ID.nl logo
Moet ik toestemming geven voor glasvezel?
© corlaffra - stock.adobe.com
Huis

Moet ik toestemming geven voor glasvezel?

Heb je nog geen internet via glasvezel? Dan krijg je waarschijnlijk vroeg of laat de vraag of je aangesloten wilt worden op een glasvezelnetwerk. Aanbieders van glasvezel mogen je huis alleen aansluiten als je toestemming geeft. Maar wat zijn de consequenties van wel of geen toestemming geven?

Na het lezen van dit artikel heb je antwoord op de volgende vragen: 📶 Is het slim om toestemming te geven voor glasvezel als je in een eengezinswoning woont? 📶 Wie moet toestemming geven voor glasvezel als je in een appartement woont? 📶 Wat zijn de gevolgen als je toestemming weigert?

Ook interessant voor jou:KPN voert glasvezelsnelheid op naar 4Gbit/s, Delta gooit er een schepje bovenop

Met een glasvezelaansluiting kun je gebruikmaken van supersnel internet. De snelheid is minimaal 50 megabit per seconde, maar 2 gigabit per seconde is ook mogelijk. Dat is 40 keer zo snel. Sommige glasvezelaanbieders gaan nog verder met snelheden van 5 of 8 megabit per seconde. Heb je nu een kabelaansluiting, dan heb je maximaal een snelheid van 1 gigabit per seconde, afhankelijk van je provider en je abonnement. Heb je nog een koperdraadaansluiting (dsl), dan hangt je internetsnelheid ook af van de afstand tot de wijkcentrale. Een extra voordeel van glasvezel is dat je net zo snel kunt uploaden als downloaden. 

©ACM

Glasvezelnetwerk in Nederland (Bron: ACM)

Steeds meer huizen aangesloten op glasvezel

Anno 2024 hebben al meer huizen een glasvezelaansluiting dan een koperdraadaansluiting om te internetten, televisie te kijken en te bellen via een vaste lijn. Uit de meest recente cijfers blijkt dat er eind vorig jaar bijna 2,6 miljoen glasvezelaansluitingen waren tegen ongeveer 1,9 miljoen koperaansluitingen. Maar verreweg de meeste huizen hebben nog een aansluiting op de (coax-)kabel: 3,3 miljoen.

In heel Nederland zijn aanbieders van glasvezel bezig om het netwerk uit te breiden. Misschien liggen er bij jou in de straat ook al glasvezelkabels. Op bovenstaand kaartje, afkomstig van de ACM Telecommonitor, kun je zien waar in Nederland al een glasvezelnetwerk in de grond ligt. Om van het netwerk gebruik te kunnen maken, moet er ook een verbinding gemaakt worden met je meterkast. Voor dat stukje is jouw toestemming nodig. 

©FedericoC | ChiccoDodiFC

Als je woont in een eengezinswoning

Als een glasvezelaanbieder jouw huis wil aansluiten op het netwerk, krijg je een brief in de bus of er komt iemand langs. Het maakt niet uit of je in een eigen huis of in een huurhuis woont. Alleen als je in een appartement woont, verloopt het proces anders (zie hierna). Als het goed is, krijg je mondeling en/of schriftelijk uitleg over de gang van zaken. Vervolgens krijg je de vraag voorgelegd of je toestemming geeft voor de aansluiting. Toestemming geven kun je online doen.

Er zijn veel redenen om wel toestemming te geven, bijvoorbeeld omdat je binnenkort of op de langere termijn wilt overstappen op glasvezel. Maar ook als je nog niet weet of je wilt overstappen, ligt het voor de hand om toch toestemming te geven. Tenminste, als de aansluiting gratis is en als die je niet verplicht tot het afsluiten van een abonnement. In de meeste gevallen verplicht de aansluiting je tot niets. Je kunt dat bij twijfel altijd navragen aan de aanbieder.

Het doortrekken van het glasvezelnetwerk tot in de meterkast heeft geen noemenswaardige nadelen. Je moet een monteur binnenlaten, dus je moet ervoor thuis zijn. Er moet in de buitenmuur worden geboord. Dat gebeurt meestal onder de grond, op een plek waar ook andere leidingen het huis binnenkomen. Heb je een voortuin? Daarin hoeft meestal niet te worden gegraven, omdat de kabel door de grond wordt ‘geschoten’. 

Je kunt natuurlijk besluiten om geen toestemming te geven, omdat je nu en in de toekomst geen behoefte hebt aan glasvezel. Denk hier goed over na, want als je later toch een glasvezelaansluiting wilt, moet je wel kosten betalen. Heb je nu alleen een koperdraadaansluiting en wil je wel blijven internetten, tv-kijken en/of vast bellen? Dan heb je glasvezel nodig. KPN gebruikt het koperdraadnetwerk niet meer op plaatsen waar glasvezel ligt. 

Ook interessant: 5 manieren om je wifi-snelheid te verbeteren

©tiero

Als je woont in een appartement

Woon je in een appartement? Dan moet de eigenaar van het gebouw toestemming geven voor de aansluiting van het gebouw op het glasvezelnetwerk. Bij een huurappartement maakt het bedrijf dat het glasvezelnetwerk wil aanleggen afspraken met de eigenaar of woningbouwcorporatie. Krijgt jouw flat glasvezel, dan ben je als huurder verplicht mee te werken aan het doortrekken van de kabels door jouw meterkast naar de meterkasten van medebewoners.

Bij een koopappartement moet de Vereniging van Eigenaren toestemming geven. Alle eigenaren zijn daar lid van, dus je kunt altijd je stem laten horen. Je kunt als Vereniging van Eigenaren ook zelf contact opnemen met een bedrijf dat glasvezel aanlegt. Komt er glasvezel in jouw appartementencomplex, dan ben je als bewoner verplicht toestemming te geven voor het doortrekken van kabels door je meterkast. Dat staat in de Telecomwet. Anders zouden de kabels buitenom moeten worden doorgetrokken en dat is meestal niet de beste optie. 

©PXimport

Een glasvezelverbinding wordt afgewerkt met een FTU (hier zonder kapje) waar meestal een NTU voorzien van een standaard netwerkaansluiting op is aangesloten.

En dan nu: snel internetten!

Een glasvezelaansluiting is nog niet genoeg om ook via glasvezel te kunnen internetten. Daarvoor heb je een glasvezelabonnement en een ander modem nodig. Dit kun je regelen bij een internetprovider. Uit welke providers je kunt kiezen, ligt aan de beheerder van het glasvezelnetwerk. Wil je weten wat op jouw adres mogelijk is, doe dan een postcodecheck, bijvoorbeeld op deze website. Of kijk op de website van de operator die in jouw straat het glasvezelnetwerk beheert of gaat aanleggen, zoals KPN NetwerkNL, Open Dutch Netwerk of Delta Netwerk.  

▼ Volgende artikel
Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys
© ID.nl
Huis

Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys

Een paar bestanden hernoemen is zo gebeurd. Maar zodra je tientallen of honderden namen moet aanpassen, schiet handmatig werk tekort. Dan komt externe software goed van pas. PowerRename, onderdeel van de PowerToys-collectie, biedt uitkomst. Met deze slimme tool kun je grote aantallen bestanden in één keer hernoemen. Dat gaat snel, efficiënt en precies zoals jij het wilt.

Dit gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je PowerRename uit PowerToys instelt en gebruikt om grote aantallen bestanden tegelijk te hernoemen. We laten zien hoe je de tool activeert, hoe je hem oproept via Verkenner en hoe je zoek-en-vervangacties, letterinstellingen en automatische nummering toepast. Zo wijzig je in één keer volledige reeksen bestandsnamen, zonder handmatig werk.

Lees ook: Leuker, sneller en handiger: boost je Windows-pc met PowerToys

PowerRename activeren

PowerRename is een stuk krachtiger dan de standaard hernoemfunctie van Windows. De tool maakt deel uit van PowerToys, een opensource-project van Microsoft. Wil je de Microsoft Store-versie installeren? Open dan het Startmenu, zoek naar Microsoft Store en start de app. Typ PowerToys in het zoekveld bovenaan. Klik op Installeren zodra je het programma hebt gevonden. Na installatie verschijnt PowerToys in het systeemvak van Windows. Open het, kies in de linkerkolom PowerRename en je ziet meteen een korte animatie van hoe de tool werkt. Klik op Instellingenopenen en controleer of PowerRename is ingeschakeld. Let op: bij ons werkte PowerRename pas na een herstart van het systeem.

Een animatie toont hoe PowerRename werkt.

Contextueel menu in Verkenner

Open de map met de bestanden die je wilt hernoemen. Selecteer ze allemaal met Ctrl+A en klik met de rechtermuisknop op de selectie. In het contextmenu van Windows Verkenner kies je onderaan de opdracht Naam wijzigen met PowerRename.

Haal PowerRename uit het contextueel menu in Windows Verkenner.

Zoeken en vervangen

Daarna opent het venster van PowerRename. In het veld Zoeken geef je in welk deel van de bestandsnaam je wilt vervangen. In het veld eronder typ je de nieuwe tekst. In ons voorbeeld vervangen we het woord Image door Kreta2015. Nog vóór de wijziging wordt uitgevoerd, toont PowerRename een overzicht: links de oorspronkelijke bestandsnamen, rechts de nieuwe. Zo zie je meteen wat er verandert. Daaronder kies je of de aanpassing moet gelden voor de volledige naam inclusief extensie, alleen de bestandsnaam, of alleen de extensie.

Met de knoppen onder Tekstopmaak pas je eenvoudig het hoofdlettergebruik aan, van alles in kleine letters, naar alles in hoofdletters, alleen een hoofdletter aan het begin, of elke beginletter van een woord in hoofdletters. Het laatste pictogram schakelt de nummering in. Activeer je dat, dan voegt PowerRename automatisch nummers tussen haakjes toe aan de bestandsnamen.

De nieuwe namen verschijnen in voorvertoning naast de oorspronkelijke namen.     

Je allermooiste foto's hernoemd?

Druk ze af en plak ze in een foto-album
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen