ID.nl logo
Raspberry Pi 4 - Snel genoeg als pc-vervanger?
© PXimport
Huis

Raspberry Pi 4 - Snel genoeg als pc-vervanger?

De Raspberry Pi 4 kwam er veel sneller dan verwacht. Met usb 3.0, een volwaardige gigabit-ethernetaansluiting en meer intern geheugen voldoet hij ruimschoots aan ons verlanglijstje. Daarmee kan de kleine computer met recht een pc-vervanger genoemd worden, zoals je leest in deze Raspberry Pi 4 review.

De Raspberry Pi Foundation heeft zijn computerbordje altijd al ook als desktop-systeem naar voren geschoven, en dat was tot op zekere hoogte mogelijk met de Raspbian-desktop of een van de alternatieve Linux-distributies. Maar als je meer dan wat surfen, een document bewerken en video’s bekijken wilde doen, liep je al snel tegen de grenzen aan van het bordje: te weinig geheugen, een zwakke gpu en te lage usb- en ethernetsnelheid.

De Raspberry Pi 4 wordt in de markt gezet als een echte pc-vervanger en dat is hij zeker. Voor veel toepassingen heb je gewoon geen zware, energieverslindende desktop-pc nodig. De ventilatorloze, energiezuinige Raspberry Pi is dan een goede oplossing.

Raspberry 4 - Wat is er nieuw?

De Broadcom BCM2711-systeemchip heeft een ARM Cortex-A72-processor met vier cores: de snelheid is 1,5 GHz en de procestechnologie 28 nm-procestechnologie (terwijl alle vorige modellen nog 40nm-procestechnologie gebruikten). Het bordje heeft nu maximaal 4 GB intern geheugen (er zijn modellen met 1, 2 en 4 GB). Twee van de usb2.0-poorten hebben plaatsgemaakt voor usb 3.0 en de ethernetaansluiting haalt nu eindelijk echt gigabitsnelheid.

Laat de kleine sprong in processorfrequentie (van 1,4 naar 1,5 GHz) je overigens niet misleiden: door het vernieuwde platform is de processor in heel wat benchmarks tot vier keer zo snel als die van de Pi 3B+.

De nieuwste telg uit de Raspberry Pi-familie kan nu twee 4K-schermen aansturen en de stokoude VideoCore IV-gpu die er al vanaf het eerste model van de Raspberry Pi inzat, is eindelijk ingeruild voor een VideoCore VI-gpu.

Tegenover zijn voorganger heeft de vierde generatie van het computerbordje bovendien snellere ethernet- en usb-poorten, waardoor je bestanden even snel als op een pc over het netwerk verstuurt of naar een externe schijf schrijft. En met maximaal 4 GB ram kun je eindelijk tabbladen naar hartenlust openen en grote documenten bewerken.

©PXimport

De slagroom op de taart zijn de twee video-uitgangen, waardoor je net zoals op een pc met twee schermen tegelijk kunt werken, zelfs in 4K.

Als test hebben we ons werk een dag lang op een Raspberry Pi 4B met 2 GB ram gedaan. Hoewel je niet moet verwachten dat je dezelfde prestatie als een moderne laptop of desktop haalt, was de ervaring niet onaangenaam. Kortom, voor veel mensen kan een Raspberry Pi 4 inderdaad een pc vervangen. Je slaat je bestanden dan het best niet op de micro-sd-kaart op: ook al is de snelheid verdubbeld ten opzichte van de Pi 3B+, een micro-sd-kaart is niet zo betrouwbaar als een ssd. Een externe schijf is dan ook aan te raden, tenzij je alles in de cloud doet.

Let op bij voeding en hdmi

Wie al wat accessoires voor de vorige modellen van de Raspberry Pi heeft, moet wel een beetje opletten. Anders kom je misschien voor wat minder leuke verrassingen te staan. Sowieso heb je een nieuwe behuizing nodig: de ethernetpoort is verplaatst, de hdmi-aansluiting is vervangen door twee micro-hdmi-aansluitingen en de micro-usb-aansluiting voor de voeding is een usb-c-aansluiting geworden.

Wie zijn Raspberry Pi 4 niet volledig belast, kan zijn oude voedingsadapter van de Raspberry Pi 3 blijven gebruiken, voorzien van een adapterstukje van micro-usb naar usb-c (het totale stroomverbruik van de usb-randapparatuur moet dan wel onder de 500 mA blijven). Anders is de voedingsadapter de grootste kostenpost die je bij de overstap naar de Raspberry Pi 4 moet maken. De officiële usb-c-voeding levert 3 A stroom (15,3 W) en heeft een nogal brede vierkanten behuizing die niet zomaar in een volle stekkerdoos past. Dat is de eerste praktische horde.

©PXimport

Het tweede probleem is dat de Raspberry Pi 4 om plaats te kunnen maken voor twee video-uitgangen gebruikmaakt van micro-hdmi. Nu denk je misschien: “oh, ik heb nog een adapter liggen voor mijn Raspberry Pi Zero”. Maar vergis je niet: de Raspberry Pi Zero maakt gebruik van mini-hdmi. Wil je je Raspberry Pi 4 op een scherm aansluiten, dan moet je dus of weer een adapter kopen (micro-hdmi naar hdmi), ofwel een kabel met aan de ene kant micro-hdmi en aan de andere kant hdmi.

Als je daadwerkelijk twee schermen op je Pi wilt aansluiten, maak dan niet de fout die wij initieel maakten: we kochten twee micro-hdmi-adapters, maar omdat de micro-hdmi-aansluitingen zo dicht bij elkaar staan en de adapters snel verbreden naar de hdmi-poort, passen er geen twee naast elkaar. Koop voor een opstelling met twee schermen dus echte kabels, geen losse adapterstukjes.

Wordt wel warm

Al in de eerste week na de release doken er verhalen op over Raspberry Pi’s die te veel opwarmden, waardoor de processor zijn snelheid terugschroefde om minder warmte te produceren. De processor kan bij doorsnee belasting wel 74 graden Celsius warm worden, gemiddeld maar liefst 10 graden meer dan zijn voorganger. Als je de Pi 4 in een behuizing steekt, heeft die voldoende ventilatie nodig om de warmte te kunnen afvoeren. Een heatsink of ventilator is dan ook geen luxe met dit nieuwe model van de Pi. Net als bij het vorige model begint vanaf 80 graden de processor te throttelen.

De Raspberry Pi Foundation kwam met een firmware-update die de warmteproblemen moet verminderen, maar zelfs met die update blijft het aan te raden om een heatsink of ventilator te gebruiken. Zonder behuizing is ook prima, maar stop je Pi 4 dan niet ergens weg in een kast onder je televisie waar er geen warmteafvoer mogelijk is, want dat zou weleens tot problemen kunnen leiden.

Zelfs als het bordje gewoon zonder behuizing op een bureau ligt, kun je duidelijk de warmte voelen als je met je hand er enkele centimeters over hangt, en de metalen connectoren voelen heet aan als je ze per ongeluk aanraakt. En toen we een spelletje SuperTuxKart speelden om de prestaties te testen, kregen we in de rechterbovenhoek van het scherm het rode icoontje van een thermometer te zien, het teken dat de processor zijn frequentie terugschakelt om oververhitting te voorkomen.

Linux-distributies voor de Raspberry Pi 4 Door de volledig vernieuwde hardware-architectuur heb je voor de Raspberry Pi 4 nieuwe versies van je Linux-distributies nodig. Raspbian, de officiële op Debian gebaseerde distributie voor de Raspberry Pi, heeft al zijn nieuwe versie Raspbian Buster uit. Dit is de beste keuze als je de Raspberry Pi 4 als desktop wilt gebruiken, maar ook voor veel servertoepassingen. Dan installeer je de Lite-versie zonder grafische interface. Daarnaast heeft ook Kali Linux, een distributie voor pentesters, zijn images bijgewerkt met ondersteuning voor de Raspberry Pi 4. Op het moment van schrijven hadden andere populaire distro’s zoals RetroPie nog geen update. En Windows 10 IoT core ondersteunt zelfs de Raspberry Pi 3B+ nog niet.

Compatibiliteitsproblemen

Met twee verschillende micro-hdmi-adapters/kabels en drie verschillende schermen hadden wij wisselend succes om beeld uit de Raspberry Pi 4 te krijgen: niet alle combinaties werkten out-of-the-box. En dat terwijl dezelfde schermen perfect door een Raspberry Pi 3B+ werden herkend. We raden daarom aan om de micro-hdmi-adapter of -kabel te kopen bij een webwinkel die in accessoires voor de Pi gespecialiseerd is.

Een ander compatibiliteitsprobleem is dat sommige usb-c-kabels de Pi 4 niet opladen. Het gaat om zogenoemde e-marked kabels, die onder andere door de Apple MacBook gebruikt worden. Door een ontwerpfout in de detectieschakeling van de usb-c-connector van de Pi 4 beschouwt een lader met een e-marked kabel de Pi als een audioadapter in plaats van een apparaat dat voeding nodig heeft. Er komt een revisie van de Pi 4 die dit euvel verhelpt, maar met de (goedkopere) smartphonekabels en natuurlijk de officiële voeding voor de Raspberry Pi 4 is er geen probleem.

©PXimport

Ondanks de kleine compatibiliteitsproblemen op hardwaregebied is de compatibiliteit met software en randapparatuur goed (zoals we gewend zijn). De nieuwste Raspbian Buster installeer je op alle versies van de Raspberry Pi, dus je hoeft niet na te denken over welk image je dient te installeren.

Ook veel software in Raspbian zou nog altijd op alle modellen moeten werken. Software die niet uit Raspbian-bronnen komt en die hardwarespecifieke onderdelen bevatten, zoals Python-bibliotheken die je met pip installeert, kan weleens problemen opleveren, tot de makers de ondersteuning ingebouwd hebben.

Ook de gpio-pinnen blijven identiek aan de vorige modellen, waardoor alle HAT’s en andere uitbreidingsbordjes nog altijd werken op de nieuwste telg van de Pi-familie. Enkele pinnen hebben wel extra mogelijkheden gekregen. Zo zijn er vier extra verbindingen voor I²C, SPI en UART bij gekomen. Wil je meerdere sensoren of andere elektronische componenten aansluiten met gebruik van deze protocollen, dan kan dat nu met de Raspberry Pi 4.

Conclusie

Toch zijn er veel toepassingen waarvoor de Pi 4 misschien niet de beste keuze is. Het hogere verbruik en de warmteontwikkeling zijn iets om in het oog te houden. Voor een domoticacontroller zijn de twee video-uitgangen overbodig en heb je wellicht de hogere snelheid niet nodig, dus dan volstaat een 3B+ of zelfs een 3A+. Gaat het je om zo weinig mogelijk verbruik, bijvoorbeeld voor toepassingen buiten met een zonnepaneeltje of batterij, dan is de Pi Zero W niet te verslaan. De lagere prestaties dien je dan op de koop toe te nemen. Sowieso blijven nagenoeg alle voorgaande Pi-varianten gewoon leverbaar.

Maar wil je een goedkope maar toch capabele pc-vervanger, kies dan zeker voor de Raspberry Pi 4. Processor, geheugen, de micro-sd-kaart, usb, ethernet, wifi, alles is gewoon sneller dan bij de voorganger. Ook als je je Pi als nas wilt inzetten, profiteer je van de snelheidsverbeteringen met het nieuwste model. Het is een knap staaltje engineering dat dit alles (voor de versie met 1 GB ram) nog altijd tegen dezelfde prijs van zeven jaar geleden verkocht wordt.

Ons oordeel

8Score

Raspberry Pi 4

▼ Volgende artikel
5x waar je op moet letten als je een goedkoop smarthome-merk zoekt
© Action
Huis

5x waar je op moet letten als je een goedkoop smarthome-merk zoekt

Aan merken die producten voor je smarthome aanbieden hebben we tegenwoordig geen gebrek. Maar hoe scheid je het kaf van het koren? In dit artikel geven we vijf aspecten waar je op moet letten bij de keuze voor een voordelig merk, waardoor je hopelijk geen miskoop (meer) begaat.

Als je nog niet zo bekend bent met een smarthomemerk en je doet wat onderzoek, let dan in elk geval op de volgende zaken:

  1. De mobiele app wordt goed beoordeeld, door echte mensen
  2. Brede compatibiliteit met de grote spelers (Amazon, Google, Apple)
  3. Je komt online positieve reviews tegen op betrouwbare sites
  4. Recensenten die je vertrouwt zijn positief over het merk (niet alleen influencers)
  5. Heb voor jezelf helder wat je belangrijk vindt

💡Lees ook: Zijn goedkope smarthomeproducten wel veilig?

De laatste jaren zijn er flink wat merken bijgekomen die allemaal nagenoeg dezelfde smarthomeproducten aanbieden. Dit soort producten noemen we ook wel whitelabelproducten: dergelijke apparaten worden geproduceerd door een derde partij, en door een aanbieder aangeboden met een eigen logo en soms ook een eigen app. In veel gevallen biedt zo'n verstrekker geen extra's of unieke elementen, maar in een zeldzaam geval gebeurt dat wèl. Daar kom je achter wanneer je onderzoek doet naar zo'n merk, door op de volgende zaken te letten.

1- De mobiele app wordt goed beoordeeld, door echte mensen

Als een merk echt een slechte app aanbiedt, dan zie je dat vanzelf terug in de beoordelingen. Het is dan zaak om door de cijfers van bots (digitale systemen die automatisch reviews plaatsen) en betaalde influencers te kijken – maar op een gegeven moment herken je een bepaald soort taalgebruik waardoor je dat moeiteloos doet. Bovendien lijken veel neppe reviews op elkaar, zowel in boodschap als taalgebruik. Lees alle beoordelingen goed door en let op die van echte mensen of gebruikers. Hoe meer je er daar van vindt, hoe beter de app in kwestie is.

©Hombli

2- Brede compatibiliteit met de grote spelers

In je onderzoek is het ook verstandig om informatie op te zoeken over de brede compatibiliteit van het merk in kwestie. Ga naar de winkelpagina of officiële website om te zien of er bijvoorbeeld ondersteuning is voor Google Home of Apple Homekit. En anders is Matter, Homey, Fibaro of een ander smarthomeprotocol de moeite waard. Hoe breder de support, hoe breder de inzetbaarheid en hoe beter de ervaring. Check ook meteen of je het product offline kunt gebruiken binnen je eigen netwerk, eventueel via een zelf opgezet smarthomeplatform.

Lees ook: Wat is Matter? Smarthome-standaard uitgelegd

Je huis slimmer maken hoeft niet duur te zijn

Met slimme stekkers maak je bestaande apparaten 'smart'

3- Je komt online positieve reviews tegen op betrouwbare sites

Onderschat daarnaast de kracht van een positieve recensie niet. Niet dat je zomaar elke review kunt vertrouwen die je online tegenkomt. Maar als het geluid overwegend positief is en je vertrouwt de platformen of recensenten, dan heb je weinig redenen om te twijfelen aan een merk. Als een specifiek merk genegeerd wordt door een publicatie, of je komt er simpelweg geen recensies over tegen, dan kan het zijn dat het niet bijzonder genoeg is. Hopelijk is een website transparant over de werkwijze bij het selecteren van de artikelen die worden besproken, zodat je het ontbreken van de review in de juiste context kunt plaatsen.

©Lidl

4- Recensenten die je vertrouwt zijn positief over het merk (niet alleen influencers)

Over recensenten gesproken: let ook in het bijzonder op wie zo'n product test en of diegene een grote staat van dienst heeft. Probeer te achterhalen of die persoon in het verleden vaker positief is geweest over het merk. Wees ook scherp op het beroep van zo'n recensent. Lees je een tekst van een expert, reviewer of journalist, dan kun je de argumenten veel beter plaatsen en op waarde schatten dan wanneer een influencer schreeuwt dat je maar gewoon iets moet kopen omdat het vet is. Diegene wordt daar grof voor betaald – echte redacteuren zijn niet zo gemakkelijk te beïnvloeden. Je kunt bijvoorbeeld opzoeken via LinkedIn of iemand een echte journalist is, of is verbonden aan een bepaald merk.

5- Heb voor jezelf helder wat je belangrijk vindt

Als je eenmaal de basale informatie opgezocht hebt en je hebt wat onderzoek gedaan naar wie wat precies recenseert, dan is het tijd om naar de inhoud te kijken. Niet alle kritiek hoeft voor jou een probleem te zijn. Zeker niet als je begrijpt waar je op moet letten of als je weet wat voor jou belangrijk is. Een goede prijs-kwaliteitverhouding geeft vaak alle context die je nodig hebt. Dan kun je genoegen nemen met iets minder, zonder er te veel voor te betalen. Let in de teksten vooral ook op het updatebeleid; hoe breder die is, hoe langer je met de producten doet. Hier op ID.nl vind je ook veel reviews, misschien zit jou gewenste artikel er ook wel bij?


☃️Deze winter zit je niet in de kou:

▼ Volgende artikel
Klaar voor de toekomst met een slimme thuisbatterij
Energie

Klaar voor de toekomst met een slimme thuisbatterij

In 2050 moet het volledige energieverbruik van Nederland afkomstig zijn uit duurzame bronnen. Dat is een mooi streven, maar op dit moment is dat slechts het geval voor 17 procent van de gebruikte energie. Om het doel te halen, moeten we er met z'n allen de schouders onder zetten. Jij kunt daarbij helpen, en dat levert je onder de streep ook nog eens geld op!

Partnerbijdrage - In samenwerking met Zonneplan.

Vol elektriciteitsnet

Bedrijven en huishoudens stappen steeds vaker over op het gebruik van stroom in plaats van gas. Dat is natuurlijk goed, maar het heeft wel als gevolg dat het elektriciteitsnet snel volloopt. Dat is op dit moment al een probleem, en in de toekomst wordt dat probleem alleen maar groter. Er moet namelijk ontzettend veel extra duurzame opwekcapaciteit worden bijgebouwd om de vraag naar stroom met het aanbod te kunnen matchen.

Met de noodzakelijke toename van duurzame stroom op het ene moment (vooral overdag) en de toename van de vraag (vooral 's avonds) wordt een probleem gecreëerd, waarbij stroomopslag de enige manier is om die duurzame energie op een ander moment beschikbaar te stellen. Zonder opslagcapaciteit gaan we op steeds meer momenten duurzame energie 'weggooien', doordat windmolens en/of zonnepanelen uitgeschakeld moeten worden (en wordt het dus ook minder interessant om in dit soort projecten te investeren). Dat is natuurlijk zonde, maar gelukkig is er een oplossing.

Thuisbatterijen kunnen tijdelijk overtollige energie opslaan, energie die op een later moment weer kan worden ingezet. Deze opslagcapaciteit is de enige manier om wind- en zonnestroom over tijd te verplaatsen, waardoor het dus veel efficiënter kan worden gebruikt. Dat zorgt ervoor dat het stroomnet tijdens piekmomenten minder hoeft te worden belast. Op die manier hoeft er minder energie uit gascentrales te komen, en dat is weer goed voor het milieu.

Watch on YouTube

Wat levert een thuisbatterij op?

Een thuisbatterij kan je op dit moment al aardig wat geld opleveren. Dat heeft te maken met de onbalansmarkt. Die zorgt ervoor dat de stroomprijs automatisch omhoog gaat als er een tekort is, en juist lager wordt op momenten van een stroomoverschot. Gedurende een gewone dag kunnen zo grote verschillen ontstaan.

Als particulier kun je in principe niet bij die onbalansmarkt, maar met een thuisbatterij en Powerplay van Zonneplan kan dat wel! Je thuisbatterij wordt opgeladen als er een stroomoverschot is en levert weer stroom terug als er een tekort op het landelijke stroomnet dreigt. Zou er niet op deze onbalans gereageerd worden, dan ontstaat er schade aan apparaten of kan de stroom zelfs volledig uitvallen. Jouw bijdrage aan een stabiel net is dus enorm belangrijk en levert daardoor ook flinke vergoedingen op.

Salderingsregeling

De reden dat een thuisbatterij nog geen maximaal rendement levert, is de salderingsregeling. Die regeling houdt in dat de stroom die je opwekt met je zonnepanelen en teruglevert aan het stroomnet mag aftrekken van de netstroom die je op een ander moment gebruikt. Hoe meer stroom je teruglevert, des te meer stroom je later kunt gebruiken, zonder dat je daarvoor hoeft te betalen.

Die regeling is in het leven geroepen om het plaatsen van zonnepanelen te stimuleren. Op dit moment lijkt het er echter op dat de salderingsregeling per 1 januari 2027 wordt afgeschaft. Vanaf dat moment wordt het opslaan van zonnestroom voor eigen gebruik een extra verdienmodel voor thuisbatterijen, aanvullend op de verdienmodellen die nu al bestaan.

Netcongestie oplossen

Los van het stabiliseren van het landelijke net kunnen batterijen ook worden ingezet voor het oplossen van lokale druk, ook wel netcongestie genoemd. Dat komt voor wanneer zonnepanelen in één wijk massaal tegelijk energie terugleveren, of als bijvoorbeeld elektrische auto's en warmtepompen allemaal op hetzelfde moment stroom proberen af te nemen. Thuisbatterijen kunnen op die momenten tegenwicht bieden om de druk van het net te halen.

Op dit moment is daar nog geen markt voor, maar Zonneplan is onlangs wel al een eerste pilot gestart met netbeheerder Liander die daar een oplossing voor kan zijn.

Zonneplan Nexus-thuisbatterij

Een van de populaire thuisbatterijen is de Zonneplan Nexus. Dat is niet zomaar een accu die even wordt opgeladen en weer wordt leeggetrokken. Nee, het is een van de meest geavanceerde batterijen die er op de markt zijn. De opslagcapaciteit van de Nexus ligt tussen de 10 en wel 20 kWh – dat is bijna drie keer het dagelijks verbruik van een gemiddeld gezin.

Ook gaat het opladen en ontladen van de accu razendsnel en op vol vermogen. Daardoor maak je maximaal gebruik van de fluctuerende energieprijzen en haal je zo veel mogelijk rendement uit het op- en ontladen van de accu.

De thuisbatterij wordt volledig voor je geïnstalleerd en updates met nieuwe functies en opties ontvang je gewoon over 4G. Tel daarbij de slimme AI-gestuurde software op en de Zonneplan Nexus is de ideale thuisbatterij, voor nu én voor de toekomst.

©Zonnneplan

Conclusie

De voordelen van een thuisbatterij zijn tweeledig. Enerzijds kun je nu al geld verdienen door een thuisbatterij aan te schaffen. Je voorkomt ermee dat je een duurdere aansluiting nodig hebt, en je kunt meehelpen om het stroomnet in balans te houden, waardoor je je energierekening flink verlaagt of zelfs geld terugkrijgt. Als het voordeel van saldering wegvalt, kun je met een thuisbatterij je eigen stroom opslaan en op een later moment weer gebruiken, bijvoorbeeld als de stroomprijs tijdelijk relatief hoog is.

Met de Nexus-thuisbatterij van Zonneplan en automatische Powerplay-aansturing help je nu al om het stroomnet in balans te houden, en voorzie je je volledige huishouden in de nabije toekomst van jouw zelf opgewekte stroom.

Kijk voor meer informatie over de Zonneplan Nexus op de website van Zonneplan.