ID.nl logo
Van Ilse tot RealPlayer: 8 verdwenen webgrootheden
© Reshift Digital
Huis

Van Ilse tot RealPlayer: 8 verdwenen webgrootheden

ACHTERGROND - Vergane glorie: behalve Winamp zijn ook deze weblegendes niet meer. Wat is er ooit gebeurd met Netscape en Napster?

De onverwachte moord op de legendarische muziekspeler Winamp liet de generatie voor de Digital Natives huiveren. Van het ene op het andere moment was een softwarereus weg. Maar nadat we een beetje van de schok waren bekomen, begon een andere gedachte de boventoon te voeren: "Winamp? Bestond dat nog dan?"

En daardoor vroegen wij ons opeens af wat er met al die klassieke sites en programma's is gebeurd die we in de jaren 90 op bijna elke pc aantroffen? Microsoft draaide - terecht - Clippy de nek om, maar wat is er gebeurd met RealPlayer? CompuServe? Napster? Sommige zijn met Winamp vertrokken naar de eeuwige codevelden. Sommige sputteren nog steeds ergens op het web rond. En overal vind je de schaduwen van het keizerrijk: Yahoo en AOL.

1. RealPlayer

Voor we de grafredes ophangen van software die ons is ontvallen, belichten we even een programma dat nog steeds springlevend is - zij het niet meer zo kwiek als vroegah. De iconische, en ietwat irritante RealPlayer was bijna overal geïnstalleerd, simpelweg omdat het samen met Winamp een van de weinige gratis mp3-spelers voor de computer was die kon opboksen tegen Microsofts eigen Windows Media Player.

Het product van RealNetworks bestaat nog steeds en heeft zelfs mobiele apps. Maar in september besloot het bedrijf het tijdperk van liedjes draaien achter zich te laten. De vernieuwde RealPlayer Cloud combineert het afspelen van media met cloudopslag, waardoor je draadloos op verschillende apparaten door muziek en filmpjes kunt bladeren. De stand-alone RealPlayer bestaat trouwens ook nog.

2. Napster

Nu we toch clichés tevoorschijn halen, kunnen we ook net zo goed "het is een kleine wereld" uit de kast trekken, want het verhaal van Napster, de eerste grote p2p-dienst die het begin inluidde van het tijdperk van filesharing, is nauw verbonden met het verhaal van RealNetworks.

Boze muzikanten en hele legers advocaten zorgde ervoor dat Napster zijn deuren in 2001 sloot en al snel ging het bedrijf failliet. De naam Napster wisselde in de jaren daarop enkele keren van eigenaar en werd uiteindelijk paradoxaal genoeg een online muziekwinkel. In 2011 slokte Rhapsody - zelf een jaar eerder nog uit RealNetworks afgesplitst, Napster op in zijn dienst.

Als je nu naar Napster surft, krijg je een mededeling te zien dat de dienst is overgenomen door Rhapsody en de pagina verwijst door naar Rhapsody.com. Een roemloze ondergang van een ooit gevierde (en gehate) internetklassieker.

3. Netscape Navigator

Via Netscape Navigator maakten velen onder ons voor het eerste kennis met het World Wide Web. Toen internet écht in de kinderschoenen stond, was Internet Explorer een Windows-dingetje waar de meeste mensen niet eens van hadden gehoord. Maar Microsoft veroverde snel terrein in wat we nu vaak zien als de Eerst Browseroorlog en zo rond de millenniumwisseling was Netscape al zo'n beetje vergeten.

Internetreus AOL nam Netscape Communications in 1998 over en bleef tot 2007 met updates komen voor Navigator tot het in dat jaar ten slotte officieel ten grave gedragen werd. De resten vind je nog steeds op de portal netscape.aol.com en de enigszins bevreemdende Netscape Internet Service dat inbelinternettoegang aan de man brengt.

Maar het interessante is er wat er is voortgekomen uit Navigator. Vlak voor AOL de zaak overnam, ging de broncode open source en dat was het begin van het Mozilla Project. Mozilla is nu een fervent verdediger van het open web en bracht de gratis open source-browser Firefox uit. Dat was achteraf een monumentaal moment in de geschiedenis van het web en het eerste salvo in de Tweede Browseroorlog die nu tot een Chrome-Firefox-IE-ecoysteem heeft geleid.

4. CompuServe

Over inbelproviders gesproken, het gevecht tussen CompuServe en AOL om de ziel van de internetgebruiker is in de jaren 90 breed uitgemeten in de pers. CompuServe kennen we in Nederland vooral van de CD's met 'gratis internet' waar we mee platgebombardeerd werden. Tweakers.net startte ooit nog een ludieke actie om CompuServe mores te leren met die ongewenste post.

De oorlog leidde tot winst voor AOL dat CompuServe na hevige gevechten om de lijnen in de VS eronder kreeg en het bedrijf overnam. AOL hield zijn voormalige rivaal in leven tot 2009. Toen was breedband inmiddels zo ingeburgerd dat er voor de klassieke portal geen plaats meer was.

Maar, net als Netscape, is CompuServe niet helemaal dood. De CompuServe Interactive Services is er nog om zich volgens AOL te richten op "een van de snelst groeiende segmenten van het internet: volwassenen die op zoek zijn naar toegevoegde waarde als ze voor het eerst online gaan". Juist. Toepasselijk genoeg duikt er op de homepage van CompuServe een nieuwsvenster op van Netscape en is de url netscape.compuserve.com.

Voordat je je medelijden uitspreekt over dit zielige stukje archaïsche internetbeleid van het bedrijf: de inbelabonnementen van het bedrijf leverden het afgelopen kwartaal alleen al nog altijd 200 miljoen dollar in omzet op. Dus er ís nog steeds een markt voor. Ergens in de VS.

5. Ilse

Voor de jonge lezers onder ons die niet bekend zijn met deze grootheid van de Nederlandsche interwebs: Ilse was de Google van de jaren 90. Ilse doorzocht in 1996 meer dan één miljoen Nederlandse websites en was hierdoor in ons land stukken groter dan concurrenten als AltaVista, Yahoo of Lycos. Zelfs in 2001, toen Google in opkomst was in het buitenland, was Ilse in ons land nog groter.

Ook leuk om te weten: de makers van Ilse.nl bedachten ook Nu.nl als nieuwsportal omdat ook hier in de jaren 90 nauwelijks een Nederlandse markt voor was. Door de koppen van de nieuwssite door te plaatsen op de grootste zoekmachine van ons land, werd Nu.nl binnen de kortste keren groter dan traditionele kranten die voorzichtige hun tenen in het koude webwater staken.

De populariteit van Ilse was na de millenniumwisseling - Google begon aan een opmars - tanende en uitgeverij VNU ontfermde zich toen over het bedrijf. VNU hoopte daarmee zijn begrip van het internet te vergroten, maar slaagde daar in elk geval met deze aankoop niet in. Ilse.nl bestaat nog wel en is op dit moment een soort veredelde doorlinkpagina naar Nu.nl. De zoekpagina van Ilse gebruikt ironisch genoeg Google en ook Ilsechat is allang verdwenen. Komt Ilse ooit nog terug?

6. GeoCities

Als Ilse Google was dan was GeoCities de WordPress van de jaren 90. Geocities werd gekocht door de grote paarse webgigant Yahoo, maar de populariteit van de series webrings nam drastisch af na de opkomst van sociale media. Onder meer MySpace en platforms als Blogger.com snoepten gebruikers weg bij de eens grote heerser van de homepagewereld.

Yahoo deed in 2009 het licht uit bij GeoCities. Als je het design van de gloriedagen van GeoCities wilt herbeleven, moet je echt even een blik werpen op de Geocities-izer. Deze designwebsite tovert elke webpagina om naar een GeoCities-achtige frontje, compleet met knipperende tekst, schreeuwende gifs en hoogdpijnbezorgende achtergronden. Of check deze Tumblr die eindeloos put uit een 1TBgroot archief van verdwenen websites.

7. BonziBuddy

De BonziBuddy. Hier op de Webwereld- en Computerworld-redactie moesten sommige mensen even nadenken wat dat ook alweer was, anderen deinsden terug van schrik. "Oh nee, de BonziBuddy!" BonziBuddy was kortgezegd de Clippy voor internet - maar dan nóg erger. De handige tool zat namelijk overal als crapware bijgeleverd en je kwam er bijna niet meer vanaf.

BonziBuddy oogde vrolijk en behulpzaam, maar stiekem was hij een geniepige gladjakker. Hij probeerde je altijd iets aan te smeren en veranderde de homepage van Internet Explorer (wat we toentertijd vrijwel allemaal gebruikten). Antivirusmakers kregen BonziBuddy in de smiezen en begonnen verwijdertools in te bouwen.

De Amerikaanse telecomwaakhond FTC richtte zijn vizier ook op de irritante gorilla en beboette het bedrijf erachter met 75.000 dollar omdat het informatie had verzameld van minderjarigen. Kort daarna werd de BonziBuddy de jungle ingestuurd om nooit terug te keren. Ergens struint hij misschien nog steeds rond, in een vergeten database, klaar om het internet opnieuw te terroriseren.

8. WebTV

Nog ver voor Netflix en de Smart TV was er WebTV dat een niche bouwde op het web. Als set-topbox had je zo internet op je tv, voorzien van een browser, een 33,3kbps-modem en een toetsenbord. Het pakket verscheen in 1996 op de markt en nog geen jaar later slokte Microsoft het bedrijf op voor nog geen half miljoen dollar.

Maar het grote publiek bleef weg. De Xbox was uiteindelijk het platform waarmee Microsoft de huiskamer terugvorderde. Enkele maanden voor de eerste console in 2001 verscheen, hing Microsoft er de naam MSN TV aan. Dit jaar kondigde het bedrijf aan ook de stekker te trekken uit MSN TV, vlak na de aankondiging van de tv-centrische Xbox One.

Het was een zwarte dag voor nostalgische mensen, want op hetzelfde moment dat Microsoft het verdwijnen van MSN TV aankondigde, sloot Yahoo de deuren van zoekmachine Altavista. Op 30 september was het helemaal afgelopen met MSN TV.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.