ID.nl logo
Raspberry Pi 4 - Snel genoeg als pc-vervanger?
© PXimport
Huis

Raspberry Pi 4 - Snel genoeg als pc-vervanger?

De Raspberry Pi 4 kwam er veel sneller dan verwacht. Met usb 3.0, een volwaardige gigabit-ethernetaansluiting en meer intern geheugen voldoet hij ruimschoots aan ons verlanglijstje. Daarmee kan de kleine computer met recht een pc-vervanger genoemd worden, zoals je leest in deze Raspberry Pi 4 review.

De Raspberry Pi Foundation heeft zijn computerbordje altijd al ook als desktop-systeem naar voren geschoven, en dat was tot op zekere hoogte mogelijk met de Raspbian-desktop of een van de alternatieve Linux-distributies. Maar als je meer dan wat surfen, een document bewerken en video’s bekijken wilde doen, liep je al snel tegen de grenzen aan van het bordje: te weinig geheugen, een zwakke gpu en te lage usb- en ethernetsnelheid.

De Raspberry Pi 4 wordt in de markt gezet als een echte pc-vervanger en dat is hij zeker. Voor veel toepassingen heb je gewoon geen zware, energieverslindende desktop-pc nodig. De ventilatorloze, energiezuinige Raspberry Pi is dan een goede oplossing.

Raspberry 4 - Wat is er nieuw?

De Broadcom BCM2711-systeemchip heeft een ARM Cortex-A72-processor met vier cores: de snelheid is 1,5 GHz en de procestechnologie 28 nm-procestechnologie (terwijl alle vorige modellen nog 40nm-procestechnologie gebruikten). Het bordje heeft nu maximaal 4 GB intern geheugen (er zijn modellen met 1, 2 en 4 GB). Twee van de usb2.0-poorten hebben plaatsgemaakt voor usb 3.0 en de ethernetaansluiting haalt nu eindelijk echt gigabitsnelheid.

Laat de kleine sprong in processorfrequentie (van 1,4 naar 1,5 GHz) je overigens niet misleiden: door het vernieuwde platform is de processor in heel wat benchmarks tot vier keer zo snel als die van de Pi 3B+.

De nieuwste telg uit de Raspberry Pi-familie kan nu twee 4K-schermen aansturen en de stokoude VideoCore IV-gpu die er al vanaf het eerste model van de Raspberry Pi inzat, is eindelijk ingeruild voor een VideoCore VI-gpu.

Tegenover zijn voorganger heeft de vierde generatie van het computerbordje bovendien snellere ethernet- en usb-poorten, waardoor je bestanden even snel als op een pc over het netwerk verstuurt of naar een externe schijf schrijft. En met maximaal 4 GB ram kun je eindelijk tabbladen naar hartenlust openen en grote documenten bewerken.

©PXimport

De slagroom op de taart zijn de twee video-uitgangen, waardoor je net zoals op een pc met twee schermen tegelijk kunt werken, zelfs in 4K.

Als test hebben we ons werk een dag lang op een Raspberry Pi 4B met 2 GB ram gedaan. Hoewel je niet moet verwachten dat je dezelfde prestatie als een moderne laptop of desktop haalt, was de ervaring niet onaangenaam. Kortom, voor veel mensen kan een Raspberry Pi 4 inderdaad een pc vervangen. Je slaat je bestanden dan het best niet op de micro-sd-kaart op: ook al is de snelheid verdubbeld ten opzichte van de Pi 3B+, een micro-sd-kaart is niet zo betrouwbaar als een ssd. Een externe schijf is dan ook aan te raden, tenzij je alles in de cloud doet.

Let op bij voeding en hdmi

Wie al wat accessoires voor de vorige modellen van de Raspberry Pi heeft, moet wel een beetje opletten. Anders kom je misschien voor wat minder leuke verrassingen te staan. Sowieso heb je een nieuwe behuizing nodig: de ethernetpoort is verplaatst, de hdmi-aansluiting is vervangen door twee micro-hdmi-aansluitingen en de micro-usb-aansluiting voor de voeding is een usb-c-aansluiting geworden.

Wie zijn Raspberry Pi 4 niet volledig belast, kan zijn oude voedingsadapter van de Raspberry Pi 3 blijven gebruiken, voorzien van een adapterstukje van micro-usb naar usb-c (het totale stroomverbruik van de usb-randapparatuur moet dan wel onder de 500 mA blijven). Anders is de voedingsadapter de grootste kostenpost die je bij de overstap naar de Raspberry Pi 4 moet maken. De officiële usb-c-voeding levert 3 A stroom (15,3 W) en heeft een nogal brede vierkanten behuizing die niet zomaar in een volle stekkerdoos past. Dat is de eerste praktische horde.

©PXimport

Het tweede probleem is dat de Raspberry Pi 4 om plaats te kunnen maken voor twee video-uitgangen gebruikmaakt van micro-hdmi. Nu denk je misschien: “oh, ik heb nog een adapter liggen voor mijn Raspberry Pi Zero”. Maar vergis je niet: de Raspberry Pi Zero maakt gebruik van mini-hdmi. Wil je je Raspberry Pi 4 op een scherm aansluiten, dan moet je dus of weer een adapter kopen (micro-hdmi naar hdmi), ofwel een kabel met aan de ene kant micro-hdmi en aan de andere kant hdmi.

Als je daadwerkelijk twee schermen op je Pi wilt aansluiten, maak dan niet de fout die wij initieel maakten: we kochten twee micro-hdmi-adapters, maar omdat de micro-hdmi-aansluitingen zo dicht bij elkaar staan en de adapters snel verbreden naar de hdmi-poort, passen er geen twee naast elkaar. Koop voor een opstelling met twee schermen dus echte kabels, geen losse adapterstukjes.

Wordt wel warm

Al in de eerste week na de release doken er verhalen op over Raspberry Pi’s die te veel opwarmden, waardoor de processor zijn snelheid terugschroefde om minder warmte te produceren. De processor kan bij doorsnee belasting wel 74 graden Celsius warm worden, gemiddeld maar liefst 10 graden meer dan zijn voorganger. Als je de Pi 4 in een behuizing steekt, heeft die voldoende ventilatie nodig om de warmte te kunnen afvoeren. Een heatsink of ventilator is dan ook geen luxe met dit nieuwe model van de Pi. Net als bij het vorige model begint vanaf 80 graden de processor te throttelen.

De Raspberry Pi Foundation kwam met een firmware-update die de warmteproblemen moet verminderen, maar zelfs met die update blijft het aan te raden om een heatsink of ventilator te gebruiken. Zonder behuizing is ook prima, maar stop je Pi 4 dan niet ergens weg in een kast onder je televisie waar er geen warmteafvoer mogelijk is, want dat zou weleens tot problemen kunnen leiden.

Zelfs als het bordje gewoon zonder behuizing op een bureau ligt, kun je duidelijk de warmte voelen als je met je hand er enkele centimeters over hangt, en de metalen connectoren voelen heet aan als je ze per ongeluk aanraakt. En toen we een spelletje SuperTuxKart speelden om de prestaties te testen, kregen we in de rechterbovenhoek van het scherm het rode icoontje van een thermometer te zien, het teken dat de processor zijn frequentie terugschakelt om oververhitting te voorkomen.

Linux-distributies voor de Raspberry Pi 4 Door de volledig vernieuwde hardware-architectuur heb je voor de Raspberry Pi 4 nieuwe versies van je Linux-distributies nodig. Raspbian, de officiële op Debian gebaseerde distributie voor de Raspberry Pi, heeft al zijn nieuwe versie Raspbian Buster uit. Dit is de beste keuze als je de Raspberry Pi 4 als desktop wilt gebruiken, maar ook voor veel servertoepassingen. Dan installeer je de Lite-versie zonder grafische interface. Daarnaast heeft ook Kali Linux, een distributie voor pentesters, zijn images bijgewerkt met ondersteuning voor de Raspberry Pi 4. Op het moment van schrijven hadden andere populaire distro’s zoals RetroPie nog geen update. En Windows 10 IoT core ondersteunt zelfs de Raspberry Pi 3B+ nog niet.

Compatibiliteitsproblemen

Met twee verschillende micro-hdmi-adapters/kabels en drie verschillende schermen hadden wij wisselend succes om beeld uit de Raspberry Pi 4 te krijgen: niet alle combinaties werkten out-of-the-box. En dat terwijl dezelfde schermen perfect door een Raspberry Pi 3B+ werden herkend. We raden daarom aan om de micro-hdmi-adapter of -kabel te kopen bij een webwinkel die in accessoires voor de Pi gespecialiseerd is.

Een ander compatibiliteitsprobleem is dat sommige usb-c-kabels de Pi 4 niet opladen. Het gaat om zogenoemde e-marked kabels, die onder andere door de Apple MacBook gebruikt worden. Door een ontwerpfout in de detectieschakeling van de usb-c-connector van de Pi 4 beschouwt een lader met een e-marked kabel de Pi als een audioadapter in plaats van een apparaat dat voeding nodig heeft. Er komt een revisie van de Pi 4 die dit euvel verhelpt, maar met de (goedkopere) smartphonekabels en natuurlijk de officiële voeding voor de Raspberry Pi 4 is er geen probleem.

©PXimport

Ondanks de kleine compatibiliteitsproblemen op hardwaregebied is de compatibiliteit met software en randapparatuur goed (zoals we gewend zijn). De nieuwste Raspbian Buster installeer je op alle versies van de Raspberry Pi, dus je hoeft niet na te denken over welk image je dient te installeren.

Ook veel software in Raspbian zou nog altijd op alle modellen moeten werken. Software die niet uit Raspbian-bronnen komt en die hardwarespecifieke onderdelen bevatten, zoals Python-bibliotheken die je met pip installeert, kan weleens problemen opleveren, tot de makers de ondersteuning ingebouwd hebben.

Ook de gpio-pinnen blijven identiek aan de vorige modellen, waardoor alle HAT’s en andere uitbreidingsbordjes nog altijd werken op de nieuwste telg van de Pi-familie. Enkele pinnen hebben wel extra mogelijkheden gekregen. Zo zijn er vier extra verbindingen voor I²C, SPI en UART bij gekomen. Wil je meerdere sensoren of andere elektronische componenten aansluiten met gebruik van deze protocollen, dan kan dat nu met de Raspberry Pi 4.

Conclusie

Toch zijn er veel toepassingen waarvoor de Pi 4 misschien niet de beste keuze is. Het hogere verbruik en de warmteontwikkeling zijn iets om in het oog te houden. Voor een domoticacontroller zijn de twee video-uitgangen overbodig en heb je wellicht de hogere snelheid niet nodig, dus dan volstaat een 3B+ of zelfs een 3A+. Gaat het je om zo weinig mogelijk verbruik, bijvoorbeeld voor toepassingen buiten met een zonnepaneeltje of batterij, dan is de Pi Zero W niet te verslaan. De lagere prestaties dien je dan op de koop toe te nemen. Sowieso blijven nagenoeg alle voorgaande Pi-varianten gewoon leverbaar.

Maar wil je een goedkope maar toch capabele pc-vervanger, kies dan zeker voor de Raspberry Pi 4. Processor, geheugen, de micro-sd-kaart, usb, ethernet, wifi, alles is gewoon sneller dan bij de voorganger. Ook als je je Pi als nas wilt inzetten, profiteer je van de snelheidsverbeteringen met het nieuwste model. Het is een knap staaltje engineering dat dit alles (voor de versie met 1 GB ram) nog altijd tegen dezelfde prijs van zeven jaar geleden verkocht wordt.

Ons oordeel

8Score

Raspberry Pi 4

▼ Volgende artikel
Waarom je vaatwasser zout en glansspoelmiddel nodig heeft (zelfs als je all-in-one tabletten gebruikt)
© Davizro Photography
Huis

Waarom je vaatwasser zout en glansspoelmiddel nodig heeft (zelfs als je all-in-one tabletten gebruikt)

Gebruik je een vaatwasser, dan heb je vast wel eens het lampje voor zout of glansspoelmiddel zien oplichten. Maar wat doen die toevoegingen eigenlijk precies? En zijn ze nog nodig als je all-in-one tabletten gebruikt? We vertellen je alles wat je weten moet over dit doeltreffende duo.

Zout en glansspoelmiddel in de vaatwasser: zo zit het

In dit artikel lees je:

  • Waarom vaatwaszout nodig is
  • Wat de rol van glansspoelmiddel is
  • Wanneer je moet bijvullen
  • Hoe het zit het met all-in-one tabletten
  • Hoe je de juiste dosering instelt

Lees ook: Een vaatwasser die de vaat droogt: hoe doet-ie dat eigenlijk?

Waarom vaatwaszout nodig is

In Nederland bevat kraanwater bijna overal calcium en magnesium: mineralen die zorgen voor hard water. Hoe harder het water, hoe meer kans op kalkaanslag. Vaatwaszout helpt dit te voorkomen. Het zout doe je in een reservoir in de vaatwasser dat verbonden is met een zogenaamde ionenwisselaar. Die haalt calcium en magnesium uit het water voordat het je vaat bereikt. Het resultaat: geen witte aanslag op glazen, en een langere levensduur van je vaatwasser.

Zonder zout werkt het onthardingssysteem op den duur niet meer goed, en zal je vaatwasser slechter gaan presteren. Het verwarmingselement kan verkalken en glazen kunnen dof uit de machine komen. Ook filters, sproeiarmen en leidingen kunnen verstopt raken door kalkresten.

©Nadezhda

De rol van glansspoelmiddel

Glansspoelmiddel komt pas op het einde van het programma in actie. Het verlaagt de oppervlaktespanning van water, waardoor druppels sneller van je vaat aflopen. Dat voorkomt opgedroogde druppels en doffe plekken. Vooral bij glazen is het effect goed zichtbaar: ze drogen mooier op en blijven helder.

Daarnaast helpt glansspoelmiddel om de droogtijd te verkorten. Omdat het water sneller verdampt, is je vaat aan het einde van het programma meestal al zo droog dat het meteen de kast in kan.

Wanneer moet je bijvullen?

De meeste moderne vaatwassers hebben een waarschuwingslampje voor zowel zout als glansspoelmiddel. Gaat dat branden, dan is het tijd om bij te vullen. Je kunt ook zelf af en toe het reservoir controleren.

Het zoutreservoir zit meestal onderin, naast het filter. Schroef de dop los en vul het bij met speciaal vaatwaszout tot het waterpeil zichtbaar stijgt. Let op dat je er geen afwasmiddel of keukenzout in gooit: dat verstoort het systeem.

Het glansspoelmiddel vul je via een klepje in de deur, vlak naast het vakje voor het vaatwasmiddel. Gebruik een trechtertje om knoeien te voorkomen.

©Davizro Photography

Hoe zit het met all-in-one tabletten?

Veel vaatwastabletten bevatten tegenwoordig zout, glansspoelmiddel en reiniger in één. Handig, maar dat betekent niet dat je altijd zonder extra zout of glansspoelmiddel kunt.

Heb je zacht water (onder de 8 °dH), dan is de hoeveelheid in zo'n tablet meestal voldoende. Maar bij gemiddeld of hard water (vanaf 8 dH en hoger) kan het toch slim zijn om extra zout toe te voegen. Je vaatwasser kan dat vaak zelf meten en bijsturen.

Hetzelfde geldt voor glansspoelmiddel. Komt je vaat nog nat of dof uit de machine? Dan is bijvullen alsnog nodig, zelfs als je een alles-in-één tablet gebruikt.

Zo stel je de juiste dosering in

In het menu van je vaatwasser kun je meestal de hardheid van het water instellen. De machine bepaalt dan automatisch hoeveel zout nodig is. Om dit goed in te stellen, moet je weten hoe hard het water in jouw regio is. Je vindt deze informatie via de website van je waterleverancier. Bijvoorbeeld:

Waternet

Vitens

Zodra je de waarde weet, kun je in de handleiding van je vaatwasser terugvinden hoe je de instellingen aanpast. Bij sommige modellen stel je dit met druktoetsen in, bij andere via het display. Koop je je vaatwasser bij een witgoedspecialist? Vraag dan of zij kunnen demonstreren hoe je dit precies doet.

Voor glansspoelmiddel kun je de dosering meestal ook handmatig instellen. Laat je glazen nog strepen zien, of zitten er vlekken op je bestek? Dan staat de dosering misschien te laag. Zie je een blauwe waas of regenboogachtige strepen? Dan gebruik je waarschijnlijk te veel.

Tot slot

Zout en glansspoelmiddel lijken misschien niet direct essentieel, maar ze zijn belangrijk voor het goed functioneren van je vaatwasser. Zeker in gebieden met harder water zijn ze onmisbaar om kalkaanslag te voorkomen en om je vaat glanzend en droog te krijgen. All-in-one tabletten zorgen al voor een deel van de dosering, maar dat betekent niet dat je nooit meer zout of glansspoelmiddel hoeft toe te voegen. Controleer dus regelmatig de niveaus, pas de instellingen aan op het water in jouw regio, en houd je vaatwasser in topconditie.

▼ Volgende artikel
Laptop nodig voor school? Zo kies je de juiste voor je kind
© Svitlana
Huis

Laptop nodig voor school? Zo kies je de juiste voor je kind

Gaat je kind na de zomervakantie naar de middelbare school? Dan heeft hij of zij waarschijnlijk een laptop nodig. Als ouder wil je natuurlijk een laptop kiezen die past bij wat de school vraagt én bij de manier waarop je kind ermee werkt. Maar waar let je dan op?

💻 🎒 Schoollaptop kopen? Hier moet je op letten

Bij het kiezen van een schoollaptop zijn er een aantal zaken die belangrijk zijn: • Besturingssysteem – Chrome of Windows? • Snelheid en geheugen – Voldoende RAM en snelle SSD • Formaat en gewicht – Licht en handzaam voor in de schooltas • Batterijduur – Moet een hele schooldag meegaan • Degelijkheid – Moet tegen een stootje kunnen • Handige extra's – Denk aan laptophoes of los toetsenbord. • Veiligheid en updates – Van updatebeleid tot vingeradrukscanner • Connectiviteit en aansluitingen – Wifi, USB en HDMI. • Kosten en regelingen – Check schoolopties en gemeentelijke hulp

Lees ook: Van powerbank tot adapter: dit zijn de handigste accessoires voor je laptop

Een laptop is best een uitgave; wanneer je schoolgaande kind er een nodig heeft, is het dus zaak dat je er eentje koopt waarmee hij of zij een aantal jaar vooruit kan (sterker nog: het liefst de hele schooltijd). Door vooraf goed te kijken naar wat de school aanraadt en specificaties te vergelijken, weet je zeker dat je de juiste laptop voor je kind vindt. 

Chromebook of Windows?

De eerste keuze die je vaak moet maken is die tussen een Chromebook en een Windows-laptop. Veel scholen werken met Google Workspace, zoals Google Docs, Drive en Classroom. In dat geval is een Chromebook een logische keuze: snel, betaalbaar en makkelijk in gebruik.

Werkt de school met specifieke software zoals Office of educatieve programma's die alleen op Windows draaien? Dan is een Windows-laptop een betere optie. Die kan bovendien zwaardere toepassingen aan, zoals fotobewerking of programmeren – handig als je kind in de bovenbouw zit of een technisch profiel kiest.

Snelheid en geheugen

Een laptop moet vlot reageren, ook als er meerdere tabbladen openstaan. Kijk daarom naar de processor en het werkgeheugen. Voor een Chromebook volstaat een eenvoudige chip, maar ook daar is 8 GB werkgeheugen aan te raden – 4 GB is eigenlijk te krap. Bij een Windows-laptop is een i3 of Ryzen 3 het minimum, maar voor soepel multitasken is een i5 of Ryzen 5 verstandiger.

Ook het type opslag maakt verschil: kies voor een SSD in plaats van een traditionele harde schijf. Een SSD is stiller, sneller en minder kwetsbaar. Met 256 GB heb je voldoende ruimte voor schoolwerk, documenten en af en toe een download.

Formaat en gewicht

Een laptop voor school gaat dagelijks mee in de tas. Hij moet dus niet te zwaar zijn. Een scherm van 13 tot 15 inch is een goede keuze: dat is groot genoeg om prettig op te kunnen werken, klein genoeg om mee te nemen. Let ook op het gewicht. Alles onder de 1,7 kilo is prima voor dagelijks vervoer. Sommige modellen zijn 2-in-1: ze hebben een touchscreen en kunnen ook als tablet worden gebruikt. Dat is handig bij creatieve opdrachten, maar niet per se nodig voor iedereen.

Batterijduur

De batterij moet een hele schooldag meegaan, want opladen in de klas is vaak geen optie. Reken op minimaal zes uur, maar meer is beter. Chromebooks scoren hier vaak goed, met accuduur tot tien uur of meer. Bij Windows-laptops verschilt het sterk per model. Kijk daarom niet alleen naar de opgegeven accuduur, maar ook naar ervaringen van andere gebruikers.

©ID.nl

Lees ook: Zo geef je je laptop een langere adem

Degelijkheid

Scholieren gaan niet altijd even voorzichtig met hun spullen om. Het is daarom slim om te letten op de bouwkwaliteit van de laptop. Modellen met een stevige behuizing kunnen beter tegen een stootje in een volle schooltas. In dat opzicht zijn zogeheten 'zakelijke laptops' interessant. Denk aan laptopseries zoals de HP EliteBook, Dell Latitude of Lenovo ThinkPad. Die zijn oorspronkelijk bedoeld voor intensief gebruik op kantoor, maar juist daardoor zijn ze vaak robuuster dan vergelijkbare consumentenmodellen.

Als ouder ga je waarschijnlijk niet direct op zoek naar een zakelijke laptop voor je kind, maar in het aanbod van refurbished laptops kom je dit soort modellen veel tegen. Ze zijn dan professioneel opgeknapt, opnieuw geïnstalleerd en meestal voorzien van garantie. Voor een bedrag van 200 à 300 euro heb je dan een laptop die beter gebouwd is dan veel nieuwe modellen in die prijsklasse. Je betaalt niet voor uiterlijk of overbodige functies, maar voor een betrouwbaar apparaat dat tegen een stootje kan.

Handige extra's

Naast de laptop zelf zijn er nog wat dingen die het gebruik makkelijker maken. Een stevige hoes of laptoptas is natuurlijk een must: het is niet slim om de laptop los in een schooltas of rugzak mee te nemen. Een extra toetsenbord of losse muis kan thuis handig zijn, bijvoorbeeld als je kind huiswerk maakt aan een bureau. Een laptopstandaard helpt om rechter te zitten en voorkomt dat je kind lang in een verkeerde houding werkt.

Laptop veilig mee naar school?

Gebruik een laptophoes

Veiligheid en updates

Het is de bedoeling dat de schoollaptop die je koopt jarenlang meegaat, dus het is verstandig om te controleren hoe lang het besturingssysteem nog updates krijgt. Zeker bij Chromebooks kun je per model opzoeken tot welk jaar er beveiligingsupdates worden aangeboden. Omdat Google een updatebeleid heeft waarbij Chromebooks van na 2021 10 jaar updates krijgen, zit je hiermee dus eigenlijk altijd goed. Heb je een model op het oog? Dan kun je online opzoeken wat de AUE-datum (Auto Update Expiration) is.

Ook voor Windows krijg je jarenlang updates. Belangrijk is wel dat je kiest voor de meest recente versie – op dit moment is dat Windows 11. Kom je ergens een goedkope laptop met Windows 10 tegen? Let dan goed op of de hardware geschikt is voor een upgrade naar Windows 11. Is dat niet het geval, dan kun je die laptop maar beter niet kopen, want de ondersteuning voor Windows 10 stopt op 14 oktober 2025.

Let er ook op of je de aanwezige opslag of het werkgeheugen eventueel nog kunt uitbreiden – dat maakt het apparaat toekomstbestendiger. Extra beveiligingsopties zoals een vingerafdrukscanner of webcamcover zijn geen noodzaak, maar kunnen wel prettig zijn.

Zorg er ook voor dat bestanden automatisch worden opgeslagen in de cloud, bijvoorbeeld via Google Drive of OneDrive. Afhankelijk van de leeftijd kan het ook nog slim zijn om ouderlijk toezicht in te stellen, bijvoorbeeld via een beheerd Google-account of de instellingen van Windows.

Connectiviteit en aansluitingen

De meeste laptops zijn standaard uitgerust met wifi, maar het loont om te letten op ondersteuning voor wifi 6. Daarmee is de verbinding sneller en stabieler, wat handig is op drukke schoolnetwerken. Een USB-C-poort is aan te raden voor opladen, randapparatuur en accessoires. Een HDMI-aansluiting is handig als je kind presentaties moet geven of thuis een groter scherm wil aansluiten. En hoewel steeds minder laptops er standaard mee komen, kan een ethernetpoort soms handig zijn als wifi tijdelijk niet werkt. De laptop kan dan met een kabel rechtstreeks op de router worden aangesloten.

Kosten en regelingen

Een goede laptop hoeft niet extreem duur te zijn, maar je moet toch al snel rekenen op een bedrag van minimaal 400 euro voor een geschikt Chromebook. Voor een nieuwe Windows-laptop ben je al snel 550 euro of meer kwijt. Kies je voor refurbished, dan ben je goedkoper uit. Kun je het zelf niet betalen, kijk dan of de school een regeling heeft. Informeer ook bij je gemeente: vaak bieden die een vergoeding of tegemoetkoming voor mensen met een minimum inkomen die een laptop voor hun kind moeten kopen

Sommige ouders kiezen ervoor om een laptop te verzekeren, wat zeker iets is om te overwegen bij jongere kinderen. Schade of diefstal komt helaas regelmatig voor. Daarnaast bieden bedrijven als Microsoft en Adobe korting aan wanneer hun software wordt aangeschaft voor leerlingen (én ouders).  Kijk ook eens op Surfspot; daar is veel software waarvoor je korting kunt krijgen verzameld.

Tot slot

Voor de meeste middelbare scholieren is een Chromebook met 8 GB werkgeheugen een goede, betaalbare keuze, zeker als de school volledig met Google werkt. Wordt er intensiever met software gewerkt of wil je dat de laptop ook in de bovenbouw nog voldoet? Kies dan voor een Windows-model met een snellere processor en meer opslag. Wat je ook kiest: let op het gewicht, de batterijduur en hoe lang het apparaat nog updates krijgt. Dan weet je zeker dat je kind er niet alleen dit schooljaar, maar ook daarna goed mee uit de voeten kan.