een krimptang nodig en wat handigheid om de connector goed te plaatsen. Op YouTube vind je genoeg instructievideo’s; na enige oefening lukt dat vlot. Zorg ook voor een RJ45-netwerktester. Er bestaan complete netwerksets met krimptang, stripper en tester.

Stop een paar lithium-knoopcellen (CR2032) in je kit, want het CMOS-geheugen van veel computers krijgt stroom van zo’n batterij en die dien je na enkele jaren te vervangen. Een batterijtester die ook geschikt is voor knoopcellen, is ook altijd handig (circa 10 euro). Voor het uitlezen van SD-kaarten gebruik je het liefst een externe SD-kaartlezer. Om problemen met draadloze muizen of toetsenborden te vermijden, zijn een usb-muis en -toetsenbord ­nuttig (samen vanaf zo’n 20 euro).

Ook enkele typische adapters zijn onmisbaar. Denk aan een usb-naar-wifi-adapter, usb-naar-ethernet-adapter (voor als de interne netwerkpoort niet werkt), usb-naar-SATA-adapter (om een interne schijf via usb op je eigen pc aan te sluiten), en een usb-c-multi-adapter. De geschatte totaalprijs van de spullen uit deze tip is zo’n 190 euro.

©kvladimirv - stock.adobe.com

Een netwerk­set, met onder meer een krimptang, netwerk­tester en kabelstripper.

Tip 4 - Voor de echte techneut

Ben je intussen de vaste computerreparateur geworden voor buren, kennissen en familie, dan is het misschien tijd om je reparatiekit verder te professionaliseren. Een psu-tester en een multimeter horen daar zeker bij. Met een psu-tester controleer je eenvoudig een pc-voeding (Power Supply Unit): sluit de ATX-stekker (van de desktop) en eventueel andere connectors (als cpu of PCIe) aan, waarna je per lijn de spanning uitleest (zoals 3,3V, 5V, 12V en andere). Een multimeter is veelzijdiger: je meet er spanning, stroom en weerstand mee (categorie 2 is geschikt tot 230V). Zo’n apparaat vergt wel enige ervaring, maar YouTube-video’s helpen je vast op weg.

Een (snelle) externe usb-ssd van bijvoorbeeld 2 TB komt ook van pas, bijvoorbeeld voor systeemback-ups. Bij schermproblemen is een klein reservescherm met voldoende resolutie (én HDMI en usb-c-aansluitingen) handig. Zorg eveneens voor een tubetje thermische pasta, voor als je cpu-koelers moet (ver)plaatsen of bij oververhittingsproblemen.

Eventueel kun je een diagnostische POST-kaart (Power-On Self Test) toevoegen, die je via PCIe (x1) op een (desktop)computer aansluit. Bij het opstarten voert het UEFI/BIOS een POST-routine uit, waarbij het systeem per stap een hex-code via de systeembus doorstuurt. Zo’n kaart vangt deze codes op en toont ze op een leddisplay. De betekenis lees je af in een POST-tabel (online of in de onderhoudshandleiding), zodat je gericht kunt testen. Eenvoudige modellen vind je al vanaf zo’n 10 euro. De geschatte totaalprijs van deze spullen is zo’n 280 euro.

©Mr.Norasit Kaewsai

Een multimeter is veelzijdig en hoeft niet zo duur te zijn.

Tip 5 - Programma's verzamelen

Je EHBO-kit is inmiddels goed gevuld met tools voor hardwareproblemen. Maar wat als de oorzaak bij software ligt? Zulke fouten los je doorgaans software­matig op, dus verzamel je het best vooraf alvast de meest geschikte programma’s voor diagnose en herstel. Deze tools kunnen sterk variëren, want ook de oorzaken van problemen verschillen. Denk aan corrupte drivers of systeembestanden, foutgelopen updates, conflicterende software, malware, ­verkeerde configuraties en beschadigde opstartitems. Je hebt dus tools nodig die malware kunnen opsporen en verwijderen, bootstructuren (tot op sectorniveau) kunnen controleren en herstellen, schijven kunnen herpartitioneren, data kunnen redden van nukkige systemen, wachtwoorden kunnen achterhalen of wissen en meer.

Daarnaast moet je de juiste manier vinden om de software te starten. Soms lukt dat via een koppeling van de interne schijf van het defecte systeem aan je eigen computer. In de praktijk werkt het meestal handiger als je de EHBO-software rechtstreeks op het probleemtoestel kunt draaien. Als een ­normale start niet lukt, zelfs niet in de veilige modus (Windows), biedt een bootstick uitkomst. Dit is een opstartbare usb-stick met een eigen besturingssysteem, zoals Windows of Linux. Idealiter kies je voor een multibootstick, met meerdere systemen of tools, zodat je vlot de meest geschikte diagnose- of herstelomgeving kunt selecteren. We behandelen in dit artikel twee uitstekende, gratis oplossingen.

Een ‘blue screen of death’: Windows in paniek, maar wat is de oorzaak? Overigens gaat Microsoft dit scherm na 40 jaar wijzigen: het wordt zwart met kortere teksten.

Tip 6 - YUMI-stick maken

YUMI (Your Universal Multiboot Installer) is een tool waarmee je zo’n multibootstick kunt maken. Deze tool is handig omdat je uit tal van besturingssystemen kunt kiezen, zonder die zelf te hoeven zoeken. Surf naar www.kwikr.nl/yumi, scrol tot bij YUMI exFAT Download en klik op Download YUMI. Dubbelklik op het gedownloade exe-bestand om de portable tool te starten. Klik op I Agree en plaats een (lege) usb-stick in je pc, bij voorkeur 3.x en met voldoende ruimte voor alle gewenste distributies. Klik indien nodig op Redetect Disks als het station niet zichtbaar is bij Step 1: You Chose. Selecteer de juiste stick en klik op Prepare this Device, zodat de stick correct geformatteerd wordt. Bevestig met Ja als je zeker weet dat de stick geen belangrijke gegevens bevat. Na afloop verschijnt een exFAT-partitie in Verkenner met de naam YUMI. Voor wie technisch geïnteresseerd is: via Schijfbeheer zie je ook een kleine FAT-partitie (VTOYEFI). Dit is de EFI-systeempartitie, maar daar hoef je je verder niet om te bekommeren.

Bij Step 2: Select a Distribution […] kies je vervolgens de gewenste distributie. Er zijn er meer dan 100, vooral Linux-distributies, maar ook systemen als back-uptools, partitiebeheerders, wachtwoordkrakers, geheugentesters, penetratietesters en allround-troubleshooters zoals Ultimate Boot cd, SystemRescue (Linux) en Hiren’s BootCD PE (Windows). Op enkele hiervan komen we straks nog even terug.

Met YUMI maak je eenvoudig een multibootstick.

Tip 7 - YUMI-distributies

Selecteer de eerste gewenste distributie. De verwijzing naar het bijbehorende schijfkopiebestand kleurt oranje als YUMI dit in de YUMI-map detecteert, althans wanneer je het daar zelf al had geplaatst. Kleurt dit rood, dan kun je via Browse naar de juiste downloadmap navigeren. Staat het bestand nog niet op je schijf, klik dan op Download link om het te downloaden. Of klik op Visit the […] site om het zelf binnen te halen van de site van de producent. Bij sommige distributies, zoals Ubuntu, verschijnt een extra optie (Step 4) waarmee je optioneel opslagruimte reserveert voor persistente wijzigingen. Zodra de juiste distributie is geladen bij Step 3, klik je op Create en bevestig je met Ja. De voortgang volg je in het logvenster. Na afloop klik je op Next en op Ja om extra distributies toe te voegen aan het YUMI-bootmenu, op dezelfde manier als daarnet. Dat kan ook later nog, zolang je YUMI opnieuw start zonder de stick opnieuw te formatteren.

Wil je een toegevoegde distributie verwijderen, plaats dan een vinkje bij View or Remove Installed Distros, selecteer het ongewenste systeem en klik op Remove.

Na de ‘installatie’ van een distributie kun je gerust een ­volgende op de stick kwijt.

Tip 8 - Ventoy

Lukt het om een of andere reden niet met YUMI of wil je liever een andere tool gebruiken, dan is Ventoy een prima alternatief. Download de recentste versie van het portable programma via www.kwikr.nl/ventoy. Pak het zip-bestand uit en start de tool. In het Language-menu kies je eventueel voor Dutch (Nederlands).

Plug een geschikte (lege) usb-stick in en dubbelklik op het bestand Ventoy2Disk.exe. Klik op de ronde pijlknop zodat Ventoy de stick correct herkent. Open nu eerst even het menu Opties. Bij Partitietabel staat standaard MBR geselecteerd. In de meeste gevallen is dat de beste optie, tenzij je zeker weet dat je de stick enkel op moderne UEFI-systemen gebruikt; in dat geval kun je GPT selecteren. Laat ook de optie voor Secure Boot aangevinkt, behalve als je weet dat je de stick enkel op oudere systemen zonder secure boot gebruikt of bereid bent secure boot tijdelijk uit te schakelen (zonder de UEFI-bootmodus te wijzigen). In dit menu vind je ook de optie Ventoy verwijderen: hiermee maak je de stick leeg en verwijder je de partities als je dit wenst.

Check eerst nog even enkele opties in Ventoy.

Tip 9 - Distributies plaatsen

Er rest nu nog maar één stap. Klik op Installeren (Bijwerken is bedoeld voor een update naar een recentere Ventoy-versie) en bevestig dit tweemaal met Ja. Alle data op de stick worden gewist en, net als bij YUMI, verschijnen er twee partities: een grote VENTOY-datapartitie en een kleine VTOYEFI-systeempartitie. Het hele proces duurt slechts enkele seconden.

Daarna mag je Ventoy sluiten: je stick is nu klaar om de eerste distributies te ontvangen. Dat klinkt misschien ingewikkeld, maar eigenlijk is het heel eenvoudig. Je hoeft enkel het schijfkopiebestand (meestal een iso-bestand) van een distributie naar de VENTOY-partitie te kopiëren, desgewenst in aparte mappen (zoals \allround, \antivirus, \backup, \dataherstel, \partitiebeheer enzovoort). Dit kan gewoon via Verkenner. Dit geldt trouwens ook voor een YUMI-stick, aangezien die onderliggend gebruikmaakt van Ventoy-technologie. In het tekstkader ‘Onmisbare reddingstools’ vermelden we enkele uitstekende tools, inclusief hun downloadlocaties.

Distributies op Ventoy: niet moeilijker dan de iso-bestanden naar de VENTOY-partitie kopiëren.

Tip 10 - Bootstick opstarten

Het is nu de bedoeling dat je je multibootstick opstart op een (problematisch) systeem. Daarbij maakt het weinig uit of je een YUMI- of een Ventoy-stick gebruikt. Tijdens het opstarten druk je enkele keren op een sneltoets, zoals ESC, F8 of F12, om het opstartmenu te openen. Op oudere toestellen moet je mogelijk eerst het BIOS-setupmenu oproepen via een sneltoets en daar bij Boot order (priority) de usb-stick als eerste opstartmedium instellen.

Gaat het om een moderner UEFI-systeem, dan staat secure boot waarschijnlijk ingeschakeld, wat kan verhinderen dat je bootstick opstart. Voor een YUMI-stick moet je deze functie wellicht eerst tijdelijk uitschakelen om te kunnen opstarten. Een Ventoy-stick start meestal wél op als je eerder de optie Secure Boot had aangevinkt (zie tip 8). In dit geval moet je bij de allereerste opstart wel nog een korte procedure doorlopen, zoals beschreven op www.kwikr.nl/vensec. Je kunt eventueel ook hier eerst secure boot tijdelijk uitschakelen.

Het startmenu van je bootstick verschijnt nu. Laten we Ventoy als voorbeeld nemen. Je ziet hier alle toegevoegde distributies als menu-opties. Met F3 kun je ook overschakelen naar een mapweergave, waarbij je eerst een map opent (zoals \allround, \antivirus enzovoort) en daarna de gewenste distributie start. Zo start je vanaf één stick moeiteloos allerlei distributies en tools, en kun je meteen gericht troubleshooten.

Een geheugen­test vanaf de bootstick (Memtest86+ vanuit Avira Rescue systeem).

Onmisbare reddingstools

Dé ideale troubleshooting-toolkit bestaat misschien niet, maar met de volgende aanbevelingen kom je wel dicht in de buurt. Het handige is dat je ze met YUMI of Ventoy gewoon samen op één bootstick zet. Keuzestress is dus overbodig.

GParted Live: grafische partitiebeheerder om te schalen, formatteren of herstellen.

Puppy Linux (bijvoorbeeld Ubuntu-editie): lichte Linux-distributie voor toegang tot systemen met beperkte hardware, zoals oudere pc’s.

Norton Bootable Recovery Tool, Avira Rescue System of een soortgelijke oplossing: opstartbare antivirus voor het opschonen van zwaar geïnfecteerde systemen.

CloneZilla Live: tekstgebaseerde tool voor disk-imaging en klonen van schijven voor back-ups en migratie.

MemTest86+: platformonafhankelijke geheugentest om RAM-problemen op te sporen.

SystemRescue: Linux-gebaseerde omgeving met uiteenlopende tools voor systeemherstel, partitiebeheer, dataherstel en netwerkdiagnose.

Hiren’s BootCD PE: tal van populaire troubleshootingtools in een vertrouwde Windows-desktopomgeving op basis van Windows 10 PE.

Tip 11 - Extra tools

De kans is groot dat je met de applicaties uit de kadertekst ‘Onmisbare reddingstools’ al vrijwel alle nodige tools hebt. Toch kun je gaandeweg nog programma’s ontdekken die je graag aan je bootstick toevoegt. Dat werkt zowel op een YUMI- als op een Ventoy-stick heel eenvoudig.

Op www.portableapps.com/apps kun je alvast terecht voor meer dan 1100 apps, waaronder zo’n 160 uiteenlopende hulpprogramma’s. Download het .paf.exe-bestand van de gewenste tool en voer dit uit in een tijdelijke map op je eigen systeem. Kopieer daarna de uitgepakte bestanden naar een aparte submap op je bootstick, bijvoorbeeld in \tools\<naam\_app>.

Daarna open je binnen een opgestarte distributie (zoals de Windows Verkenner in Hiren’s BootCD PE: zie tekstkader ‘Onmisbare reddingstools’) gewoon deze map en start je de portable exe-app van daaruit. Zo stem je je bootstick volledig af op je eigen voorkeuren en behoeften (zie ook tekstkader ‘AIO-pakketten’).

Je kunt bijvoorbeeld vanuit de verkenner in Hiren’s BootCD PE alle gewenste portable apps opstarten.

AIO-pakketten

We vestigen graag de aandacht op twee all-in-onepakketten; beide waardevolle aanvullingen op de tools uit het kader ‘Onmisbare reddingstools’.

Het eerste is The PortableApps.com Platform: een grafisch menu waarmee je selectief honderden portable apps kunt installeren (lees: uitpakken) op je bootstick. Download het bijbehorende .paf.exe-bestand (www.portableapps.com/download) en start het op je systeem. Kies Nieuwe installatie / Portable en verwijs naar je ingeplugde bootstick. Bevestig met Installeren. Start daarna Start.exe op de stick: er verschijnt een menu. Klik op Apps / Meer apps / Op categorie. Scrol bijvoorbeeld tot bij Hulpprogramma’s en vink alle gewenste tools aan. Klik op Installeren om ze aan je stick toe te voegen. Binnen een actieve distributie op je stick start je Start.exe op en navigeer je door het PortableApps-menu.

Een heel ander AIO-platform is Medicat usb (www.medicatusb.com). Deze toolkit bevat verschillende besturingssystemen, waaronder Linux-partities en een WinPE-versie met tientallen handige portable apps. Op de site vind je ook een link naar een post op het forum GBAtemp waar je instructies vindt om de talrijke bestanden (circa 26 GB) op je bootstick te krijgen. Het hele proces duurt even, maar je hebt dan ook een uiterst krachtige toolkit voor diagnose en herstel.

Tip 12 - Quick Assist

Tot nu toe gingen we ervan uit dat je als troubleshooter fysiek aanwezig bent om het probleem op te lossen. Maar er zal vast weleens iemand vanaf afstand je hulp inroepen. We veronderstellen dan wel dat die persoon zijn systeem nog kan opstarten, eventueel in de veilige modus, en zo een tool voor afstandsbeheer kan openen.

Eerst stellen we kort een app voor die standaard met Windows wordt meegeleverd: Quick Assist. Begin aan de helperszijde door de app te starten, klik op Iemand helpen en meld je aan met je Microsoft-account. Noteer de beveiligingscode en geeft die door aan de hulpvrager, bijvoorbeeld via telefoon of bericht. Deze persoon start daarna ook Quick Assist en vult de beveiligingscode in bij Beveiligingscode van assistent. Na een klik op Verzenden verschijnt een bevestigingsvraag: hij plaatst een vinkje en klikt op Toestaan. Zijn bureaublad zou nu zichtbaar moeten zijn in een schaalbaar venster op jouw systeem.

Om het systeem over te nemen klik je bovenaan op Besturing aanvragen. Na een bevestiging van de hulpvrager via Toestaan krijg je toegang tot zijn pc. Boven in het venster vind je knoppen als Laserpointer, Aantekening en Chat (voor communicatie via een apart venster). Als er meerdere schermen zijn aangesloten, kun je via Scherm selecteren het gewenste scherm kiezen. Je kunt de overname stopzetten met Stop best. of Besturing annuleren, en met Verlaten sluit je de sessie volledig af.

Quick Assist: afstandsovername en chatgesprek in volle gang.

Tip 13 - AnyDesk

Quick Assist werkt uitsluitend op Windows, maar er bestaan ook tools als AnyDesk die meerdere platformen ondersteunen, waaronder Windows, macOS en mobiele systemen (www.anydesk.com; gratis voor persoonlijk gebruik). Hier gaan we uit van de Windows-versie.

Start de app op, zowel aan jouw kant als aan die van de hulpvrager. Vraag hem vervolgens via telefoon of bericht om de identificatiecode van zijn werkplek: dit is een 10-cijferige code bovenaan in het venster. Vul deze code in op je eigen app, bij Voer remote adres in. Druk op Enter en geef je firewall desgevraagd toestemming.

De hulpvrager klikt nu op de knop Accepteren met het schildicoon om een sessie met beheerrechten toe te staan. Even later verschijnt zijn bureaublad op jouw scherm en kun je zijn pc op afstand bedienen.

AnyDesk biedt meer opties dan Quick Assist. Zo is er een chatfunctie, een schermopnamefunctie, een whiteboard en een handige datatransferfunctie om snel bestanden tussen beide systemen te verplaatsen. Je kunt de schermweergave aanpassen en via de knop Acties bijvoorbeeld een screenshot maken of de toegangsrichting omkeren. Uiteraard kunnen ook hier beide partijen de verbinding op elk moment stopzetten.

AnyDesk: een gebruiksvriendelijke en flexibele tool voor afstandsbeheer.