ID.nl logo
Raspberry Pi als VPN-server inzetten
© Reshift Digital
Huis

Raspberry Pi als VPN-server inzetten

Een VPN-verbinding is cruciaal als je veilig wilt internetten op openbare wifi-netwerken of als je landrestricties van bijvoorbeeld Uitzending Gemist wilt omzeilen wanneer je in het buitenland bent. Een Raspberry Pi kan je helpen. We maken van het minicomputertje een VPN-router en VPN-server.

Deze kun je ook laten verbinden met een andere VPN-router, zodat je je andere apparaten thuis verbindt met de Raspberry Pi om bijvoorbeeld buitenlandse streams te bekijken.

01 VPN-router

Als je een VPN wilt gebruiken, moet je dat op elk apparaat configureren (zie ook de basiscursus VPN). Wil je op meerdere apparaten in huis landrestricties omzeilen, dan is dat omslachtig. Daarom stellen we een andere aanpak voor: we maken van een Raspberry Pi een draadloos toegangspunt. Daarna zetten we op de Pi een VPN-verbinding op, zodat elk apparaat dat via het toegangspunt surft, automatisch op het VPN zit. Je hebt hiervoor een usb-wifi-adapter nodig die compatibel is met de Raspberry Pi.

©PXimport

02 Toegangspunt

Eerst maken we een draadloos toegangspunt van onze Pi. Daarvoor verwijzen we naar de vorige workshop over de Raspberry Pi als Tor-router. Volg de uitleg in de eerste 12 stappen van die workshop. Zodra je al die stappen correct hebt uitgevoerd, probeer dan met een draadloos apparaat op het SSID van je Pi te verbinden. Kijk bij problemen eens hier om te controleren of je wifi-adapter op de Pi ondersteund is en of je eventueel andere drivers moet downloaden of speciale configuratiestappen moet uitvoeren.

©PXimport

03 Tor verwijderen

Als je in de vorige workshop geen Tor-router van je Raspberry Pi gemaakt hebt, ga dan verder naar stap 5. In het andere geval moeten we eerst nog enkele stappen van toen ongedaan maken. Eerst stellen we in dat de verbindingen op het wifi-netwerk rechtstreeks via de ethernetinterface gaan in plaats van via de Tor-software. We verwijderen de oude NAT-regels met sudo iptables -F en sudo iptables -t nat -F. En we verwijderen de Tor-software met sudo apt-get remove tor.

©PXimport

04 Tor verwijderen (2)

Daarna geven we met de volgende opdrachten de nieuwe NAT-regels in: sudo iptables -t nat -A POSTROUTING -o eth0 -j MASQUERADE, sudo iptables -A FORWARD -i eth0 -o wlan0 -m state --state RELATED,ESTABLISHED -j ACCEPT en sudo iptables -A FORWARD -i wlan0 -o eth0 -j ACCEPT. Sla de configuratie op met sudo sh -c "iptables-save > /etc/iptables.ipv4.nat". We hebben er in de vorige workshop al voor gezorgd dat die configuratie bij het booten van je Pi ingelezen wordt. Nu hebben we alle Tor-specifieke aspecten van de vorige workshop ongedaan gemaakt.

©PXimport

05 VPN-configuratie

Nu maken we van onze Raspberry Pi een OpenVPN-client. Daarvoor heb je een account bij een VPN-provider nodig die het OpenVPN-protocol ondersteunt. Met wat geluk levert je provider ook een configuratiebestand voor OpenVPN. Rechtsklik op de url van het bestand in je browser en kopieer de link. Typ dan in je PuTTY-venster op de Raspberry Pi wget ", plak de url, voeg er " aan toe en druk op Enter. Krijg je geen configuratiebestand, kopieer dan een voorbeeldbestand met cp /usr/share/doc/openvpn/examples/sample-config-files/client.conf client.ovpn en lees hier wat je daarin verandert.

©PXimport

06 OpenVPN installeren

Installeer daarna de OpenVPN-software: sudo apt-get install openvpn resolvconf. Bevestig met Enter. Krijg je een foutmelding, probeer dan eerst de pakketlijst te verversen met sudo apt-get update en probeer het opnieuw. De software kan als client én als server werken, afhankelijk van de inhoud van het configuratiebestand. We moeten enkel het configuratiebestand van onze VPN-provider op de juiste plaats zetten: dat kan met sudo cp CONFIG.ovpn /etc/openvpn/client.conf, waarbij CONFIG de bestandsnaam van het gedownloade configuratiebestand is.

©PXimport

07 Andere bestanden

Gebruikt je VPN-provider certificaten om in te loggen, dan worden die vaak als afzonderlijke bestanden aangeboden op de website. Download ook deze naar je Pi zoals we in stap 5 met het configuratiebestand deden, en kopieer ze naar dezelfde map als het configuratiebestand: sudo cp CA /etc/openvpn/, waarbij CA de naam van het bestand is (voor de certificate authority). In andere gevallen heb je geen certificaat maar enkel een wachtwoord, en is dat in het configuratiebestand gedefinieerd. Soms zijn ook de certificaten in het configuratiebestand opgenomen.

©PXimport

08 Configuratie aanpassen

Aan het configuratiebestand dat je van je VPN-provider gekregen hebt, moet je waarschijnlijk nog iets aanpassen. Open het daarom met Nano: sudo nano /etc/openvpn/client.conf. Als er een regel dev tun in het configuratiebestand staat, verander die dan in dev tun0. Voeg nog twee regels toe: up /etc/openvpn/update-resolv-conf en down /etc/openvpn/update-resolv-conf. Lees ook de rest van het bestand eens na. Sla het bestand op met Ctrl+O en sluit het af met Ctrl+X. Verwijder de huidige NAT-regels nu weer met sudo iptables -F en sudo iptables -t nat -F.

©PXimport

09 Omleiding

Nu moeten we de apparaten die op het draadloze netwerk verbonden zijn via de OpenVPN-verbinding omleiden. Dat kan met een nieuwe NAT-regel: sudo iptables -t nat -A POSTROUTING -o tun0 -j MASQUERADE. Sla de configuratie op met sudo sh -c "iptables-save > /etc/iptables.ipv4.nat". Voer sudo nano /etc/default/openvpn uit, voeg de regel AUTOSTART="client" toe en wijzig de regel die begint met OPTARGS in OPTARGS="--script-security 2". Laat OpenVPN daarna automatisch starten bij het booten met sudo update-rc.d openvpn enable. Herstart je Pi en probeer je VPN-router uit.

©PXimport

10 VPN-server

Tot nu toe hebben we van onze Pi een VPN-router gemaakt die een verbinding met een externe VPN-server kan delen met alle apparaten in je lokale netwerk. Maar we kunnen de Pi ook zelf als VPN-server inzetten. Dat is handig als je op vakantie Uitzending Gemist wilt bekijken: dan zet je op je laptop in het buitenland een VPN-verbinding op naar je Raspberry Pi thuis, waardoor de websites die je bezoekt het (Nederlandse) IP-adres van je internetverbinding thuis te zien krijgen. Zo word je dus niet geblokkeerd door de landrestrictie.

©PXimport

11 Verwijder toegangspunt

Als je van je Pi geen toegangspunt, Tor-router of VPN-router gemaakt hebt, ga dan verder naar stap 12. In het andere geval moeten we enkele stappen ongedaan maken. Voer de opdrachten in stap 3 uit om de NAT-regels en eventueel de Tor-software weer te verwijderen, evenals sudo sh -c "iptables-save > /etc/iptables.ipv4.nat" om de nieuwe (lege) NAT-regels na een herstart te houden. De wifi-stick heb je ook niet meer nodig, dus die kun je uit de Pi halen. Verwijder dan ook de programma's die van je Pi een toegangspunt maakten: sudo apt-get remove isc-dhcp-server hostapd.

©PXimport

12 Certificaten

De OpenVPN-software hebben we in stap 6 al geïnstalleerd voor de VPN-router, en anders installeer je die met sudo apt-get install openvpn. Om OpenVPN als server te gebruiken, moeten we echter onze eigen certificaten aanmaken. Ga daarvoor naar de OpenVPN-configuratiedirectory met cd /etc/openvpn en voer sudo make-cadir easy-rsa uit. Omdat we nu voor de rest van de workshop allemaal opdrachten met sudo moeten uitvoeren, voeren we één keer sudo -s uit, zodat we de volgende keren geen sudo meer moeten opgeven. De opdrachtregel begint nu met root in plaats van met pi.

©PXimport

13 Variabelen

Ga nu naar de directory easy-rsa met cd easy-rsa en open het bestand vars met nano vars. We geven nu een aantal variabelen een waarde, zodat we bij het aanmaken van certificaten later niet telkens dezelfde waarden moeten ingeven. Wijzig de inhoud van de variabelen KEY_COUNTRY, KEY_PROVINCE, KEY_CITY, KEY_ORG, KEY_EMAIL en KEY. Voor het land vul je een tweeletterige landcode in (nl), voor de andere waarden is de inhoud vrij. Verander KEY_SIZE in 1024, want de standaardwaarde 2048 is te zwaar voor de Pi. Zie voor een voorbeeld de afbeelding. Sla op en sluit af met Ctrl+O en Ctrl+X.

©PXimport

14 CA

Normaal brengt een certificate authority (CA) certificaten uit waarmee het eigenaarschap van een publieke sleutel bewezen wordt, maar we kunnen dat evengoed zelf doen. We maken daarom een CA-certificaat aan. Met source ./vars laden we de variabelen in die we hierboven aangepast hebben, met ./clean-all verwijderen we alle sleutels die al aanwezig zijn en met ./build-ca maken we uiteindelijk het CA-certificaat aan. Druk bij elke vraag op Enter om de standaardwaarde te aanvaarden, ook bij de Common Name en Name.

©PXimport

15 Servercertificaat

Daarna maken we een certificaat en sleutel aan voor onze OpenVPN-server. Dat kan met ./build-key-server Frambozentaart, waarbij Frambozentaart de naam van onze server is. Aanvaard weer de standaardwaardes, zeker voor Common Name, die gelijk moet zijn aan de naam van de server die je aan build-key-server doorgegeven hebt. De vraag voor een challenge password antwoord je met Enter, waardoor het leeg blijft en ook de optionele bedrijfsnaam laat je leeg. Op de vraag Sign the certificate? antwoord je bevestigend met y, evenals op de vraag erna.

©PXimport

16 Clientcertificaten

Nu we de serverkant in orde hebben, moeten we voor elke client een certificaat en sleutel aanmaken met de opdracht ./build-key client1, waarbij client1 de naam van de client is. Accepteer weer dezelfde standaardwaarden en kies zeker bij Common Name de voorgestelde waarde, namelijk de naam van de client, zoals client1. Voor de rest antwoord je hetzelfde als bij de server. Herhaal dit voor alle apparaten waarmee je met het VPN wilt verbinden en zorg dat je voor elke client een unieke naam gebruikt. Tot slot voer je nog de opdracht ./build-dh aan (dat hoeft slechts één keer).

©PXimport

17 Serverconfiguratie

Kopieer nu de sleutels naar /etc/openvpn: cp keys/ca.crt keys/Frambozentaart.crt keys/Frambozentaart.key keys/dh1024.pem /etc/openvpn. Kopieer de voorbeeldconfiguratie: zcat /usr/share/doc/openvpn/examples/sample-config-files/server.conf.gz > /etc/openvpn/server.conf. Open het bestand met nano /etc/openvpn/server.conf en zoek naar de regels die achtereenvolgens beginnen met ca, cert, key en dh. Geef daarachter de juiste naam van de bestanden, zoals ca ca.crt, cert Frambozentaart.crt, key Frambozentaart.key en dh dh1024.pem.

©PXimport

18 Serverconfiguratie (2)

Zoek in het configuratiebestand naar de regel ;push "redirect-gateway def1 bypass-dhcp" en verwijder de puntkomma (;) vooraan de regel zodat deze actief wordt. Daardoor wordt je VPN-server de default gateway van de aangesloten clients, zodat ze via de VPN-verbinding kunnen surfen. Verwijder ook de ; vooraan de regel ;push "dhcp-option DNS 208.67.222.222" en de bijna identieke regel erna. Die twee regels zorgen dat de clients de DNS-servers van OpenDNS gebruiken. Sla tot slot het bestand op met Ctrl+O en sluit het af met Ctrl+X.

©PXimport

SD-kaart

Eén manier om bestanden van je Pi (zoals certificaat- en configuratiebestanden van OpenVPN) met je computer te delen is door de Pi uit te schakelen, het SD-kaartje in de kaartlezer van de computer te steken en de benodigde bestanden te kopiëren. Daarvoor moet je wel Ext2Fsd op Windows installeren om het Linux-bestandssysteem in te kunnen lezen. Je moet er ook telkens je Pi voor uitschakelen!

Samba

Een andere manier om bestanden van je Pi naar je computer te verplaatsen is met Samba. Je installeert dat programma op de Pi, zie hiervoor de workshop over de Raspberry Pi als downloadmachine. In het configuratiebestand van Samba definieer je welke map je op het netwerk deelt. Kopieer de bestanden die je wilt delen naar die map en open die in de verkenner van je Windows-pc.

©PXimport

Port forwarding

De Raspberry Pi is pas vanaf buiten je thuisnetwerk bereikbaar als je poort 1194 op je internetmodem/router laat doorsturen (forwarden) naar je Pi. Daarvoor moet je op de beheerpagina van je internetmodem/router naar de functionaliteit voor port forwarding gaan. In sommige interfaces heet dit 'LAN servers' of iets dergelijks. Geef de regel een naam (bijvoorbeeld 'vpn'), geef als poort 1194 op (of wat je in de OpenVPN-serverconfiguratie gekozen hebt), als protocol UDP en als lokaal IP-adres het interne IP-adres van je Pi.

IP-adressen

Port forwarding werkt enkel als je Pi altijd hetzelfde lokale IP-adres heeft. In je router heb je meestal ook een manier om een apparaat altijd hetzelfde IP-adres te geven. Vaak vind je dat onder het kopje DHCP. Geef daar het MAC-adres van je Pi in (te vinden na HWaddr als je ifconfig eth0 intypt in de opdrachtprompt van je Pi) en het gewenste IP-adres. Verder stel je in je router best ook een DynDNS-dienst in, zodat je VPN-server altijd onder dezelfde domeinnaam bereikbaar is.

©PXimport

19 Start OpenVPN

Om nu OpenVPN te starten, moeten we naar het juiste configuratiebestand verwijzen. Voer daarom nano /etc/default/openvpn uit en voeg AUTOSTART="server" toe. Als je eerder in deze workshop een VPN-router van je Pi gemaakt heb, moet je de AUTOSTART="client" hierdoor vervangen. Sla op en sluit af met Ctrl+O en Ctrl+X. Laat OpenVPN daarna automatisch starten bij het booten met sudo update-rc.d openvpn enable. Herstart je Pi. Kijk dan in de basiscursus over VPN op hoe je op je client met je OpenVPN-server verbindt.

©PXimport

20 Mobiele clients

Als je met je VPN-server wilt verbinden op Android- of iOS-apparaten, dan moet je nog enkele stappen uitvoeren. Die lees je hier onder de titel "Debian Server with Android / iOS devices" vanaf de tekst "Create client profile file...". De opdrachten daar plaatsen de CA, het clientcertificaat en de clientsleutel in het configuratiebestand van de client zelf, zodat de app OpenVPN Connect ze kan openen.

©PXimport

21 Hulp

OpenVPN heeft heel wat meer mogelijkheden dan we hier getoond hebben. Op deze webpagina vind je enkele tips. Maar ook de website van OpenVPN zelf staat boordevol met informatie. Klik links op Documentation om de uitgebreide documentatie te bekijken. Ook de voorbeeldconfiguratiebestanden staan overigens vol met informatie die uitlegt waarvoor alle opgenomen regels dienen. En als er iets misloopt, kijk dan eens naar foutmeldingen in de uitvoer van grep ovpn /var/log/syslog.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Review Dyson V8 Cyclone – Betrouwbaar basismodel doet wat-ie moet doen
© Wesley Akkerman
Huis

Review Dyson V8 Cyclone – Betrouwbaar basismodel doet wat-ie moet doen

Met een prijskaartje van 399 euro is de Dyson V8 Cyclone een van de meest betaalbare draadloze steelstofzuigers van het Britse merk. Je haalt hiervoor een redelijk compacte maar krachtige huishoudhulp in huis, die een aantal duidelijke kanttekeningen heeft.

Goed
Conclusie

De Dyson V8 Cyclone is een geslaagde steelstofzuiger voor wie krachtige prestaties zoekt zonder overbodige luxe. Vooral op tapijt en bekleding komt hij sterk naar voren, en ook het verwijderen van haren gaat hem goed af. Het harde, smalle handvat en de wat stugge vloermond voelen niet altijd even prettig aan, maar dat past deels bij de prijsklasse. Jammer is ook het ontbreken van een lcd-display met handige informatie, al is dat net als het gebrek aan een automatische zuigstand goed te overzien. Alles bij elkaar is dit een betrouwbaar basismodel dat doet wat hij moet doen.

Plus- en minpunten
  • Krachtig zuigsysteem
  • Lekker wendbaar
  • Prima batterijduur
  • Handig opvang- en leegsysteem
  • Twee knoppen voor de bediening
  • Verrassend compleet
  • Voelt soms wat basaal
  • Handvat is niet comfortabel
  • Nieuwe vloermond tikt hard op de grond
  • Geen lcd-display
  • Zelf van zuigstand wisselen

De Dyson V8 heeft een nieuw ontwerp gekregen. Weg is de trekker die je constant moet indrukken om het apparaat te laten zuigen. In plaats daarvan beschikt hij voortaan over een handige aan-uitknop. Daarnaast zit een moduswisselaar, die met verschillende kleuren aangeeft welke zuigstand je gebruikt. Opvallend is ook dat Dyson voor de V8 Cyclone geen spannende kleuren voor de plastic onderdelen gebruikt. In plaats daarvan zien we een combinatie van kaki, rood, grijs en zwart; het geheel valt daardoor minder op.

©Wesley Akkerman

De nieuwe Dyson V8 Cyclone

De nieuwe V8 levert 30 procent meer zuigkracht en een 50 procent langere accuduur. In de laagste zuigstand houdt hij het tot 60 minuten vol. Helaas ontbreekt een handig lcd-scherm (dat wel op duurdere modellen zit) voor de resterende accutijd; ook hier moet je het doen met iets te simpele led-indicators. Onderop zit een nieuwe vloerzuigmond, die Dyson de 'Motorbar' noemt. Die moet dankzij het gebruik van speciale kammetjes effectief zijn tegen vastzittende haren, maar de stofzuiger moet het verder ook zonder moderne functies doen zoals lasers of stofsensoren.

Met slechts 2,7 kilogram is de Dyson V8 Cyclone lekker licht en wendbaar, waardoor je moeiteloos vloeren en zelfs hoekjes op het plafond schoonhoudt. Het stofreservoir (540 milliliter) heeft een handig uitwerpsysteem waarbij je het vuil niet hoeft aan te raken. Toch zijn we niet helemaal tevreden over alle eigenschappen van de zuigmodule. Het handvat is namelijk smal en klein, waardoor je grip bij langer gebruik oncomfortabel is. Ook kan het bij je duim gaan schuren. Dit is waarschijnlijk de minst ergonomische Dyson die we op de redactie hebben getest.

©Wesley Akkerman

Dyson V8 Cyclone in de praktijk

Gelukkig biedt de Dyson V8 Cyclone met 297 air-watts in de Boost-stand een flinke verbetering in zuigkracht (ten opzichte van zijn voorganger). De standaardmodus levert 79 aW en dat is voor ons ruim voldoende voor dagelijkse taken. Vooral het vloerkleed moet eraan geloven: haren, kruimels en ander vuil worden daar moeiteloos uit gezogen. Op hardere vloeren stelt de Cyclone eveneens niet teleur, al valt er wel één ding op. Wanneer je de stofzuiger oppakt nadat je bijvoorbeeld wat kruimels of korrels opzuigt, kan het zijn dat er een paar uit de mond vallen.

Daarnaast missen we een zachte(re) borstel op de Dyson V8 Cyclone. De huidige zuigmond ratelt namelijk hard over de vloer, wat niet zo prettig is voor (onder)buren in een flat- of appartementsgebouw of slapende kinderen. En dat terwijl de motor zelf stiller is dan verwacht. Gelukkig neemt de zuigmond moeiteloos allerlei soorten haren op en raken die niet in de borstel verstrengeld. Ook goed om te weten: de Cyclone past zijn zuigkracht niet automatisch aan, zoals duurdere modellen dat wel doen, waardoor je dat dus zelf in de gaten moet houden. Geen groot probleem, maar toch.

©Wesley Akkerman

Batterij en accessoires

Zoals gezegd gaat de batterij maximaal een uurtje mee wanneer je de zuinigste modus inschakelt. Anders moet je rekening houden met ongeveer een halfuur in de normale stand. Zet je de Boost-modus aan en laat je die aanstaan, dan is het binnen tien minuten wel gedaan. Geen vreemde scores als je kijkt naar het formaat en de behoorlijk indrukwekkende zuigkracht. Een groot pluspunt is daarnaast dat je de accu kunt verwisselen. Daardoor kun je de levensduur aanzienlijk verlengen door mettertijd een nieuwe batterij aan te schaffen.

Je krijgt trouwens twee accessoires bij aanschaf van de Dyson de V8 Cyclone: een kierenzuiger en een gemotoriseerde miniborstel. Hoewel dat misschien wat karig lijkt vergeleken met eerdere modellen, zijn oude V8-hulpstukken compatibel (mocht je die nog hebben). In de praktijk blijkt de basisset echter compleet genoeg. De kierenzuiger werkt goed voor meubels en lastige hoeken, terwijl de miniborstel onmisbaar is voor trappen, matrassen en bekleding. Ondanks het beperkte pakket biedt de stofzuiger dus voldoende opties voor de meeste huishoudens.

©Wesley Akkerman

Dyson V8 Cyclone kopen?

De Dyson V8 Cyclone is een geslaagde steelstofzuiger voor wie krachtige prestaties zoekt zonder overbodige luxe. Vooral op tapijt en bekleding komt hij sterk naar voren, en ook het verwijderen van haren gaat hem goed af. Het harde, smalle handvat en de wat stugge vloermond voelen niet altijd even prettig aan, maar dat past deels bij de prijsklasse. Jammer is ook het ontbreken van een lcd-display met handige informatie, al is dat net als het gebrek aan een automatische zuigstand goed te overzien. Alles bij elkaar is dit een betrouwbaar basismodel dat doet wat hij moet doen.

▼ Volgende artikel
Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien
© ID.nl
Huis

Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien

In de winter loopt de energierekening al snel op. De droger gaat vaker aan omdat de was buiten niet droogt, en omdat we vaker thuis koken en eten gaat ook de vaatwasser vaker aan. Ook de wasmachine draait op volle toeren, want nat weer en dikke kleding leveren extra was op. Hét moment dus om even stil te staan bij het energieverbruik van deze drie apparaten. Met wat kleine aanpassingen zorg je voor een zichtbaar (gunstig!) verschil op je stroomrekening.

In het kort

In dit artikel lees je hoe je met eenvoudige ingrepen energie bespaart bij het wassen, drogen en afwassen. We kijken naar slimme instellingen, zuinige programma's en klein onderhoud waarmee je het energieverbruik omlaag brengt.

Lees ook: 5 stille wasmachines met zuinig label

Slim plannen loont

Wie een slimme meter of dynamisch energietarief heeft, kan precies zien wanneer stroom het goedkoopst is. Door het programma van je wasmachine, droger of vaatwasser daarop af te stemmen, draai je letterlijk op de voordeligste momenten. Veel moderne apparaten hebben een startuitstelknop, waarmee je eenvoudig plant dat een was 's nachts of vroeg in de ochtend klaar is.

Heb je geen dynamisch contract, dan is het slim om eerst te kijken of jouw leverancier een piek- en daltarief hanteert. Bij een dubbeltariefmeter geldt het lagere tarief meestal alleen tussen ongeveer 23.00 en 07.00 uur, niet standaard in het weekend. Even checken bij je energieleverancier voorkomt verrassingen.

Gebruik van nachtstroom

Heb je een dubbeltariefmeter, dan betaal je tijdens de daluren vaak minder. Handig om te weten, maar houd rekening met geluid als je apparaten laat draaien terwijl je slaapt. Sluit de deur van het washok of gebruik het stille programma als dat aanwezig is.

Wassen op lagere temperatuur

De grootste energiebesparing zit in de temperatuur van het waswater. Een was van 30 graden is meestal voldoende schoon, zeker met de huidige wasmiddelen die ook bij lage temperatuur goed werken. Alleen bij sterk vervuilde was of handdoeken kan een hogere stand nodig zijn. Een wasbeurt op 60 graden of af en toe een machinereiniger houdt de trommel fris en voorkomt vetluis - een kookwas op 90 graden is bij moderne machines niet meer nodig.

Een andere eenvoudige stap is de wasmachine pas te laten draaien als hij goed vol is. Een halve was verbruikt bijna evenveel energie als een volle: zonde. Ook de juiste dosering helpt: te veel wasmiddel kan op den duur zeepresten achterlaten, waardoor de machine harder moet werken.

Droger of droogrek?

De droger is een onmisbare hulp in de winter, maar verbruikt veel stroom. Centrifugeer je was daarom eerst op de hoogste stand, zodat er minder vocht overblijft. Hoe droger het de trommel ingaat, hoe korter het droogprogramma duurt. Warmtepompdrogers verbruiken het minst stroom, al bespaar je nog meer door de was af en toe op te hangen. In een goed geventileerde kamer, bijvoorbeeld bij de verwarming, droogt het prima zonder dat je ernaar hoeft om te kijken.

Zuiniger én veiliger

Reinig na elke droogbeurt het pluizenfilter en controleer het rooster aan de achterkant. Ophoping van stof belemmert de luchtstroom, waardoor het apparaat langer draait en warmer wordt. Dat verhoogt niet alleen het energieverbruik, maar ook het risico op oververhitting.

Liever niet de wasdroger gebruiken?

Ga voor een droogrek!

De vaatwasser slim inzetten

Een vaatwasser verbruikt vooral energie om water te verwarmen. Kies daarom het eco-programma: dat duurt wat langer, maar gebruikt minder stroom en water doordat het water op lagere temperatuur wordt verwarmd. Grote etensresten kun je beter even wegschrapen, maar spoel servies niet voor onder de kraan - dat is onnodig en verspilt warm water. Licht aangekoekte pannen en schalen vormen voor moderne vaatwassers echt geen probleem.

Wie zonnepanelen heeft, kan de vaatwasser het beste overdag laten draaien, zodat de stroom direct uit eigen opwekking komt. Ook hier geldt dat een startuitstelknop handig is: je plant eenvoudig in dat het programma start zodra de zon op het dak staat.

Onderhoud maakt echt verschil

Goed onderhoud klinkt saai, maar heeft een direct effect op het energieverbruik. Een verstopt filter, kalk in de sproeiarmen of pluis in de droger laten apparaten harder werken dan nodig. Zet ze af en toe op een onderhoudsprogramma of gebruik een speciale reiniger. Dat voorkomt niet alleen geurtjes, maar zorgt ook dat de machine weer zo goed (lees: zo zuinig) mogelijk zijn werk kan doen.

Kleine aanpassingen, harde euro's

Energie besparen is vooral een optelsom van gewoontes. Door slimmer te plannen, de juiste temperatuur te kiezen en je apparaten schoon te houden, daalt het verbruik ongemerkt. En misschien nog belangrijker: je verlengt de levensduur van apparaten die het dagelijks zwaar te verduren hebben. Daarmee bespaar je ook op de langere termijn.